De stripmomenten van 2021

31 december 2021 Algemeen

Ook dit jaar laten we de redactieleden, die daar tijd voor konden vrijmaken, terugblikken op het voorbije jaar. Wie dat wilde, stelde een persoonlijke top-10 samen. 

Seppe Cools: Onder de radar

Stripjaar 2021 was voor mij een jaar waarin ik beduidend minder besprekingen schreef, maar dat wil gelukkig niet zeggen dat ik geen strips heb gelezen. De coronamiserie hakte er helaas weer stevig in, maar strips bezorgden me toch enkele lichtpunten in alweer een vrij duister jaar.

Standaard Uitgeverij kwam op de proppen met enkele fantastische one-shots, zoals Bootblack en de fantastische ode aan de liefde met Ondanks Alles. Van diezelfde auteur verscheen afgelopen jaar ook het nieuwste deel van Mooie Zomers, een reeks die me altijd een goed gevoel bezorgt. De uitgeverij levert ook steeds toffe gagstrips af waaronder enkele oude bekenden die terugkwamen (Diep in de Zee en Vreemde Vogels), afgewisseld met nieuwe, toffe conceptreeksen, zoals Een Zoo Vol Verdwenen Dieren en Dinopark. Tot slot wil ik nog even Blacksad aanhalen, die terug is van weggeweest. Wat heb ik die kat gemist!

Ik las heel wat strips na van uitgeverij Dark Dragon Books, dus mijn jaaroverzicht is natuurlijk ook een beetje Dark-gekleurd. Van Moord op de Tsaar en Jagen op Ramirez was ik het meest onder de indruk. De origineelste reeks uit die stal was dan weer De Dominanten, waar je perfect een videospel van zou kunnen maken. Ook tussen de comics zat heel wat lekkers, met als hoogtepunt Batman: Three Jokers voor DC en voor Marvel was dat het duo Spider-Man en Deadpool.

2021 was ook het jaar waarin enkele reeksen terug werden opgevist door een nieuwe uitgeverij. Zo vond Kale Kop onderdak bij Silvester en FRNK mocht pronken bij Diedeldus, het jeugdlabel van Daedalus. Meer dan terecht, want beide reeksen verdienen dit absoluut. Bij datzelfde Diedeldus sprong De Reuzen in het oog, dankzij  fantastisch tekenwerk en een vlot lezend verhaal. Bij papa Daedalus konden Het Venijn en het ongelofelijk straffe Vergeet-mij-niet me dan weer het meest bekoren.

Het feit dat uitgeverij Syndikaat kansen geeft aan talent van eigen bodem, juich ik alleen maar toe. Joey Potargents debuut met De Bergenvaarders was voor mij een  schot in de roos, dankzij het dynamische, flukse tekenwerk en niet onbelangrijk, de beresterke inkleuring van Shirow Di Rosso. Kristof Berte verdient ook een vermelding in dit overzicht, want hij bracht zijn debuuttrilogie van Lise op Monstereiland tot een knap einde. 

Uitgeverij Silvester komt op de valreep nog op de proppen met het tweede deel van De Slang en de Speer. Die ligt nog op mijn te lezen-stapel, maar als die even straf is als deel 1, verdient die vast en zeker zijn plek. Ook Moordenaar op Maat is een reeks waar ik van genoten heb, al is het puur om het concept dat een rijke sloeber een arme stakker kan omtoveren tot een 'levend kunstwerk'.  

2021 was dus een prima stripjaar, maar wat het aantal uitschieters of potentiële klassiekers betreft, blijf ik toch een beetje op mijn honger zitten. 2021 blijft in mijn all-time rangschikking toch wat onder de radar. Ik wens jullie allen een stralend, liefdevol en warm 2022 toe!

Wim De Troyer: De winter van 1944

Terwijl moeder de vrouw de met Omikronhoning gelakte kalkoen in de oven flikkert, grasduin ik even in mijn aankopen van het laatste jaar. En daar zaten meer goede strips tussen dan ik mij zomaar voor het hoofd weg kon herinneren. Een grand cru jaar was het ook niet, maar we hebben slechtere jaren gehad. De winter van 1944 bijvoorbeeld, toen we van armoe zélf strips tekenden met een stuk houtskool op elkaars ruggen in de kelder om toch maar iéts te lezen te hebben. Grootva had toen zelfs De Ilias nagespeeld met enkel zijn teennagels. Dat was nog eens een kerel. Maar bon, de strips van dit jaar dus.

Charles Burns' Daedalus deel 2 was de meest heldere Burns in jaren. Niet dat dat echt moeilijk is, meestal grossiert de man in rare koortsdromen en moet je zelf maar vinden waar de plot zit. Goudhaantje van Mikaël Ross maakte Beethoven zelfs interessant voor me, ik die het verschil tussen een viool en een cello uitdruk in hoelang ze respectievelijk branden.

Anaïs Nin, wat een kleurenpracht en wat een fijne stijl was me dat zeg! Heel wat minder uitbundige kleuren waren dan weer aanwezig in Tremen deel 2, Pim Bos' ode aan het betongrijs.

Dé klepper dit jaar voor mij was Monsters van Barry Windsor-Smith, de man met een naam alsof hij penselen maakt. Dit album was zoals de rechter van Mike Tyson: poeierhard, brutaal, bloederig en het bleef maanden nazinderen. Als je dit jaar maar één strip gelezen hebt, laat het dan deze zijn.

Veel lieftalliger ging het er aan toe in Ondanks Alles, een liefdeshistorie die niet de annalen zal ingaan als een onmisbare ode aan Cupido, maar wel garant staat voor klassiek, ouderwets genieten.

Als je ons al een beetje kent dan weet je dat ik moeilijk om Manu Larcenet heen kan. Met wat creatief boekhouden (als een voetbalploeg dat mag, mag ik dat ook) kan ik De Dagelijkse Worsteling dit jaar in het lijstje mee opnemen, want de integrale verscheen in het onheilige jaar 2021. Waar Larcenet in deze integrale het verhaal op de eerste plaats zet, gooit hij dat in Groepstherapie helemaal om. Grafisch aan honderd per uur gaan op een verhaallijntje van och here een karamellenversje.

Gung Ho deel 5 is dan niet enkel het sluitstuk van de reeks, het mag ook dit lijstje vervoegen. En terwijl de sneeuw zacht naar beneden dwarrelt, en het brandalarm staat te loeien als een drachtige koe, ga ik je bij deze moeten laten, ik moet de vrouw gaan helpen met een weerspannige tros palingen die ze aan het flamberen is.

Lees strips!

Peter D'Herdt: C-O-V-I-D

In een jaar dat jammer genoeg alweer grotendeels overheerst werd door dat verschrikkelijke ondier, lijkt het evident dat het ook mijn jaaroverzicht heeft geïnfecteerd.

Dus laten we beginnen met de C van Chinaman, die niet alleen geïntegraliseerd werd, maar ook nog eens een epiloog kreeg in de vorm van een rauwe one-shot met blanke pit. Meesterverteller Serge Le Tendre, gekoppeld aan de eeuwig straffe Olivier TaDuc, beiden op het toppunt van hun kunnen. De C, ook, van Clifton. Ook al lid geworden van de gilde der integraalridders en dat met een ronduit magistraal eerste deel, grotendeels van de hand van Raymond Macherot. Macherot, die mij zes (!) decennia na datum op dat unieke randje tussen gniffelen en schaterlachen kon brengen op een manier die hem alleen door Franquin is voorgedaan.

Voor de O denk ik dat het onmogelijk is om Ondanks Alles te passeren. Jordi Lafebre, die — mogen we dat zeggen? — rustig maar gestaag gegroeid is onder de vleugels van de onnavolgbare Zidrou en nu heerlijk uitgevlogen is met een origineel en doeltreffend opgebouwd liefdesverhaal. Het moet van Frommeltje en Viola geleden zijn dat een strip mij zoveel warmte heeft bezorgd. Dat gold in minder mate ook voor Oceaankind. Een modern sprookje boordevol knipogen naar de canonieke vertellingen, maar wat mij vooral opviel was het gevoel dat Stedho in zijn tekenwerk kon overbrengen. Hij deed dat al in menig illustratiewerk voor jeugdschrijvers, maar het was de eerste keer dat het mij zo opviel in een strip van zijn hand. Niet zo overweldigend als in Ondanks Alles, maar op de sporadische momenten wel enorm effectief. Zou Stedho niet dringend een Zidroutje verdienen?

De V dan maar? Die van het wat miskende Vermoorde Onschuld van het echtpaar Olivier Grenson en Sylvie Roge. Sfeervol en origineel — maar misschien wat te gemakzuchtig? —opgebouwd rond rode en grijze tinten en zachtjesaan culminerend naar een dramatische apotheose. Qua aan de ribben blijven kleven kon het tellen. Ook de terugkeer naar de Verloren Gewesten en hun gelijknamige klaagzang kon tellen. Een flinterdun verhaaltje, helemaal naar de achtergrond verwezen door de comeback van een knappe en tegelijk o zo kwetsbare heldin. Sioban, een van Jean Dufaux’s strafste karakters. Straf, dat geldt ook voor het overweldigende tekenwerk van Paul Teng, the right man in the right place. Qua scènevorming waande ik me soms in Game of Thrones. Imposant! Ook imposant: enkele andere ‘Vervolgen’ die ook dit jaar een al oerdegelijke reeks wisten verder te zetten of af te ronden. Dat geldt in het bijzonder voor Schemerwoude, Azimut, Blacksad, Mooie Zomers, Kale Kop, Gung Ho, Undertaker en het nog steeds uitmuntende Airborne 44.

Voor de I kom ik bij de golf aan Integrales uit. Totnogtoe was er eigenlijk maar één zo’n golf in stripland — ik zou durven stellen dat de bron terug te traceren is tot Sherpa die met Roodbaard een hele batterij aan mutaties in gang heeft gezet — en ze blijft hardnekkig aanhouden. Maatregelen zijn vooralsnog niet nodig, de vijver is nog groot genoeg. Dit jaar wisten het al vermelde Clifton, maar ook — alweer van Sherpa — Alack Sinner en Sammy mij te verrassen. Bij die laatste is dat vooral te danken aan die kloeke en vuistdikke dossiers, zowel over Berck, geschreven in een uniek en toegankelijk stijltje alsof je er zelf bij bent, als over Raoul Cauvin, ietwat zakelijker maar evenzeer boordevol spitsvondige en verrassende weetjes. Dat ik de beide schrijvers Serge Simonart-gewijs een beetje ken en dat ze mij voor de voorgaande zin elk een fles champagne gingen betalen, doet overigens niet terzake.

Afsluiten doe ik met de D en dan mag ik niet om Dagen van Zand heen. Een wanhopige geschiedenis — dan nog eens tegen de achtergrond van de échte en even wanhopige geschiedenis — die tegelijk vertederend en hartverscheurend is. Een geschiedenis die je op meer dan een manier doet nadenken over vandaag en morgen. Het grote jonge talent Aimée de Jongh is een van de sterren van de hedendaagse stripwereld geworden en als ik zou zeggen dat dit haar magnum opus was, dan zou ik haar te kort doen. Ze zal ons zonder enige twijfel nog heel wat ongelooflijk straffe dingen laten zien. Wel een magnum opus, vermoed ik — en sta me toe een klein beetje te sjoemelen — is de ‘Dikke turfMonsters. Net niet mijn strip van het jaar, maar het zou haast misdadig zijn om deze niet in om het even welk eindejaarslijstje op te nemen. “Monsterlijk goed” schreef mijn collega Wim, en ik denk dat hij groot gelijk heeft. Over monsters gesproken. Dé dinosaurus van de stripjournalistiek schreef ook zijn ‘dikke turf’ en die begint niet toevallig met de D. Beste Jan Smet, jouw Duizend Bommen en Castraten was van de eerste hoofdletter tot het laatste leesteken een waar genot!

Voor 2022 wens ik iedereen veel wederzijds begrip en liefde en hoop ik van harte dat de goede gezondheid dan vanzelf mag volgen zodat ik volgend jaar deze tijd met andere letters mijn eindejaarsoverzicht mag in elkaar puzzelen. Uitkijken doe ik naar het aanlokkelijk getekende Antananarivo dat straks bij Daedalus verschijnt, alweer enkele pieken in de integrale golf (en de stille hoop dat daar ook eens een Bédu-variantje mag bij zijn) en Ken Broeders zijn one-shot De Adem van de Duivel.

Top-10:

  1. Ondanks Alles
  2. Monsters
  3. Chinaman: De Tijger Ontwaakt
  4. Dagen van Zand
  5. Clifton: De Integrale 1
  6. Airborne 44 9
  7. Mooie Zomers 6
  8. De Klaagzang van de Verloren Gewesten 4.1
  9. Oceaankind
  10. Vermoorde Onschuld

Koen Driessens: Dwars door Groenland is er Ondanks alles Hoop in bange Dagen van zand

Is het de leeftijd of zijn het de omstandigheden? Was het nu 2021, 2020 of 2022? Deze Groundhog Years lijken op elkaar als gezichten achter FFP2-maskers. Komt daar nog bij dat ondanks het knerpend en knarsend tot stilstand komen van de wereld de jaren er almaar sneller door lijken te vliegen. Vertaald naar ons vakgebied betekent dat: veel van hetzelfde verschenen en minder tijd om het gelezen te krijgen. Vertaald naar ons stripconsumptiegedrag betekent dat: minder strips dan ooit gekocht en gelezen. Aan het aanbod zal het niet liggen: het volume titels lijkt elk jaar nog toe te nemen, en dus ook het percentage brol. Of wordt onze smaak almaar eclectischer? Een streng maar rechtvaardig platform als Stripspeciaalzaak.be ziet het elk jaar weer als zijn burgerplicht kritische blikken op het stripaanbod te werpen en de parels voor jullie, zwijnen, eruit te pikken.

Met knaldrang sporen we je dan ook aan — als je dat al niet gedaan hebt — kennis te nemen van deze top-5 uit het Jaar van de Lege Portemonnee:

  • Dwars door (Tom Haugomat, Boycott): inzicht in zowel een als hét leven, een grafisch origineel statement over het maken van de juiste keuzes in dit toch al zo korte leven.
  • Groenland (Mark Hendriks, Scratch Books): grafisch puur als poolijs, maar met een heerlijk onbehaaglijk unheimlich randje van menselijke en chemische gruwel.
  • Ondanks Alles (Jordi Lafebre, Standaard Uitgeverij): van achter naar voren, van links naar rechts, van boven naar onder poëtisch-ontroerend levensverhaal van een liefde waarvoor het nooit te laat is.
  • Robbedoes: Hoop in Bange Dagen deel 3 (Émile Bravo, Dupuis): voorlaatste deel in een verhaal over kleine mensen in een grote oorlog, waarin Robbedoes zich ervoor schaamt een Kuifje genoemd te worden.
  • Dagen van Zand (Aimée de Jongh, Scratch Books): historisch en ecologisch gewetenschoppertje van bijna 300 bladzijden dat stof tot nadenken geeft.

Sommige reeksen leverden een prettige voorzetting van de feestvreugde, met Blacksad deel 6, Franka deel 25, Gung Ho deel 5, Mooie Zomers deel 6 en Konvooi deel 15. Echter, als een reeks je begint tegen te vallen, zet de aankoop ervan dan zonder prikspijt stop. Het leven is te kort! Steek je geld liever in nieuwe reeksen als Het Koninkrijk, De Artilleuses of MacGuffin & Alan Smithee.

Als uitsmijter tippen we uit het (nog) onvertaalde aanbod:

  • Aimer pour Deux (Emilio van der Zuiden + Stephen Desberg): het geheime en uiteraard tragische oorlogsverhaal van Desbergs ouders.
  • The Secret to Superhuman Strength (Alison Bechdel): ook Bechdel voelt het vorderen van de jaren en bespaart ons geen gênante details in haar streven naar lichamelijke topconditie.

Jan Goffin: Strips met een boodschap of een levensles

Als ik bij wijze van voorbeeld en om wat inspiratie op te doen voor m’n eerste overzicht even het jaaroverzicht van 2020 bekijk van andere recensenten — die term klinkt wel ernstig — dan zie ik daar albums tussen staan waarvan ik denk dat die niet geëvenaard kunnen worden. Enkele titels die vorig jaar een grote indruk hebben gemaakt: De Aanslag, Aaron, Muizen en Mensen, De Wolf, Vrijwillig Dood, Karmen, Het Beest, Nationale Feestdag... Het jaar 2021 lijkt toch ietwat minder opgeleverd te hebben.

Ik betrap er me op vooral ‘ernstige’ albums of graphic novels te waarderen, het zogenaamd betere werk. Nochtans kan ik ook luchtige en komische strips best smaken. Bijvoorbeeld de volledige collectie van Guust Flater, Heinz, Casper & Hobbes, Roel en zijn Beestenboel, enzovoort staan in de kast. Het is misschien moeilijker om echt grappige, originele en leuk getekende onderwerpen te brengen. Dit jaar vond ik alvast het Lucky Luke-album Lekker Smeuïg (Ralf König) heel leuk, met een verrassend originele insteek en tegelijk koddig getekend.

De appreciatie van een album is natuurlijk heel persoonlijk, en kleuren en meningen kunnen altijd verschillen. Naast pure aangename ontspanning mogen nieuwe albums voor mij best een boodschap inhouden, of een levensles, maar ik moet de boeken wel nog kwijt kunnen in de kast, vandaar dat ik heel kieskeurig ben geworden bij de aanschaf.

Een rangorde opstellen is delicaat. Waarom is album X beter dan album Y? Zijn ze niet evenwaardig te plaatsen in een blok van 10 of heeft X net dat tikkeltje meer? De albums die voor mij bij de top-10 van 2021 mogen gerekend worden:

  1. Alleszins vooraan hoort de graphic novel Vel (Sabien Clement + Mieke Versyp). Prachtig innovatief tekenwerk in waterverf en kleurpotlood, bijzonder rake teksten uit het leven gegrepen, in een originele bladschikking.
  2. Dan volgt Vergeet-mij-niet (Alix Garin). Een ontroerend verhaal over een dementerende oma en de hechte band met haar kleindochter. Sober en toch gevoelsmatig in beeld gebracht.
  3. Bella Ciao deel 1 (Baru) toont het harde leven van Italiaanse migranten die in het zuiden van Frankrijk werk zoeken in de zoutwinning wat tot harde confrontaties leidt met de plaatselijke bevolking. Soms wat fragmentarisch, maar het temperament van Italianen wordt meesterlijk weergegeven.
  4. Het Verval deel 1 (Jared Muralt), getekend en geschreven door een nieuwe perfectionist die zowat alles in de vingers heeft.  Vooral het voortreffelijke deel 1 roept gelijkenissen op met de huidige pandemie.
  5. De Papierfabriek (Guy Delisle) is een mooie, autobiografisch graphic novel in de typische en quasi eenvoudige stijl van Delisle over de jaarlijkse vakantiejob tijdens zijn studies. Hij vertelt ook hoe hij in de bibliotheek vermaarde tekenaars als André Franquin, Jijé, Mœbius, Jacques Tardi, Didier Comès en anderen te hebben ontdekt en welke invloed die hebben gehad op zijn ontplooiing.
  6. Degas (Efa – Salva Rubio), een leerrijk album dat je meesleept in het leven van de schilder, zijn fascinatie voor danseressen en de moeite die hij heeft om zijn gevoelens te uiten.
  7. In Hollandia Suburbia deel 2 (Guido van Driel), een mooi geschilderd tweeluik over een herkenbare Hollandse buitenwijk waarin de kleine kantjes worden getoond van een samenleving met uiteenlopende karakters.
  8. De Arabier van de Toekomst deel 5 (Riad Sattouf), autobiografische graphic novel die op een luchtige, maar ook cynische wijze in dit deel zijn puberjaren aansnijdt. In een leuke tekenstijl wordt ook het moeilijk samenleven van verschillende culturen aangetoond.
  9. Jaar Nul (Frenk Meeuwsen), semi-autobiografisch verhaal over de bezegeling van een mooie liefdesrelatie met de geboorte van een kind, ook al is er een behoorlijk leeftijdsverschil tussen man en vrouw. Een fijne tekenpen, gezellige sfeerschepping en menselijke dialogen.
  10. De Filosoof, de Hond en de Bruiloft  (Barbara Stok), een levensschets van Hipparchia, de eerste vrouwelijke filosofe in het Griekenland van ongeveer 350 jaar voor Christus. Eigenlijk een feministe avant la lettre, getekend in de immer cartooneske stijl van Stok.

Er zijn nog heel wat andere knappe en toffe albums het vermelden waard, zoals Systeemvoorkeuren, Noem Me Nathan, Groenland, De Walvisbibliotheek, Goudhaantje, De Man die Chris Kyle Doodde, Plunk: Director’s Cut, Knettergek,... maar een selectie moest nu eenmaal gemaakt worden.

En als ik de actuele overzichten van anderen bekijk, dan denk ik soms iets gemist te hebben. Zo staat ook in de top-10 van Focus Knack onder meer Daedalus en Monsters. Misschien een leemte in m’n cultuur, ik heb de albums wel ter hand genomen, maar als in de eerste plaats de tekeningen me niet kunnen bekoren, blijven ze meestal liggen. Tja, onbekend is onbemind, iets om aan te denken de volgende keer...

Dai Heinen: Verheugen op 2022

Behalve de nodige besprekingen heb ik dit jaar ook meer interviews mogen verzorgen. Hanco Kolk, Paul Teng, Guy Delisle en Mark Retera heb ik gesproken over hun nieuwe reeksen en andere bijkomende zaken. Mijn verlanglijst is nog groot, want ik ben jaloers op mijn collega-interviewer Wouter Porteman die Asterix-schrijver Jean-Yves Ferri heeft mogen spreken en de kans om met Philippe Francq over Largo Winch van gedachten te wisselen moest ik door omstandigheden zelf annuleren. Ook Yves Swolfs en Yann staan hoog op mijn bucketlist voor 2022.

Qua aangekochte strips was 2021 weer een normaal tot goed jaar. Gezien de wekelijks vele uitgaven moet ik selectief zijn en het zou dus best kunnen dat ik enkele toppers over het hoofd heb gezien. Mede daarom ben ik altijd erg benieuwd naar de jaarlijkse top-10 van mijn collega’s. Aan het begin van het jaar kan ik dan altijd bepaalde schade inhalen.

We zullen het voortaan zonder Raoul Cauvin moeten stellen. Deze striplegende en geestelijk vader van onder andere De Blauwbloezen is naar de eeuwige jachtvelden vertrokken. Daar zal hij onder anderen Benoît Sokal tegenkomen, want ook diens eend Canardo blijft verweesd achter. Ook Michel Kœniguer is veel te vroeg moeten stoppen met zijn oorlogsstrips.

Al ruim dertig jaar lang volg ik superheld Spider-Man en ik betreur het nog altijd dat deze serie niet meer in het Nederlands verschijnt. Incidenteel vertaalt Dark Dragon Books iets van Spider-Man en dat koop ik dan zeker. Na twee jaar is Nick Spencer dit jaar gestopt als schrijver en zijn run was zeker de moeite waard.

Maar tussen al het jaarlijkse stripgeweld dien ik altijd keuzes te maken en ook dit jaar stel ik weer in willekeurige volgorde mijn persoonlijke top-10 samen:

  • Jagen op Ramirez 1: Lekker verhaal en grafisch ronduit spectaculair. Breaking Bad-liefhebbers worden op hun wenken bediend.
  • Blake en Mortimer 28: De Laatste Zwaardvis: Een klassieke B&M door mijn favoriete schrijver Jean Van Hamme. De oude meester heeft het nog altijd in zich om een goed verhaal te schrijven.
  • De Nieuwe Avonturen van Roodbaard 2: Sea Dogs: Dit was bijna Jean-Michel Charlier waardig, zo goed vond ik dit afsluitende deel. Een nieuw tweeluik is aangekondigd. Scenarist Jean-Charles Kraehn levert weer vakwerk.
  • De Slang en de Speer 2: Leeg-HuisHubs Inca-moordmysterie gaat verder en is ook nu weer van hoge kwaliteit.
  • Lonesome 3: Bloedbanden: Swolfs is grafisch echt de absolute top en hij kan ook nog pakkend schrijven.
  • Louisiana deel 2: Zelden een hoofdrolspeler zo snel zien veranderen. Pakkend verhaal over een donkere tijd.
  • Blacksad 6: De Maskers Vallen - Eerste deel: Waarom verschijnt er toch zo weinig van deze topper? Van andere reeksen verschijnt er weer te veel.
  • De Klaagzang van de Verloren Gewesten 4.1 Lord Heron: Flop of top, met Jean Dufaux weet je het nooit. De Klaagzang is samen met Murena zijn beste werk en Paul Teng levert vakwerk.
  • De Man die Chris Kyle Doodde deel 1 en 2: Aanrader voor wie ook de film American Sniper heeft gezien over de Amerikaanse legende Chris Kyle.
  • Undertaker 6: Savalje: Jonas Crow is the next big thing in het westerngenre.

Behalve bovenstaand lijstje heb ik nog meer albums gewaardeerd. Bij degene die me dit jaar het meest bijbleven zat ook Durango deel 18, een klassieke western met dit keer wel heel veel slachtoffers. Uitgeverij Arboris was ook goed op dreef met een dubbele sterke Tanguy en Laverdure, het laatste deel van hun integrale verhalen. Moet ik volgend jaar ook de Classic-reeks bijhouden? Largo Winch: De Karmanlijn is meer dan de moeite waard, net zoals Het Fortuin van de Winczlavs, ook nu weer door Jean Van Hamme. Asterix is altijd iets om naar uit te kijken, ook nu met Asterix en de Griffioen. Lady S. zal nooit een miskoop zijn en 11 September: De Dag dat de Wereld Kantelde bracht herinneringen terug over deze fatale dag. De Belofte van Schildpadeiland deel 1 is geen klassieker, maar wel een lekkere ouderwetse piratenstrip. Wild West deel 2 is nog meer westerngoud. Franka deel 25: Het knappe Nederlandse nichtje van Blake en Mortimer beleeft een los avontuur. En Airborne 44 behoort tot het beste over de Tweede Wereldoorlog, ook met deel 9 over de Black Boys.

Nog op de leesstapel en met hoge verwachtingen: Raven deel  2, Het Venijn deel 3 en het epiloogalbum van Chinaman.

Waar verheug ik me op in 2022?

  • De integrale uitgave van Schipbreuk in de Tijd.
  • Nieuwe Tramp met nieuwe tekenaar Roberto Zaghi.
  • Eindelijk weer een album van De Familie Doorzon.
  • Wayne Shelton deel 14 dat zomaar de laatste zou kunnen zijn van deze klassieke B-held. En ook weer door Jean Van Hamme geschreven.
  • Leather Stocking Kronieken, nu de softcoveruitvoeringen verschijnen, ga ik over tot aanschaf. Hopelijk net zo goed als Vae Victis! van dezelfde scenarist. Welke uitgeverij zou trouwens eens Zoeloeland opnieuw willen uitgeven en voltooien in het Nederlands?

Misperen overkomen me gelukkig niet vaak meer, maar net zoals elk jaar heb ik toch een flop-3:

  • Vesper deel 1: Het  scenario kon me matig bekoren en de grafische groei van Jérémy Pétiqueux zet niet door. De nieuwe Philippe Delaby is hij nog niet.
  • Alfa deel 16: Kan Iouri Igounov het verhaal niet verzorgen? Emmanuel Herzet en zijn ideeën boeien me steeds minder. Zonde, want de eerste pakweg tien delen was dit een echte topreeks.
  • Noir Burlesque deel 1: Enrico Marini, please, ga verder met De Adelaars van Rome. Een Batman-uitstap is geen probleem, maar nu laat je ons veel te lang wachten op een vervolg en Noir Burlesque is van minder allooi.

Wouter Porteman: Stilstaan is achteruitgaan

Maart 2020. Het lijkt een eeuwigheid geleden, maar toen ging het land op slot wegens covid-19. Sindsdien lijkt mijn sociaal leven op een complexere versie van de processie van Echternach. En waarschijnlijk niet alleen het mijne. Het valt zo enorm op dat er na bijna twee virusjaren geen enkel cd, film of strip is die de nagel op de kop slaat over deze periode. In het begin waren er wat gags rond knuffelcontacten en andere virologische wijsheden. Maar waar blijft die iconische graphic novel vol huidhonger, wappiegeluid en knaldrang? Ook het andere uiterste, een strip barstend van escapisme en pure vrolijkheid ontbreekt dit jaar. Alsof covid ook een rem zet op de ultieme creativiteit. Vreemd.

Was 2020 een absoluut grand cru-jaar, dan valt 2021 kwalitatief toch een stukje lichter uit. Er waren gelukkig wel uitstekende strips, zoals Anaïs Nin, Monsters, Jagen op Ramirez, De Mensheid volgens Crocodile Charley, Vergeet-mij-niet, De Baron, Juffrouw Baudelaire, Het Lange Wachten, Mijn Dochter, Mijn Kind, Moord op de Tsaar, de jongste Undertaker en het wondermooie In de Schaduwen. Van de nieuwe De Slang en de Speer verwacht ik heel veel, maar deze moet ik nog lezen. De topreeksen Gung Ho en Urban stopten op een hoogtepunt. Iets wat niet kan gezegd worden van pakweg De Blauwbloezen en De Torens van Schemerwoude. Twee strips hebben me echt diep geraakt. Het okselfrisse Ondanks Alles en Pacific Palace. Dit Robbedoes-verhaal van Christian Durieux was een prachtig opgebouwd verhaal boordevol spionage, romantiek en slapstick. Niet iedereen is er wild van, maar het is wel helemaal mijn ding. Mijn enthousiasme was waarschijnlijk te opvallend in het ondersteunende interview, maar dat is dan maar zo. Ook dit jaar had ik het geluk om nog enkele andere grote meneren te mogen interviewen: Philippe Berthet, Enrico Marini, Pim Bos, Jean-Yves Ferri — bij Toutatis, wat een gedoe was dat! — en de super aimabele Ever Meulen. Hopelijk valt er volgend jaar weer zoveel lekkers uit de lucht.

De samensmelting van Standaard Uitgeverij en Ballon Media tot één mastodont was voor vele behoudsgezinde stripliefhebbers het ultieme angstbeeld. Ik zag het he-le-maal zitten, maar voorlopig heeft de reus nog maar een muis gebaard. De focus kwam puur te liggen op de veilige Grote Namen, gekruid met enkele schaarse graphic novels die vreemd genoeg onder het generalistische label Standaard Uitgeverij werden uitgebracht. Alsof de dagbladstrips er plots meer aanzien door gaan krijgen of beeldromanlezers plots hierdoor een F.C. De Kampioenen-strip gaan kopen. Een label dient om een groep gelijkgestemde strips in de spotlights te zetten, erdoor weggeblloant door te worden en ze hierdoor een hogere vrije vlucht te laten nemen. Door de sterkte van het label word je verleid om andere albums uit dat fonds te gaan proberen. Zo werkt het. Maar de rek tussen de Kiekeboes en Anaïs Nin is echt wel te groot voor mij. Ik hoop dat de grootste uitgeverij volgend jaar echt een voortrekkersrol neemt in het wereldje, en meer lef én initiatief toont. Dit kan bijvoorbeeld door enkele van de weldoordachte ideeën en aanbevelingen van Lectrr in het jongste nummer van Stripgids in praktijk te brengen. Stilstaan is echt achteruitgaan.

Gelukkig worden er mooie krenten opgepikt door Dark Dragon Books, Silvester en Daedalus. Die laatste verraste me positief met haar jeugdfonds Diedeldus. Ze kiezen steevast voor frisse kinder- en tienerstrips die de vinger aan de pols houden. Ik wens hun een absolute verkooptopper toe.

Mario Stabel: Meer avontuur graag!

Ik behoor tot die groep van mensen die steevast de verkeerde kassa kiest in de supermarkt. Ook al is de rij daar het kortst, steeds is er dan wel een oud besje dat per se met kleingeld wil betalen net wanneer ik mijn uitpuilende winkelkar heb uitgestald op de lopende band. Ik behoor ook tot die groep van mensen die in een café voor de lokale specialiteit durft gaan, ook al zegt mijn gezond verstand dat de Tripel van Westmalle, de Punk IPA van Brewdog of de Blauwe Chimay hoogstwaarschijnlijk superieur van kwaliteit zal zijn. Kortom, ik weifel nogal eens tussen de veilige keuze, het berekend risico en het avontuur, een persoonlijke tendens die ik ook in mijn stripaankopen kan terugvinden.

De veilige keuze was dit jaar alomtegenwoordig. Standaard Uitgeverij heeft nu het gros van die touwtjes in handen en blijft over het algemeen braaf binnen de lijntjes kleuren met hun klassieke reeksen en reboots die waarschijnlijk nog wel goed scoren aan de kassa, maar waar eigenlijk niemand op zit te wachten. Toch wil ik hier graag de persiflage Jommeke in de Knel én de Penarie vermelden, een strip die serieus met mijn vastgeroeste sjoekeledeizen rammelde en waar ik herhaaldelijk mee strijk heb gelegen.

Bij de berekende risico’s kunnen we bijvoorbeeld de nieuwe Blacksad catalogeren. Het is altijd afwachten of een reeks na een lange sabbatperiode nog opnieuw hetzelfde impact kan hebben als vroeger, maar ik kan hier alleen maar vaststellen dat die gedwongen rust Juan Díaz Canales en Juanjo Guarnido heel goed heeft gedaan. Ook was ik heel benieuwd naar het nieuwe boek van Gerrit de Jager: Songlife. Als muziekliefhebber wilde ik wel eens horen welke soundtrack ’s mans leven gekleurd had en tegelijk profiteerde ik ervan om hem tijdens een haperende Teams-meeting nog eens de pieren uit de neus te vragen over de nieuwe Doorzon die er in 2022 moet aankomen (klik hier voor het interview). En zou Barbara Stok het succes van haar Vincent nog kunnen evenaren? Met het knappe De Filosoof, de Hond en de Bruiloft doet ze in elk geval een sterke poging.

In het steeds maar uitdijende manga-aanbod is het soms moeilijk om het kaf van het koren te scheiden, maar ik was dit jaar wel heel gecharmeerd door Spy x Family van Tatsuya Endo, een toegankelijke reeks waarin iedereen iedereen op het verkeerde been zet.

Daarnaast vond ik het ook fijn dat Yslaire zijn Samber-trukendoos achterwege liet en met Juffrouw Baudelaire nog eens een nieuwe kers op zijn taart zette. 

Het sterke Mijn Dochter, mijn Kind legde dan weer de generatiekloof en de bijhorende visie op racisme bloot. Voor de romantische zielen was er Ondanks Alles en De Prins en de Naaister die elk op hun eigen manier en met de nodige haakjes een verhaal vertelden dat je even doet zwijmelen. De Gebroeders Rubinstein was een sterk en heel persoonlijk oorlogsepos en Mary Kelly plaatste het laatste slachtoffer van Jack the Ripper even in een ander daglicht.

In de avontuurlijke sectie leek het wel of ik steeds de verkeerde kassa koos en bleef ik serieus op mijn honger zitten. Zo moest ik nogal eens mijn toevlucht in het Engelstalige materiaal zoeken, maar dat was zeker geen straf. IN. van Will McPhaill blies me van mijn sokken: een perfect gedoseerd verhaal over onzekerheid en menselijk contact, maar gelukkig met de nodige tongue-in-cheeck verteld. Ook Monsters, het magnum opus van Barry Windsor-Smith, las ik in het Engels omdat die editie tien euro goedkoper was. Gepokt en gemazeld in het Marvel-universum weet de auteur toch een hele eigen draai te geven aan het superheldenwereldje met dit vuistdik project waar hij meer dan dertig jaar aan gewerkt heeft.

Jagen op Ramirez verkende op een behapbare manier de grenzen van het medium en het is geleden van het enigmatische Sasmira van Laurent Vicomte dat ik nog zo uitkeek naar een volgend deel in een reeks. 

Het was deze keer precies niet gemakkelijk om een gefundeerd toplijstje op te stellen. Was het aanbod te mager? Zijn we te kritisch geworden? Of hadden we dit jaar gewoon te veel tijd om over alles en nog wat te liggen nirken

Soit, here we go! En nu op naar 2022!

  1. IN. (Will McPhaill)
  2. Jagen op Ramirez 1 (Nicolas Petrimaux)
  3. Monsters (Barry Windsor-Smith)
  4. Songlife (Gerrit de Jager)
  5. Jommeke in de Knel én de Penarie (Jelle De Beule en Thijs De Cloedt)
  6. Spy x Family (Tatsuya Endo)
  7. Juffrouw Baudelaire (Yslaire)
  8. De Filosoof, de Hond en de Bruiloft (Barbara Stok)
  9. Mijn Dochter, Mijn Kind (David Ratte)
  10. Blacksad 6 (Juanjo Guarnido + Juan Díaz Canales), Ondanks Alles (Jordi Lafebre), De Gebroeders Rubinstein (Étienne Le Roux en Loïc Chevallier + Luc Brunschwig), De Prins en de Naaister (Jen Wang), Mary Kelly (Frank Le Gall + Damien Cuvillier)

David Steenhuyse: Leesdrang

Of 2021 een goed stripjaar was, kan ik onvoldoende beoordelen. Door tal van omstandigheden kon ik bijzonder weinig strips lezen. Een hoofdoorzaak kwam door het lanceren van een compleet nieuwe website en daarna het laten bijwerken van functies of toevoegen van extra's dankzij feedback, commentaren en kritiek van onze lezers of door eigen ervaringen. Bedankt hiervoor, het toont de betrokkenheid aan. En hopelijk wennen onze nieuwe systemen al voor wie er niet tevreden over was. Het is nog steeds een eerste fase naar meer en beter. Het belangrijkste is alvast dat we niet meer technisch afgestraft worden en dat we intussen honderden nieuwe stripgeïnteresseerden bereiken. Wekelijks schrijven zich nieuwe abonnees op onze nieuwsbrief in. Terwijl ik dit jaaroverzicht van de redactie opmaak, loopt er een mail binnen met de boodschap: "Ongelooflijk dat ik deze site nu pas ontdek." Welkom! Toch een motivatie om ermee door te gaan. Tot eind vorig jaar zag het er integendeel nog naar uit dat ik met de site zou stoppen als er niet iets drastisch zou veranderen. De veel grotere gebruiksvriendelijkheid om deze versie van onze website te runnen, helpt daarbij.

Op dit moment moeten er nog 345 oude weetjes, 254 interviews en fotoreportages, een kleine 400 artikels uit De Commentator en zo'n 6.000 archiefbesprekingen overgeplaatst worden. Dat is uiteraard een meerjarenproject, met dagelijkse of wekelijkse stapjes. Tegelijk primeert nieuwe content, waarbij stripnieuws, aankondigingen en overzichten van pas verschenen strips sowieso voorgaan. Het evenwicht om daarbij ook nog strips te lezen, ging in 2021 helemaal bij me verloren. Er moeten daarnaast ook nog centjes verdiend worden. Maandenlang had ik bovendien last van een soort reader's block, het onvermogen om strips te kunnen lezen en ervan te genieten om me vooreerst te kunnen ontspannen. Dan ging mijn aandacht toch meer naar tv-reeksen als The Outlaws, The Good Place, Dave, Ted Lasso, Resident Alien, Squid Game en The White Lotus. Allemaal aanraders trouwens.

En toch, elke keer ik een stapeltje strips kon lezen, jeukte en kriebelde het weer. De zin ook om mijn ongevraagde mening en enthousiasme te delen. De leesdrang is terug. Ondanks dat er nog heel wat van dit jaar en vorige jaren stof ligt te vergaren en ik heel wat aanraders van mijn collega's nog niet heb gelezen, kan ik wel een lans breken voor een aantal albums of initiatieven die me om uiteenlopende redenen blijven herinneren aan de prachtige hobby die jij en ik hebben. Door mijn beroepsmatige achtergrond als grafisch vormgever let ik net zo goed op hoe een album is uitgegeven en op tekeningen. Het zijn nog steeds de verhalen die van een subliem uitgegeven en getekend album een werkelijke topper maken voor mij, maar vorm, look & feel bieden het toch een mooie voorsprong.

  • Sherpa bracht dit jaar een vertaling uit van Captivant en een integrale van Bob Fish en De Jonge Albert uit, allebei van Yves Chaland. Twee fraai uitgevoerde luxes op groot formaat. Het was meermaals schrikken hoe Chaland in zijn parodie op oude weekbladen als Robbedoes en Kuifje zo ferm allerlei gewoonten in oude strips uitvergrootte die vandaag helemaal een no-no zijn geworden. Dan bedoelen we lomp racisme en hopeloos voorbijgestreefde misogynie. Wokers die deze albums te lezen zouden krijgen, zouden meteen oproepen tot boekverbrandingen, zoals dit jaar in Canada gebeurde. Striplezers met een minimum aan zin voor context, geschiedenis en relativering weten wel beter. Chalands strips dateren van de jaren 1970 en 1980 en toen laveerde hij al tussen goed fout om te provoceren en een verschil te maken enerzijds en een hommage aan die strips van weleer anderzijds. Nu is het uitkijken naar de start van de integrale reeks Freddy Lombard bij Sherpa.
  • Dezelfde artbookcollectie Une Vie en Dessins waarin ook al een artbook van Yves Chaland verscheen, moest het dit jaar stellen met een uitgave over Marcel Gotlib die me toch wat tegenviel. De naar januari uitgestelde boeken over Batem (Marsupilami) en van Victor Hubinon lijken me nu al meer aan te spreken. Bij dezelfde uitgeverij Dupuis verscheen dan weer een eerste album in een nieuwe collectie met artist's editions, en wel van Guus Slim door Maurice Tillieux. Ook een peperdure uitgaven, maar het lijkt wel alsof je het hele verhaal als originelen in huis hebt gehaald. Zelfs de achterkanten van de originele platen, waarop Tillieux zijn kleurindicaties heeft aangebracht, zijn gescand. Monumentaal werk en we zijn benieuwd welk album het volgende in deze collectie wordt.
  • Van Agent 327 kwamen weer knappe integrales uit. En de dossierpagina's bleven maar komen met een weelde aan illustraties, weetjes en stevige achtergronddossiers. We weten zelf hoeveel tijd en moeite zoiets kost om dergelijke dossiers vanaf witte pagina's te starten in plaats van bestaande dossiers te vertalen en desgewenst aan te vullen, waar overigens ook veel tijd in kruipt. Vaak zijn de beschikbare pagina's dan nog ontoereikend om zomaar eventjes het volledige leven en werk van stripmakers voor te stellen waardoor "integraal" nooit echt voldoende waargemaakt kan worden, er blijft ook na voltooiing nogal wat opduiken. Ondanks het beperkt aantal dossierpagina's voor de nieuwe integrale reeks van Robert en Bertrand worden die adequaat benut. Het is tevens een plezier om deze vrolijke vagebondenreeks, met af en toe een dramatisch moment, te (her)ontdekken. Wat een verteller was die Willy Vandersteen toch!
  • Ook van Nero werd een fraaie, laatste integrale uitgebracht met daarin de laatste verhalen die Dirk Stallaert heeft getekend. Opnieuw met talloze extra's, een goed in elkaar gestoken dossier en op de koop toe een exclusief stripje van Dirk. Hij zal ons in 2022 verrassen met iets nieuws.
  • De Franse uitgeverij Black & White blijf ik de absolute top-top-top vinden als het om het uitgeven van luxes gaat. Je betaalt er een flink bedrag voor, maar ze zijn werkelijk elke euro waard. Onberispelijke drukkwaliteit, voorbeeldige uitgave, ontzettend veel extra's en een keuze voor titels die mijn nostalgisch hartje doet opveren van kinderlijk geluk. De duurzaamheid zit 'm in de collector's value die boven elke aan- of verkoopprijs staat. Mijn laatste aanwinst is een tweede luxe van Marc Hardy's Arkel, een persoonlijke favoriet aller tijden. Eerder dit jaar verrijkten luxes van onder meer Soda, Robbedoes en Kwabbernoot, door zowel Jean-Claude Fournier als Tome & Janry, Émile Bravo en Christian Durieux, de collectie.
  • En we blijven in het Frans bezig. Patrick Gaumer werkte jarenlang aan een monografie over Jacques Martin. Het werd een ontzagwekkende uitgave barstensvol foto's, illustraties en reproducties van originelen. Een visuele rijkdom, aangevuld met de weerslag van een mensenleven. Een volgend project is een boek over William Vance.
  • Jan Smet wijdde zelf een mensenleven aan het opbouwen van iets dat er nog niet was: stripjournalistiek in Vlaanderen. Zijn vele interviews en artikelen zijn ook vandaag nog een bron van onschatbare waarde voor nieuwe dossiers en artikelen. Een bekroning van zijn carrière zag hij verwezenlijkt in het dikke boek Duizend Bommen en Castraten, met daarin een overzicht van heel wat censuurgevallen in de internationale stripwereld, decennialang een stokpaardje van 'm. Het doet me plezier dat dit werd beloond met uitverkochte én herdrukte oplages en een rondreizende expo.
  • Zelf zouden we elk initiatief om een stripblad te starten ten stelligste afraden in een markt dat volgens ons meer aan albums dan aan voorpublicaties zijn geld uitgeeft. Maar kijk, Eppo, Zone 5300 en StripGlossy houden mooi stand en nieuwkomers als MaXiX, Jump, Aline en Brul bieden werkelijk voor elk wat wils. 
  • Reeksen die werden stopgezet door uitgeverijen van wie we vinden dat ze er beter niet eens aan waren begonnen of die ten onder gingen, werden gelukkig ook dit jaar opgepikt door kleinere spelers die een kleinere oplage makkelijker kunnen dragen. Zo konden we eindelijk nieuwe albums of voltooiingen lezen van IAN, FRNK, Kale Kop, Het Land van Langvergeten, Jazz Maynard en andere.
  • Kudos voor Daedalus die manmoedig op het elan verder gaat om het jeugdfonds Diedeldus uit te breiden. We zijn al enkele keren aangenaam verrast. Tegelijk ervaren we dat we de laatste jaren veel plezier scheppen bij het lezen van ontzettend goed vertelde, boeiende jeugdreeksen die makkelijker buiten de lijntjes durven te kleuren dan jeugdreeksen die al wat langer meegaan. Lulu en Nelson reikt zinnige boodschappen aan voor jonge lezers waar heel wat volwassenen ook nog een lesje van kunnen leren. Het Spookt op Nummer 113 is pure fun. De vriendschap tussen Evi en Eenhoorn van Dana Simpson is in alle eenvoud niet te versmaden. Nieuwe educatieve gagreeksen als Dinopark en Een Zoo vol Verdwenen Dieren schieten ook raak. En we blijven de albums van Plan A Uitgevers, met dit jaar drie albums van Bennies Bijbaan door Michiel van de Vijver, graag promoten. Maar geef ons net zo goed een enthousiast vertelde Jommeke of Suske en Wiske, nog op hun best als er geen externe belangen mee zijn gemoeid om evenementen of verjaardagen in verwerkt moeten worden.
  • Het nieuwe stripmuseum MOCA in Nederland had geen geluk om net in deze aanhoudende coronaperiode de deuren te openen... en weer te moeten sluiten door lockdownmaatregelen. Een bezoek is er nog niet van gekomen, maar op basis van de ontzettend mooi uitgegeven catalogussen die ze als luxeboeken uitbrengen, is de veelbelovende indruk alvast dat ze niet over één nacht ijs gaan om iets aan te bieden.
  • Dat het nog wel snor zit voor de nieuwe garde tekenaars in onze contreien tonen de tekenaars van De Knalgele Kubus telkens weer opnieuw aan als een van hen een strip publiceert. De debutanten van nu zullen ons de komende jaren nog veel meer verblijden. Een gesprekje met de al dan niet verlegen jongens en meisjes die elkaar aflossen in een ruimte in het Marc Sleen Museum legt toch een grote geestdrift én realiteitszin bloot. Knalgoed initiatief. Ook de uitgave van Nieuwe Garde, van onze vakbroeders van 9de Kunst laat een veelbelovende toekomst zien. Buiten dit circuit van alternatiever gerichte albums timmeren enthousiaste jongere tekenaars verder aan de weg. Onder meer Syndikaat biedt hun binnen afgebakende paden kansen zodat we dit jaar onze loftrompet konden laten schallen over het goed begonnen De Bergenvaarders van Joey Potargent en Kristof Berte, van wie we het laatste nog niet hebben gezien, en van Folchard, door Johan Neefjes en Marc de Lobie.

Voor mij was Raoul Cauvin de figuur van 2021. Het is onthutsend hoe de man, die generaties striplezers entertainde, zijn eigen nakende dood aankondigde. Als een groots man, berustend in zijn fatale lot en eigen aan zijn soms macabere gevoel voor humor, gebeurde dat met een knipoog. En hij was een man van zijn woord. Hij overleed in augustus, nog voordat zijn allerlaatste album van De Blauwbloezen verscheen. Een laatste album zonder eindboodschap, the show must go on. Eerder dit jaar kreeg hij nog op zijn donder van uitgeverij Dupuis omdat hij de naam van zijn eigen opvolger voor De Blauwbloezen vroegtijdig bekendmaakte. Dan heb je een uitgeverij zoveel geld en lezers opgebracht met een reeks die hij zelf heeft bedacht en dan zou hij nog in het gareel moeten lopen. Hij niet! Gelukkig kon hij tijdens zijn leven nog genieten van alle respect die hem te beurt viel. Zullen we dat ook maar doen met alle andere tekenaars en scenaristen die er nog zijn? Of we hun werk nu kunnen pruimen of niet.

Diederik Van de Velde: Pluimen wel, pauwenstaarten niet

Het was andermaal een jaar dat enig aanpassingsvermogen vergde. In beperkte setting is er geen beginnen aan een goedgevulde kalkoen — sowieso overroepen als je het mij vraagt. Ik stel me met plezier tevreden met een aantal kleinere, subtiele lekkernijen ter vervanging van die ene gevederde aandachtstrekker. Op stripgebied was het dit jaar eigenlijk een beetje hetzelfde.  Er was niet die ene opvallende vogel die met een grote waaw-factor de andere in de schaduw zette.

Nochtans was de uitgeverij die dit jaar het meest mijn aandacht wist te trekken wel degelijk gevederd. Jawel, Daedalus heeft hoegenaamd niet stilgezeten en bracht dit jaar albums uit die niet alleen goed ogen maar ook nog eens constant zijn van niveau en — ook niet onbelangrijk — ze doen dit binnen elk genre dat hen kenmerkt. Met hun jeugdcollectie Diedeldus, die nu al aantrekkelijk oogt, tonen ze visie en vooral een geloof in de toekomst van nieuwe reeksen in het jeugdsegment. Een durf die de echt grote spelers in ons taalgebied al eens durft ontbreken. Hun lopende (fantasy- of geschiedenis)reeksen kregen consequent hun vervolgen en verder waren er nog de broederparen die indruk maakten. Zowel de broers Werner als de broers Rubinstein bleken een sterk verhaal in zich te hebben.

Hoe zichtbaar Daedalus dit jaar was, zo onzichtbaar was uitgeverij Microbe in 2021. De uitgeverij verraste vorig jaar met een kwalitatief, divers fonds en verliest nu toch wel wat van dat opgebouwde momentum. Voor volgend jaar zijn weer titels aangekondigd. Laten we hopen dat de indruk die de uitgeverij vorig jaar naliet sterk genoeg is om het lezersenthousiasme weer op te pikken in 2022.

2021 was ook het jaar van leverings- en bevoorradingsproblemen bij toeleveraars van uitgeverijen en drukkerijen. Saga Uitgaven besliste daarom een aantal releasedata naar 2022 te verschuiven. De verscheidenheid aan nieuwe reeksen lijkt bij de uitgeverij daardoor wat luwer dan normaal, maar de integrales van klassieke reeksen kregen nauwgezet hun vervolgen. Een maand na het overlijden van tekenaar Berck, in december vorig jaar, verscheen het eerste deel van de integrale reeks van Sammy. Enkele delen daarvan konden nog verschijnen voordat jammer genoeg ook scenarist Raoul Cauvin overleed. Volledig nieuw werk bij Saga Uitgaven dat me dit jaar het meest opviel waren het one-shot Mijn Dochter, Mijn Kind en de intrigerende start van het tweeluik Meneer Vadim. Kenmerkend voor deze uitgeverij is de geslaagde mix tussen het uitbrengen van nieuw (vertaald) werk en het bundelen van klassiekers in een integraal jasje. Mooi dat dit ook in 2022 zal verdergaan nu Saga Uitgaven Pierre Serons Centauren zal uitgeven.

Bij de grote speler binnen de Nederlandstalige stripmarkt (de groep Standaard Uitgeverij) vallen me twee zaken op: voorzichtigheid en de tendens om iconen een prequel, sequel of hommage te geven. Roodbaard kreeg een compleet overbodige, doch aangename epiloog-sequel, Largo Winch een frisse prequel (deel 23 van de reguliere reeks was overigens ook niet slecht) en Poms Piet Pienter en Bert Bibber kreeg een hommage waarbij ik — hoe groot mijn waardering voor beide auteurs ook is — een dubbel gevoel toch niet kon onderdrukken. De groep bracht aangenaam leesvoer, maar verraste me in verhouding tot haar omvang weinig, tenzij met de twee prachtige one-shots Ondanks Alles en Bootblack. In het Frans allebei uitgebracht bij Dargaud, in het Nederlands beide met de naam van de groep op de cover. Hopelijk holt de groep hiermee gaandeweg niet de historische kracht van haar eigen individuele uitgeversnamen uit. Daarnaast was er natuurlijk ook (eindelijk!) de nieuwe Blacksad die nog maar eens duidelijk maakt waarom de reeks een cultstatus heeft.

Dark Dragon Books is ergens slachtoffer van haar eigen wil om zoveel mogelijk uit te geven dat er visueel goed uitziet. Niet alles wat er visueel goed uitziet, is immers inhoudelijk even indrukwekkend. De uitgeverij heeft degelijke reeksen en collecties — zoals bijvoorbeeld de collectie Explora, of andere albums die ze oppikken uit het Franstalige fonds van Glénat — maar verdrukt de aandacht voor deze betere albums geregeld zelf door de hoeveelheid aan nieuwe (mindere) titels. Vorig jaar kon Dark Dragon Books me verrassen met een aantal onverwacht goede one-shots. Dat waren er dit jaar minder, maar Moord op de Tsaar en Curtiss Hill heb ik met plezier gelezen en ook de aanzet van het drieluik Jagen op Ramirez deed me uitkijken naar meer.

Mijn collega’s lieten al verstaan dat Scratch Books dit jaar mooi werk leverde. Zelf las ik voorlopig enkel Dagen van Zand, de graphic novel die een aantal Nederlandse auteurs ertoe aanzette om de cover ervan ergens in hun eigen albums te verwerken. Het scenario sprong er minder uit dan Aimée de Jonghs eerdere De Terugkeer van de Wespendief, maar grafisch is dit andermaal een album met een zanderig goudgeel randje.

Silvester vergeten in dit overzicht zou jammer zijn. De uitgeverij had minder uitschieters dat hun conculega’s waar ik dit lijstje mee begon, maar heeft er met Thomas Du Caju’s tweeluik Vleugels van Hoop, Cézembre, het langverwachte vervolg van De Havik en de start van de De Lemen Troon-prequel De Glazen Kroon best een productief en kwalitatief onderhoudend jaar opzitten.

Zelfs in een jaar waarin lezen zowat de enige cultuur is die men nog mondmasker- en CST-loos kan opsnuiven, kwam ik ook nu tijd te kort om alles gelezen te krijgen.

Anaïs Nin door Léonie Bischoff, charmeert van bij de eerste oogopslag en dus wil ik er de tijd voor kunnen nemen, wat me voorlopig nog niet lukte. Het tweede deel van De Slang en de Speer ligt nog op me te wachten en het gedurfde Vergeet-mij-niet ontsnapte oorspronkelijk aan mijn aandacht, maar staat nu ergens bovenaan mijn leeslijst.

Er gebeurde ook zoveel in de marge van alle albums die je wekelijks ziet verschijnen. Rik en Ann, jarenlang eigenaars van stripspeciaalzaak De Poort, gaven de vaandeldrager van de Gentse strip in handen van een nieuwe ceremoniemeester en in Brugge wisselde het West-Vlaamse vlaggenschip De Striep van reder. Allemaal maken zij en vele anderen er in deze vreemde tijden dagelijks werk van lezers te verblijden met strips. Dikke pluim daarvoor. En zo is de cirkel rondgefladderd. Fijne feesten allemaal!

Flo Van Dijck: Moeten we iets onthouden van het voorbije stripjaar?

Waren er memorabele publicaties, verhalen die ons omver bliezen of fenomenale projecten die (eindelijk) het daglicht zagen? Ik denk van niet, maar ik vind dat ook niet erg. Reeksen kabbelden verder, auteurs bouwden voort aan hun œuvre, uitgeverijen kweten zich zo goed mogelijk van hun taak en stripspeciaalzaken gingen moedig door in een tijd waarin dat allemaal niet evident is. Waarschijnlijk staan we daar te weinig bij stil als we weer 'ns gretig een initiatief kraken of iemand afkammen. 

Want wat ons van het voorbije stripjaar wel bijblijft, is dat op fora en sociale media het aantal criticasters en alweters constant toeneemt. Nieuwe publicaties die uitsluitend lof oogsten, zijn daardoor een zeldzaamheid geworden. Nog voor een album het daglicht ziet, wordt het ergens door iemand neergesabeld. De cover is smakeloos, de tekenaar te oud om nog goed te tekenen, het verhaal een zoveelste flop, de uitgeverij enkel op centen belust... Vanzelfsprekend heeft elke auteur haar of zijn claqueurs, maar misprijzen en krenken zijn gebruikelijker dan bewieroken en toejuichen. Dat Stripspeciaalzaak.be probeert om dat juist niet te doen, wordt niet als een deugd maar als zwakheid gezien. Meer dan eens krijgen we het verwijt dat we in onze besprekingen alles goed vinden en te soft zijn. Schijnbaar worden respectloze commentaren meer gewaardeerd. Recensenten die met weinig woorden iets of iemand te gronde richten, mogen op een schare medestanders rekenen.

De stripwereld kampt met vooroordelen waarvan ze er enkele zelf in de hand werkt. Zo splijt het volgehouden doch ellendige pigeonholing haar in armzalige segmenten die met misplaatste trots onverenigbaar genoemd worden. Maar dat literaire boekhandels ook in 2021 koppig volhouden dat zogeheten stripnovelles geen plaats in hun aanbod verdienen, kunnen we geen domme kortzichtigheid meer noemen. Het is bekrompen kleingeestigheid en illustreert het uitblijven van respect voor stripauteurs die moeiteloos het niveau van menig gehypt literair werk evenaren of zowaar overtreffen.

Strips worden vaak omwille van discutabele redenen gehypt en niet alles wat in het oog springt of aandacht krijgt, verdient die ook. Wanneer je dit leest, is het denkelijk te laat om nog iets voor onder de kerstboom te kopen. Maar mocht je jezelf alsnog met een boek willen verwennen, koop dan Vel van Sabien Clement en Mieke Versyp, uitgegeven bij Oogachtend. Veel gevoeliger dan de nepperige en gezwollen wassen neuzen die de voorspelbare lijstjes bevolken. 

Beste wensen.