Enrico Marini

“Echte helden zweten niet. In een film noir is elegantie het toverwoord."

24 november 2021 Interviews
door Wouter Porteman
 

De Adelaars van Rome, De Schorpioen, Ster van de Woestijn, Gipsy, Batman - The Dark Prince Charming, De Aasgieren... Wie het nu nog in Keulen hoort donderen, is waarschijnlijk geen vaste lezer van Stripspeciaalzaak.be. Sinds 2000 eindigt elke strip van de Zwitser Enrico Marini heel hoog in de eindejaarslijstjes van onze lezers. Liefst drie delen van De Adelaars van Rome werden verkozen tot beste strip van het jaar. Zopas is zijn nieuwe album, deel 1 van het tweeluik Noir Burlesque, verschenen. Het is Marini’s eerbetoon aan de Amerikaanse film noir van eind jaren 1940. Op 5 november startte het Brusselse luik van de perstour, maar de avond voordien konden we hem al drie kwartier spreken in de kantoren van Le Lombard-Dargaud in Brussel. In de lobby en de bijhorende etalage zijn twee strips prominent aanwezig: de nieuwe Blacksad en deze Noir Burlesque. De verwachtingen zijn er hooggespannen. Dit is hun eindejaarstopper. Ook aan de balie groeit de spanning. Marini’s vertraagde vlucht uit Genève is inmiddels geland, maar men heeft de auteur nog niet gespot op de luchthaven. Hij is spoorloos en niet bereikbaar. Een dik uur later komt de Zwitser opvallend goedgemutst de kantoren binnengewandeld. Het misverstand wordt snel weggelachen. Na een goed halfuur mogen we naar boven en aanschuiven bij de grootmeester. We leggen hem het indrukwekkende lijstje van de jaartoppers voor. Hij is blij verrast.

Je bent al jaren de absolute lieveling van onze lezers.

Marini: “Dat wist ik helemaal niet. Ik ga mijn Nederlandstalige verkoop eens moeten checken! Wee je gebeente, Wouter, als je mij iets op de mouw speldt. (lacht) Ik ben daar wel van verrast. Mijn uitgever heeft me dit nog niet gezegd. (richt zich naar mijn iPhone) Beste fans in Nederland en Vlaanderen, koop nu mijn nieuwe album Noir Burlesque." (bulderlach)

 

Noir Burlesque laat een heel andere kant van je werk zien. De Adelaars van Rome, Gipsy, Ster van de Woestijn en zelfs De Schorpioen zijn eigenlijk allemaal vermomde westerns.

Marini: “Inderdaad! Knap opgemerkt. In Gipsy zijn de paarden vervangen door trucks. Adelaars is zeker en vast een antieke western met de Germanen als vijandige indianenstam. Ster van de Woestijn is natuurlijk een western. Waarom zeg je dit ook over De Schorpioen?"

 

In die reeks heb je verschillende noodlottige expedities en heel veel duels.

Marini: “Juist, ja! En de Italiaanse cavalerie komt er ook altijd te laat. (lacht) Ik ben een absolute nostalgicus. Ik adoreer het verleden en geniet van historische verhalen. De Romeinen behandel ik al in De Adelaars van Rome. De Schorpioen stilt mijn fascinatie voor de achttiende eeuw. Gipsy speelt zich af in een nabije toekomst maar dat was een van mijn allereerste reeksen. Dat telt niet. (lacht) Ik teken niet graag actuele strips. Die auto’s van vandaag, al die soorten smartphones,... Ik pas daar voor. Er is veel te veel informatie die accuraat moet zijn. Met Noir Burlesque duik ik weer de geschiedenis in en realiseer ik een oude kinderdroom. Als kleine jongen keek ik uren naar oude Amerikaanse zwart-witfilms uit eind jaren 1940 en 1950. Op de Italiaanse televisie speelden ze die vaak. Oude komedies konden me niet boeien, maar wel die gangsterfilms en vooral de films noirs. Neem nu Out of the Past met Robert Mitchum. En de films van Marlene Dietrich, Gary Cooper, Rita Hayworth,... Ik mag zeker Ava Gardner niet vergeten! Zij heeft me echt geïnspireerd voor de rol van Caprice. The Killers met Burt Lancaster en Ava Gardner heb ik echt vaak gezien."

 

Draagt Caprice niet hetzelfde zwarte jurkje als Ava Gardner in die film?

Marini: “Niet helemaal. Ava’s jurk loopt nog deels over haar schouder. Ik heb wel tekeningen van Caprice gemaakt met exact hetzelfde zwarte kleedje. In de strip heb ik die iets gewijzigd. Rita Hayworth draagt in Gilda ook een prachtig zwart jurkje. Ook een knappe film noir was This Gun for Hire met Veronica Lake. Geweldig mooie misdaadfilm! Er waren er zo veel."

Out of the Past (1947), The Killers (1946) en This Gun for Hire (1942) zijn geliefde film noirs van Enric Marini. Ava Gardner zoals ze is te zien in The Killers bood inspiratie voor het personage Caprice in Noir Burlesque.

 

 

Het lag dus voor de hand dat je ooit een strip noir zou maken.

Marini: “Inderdaad. Ik wachtte al een tijdje om me op dit genre te gooien. Na De Adelaars van Rome was ik er al mee begonnen. Maar Batman kwam er dan even tussen gefietst. In The Dark Prince Charming duiken eigenlijk ook wel wat elementen uit de film noir op. Mijn Batman is een polar met een politieonderzoek, maar dan wel eentje met meer actie, meer personages en meer kleur. En vooral plus crazy. (lacht) Met Noir Burlesque ga ik echt naar de wortels van het genre."

 

De titel Noir Burlesque dekt eigenlijk perfect de lading.

Marini: “De oorspronkelijk projecttitel was enkel Noir. Maar hierdoor kwam de nadruk te veel op het genre te liggen en minder op het verhaal dat ik wou vertellen. Gewoon Noir was te kort en kon ook anders geïnterpreteerd worden. De ondertitel Burlesque hoort er echt wel bij. Het verhaal situeert zich in de variétéwereld van stripteaseuses en jazzy nightclubs. De protagoniste Caprice is er een danseres en zangeres. In dit album maak je druppelsgewijs kennis met het burleske wereldje. Die is heus niet platvloers. Er is altijd een zekere klasse aan verbonden. In het tweede deel zijn er enkele momenten waar de andere betekenis van burlesk echt naar voren komt. Maar daar zeg ik nu niets meer over. Dat lees je later wel."

 

Dan ga ik graag terug naar Noir. Slaat Noir ook niet op het kleurgebruik? De rode accentkleur zie ik als iets burlesk.

Marini: “Het is inderdaad een zwart-witstrip met een toefje rood."

 

Was u hiervoor geïnspireerd door Jacques Tardi’s De Kakkerlakkenkiller? Of eerder door Sin City?

Marini: “Juist! Tardi heeft dit inderdaad ook gedaan. Ik heb Sin City natuurlijk gelezen, maar daar was de steunkleur geel of blauw. Een geel, blauw of zelfs groen accent werkt voor mij niet in een polar. Mijn inspiratie is gekomen door Steven Spielbergs film Schindler’s List. Die aangrijpende holocaustfilm was volledig in zwart-wit en plots dook daar een klein Joods meisje op met een rood jasje. Dat liet een enorme indruk op me na. Sindsdien speel ik met het idee om dit ook eens te doen. Spielberg, Frank Miller, Tardi,... hebben niets nieuws uitgevonden. Lang geleden heb ik ooit nog een oude zwart-witfilm gezien met af en toe een kleurtoets  — ik kan nu niet op de titel komen. Voor die film bestonden er al artistieke, lokaal ingekleurde zwart-witfoto’s. Die rode accentinkleuring is vooral een leuke manier geworden om enkele symbolische momenten in de strip te benadrukken. De knalrode lippen en haren van Caprice, een voorbijrijdende auto of een bloeddruppel maken zo echt het verschil. Rood is ook het kleur van de passie en de liefde. Grafisch werkt de combinatie zwart-wit-rood perfect. Het is radicaal én klassevol terzelfdertijd. Voor mezelf was het ook heel motiverend om steeds die rode accenten te kunnen aanbrengen. Maar de hoofdreden is dat het nu minder slaapverwekkend is om te lezen dan puur zwart-wit." (bulderlach)

Burlesk betekent ook klassevol plagen. Die betekenis komt duidelijk naar voren in je dialogen.

Marini: “Absoluut. Ook in de oude film noirs waren de dialogen eerder gewaagd, raak en vaak op het randje. Ik wou absoluut die sfeer erin krijgen. De dialogen moesten gevat zijn en alle blabla moest eruit."

 

Er is inderdaad heel weinig tekst!

Marini: “Ik heb alles herleid tot het absolute minimum. Wat niet gezegd moest worden, wordt ook niet gezegd. Net zoals in de films is er hierdoor meer ruimte voor het beeld. In mijn geval komen de tekeningen zo meer op de voorgrond. Mijn hoofdfiguur, Terry Slick, is ook iemand van heel weinig woorden. Hij zwijgt liever. Enkel met wie hij wil praten, praat hij."

 

De teksten zijn allesbehalve woke. Zeg maar anti-woke. De mannen zijn zware macho’s en heel assertief ten aanzien van de dames die gelukkig ook niet op hun mondje zijn gevallen.

Marini: “Anti-woke. (wikt en weegt) Het is inderdaad anti-woke. Ik ben eigenlijk heel benieuwd wat de reacties van de lezers zullen zijn. Misschien zal ik volgende week minder lachen." (grijnst)

 

Je bent toch niet bang?

Marini: “Ik? Nee, helemaal niet! Maar mijn uitgever Yves Schlirf wel. Op een bepaald moment panikeerde hij wel even."

 

Heb je je teksten moeten aanpassen?

Marini: (heel lange euh) “Euh... Een beetje. Ik zou het niet gedaan hebben, maar ik ben uiteindelijk gezwicht."

 

Komaan. Het blijft een cheesy, klassevolle gangerstrip. Het is geen nietsontziende Torpedo.

Marini: “Links en rechts zijn de dialogen wat opgepoetst. Eén zin heeft het echt niet gehaald. Ik vind het jammer, maar ik heb het toch maar aanvaard."

 

De vorm lijkt de hele strip te bepalen. Noir Burlesque IS een film noir van eind de jaren 1940. Alleen is hij getekend. Het is grafische cinema.

Marini: “Dat doet mij echt plezier. Dat was ook de absolute bedoeling."

 

Je voegde er de grafische cool van Philippe Berthet aan toe. Ook jouw helden zweten niet.

Marini: (lacht) “Echte helden zweten niet. In een film noir is elegantie het toverwoord. De vrouwen blijven onder alle omstandigheden sierlijk. Hun jurken, de hoge hakken, de kapsels,... alles is elegantie. De mannen dragen allemaal een eendelig maatpak en een deukhoed. Ook de wagens waren sensueel. Die curves ervan waren zo mooi. Ik hou daarvan. Dit alles samen geeft een strip grafisch direct veel meer klasse. Die doorgetrokken elegantie maakt ook alles heel homogeen. Als je vandaag rondkijkt, zie je een grote mengelmoes van mode en stijlen. Iedereen doet maar wat. Die vrijheid is natuurlijk iets fantastisch, maar de eenheid van toen met haar strikte codes, bijvoorbeeld in de mode, zorgden wel voor een mooier beeld."

 

Is dat schoonheidsideaal de reden waarom er geen lelijke mensen figureren in Noir Burlesque?

Marini: “Je houdt me voor de gek. De dwerg Punch is toch geen mooie man?"

 

Maar hij is ook niet lelijk. In je Batman zijn alle hulpjes van The Joker dat wel.

Marini: “Het is niet omdat Punchy een kostuum draagt... Hij wil ook elegant zijn, maar mooi zou ik hem niet noemen."

 

Is dat streven naar schoonheid ook geen cinema?

Marini: “Misschien."

In 2017 en 2018 publiceerde Dargaud Marini's Batman-tweeluik The Dark Prince Charming. Hierboven staan de covers van de softcover- en hardcoveruitvoeringen verzameld.

 

 

Je zoekt het bioscoopgevoel echt op. Enkel filmsterren kussen zoals Caprice op pagina 49. Dat opgetild been!

Marini: ​​​​​​​(lacht) “Daar heb je een punt. Dit is heel erg Hollywood."

 

Ik blijf nog even bij de gelijkenissen met de films noirs. In uw andere reeksen laat je graag de camera heel dynamisch rollen rond je personages. Je goochelt er ook met perspectieven. Zeker in De Adelaars van Rome kies je vaak voor heel diepe kikvorsperspectieven en heel hoge vogelperspectieven. Hier houd je je in en neemt je camera zelfs afstand. Dat heb je toch doelbewust gedaan?

Marini: “Ja. Ik wou geen bizarre of experimentele beeldvorming. Dat past niet bij de sfeer die ik wou uitstralen. Noir Burlesque is geen Batman. Het is een intiem verhaal met veel minder personages. Je hebt de kleine bad guy Terry Slick die vroeger samen was met Caprice, maar die is nu gehuwd met de gangsterbaas Rex McKinty. Slick moet een klus uitvoeren voor Rex en zo komen de drie weer samen. De basisplot is een simpele menage à trois, aangevuld met enkele randfiguren. Ik wou er geen complex verhaal van maken waarin ik me zou kunnen verliezen. Ik wou dat de lezers de personages echt door en door zouden kennen en hun onderlinge dialogen zou waarderen."

Het lukte Marini tussen 2007 en 2016 vijf albums uit te brengen van De Adelaars van Rome. Projecten als Batman en Noir Burlesque onderbreken telkens het vervolg van deze geliefde reeks.

 

 

Is het beperken van personages niet uw handelsmerk? In De Adelaars van Rome draait het toch ook rond Arminus en Falco?

Marini: “In De Adelaars zijn er toch veel meer personages dan alleen die twee? Het draait wel rond hen. Daar volg ik je wel in. Adelaars heeft het inderdaad van het verhaal van de verbrijzelde vriendschap van Arminus en Falco. Maar daarrond zijn er massa’s nieuwe personages toegevoegd die de intriges en de veldslagen voeden. In Noir Burlesque ga ik echt naar de kern, aangevuld met enkele nevenpersonages. Hier moet ik geen hordes barbaren of legioenen met hun tientallen leidinggevenden tekenen. Er zijn ook geen zeven vrouwen in het spel. Alles draait rond Caprice. Het blijft een intiem verhaal. Bijna een toneelstuk."

 

Het reduceren merk je ook in het aantal prenten op een pagina. Dat zijn er hoogstens vijf of zes.

Marini: “Maximaal vijf! Ik streef naar drie tot vier. Hierdoor heb ik wel meer pagina’s dan initieel voorzien. Het eerste deel van het tweeluik is op 90 pagina’s uitgekomen. Ik had alles uitgeschreven voor een normaal aantal pagina’s, maar tijdens de decoupage voelde ik dat bepaalde scènes meer pagina’s vroegen. En zo zitten we nu aan 90. (lacht) Mijn uitgever vroeg me te landen tussen de 70 en 100 pagina’s. Initieel was het de bedoeling om één album van 140 pagina’s uit te brengen, maar dat is me dus niet gelukt. Het voordeel is dat ik nu met de covers kan spelen. Op de cover van het tweede deel draai ik de rollen om."

Potloodversie van de cover voor Noir Burlesque deel 2 en een foto van de originele coverillustraties voor Noir Burlesque deel 1 en 2.

 

 

Dus Caprice in het groot en Slick in het klein?

Marini: “Inderdaad. Ik heb hem net afgewerkt." (toont de cover op zijn smartphone)

 

Waw. Knap! Die twee vormen echt een eenheid.

Marini: “Ik moet hem nog doorsturen naar de uitgever, maar het zal wel goed zijn. Ik ben er alleszins tevreden van."

Yves Schlirf publiceerde onlangs op zijn instagram een prachtig eerbetoon van je aan de iconisch Tango-pagina van Hugo Pratt. Deze straffe pagina komt niet voor in het album. Is dit iets voor deel 2?

Marini: “Nee. Dit was iets speciaals voor de affichecampagne Hors les Murs. Het stripfestival Delemont BD vroeg aan zeventien voornamelijk Zwitserse stripauteurs, om één pagina te tekenen rond het thema 'De Kus'. Daarvan hebben ze dan affiches gemaakt die ze in de grootste Zwitserse steden hebben opgehangen. Zep, Léonie Bisschof, Anna Sommer, Thomas Ott,... deden allemaal mee. Maar het klopt wat je zegt. Ik heb me inderdaad laten inspireren door Pratts Tango."

 

Ik blijf nog even bij Tango. Het is ook de reeksnaam van Philippe Xaviers stripreeks. Op pagina 69 zie je Slick voorbij een affiche lopen waar de acteur Phil Xavier heet. Dit kan geen toeval zijn.

Marini: “Philippe is een echte vriend. Het leek me leuk. Die film The Big Shoot-out speelt wel een rol in Noir Burlesque. Misschien zal ik Philippe effectief moeten tekenen in het tweede deel. Ik weet het nog niet."

Tussen 1996 en 2002 liep de post-apocalyptische actiereeks Gipsy in vertaling bij Arboris. Dark Dragon Books bundelde de zes verhalen in 2020 in twee integrales met heel wat extra's.

 

 

In Gipsy deel 4, De Zwarte Ogen (pagina 26), heb je ooit Félix Meynet getekend.

Marini: “Ja. Ik hou wel van een knipoogje links en rechts."

 

Ik heb er nog eentje uit Noir Burlesque. De enige leesbare nummerplaat is de H 53 54 (pagina 9). Dit kan toch geen toeval zijn.

 

Marini: “Hoe bedoel je?"

 

H53.54 is de wetenschappelijke afkorting voor protanomalie, een vorm van kleurenblindheid waar je een probleem hebt met het kleur rood.

 

Marini: (bulderlach) “Dat wist ik niet. Dat kan toch niet waar zijn. Is dit echt? Dat is gewoonweg formidabel. (stil) Hoe is mijn brein hierop gekomen? Dat is toch maf."

 

De persdame van Dargaud komt binnen na een halfuurtje interview. De taxi voor Marini’s volgende afspraak is al enkele minuten aangekomen en we mogen nog exact één vraag stellen die Marini binnen de minuut moet beantwoorden.

 

Oeps. Dit had ik niet zien aankomen. Ik las gisteren dat je agenda voor de komende vijf jaar al helemaal volgeboekt is. Wat ga je doen als je tussentijds nieuwe inspiratie hebt? Werken met assistenten?

Marini: “Dat zien we dan wel weer. Als ik helemaal geen inspiratie meer zou hebben, dan contacteer ik Stephen Desberg weer. (lacht) Maar voorlopig blijf ik zelf mijn verhalen schrijven en tekenen."

 

Ik zou zenuwachtig worden als ik nu al zou weten wat ik binnen vijf jaar zou moeten doen.

Marini: “Mij geeft dat rust. Maar het zit inderdaad goed vol. Na het slotdeel van Noir Burlesque komt er alleszins een nieuw drieluik van De Adelaars van Rome. Ik heb ook nog ideeën voor een one-shot rond De Schorpioen op mijn eigen scenario. Dat album zal volledig losstaan van de huidige reeks. Hiermee wacht ik nog even. Luigi Critone (die nu de reeks verder zet, nvdr) moet eerst nog wat meer delen getekend hebben."

Diverse illustraties en opdrachttekeningen van De Schorpioen. Sinds 2000 tekende Marini twaalf delen en het speciale album Het Proces Schorpioen (2007) op scenario van Stephen Desberg. Na het voltooien van die lange cyclus nam Luigi Critone de reeks over als tekenaar. Zijn eerste album, deel 13, verscheen in 2020. Marini koestert eigen plannen voor De Schorpioen.

 

 

Persdame: “Dank je wel voor het interview. De taxi wacht..."

 

Ik kan me niet voorstellen dat DC niet meer op uw deur komt kloppen. Of omgekeerd.

Marini: “Dat kan ook nog. (glimlacht) Ik heb alleen wat tijdsgebrek. Ze waren heel tevreden met mijn Batman. De Europese insteek vonden ze wel leuk. Er waren hardcore Batman-fans die het iets anders hadden gewild, maar de ontvangst van de albums was echt wel goed. Het is niet omdat je een Batman van de uitgever mag tekenen, dat je gewonnen spel hebt. De lezers moeten het ook nog lusten."

 

DC was naar verluidt zo tevreden dat je nu carte blanche krijgt om je eigen superschurk te creëren. Zo’n kans kan je toch niet laten liggen?

Marini: (lacht) “Daar zal ik je de volgende keer op antwoorden. Nu moet ik echt weg."

 

Noir Burlesque deel 1 (96 pagina's, hardcover, 22,50 euro) verscheen op 24 november bij Dargaud. In 2022 wordt het slot van het tweeluik verwacht.