De stripmomenten van 2022 volgens Stripspeciaalzaak.be

29 december 2022 Algemeen

Jaarlijks blikt de redactie van Stripspeciaalzaak.be terug op het voorbije stripjaar. De een doet dat in de vorm van een lijstje, de ander staat stil bij evoluties buiten gepubliceerde albums om, of een combinatie van beide. In een jaar kan veel gebeuren, veel wordt over het hoofd gezien of een bijzaak voor de een is een groots gebeuren voor de ander. Een terugblik bestaat uiteraard uit een selectie van persoonlijke keuzes, smaken en meningen, zonder dat het een keurig nieuwsoverzicht oplevert. Hieronder vind je gewoon een overzicht van onze keuzes. Niet meer, niet minder.

Koen Driessens: “Lees, herlees en herbeleef"

2022 was te kort om gelezen te krijgen wat er is verschenen. Ondanks de deskundige tips van de gewaardeerde collega’s van Stripspeciaalzaak.be — of misschien net daardoor — zit ik dus nog met een behoorlijke leesachterstand en kan ik geen uitspraken doen over welke publicaties de beste waren van het afgelopen jaar. Mogelijk heb ik hier en daar een parel laten liggen die ik nog uit zijn oester moet wrikken. Maar dat kan in 2023 ook nog wel.

Ik kan je wel meegeven dat ik in 2022 genoten heb van de volgende titels:

  • Carbon & Silicium (Mathieu Bablet): visueel spektakel van de bovenste sf-plank.
  • Mijn Lagen (Pénélope Bagieu): opgroeien met ups & downs, maar altijd om te lachen.
  • In Goede en Slechte Tijden (Alain Dodier): deel 28 in de reeks Jerome K. Jermome Bloks, die nooit teleurstelt en zelfs almaar beter wordt.
  • Bellem (Jean-Claude Servais): hoewel de meester uit de Gaume nog jaarlijks een boek aflevert, voelt dit als een comeback.
  • Poppy (Hanco Kolk): de heerlijk dodelijk comeback naar Meccano.
  • De Hemeltergers (Dirk Stallaert + Kim Duchateau): me in een coma gelachen en ik ben niet eens een Nero-fan!
  • Waanzin op Wielen (Jérôme Phalippou + Olivier Marin): deel 4 in de reeks De Avonturen van Betsy biedt frisse tekeningen, een leuke plot en interessante personages, en ik ben niet eens een fan van autostrips!
  • Bleekwater (Joris Mertens): en zoals haast elke collega ben ik een fan.

En ook van deze (nog niet of allicht nooit vertaalde) titels:

  • Le Sang des Cerises 2 (François Bourgeon): wat is De Kinderen van de Wind toch een knappe historische reeks!
  • Zombillénium 6 (Arthur De Pins): het slot van een gruwelijk-grappig hels feestje.
  • Le Printemps Suivant 2 (Margaux Motin): eigenlijk een auteur voor lezeressen, maar zo sterk dat we hiervoor graag onze vrouwelijke kant bovenhalen.
  • De Arabier van de Toekomst 6 (Riad Sattouf): deze autobiografische reeks begon wat te slabakken, maar dit laatste deel is er weer helemaal boenk op. Wollah!

Tot slot nog dit: het heerlijke van strips is dat ze een vluchtig medium zijn. Dat wil zeggen dat je een strip na een tijdje opnieuw kan lezen, en opnieuw en opnieuw. Iets wat je met zeg maar De Ontdekking van de Hemel van Harry Mulisch (circa 900 bladzijden) niet gauw doet. Dus we hebben het afgelopen jaar ook weer heel wat strips hérlezen en het genot van een vorige lezing herbeleefd. Vaak naar aanleiding van een aangekondigd nieuw deel in de reeks of de actualiteit, maar vooral omdat het medium zich ertoe leent. Dus als je deze titels (nog) niet kent, zeker de moeite zijn onder meer deze:

  • Persepolis (Marjane Satrapi): opgroeien in Iran in de beginjaren van de ayatollah’s — waar het er sindsdien niet beter op is geworden.
  • Isabelle Avondrood (Jacques Tardi): het kan niet bizar genoeg zijn in het Parijs van begin vorige eeuw.
  • Petit Paul (Bastien Vivès): het kan niet overdreven genoeg zijn!
  • Lanfeust van Troy (Didier Tarquin + Christophe Arleston): een rake mix van humor en fantasy die ook niet al te ernstig genomen moet worden.
  • Alles van Yves Chaland: de veel te vroeg overleden meester van de atoomstijl! Een must voor elke rechtgeaarde stripliefhebber.
  • Alles van Paul Cuvelier, naar aanleiding van een boeiende biografie die ik op een tweedehandsbeurs op de kop tikte. Wat was die man een kunstenaar! De strip (onder andere Corentin) was een te beperkt medium voor hem.
  • Heel wat van Craig Thompson, dat wil zeggen: de klimaataanklacht Habibi, antireligieuze romantiek in Deken van Sneeuw, ruimtekolder in Ruimtekruimels. Momenteel brengt hij de tegelijk encyclopedische en autobiografische twaalfdelige reeks Ginseng Roots uit.

Veel (her)leesplezier in 2023!

Jacky Cornelis: “Vrede op aarde"

Na twee jaar van coronapandemie waren we er bijna zeker van dat 2022 een beter jaar zou worden. We herwonnen dan wel weer het grootste deel van onze vrijheid, de wereld werd er echter niet veiliger op. Oekraïne werd het slachtoffer van een paranoïde en losgeslagen Vladimir Poetin. De Derde Wereldoorlog leek even heel dichtbij te zijn. Het conflict in het oosten eist nog dagelijks mensenlevens en het is koffiedik kijken hoe en wanneer er een einde aan komt. Hoewel bij ons geen doden vallen, voelen we het conflict ook zeer concreet in ons dagelijks leven. Niet in het minst in onze portemonnee. Onze strips zijn duurder geworden door een grotere vraag naar grondstoffen, duurdere brandstofprijzen en een enorme inflatie. Bovendien lezen we onze strips ook nog graag in een lekker verwarmde ruimte als het even kan. Laten we duidelijk zijn, dit zijn luxeproblemen en daar zijn we ons terdege van bewust.

Buiten dit alles beheersende conflict en zijn gevolgen verschenen er in 2022 ook nog enorm veel strips. In zekere zin een verderzetting van de voorbije jaren met tal van integrale uitgaven. Langzaam maar zeker krijgen we eindelijk die mooie uitgaven van De Rode Ridder en Robert en Bertrand bij elkaar. Beide reeksen vorderen gestaag. Ook Buck Danny, Aurora en Ulysses, Roodbaard, 421, Clifton. Het aanbod aan gouden klassiekers in een hardcoverjasje is enorm. Bij wijze van kerstcadeautje bracht onze hoofdredacteur nog de blijde boodschap dat Biggles een integraal jasje krijgt. 2023 kondigt zich qua integrales alvast veelbelovend aan.

Buiten al die klassiekers is er ook een groot aanbod aan nieuw of toch recenter werk, want vaak worden strips uit een ander taalgebied niet meteen vertaald. De westernrevival is inmiddels geen nieuws meer. Ook dit jaar zagen weer enkele kleppers het daglicht. Zo kregen we het afsluitende deel van Louisiana, een one-shot over Wild Bill Hickock, meerdere Tex Willers en het bijzondere Go West Young Man, waarin enkele grootmeesters hun kunnen tonen. Ook de oorlogsstrip bleef het goed doen. De Gebroeders Rubinstein, De Pin-up van de B-24, Thomas Du Caju’s Saboteuses en de afsluiter van dat andere magistrale epos, Robbedoes - Hoop in Bange Dagen. Hoofdrolspeler Robbedoes mocht overigens in meerdere verhalen opdraven dit jaar. Met De Dood van Robbedoes kregen we zowaar een nieuw verhaal in wat we gemakkelijkheidshalve de hoofdreeks zullen noemen.

Dan is er nog de klassieke Vlaamse strip... De grote reeksen kennen hun ups en downs, maar blijven bij regelmaat toch leuke albums produceren die het jonge volkje zeker kunnen begeesteren. Bovendien blijven uitgevers niet volledig doof voor de wensen van hun leespubliek. Zo krijgt De Rode Ridder na al die jaren eindelijk meer pagina’s... Bijkomend neemt Peter Van Gucht voortaan de scenario’s voor zijn rekening. Enkele verhaallijnen worden alvast afgewerkt, waardoor we gokken op een kleine reboot van de reeks. Marc Legendre stopt dan wel met De Rode Ridder, hij schrijft wel nog steeds De Kronieken van Amoras. Deze reeks is nog steeds aan het groeien en heeft het momentum te pakken. Elk album is gewoon goed. Dit is ook het jaar waarin we afscheid nemen van Urbanus. Een monument in de stripwereld. Om alles in evenwicht te krijgen, zagen we dit jaar ook de geboorte van een nieuwe reeks. Galaxa knokt zich een weg door het Vlaamse striplandschap op scenario van Peter Van Gucht en met tekenwerk van Romano Molenaar. Tot slot blijft ook de nostalgische striplezer niet op zijn honger zitten. Met De Verdwenen Joker zetten Ronald Grossey en Dirk Stallaert een pareltje neer in de beste traditie van de illustere Blauwe Reeks van Suske en Wiske.

Met deze positieve noot willen we dit overzicht alvast afsluiten. Onze wensen voor 2023 zijn eenvoudig: meer van dat stripplezier, en vooral, vrede op aarde!

Jan Goffin: “Verschillende meningen"

Een appreciatie van een album is sowieso altijd iets persoonlijks en smaken verschillen nu eenmaal. Men kan wel wijzen op de technische kwaliteiten van het album in kwestie en/of op de kleurenpracht, of op het geweldige scenario of op de grappige enscenering, het blijft een persoonlijke waardering. Het geheel of een onderdeel ervan beantwoordt misschien niet aan je smaak. Bij het verschijnen van de nieuwe albums wordt je aanschaf bepaald door de omschrijving die te lezen is op onder meer Stripspeciaalzaak.be, of door de tekenstijl op de getoonde pagina’s en bij verdere twijfel soms door de bespreking van een andere recensent. Vooral dat laatste criterium zal je na aanschaf doen beseffen dat meningen echt kunnen en mogen verschillen. Zo heb ik vorig jaar bijvoorbeeld Monsters (Barry Windsor-Smith) aangeschaft na een bijzonder lovende bespreking. Het album is grafisch sterk, maar was inhoudelijk echt niet mijn ding.

Wat verwacht je bij het lezen van een strip: gewoon wat leuke ontspanning, een vlucht uit de werkelijkheid en meegesleept worden met een spannend of mooi verhaal, zoals in een film, een interessante en leuke opfrissing van wetenswaardige feiten?... Ieder heeft waarschijnlijk andere verwachtingen. Fantasy, manga, sciencefiction en dergelijke zijn bijvoorbeeld niet meteen aan mij besteed.

Ik vermeld hieronder tien albums of graphic novels — what’s in a name? — die voor mij bij de top van 2022 horen, hierbij aanstippend dat de rangorde niet meteen allesbepalend is en dat een nummer 2 of 3 daarom niet zoveel minder goed is dan nummer 1.

  1. Bleekwater van Joris Mertens. Een magistraal pareltje van menselijke sfeerschepping en fantastische kleurenpracht met de weerspiegeling van lichtreclames in natte kasseien, en dit alles tegen de achtergrond van een sociaal drama.
  2. Onder de Kiezels Schuilt het Strand van Pascal Rabaté. Een mooi tijdsbeeld van opgroeiende jongvolwassenen uit de middenklasse aan de Franse kust in 196. Ze worden door een mooie juffrouw meegesleept bij diefstallen uit villa’s, maar dat loopt slecht af. Een ontluikende liefde zal overwinnen. Treffend in beeld gebracht.
  3. Elise en de Nieuwe Partizanen van Jacques Tardi en Dominique Grange. Pakkend historisch relaas van de Franse samenleving in de jaren 1960 en 1970 na de onafhankelijkheid van Algerije, met het brutale optreden van politie en de protesten van linkse groeperingen. Een stuk geschiedenis met geweldig karaktervolle personages.
  4. De Eindeloze Wereld van Christophe Blain en Jean-Marc Jancovici. Een erg interessante en heldere uiteenzetting van de gevolgen van de mensheid en de industriële revolutie op de verandering van de aarde met de huidige hittegolven en overstromingen als resultaat. De technische uiteenzetting van Jancovici is leuk verstaanbaar getekend door Blain. Ideaal voor algemene sensibilisering.
  5. De Knuffel van Laurent Bonneau en Jim. Een prachtig verhaal over liefde en diepe genegenheid, gebruuskeerd door een onverwacht pijnlijk afscheid na een ongeval. De vraag hoelang er getreurd moet worden en wanneer het leven mag of moet hervat worden. Sterk filmisch gebracht met houtskool voor het effect van licht en schaduw.
  6. De Wereld van Sofie 1De Filosofie van Socrates tot Galileï van Vincent Zabus. Gebaseerd op het boek van de Noorse filosoof Jostein Gaarder laat dit album ons op een wijze en speelse manier kennis maken met de eerste verschillende filosofische strekkingen door Sofie telkens kritisch te laten converseren met personages uit die perioden.
  7. Luister Mooie Màrcia van Marcello Quintanilha. Eigenzinnige situatieschets van een verpleegster en haar lastige dochter in een Braziliaanse grootstad met veel favela’s en criminaliteit. Opvallend kleurgebruik en verrassend volslanke vrouwen als hoofdpersonages, niet meteen filmische schoonheden, maar met de juiste inborst.
  8. De Kerkgangers van Ben Gijsemans. Het leven van jonge pubers in 1994 en hun ontluikende seksualiteit in een milieu met oubollige katholieke regeltjes. Strak zwart-wit en erg originele composities met dialogen waarbij enkel de hoofden worden getekend, repetitieve interieurtekeningen met kleine aanpassingen om beweging te tonen en daarnaast het uitvergroten van details of gedachten in afzonderlijke cirkels.
  9. Luchtwegen van Etienne Davodeau, Joub en Christophe Hermenier. Sfeervolle schets van de midlifecrisis van een vijftigjarige man die zonder werk is gevallen, allerlei dingen in vraag stelt en nostalgisch terugblikt naar het verleden. Het toont het effect van die hele houding op zijn gezin en zijn vriendenkring.  
  10. Het Weiland achter de Kerk van Christian Paty en Crisse. Even iets luchtigers. Een uitermate leuk verhaal in het landelijk Ierland waar het gepeins van een uil, een eekhoorn en een kudde schapen een aanvaardbaar observerend en origineel menselijk kantje krijgt en daarbij de spanningen tussen de bewoners van een kleine parochie en hun pastoor blootlegt.

Ook al is mijn lijst beperkt tot een top-10, er zouden nog albums kunnen vermeld worden dankzij knap tekenwerk (De Slang en de Coyote, Woest 1: Bloedtaïga, Sangoma) en/of een geweldig scenario (De Beestenburcht, De Man in de Schaduw, Ogen zo Blauw, Mijn Lagen) om de lijst uit te breiden naar twintig of dertig titels. Er liggen trouwens nog recente albums te wachten om gelezen te worden (Sirocco, Corto Maltese, De Boekenezel van Córdoba,...) die dus niet zijn opgenomen in de algemene beoordeling. Het blijft altijd een persoonlijke keuze en de vermeld albums, overwegend one-shots, doen geen afbreuk aan mijn waardering voor het echte “klassieke stripverhaal”, genre Jerome K. Jerome Bloks, Blake en Mortimer, Irena of andere.

Alvast veel leesplezier.

Dai Heinen: “Goede verhalen, maar ze hebben wel een prijs"

Alweer twaalf maanden die veel te snel voorbij zijn gegaan en het was een turbulent jaar. Qua aantal gekochte strips was het een minder jaar dan 2021, maar dat lag met name aan tijdgebrek en andere prioriteiten. De oorlog in Oekraïne was een van de hoofdoorzaken van stijgende wereldwijde prijzen en ook de stripwereld heeft er mee te maken. Softcovers die meer dan 10 euro kosten en hardcovers van +20 euro zien we ook vaker liggen. Bewust worden we dan toch geremd in spontane aankopen en varen we nog vaker op de mening van collega-redacteurs. Afgelopen jaar heb ik daardoor toch een aantal mooie strips mogen ontdekken die in vorige jaren waren verschenen. De Bom, over de geschiedenis van de atoombom, was de uitgestelde ontdekking.

Ook in 2022 werden we geconfronteerd met het overlijden van verschillende stripmakers. Onder hen François Corteggiani die ons het magistrale maffiaepos Bloed & Stilte heeft doen ontdekken. Ook de vele albums van De Jonge Jaren van Blueberry waren het lezen waard. Op comicgebied ontviel ons George Perez Als tienjarige waren we onder de indruk van de Juniorpress-uitgaven van The Infinity Gauntlet waar hij de medetekenaar van was.

Behalve dingen die bij het leven horen, bracht 2022 ook weer de nodige ontspanning qua goede strips met zich mee. Mijn persoonlijke top-10 in willekeurige volgorde:

  • Jagen op Ramirez 2. Wie dit nog niet heeft gelezen doet zichzelf te kort. Hoe maak je een strip op moderne wijze?
  • Blake en Mortimer 29Acht Uur in Berlijn. Spionagethriller met goed doordacht verhaal.
  • Go West Young Man. Aan de hand van een horloge worden we meegenomen in de geschiedenis van het Wilde Westen.
  • USS Constitution 3. Voorbeeld hoe je een verhaal in drie delen kan vertellen met een echt einde.
  • Louisiana 3. Deel 1 was goed, deel 2 nog beter en deel 3 is de overtreffende trap. Actueel onderwerp. En het is dat we geen nummer 1 hebben in deze top.
  • Het Venijn 4. De opmars van goede westernstrips gaat verder, net als de wraaktocht van Emily.
  • Spider-Man Life Story 4. Wat als iedereen ouder wordt en je vijanden voor jaren achter de tralies verdwijnen? Spider-Man-tekenaar Mark Bagley is het niet verleerd.
  • Irena 1. Vele kinderen heeft ze gered uit het getto van Warschau. Waarom staat deze jeugdstrip niet in elke schoolbib vooraan?
  • Xlll 28. De tijd van Jean Van Hamme komt niet meer terug, maar Yves Sente heeft zijn draai gevonden.
  • Lucky Luke 10. Waarom doet Rataplan niet vaker mee?

Verder is er leesplezier gegarandeerd met de nieuwe Bruno Brazil, De Klaagzang van de Verloren Gewesten, Het Fortuin van de Winczlavs en Karolus Magnus.

Ondanks alle beschikbare informatie sluipen er ieder jaar weer een paar miskopen onze verzameling binnen:

  • Lanfeust 9. Als de wisselwerking tussen Hebus en Lanfeust niet goed werkt, blijft er weinig over.
  • I.R.$. 23. Kan het nog slechter? Het einde van onze liefde voor de belastinginspecteur is nu echt in zicht.
  • Buck Danny Origins 1. Een Buck te veel.

Na de terugblik op 2022 wenden we onze stripblik op 2023. Hopelijk mogen we ons verheugen op nieuwe delen van Bouncer, Undertaker, Largo Winch, De Jonge Jaren van Blueberry, Xlll en Murena. En we sluiten af met een wensenlijst voor integrale uitgaven: Franka, Storm, Rubine, Comanche (alle verhalen), De Familie Fortuin en (alweer) Zoeloeland.

Laat het je smaken, blijf gezond en we zien elkaar weer terug in 2023!

Wouter Porteman: “Met goesting in de pen"

Erop uitgekeken. Not!

Ik heb het net even opgezocht. Blijkbaar schrijf ik al dik eenentwintig jaar voor Stripspeciaalzaak.be. Bijna altijd is dat worstelend met mezelf of met de teksten, soms is dat weinig geïnspireerd en eerder op automatische piloot. Maar dit jaar kroop ik met opvallend veel goesting in mijn pen. Ik besef steeds meer dat ik echt van strips hou. Sinds ik de laatste jaren meer tijd vrijmaak voor interviews, stijgt mijn waardering voor striptekenaars en scenaristen enorm. Zeker als ze me iets onthullen over de kunst van het stripmaken, overvalt me een jongensachtige verwondering. Wat zij dagelijks doen, lijkt me veel boeiender dan ons beroepsleven, waar we nog maar eens een BI-rapport, draaitabel of Powerpoint in elkaar steken. De andere kant van het gras, weet je wel.

Daarnaast sta ik er ook steeds van versteld dat ze vol vuur kunnen vertellen over die ene tekening die ze tig jaar geleden hebben gemaakt en waar ik dan een nerdy vraag over stel. Weet ik veel wat ik toen in elkaar heb geflanst. Dit jaar heb ik het genoegen gehad om te mogen aanschuiven bij Félix Delep en Xavier Dorison, Giulio Macaione, Rubén Pellejero en Juan Díaz Canales, Dirk Stallaert en Kim Duchateau, Olivier Schwartz, Willy Linthout (voor de aangevulde heruitgave van Jaren van de Olifant), Charel Cambré, Criva en Verhast en Joris Mertens. Allemaal momenten die ik koester. Maar bij het uittypen — hoe tijdrovend is dit, pff — betrapte ik me er iedere keer op dat ik weer laf was. Ik had het weer niet aangedurfd om mijn vraag der vragen te stellen: Hoe motiveer je je als tekenaar als je een heel jaar moet werken op een slecht scenario? In 2013 stelde ik ze in mijn jeugdige naïviteit aan Grzegorz Rosinski. Zijn woedende blik kan ik me nog steeds voor de geest halen. De rest van het interview was om zeep. Volgend jaar is het tien jaar geleden dat ik die vraag stelde. Dik vijftig interviews later lijkt het moment om die weer boven te halen. Eens zien wie er nog op mijn al fel uitgedund bucketlijstje staat.

Top-10

Na het grandcrujaar 2021 was het bang afwachten wat 2022 zou brengen. Ik vreesde voor een lawine aan misantropische coronastrips, maar niets was minder waar. Het ging net alle kanten uit. Geweldige one-shots als Antananarivo, De Draver, De Boekenezel van Córdoba, Zij die Spreekt, Sirocco, Ogen zo Blauw, Jaren van de Olifant,... staan in mijn favorietentop zij aan zij met beresterke delen van Shi, Jagen op Ramirez, De Beestenburcht, De 5 Rijken, De Kronieken van Amoras, Corto Maltese en het Nero-hommagealbum De Hemeltergers.

Door omstandigheden hebben we nog een kleine meter leesachterstand, maar het zou al sterk zijn, mocht onze top-3 in gedrang komen. Op 3 staat de nummer 1 van bijna alle Franstalige eindejaarslijstjes. In het aangrijpende Le Petit Frère vertelt Jean-Louis Tripp (Extase, Magasin Général,...) hoe zijn jongere broertje naast hem stierf in een auto-ongeval. 344 pagina’s waar je muisstil van wordt. Opgewonden werden we dan weer van Bleekwater, de tweede van Joris Mertens. Nog nooit hebben we de regenachtige, nachtelijke tristesse van Brussel mooier in beeld gezien. Helemaal lyrisch werden we van het Italiaanse one-shot De Verboden Haven. Mijn strip van het jaar had alles om onder de radar te blijven. Een saaie cover, potloodtekeningen en uitgegeven bij een kleine uitgeverij. Maar al na enkele pagina’s was ik verkocht. Wat was dit goed. De Verboden Haven staat in onze overvolle boekenkast ongegeneerd naast Jiro Taniguchi’s HerinneringenYslaires Samber, Cyril Pedrosa's Drie Schimmen en het piratenvierluik Long John Silver. Wat een  machtig verhaal was dit over de woeste zee, verzengende liefde en een onafwendbaar noodlot. Naar verluidt werd Uitgeverij HUM! beloond voor zowel haar editoriale als financiële durf. De Verboden Haven is volledig uitverkocht. Wie het album nog niet in zijn bezit heeft, kan op jacht gaan. De mentale beloning zal groot zijn. 

Motivatie

Ik zou nog een boom kunnen opzetten over het geweldige jubileumjaar rond Marc Sleen, goede stripfestivals of de integralendiaree. Maar mijn slotwoord houd ik voor een onbekende striplezer. Toen ik onlangs Giulio Macaione interviewde, was er de hele tijd iemand op respectabele afstand geïnteresseerd aan het meeluisteren. Na het interview vroeg hij me of dit interview voor Stripspeciaalzaak.be was en of ik misschien Wouter Porteman was. Ik bevestigde. Hierop zei hij me grijnzend dat ik hem al veel geld had gekost. En weg was hij. Beste striplezer, ik weet niet wie je bent, maar hartelijk bedankt om me te motiveren om er weer tegenaan te gaan.

Mario Stabel: “Alles komt wel goed!"

2022 zal niet snel de geschiedenis ingaan als een vrolijk jaar. Naast politieke, economische, religieuze, energie- en sportieve crisissen, had ondergetekende ook een serieuze existentiële stripcrisis. In het licht van de wereldbranden stelt die natuurlijk weinig voor, maar mijn geheel eigen first world problem deed me toch ernstig nadenken over het heden en de toekomst van het medium. Regelmatig betrapte ik mezelf erop dat ik niet erg geneigd was om een album uit de groeiende stapel ongelezen strips te pakken, maar eerder naar een roman of een non-fictieboek greep. Door veel recensies te schrijven, vang je de lectuur a priori al net iets kritischer aan, blijf je toch regelmatig op je honger zitten of verdring je automatisch het pure leesplezier wat naar de achtergrond. Daarnaast vond ik dit jaar ook niet de tijd of de goesting om op interviewpad te gaan. Het is dan ook niet onlogisch dat ik met de nodige argwaan dit jaarlijstje aanvatte, maar gelukkig ontdekte ik bij het overlopen toch verbazend veel krenten in de pap.

We noteerden zo onder andere enkele fijne boekverstrippingen. De rechten op George Orwells 1984 zijn blijkbaar vrijgekomen en Xavier Costes stripversie is echt wel succulent. Ook de adaptatie van De Wereld van Sofie van Jostein Gaarder door Nicoby en Vincent Zabus is ongelooflijk de moeite en wakkerde onze interesse voor de oude filosofen weer eventjes aan.

Ook verstripte biografieën passeerden op regelmatige basis de revue. Kiss the Sky deed ons de jeugdjaren van Jimi Hendrix herbeleven, Paolo Parisi schilderde het leven van Keith Haring en Madeleine Riffaud mocht samen met Dominique Bertail en Jean-David Morvan haar verhaal vertellen in Madeleine, Verzetsstrijdster.

Joris Mertens (Bleekwater) en Ben Gijsemans (De Kerkgangers) leggen de Vlaamse striplat heel hoog en tonen dat ze allesbehalve eendagsvliegen zijn.

Stefano Turconi en Teresa Radice concipieerden met De Verboden Haven een bloedmooi magisch-realistisch verhaal en Giulio Macaione bracht in Sirocco een ode aan drie generaties, elk met hun specifieke eigenheden. Zo laten ze zien dat de Italiaanse strip stilaan ook een kwaliteitslabel verdient en veel meer is dan de derderangspulp die aangeboden wordt in de lokale krantenkiosk. Fijn dat uitgeverijen als Uitgeverij HUM! en Lauwert Uitgeverij dergelijke talenten ook een kans in het Nederlands willen geven.

Humor in strips is vaak een lastige, maar ik moeten zeggen dat ik enkele keren luidop heb moeten lachen met de avonturen van Marc Legendre en Charel Cambré in Heden Verse Vis. Het is niet altijd makkelijk om een gagreeks te vertalen naar een lang verhaal, maar hier slaat de balans volledig door in het voordeel van dat laatste. En wat Tom Gauld doet voor het boekenwereldje in Revenge of the Librarians is van een duizelingwekkende kwaliteit. In kleine doses is dit veruit het beste wat ik dit jaar aan droogkomische beschouwingen heb gelezen.

    In de categorie ‘speciallekes’ werd ik van mijn sokken geblazen door Petar & Liza van Miroslav Sekulic-Struja: zeker geen allemansvriend, maar wel een ware ontdekking als je laag per laag door wil dringen tot de essentie. De Boekenezel van Córdoba heeft op zich alles om na enkele hoofdstukken volledig te crashen en toch bleef ik gebiologeerd verder lezen tot de laatste zin van het dossier.

    Strips over beestjes lees ik ook graag. Het derde deel van De Beestenburcht stelde weer niet teleur en ook Het Weiland achter de Kerk, de nieuwe reeks van Crisse en Christian Paty was een dierenverhaal met een hoek af. Ook mijn strip van het jaar situeer ik in deze categorie. Bastaards van Trish Forstner en Tony Fleecs heeft alles om uit te groeien tot een klassieker in het genre en neemt je pagina per pagina mee in een hondsdol avontuur. Zelfs de niemendallerige prequel Dog Days (voorlopig alleen in het Engels) is meer dan de moeite waard.

    Zo kunnen we al bij al toch weer terugkijken op een geslaagd stripjaar en blijkt dit fijn lijstje in hindsight het beste antidotum te zijn voor mijn stripcrisis. En in de marge: een eerste interview staat ondertussen al ingepland voor januari! "Alles komt wel goed!", zei mijn coiffeur pas nog...

    Voor de lijstjesmensen met weinig tijd:

    1. Bastaards (Tony FleecsTrish Forstner)
    2. De Verboden Haven (Stefano Turconi + Teresa Radice)
    3. 1984 (Xavier Coste naar George Orwell)
    4. Revenge of the Librarians (Tom Gauld)
    5. De Kerkgangers (Ben Gijsemans)
    6. De Boekenezel van Córdoba (Léonard Chemineau + Wilfrid Lupano)
    7. Sirocco (Giulio Macaione)
    8. Bleekwater (Joris Mertens)
    9. Petar & Liza (Miroslav Sekulic-Struja)
    10. Kiss the Sky: Jimi Hendrix 1942-1970 (Mezzo + Jean-Michel Dupont), Het Weiland achter de Kerk 1 (Christian PatyCrisse), Heden Verse Vis 1: En Route! (Charel CambréMarc Legendre), De Wereld van Sofie 1 (Nicoby + Vincent Zabus), Madeleine, Verzetsstrijdster 1 (Dominique BertailJean-David Morvan), Keith Haring: The Story of His Life (Paolo Parisi)

    En niet meer in de krant:

      Diederik Van de Velde: “Over concentratie, zand en bommen"

      Dit najaar kopten zowat alle Vlaamse kranten over een trend die al een tijdje gaande is, maar die nu zo’n intensiteit aanneemt dat het voor het eerst het achtervoegsel "crisis" meekrijgt: het verlies van concentratie, het teveel aan informatieprikkels en het verkorten van de aandachtsspanne, kortom, de concentratiecrisis.

      Na twee jaar stilte of op z’n minst alternatieve beleving, start alles en iedereen vol goede moed weer op, zo ook de stripmakers en -uitgevers. Misschien is het zelfs het moment om wat strategieën te herdenken. Maar dan vallen er bommen in Oost-Europa. Extra zand in de (strip)machine. Merkelijk hogere productie- en distributiekosten teren de marge weg die uitgeverijen hebben voor wat gedurfdere keuzes en strategieën. Geheel begrijpelijk kiezen zowel makers als uitgevers (nog) vaker voor de zekerheid van vaste waarden. Volkomen logisch, volledig te verantwoorden en op korte termijn zeker niet onverstandig. Alleen... de stripmarkt is een moeilijke markt. Het zijn net de gedurfde keuzes die de jarenlange (sowieso al ouder wordende) striplezer nog weten te verrassen, al de rest hebben ze doorheen de jaren al wel in een of andere vorm zien passeren.  Omgekeerd wordt de stripwereld nu niet bepaald overspoeld door de interesse van Generatie Z, hoewel de strip grafisch meer filmisch is dan ooit.

      Zijn het de vluchtige interesses? Hoe dan ook, het gevolg is dat uitgeverijen de beide zijden van de zekerheden bewandelen: aan de ene kant de blijvende stroom aan integrale uitgaven van klassiekers, aan de andere kant spin-offs van beproefde successen. Het zijn trends die blijven aanhouden.

      Het is een nagel waar ik jaar na jaar meer op lijk te (gaan) kloppen... De wil om voor iedereen wat aan te bieden, is soms een mes dat aan twee kanten snijdt. Met een lawine aan nieuwe uitgaven begraven uitgevers collectief hun eigen successen.  Het is prima dat er veel moois verschijnt, maar de korte aandacht voor nieuwe uitgaven en het feit dat iedere euro maar één keer kan worden uitgegeven, valt ook niet weg te denken. De budgetten en subsidies die rondgaan in de stripwereld (althans de zichtbare) ondergaan  een spreidstand tussen het in stand houden van het opgebouwde en het inzetten op vernieuwing. Intussen staat het Suske en Wiske Museum op sluiten (ooit de pleisterplaats van Studio Vandersteen) en sluit de Nederlandstalige tak van het digitale platform Izneo nog dit jaar. Het is een moeilijke klant, die stripwereld.

      Ik krijg weleens de vraag of ik na alle strips die ik al las nog enthousiast kan zijn over een nieuw album. Dat antwoord moet ik opsplitsen. Enthousiast? Jazeker. Over de schier oeverloze ambitie van een reeks als De 5 Rijken, die meer dan levert wat ze belooft. Over de jeugdreeks Kinderen in het Verzet, die op onnavolgbare wijze jeugd en volwassenen blijft charmeren en informeren. Over Go West Young Man, dat een minder evidente maar geslaagde raamvertelling aandurft, met een indrukwekkende lijst (genre)tekenaars. En ook over projecten als Robbedoes- Hoop in Bange Dagen en Een Godverdomse Klootzak die op een waardig en constant niveau afsluiten. Dat alles is enthousiasme waard. Langlopende reeksen die niet in vrije val gaan, maar hun eigen opgebouwde DNA blijven respecteren, stemmen me minstens hoopvol. Intussen lijkt het aantal ervaren scenaristen die scenario’s leveren voor anderen (helaas) alleen maar af te nemen. In Vlaanderen is Peter Van Gucht, het weze hem gegund, intussen hofleverancier van wel erg veel reeksen, in Frankrijk overleed François Corteggiani, de veelschrijvende duizendpoot die ook in deze streken zijn duit in het zakje deed.

      Enthousiasme bij nieuwe albums voel ik nog steeds, ook na het vele lezen. Verrast (lees: omvergeblazen)  word ik echter steeds minder.

      En toch: het zwart-witte maar kleurrijke De Verboden Haven bezit een indrukwekkende opbouw en vertelkracht, en ontlokt een zeker wauw-gevoel. Knap en gedurfd. Joris Mertens bevestigt met het stilistisch prachtige Bleekwater. Die man denkt filmisch en durft zijn scenario een gewaagde draai te geven. Wat kan Mertens als geen ander een stad bij avond op papier toveren. En tot slot, Sirocco van Giulio Macaione is een poëtisch pareltje met een volleerde opbouw, zowel plotgewijs als grafisch. Gevoelige en geloofwaardige dialogen en dilemma’s, die je aan het denken zetten, af en toe een tik verkopen en die grafisch versterkt worden door bijzonder knappe en karaktervolle scènes, met ook hier weer een behoorlijk filmische beeldtaal. Dit is waarom ik strips lees en blijf lezen. Een paar strips bleven voorlopig nog op mijn leesstapel liggen. Die albums niet te nagesproken, is Sirocco voor mij het album van 2022. Een binnenkomer van formaat voor Lauwert Uitgeverij, de nagelnieuwe speler in het uitgeverslandschap. Reden genoeg om hoopvol een nieuw stripjaar in te duiken!

      David Steenhuyse: “Ver van m'n zetel"

      2022 was wellicht het jaar van Elizabeth en Paddington, Remco en Lionel, Volodomyr en Vladimir, Boris en Liz, Wednesday en Dream, Jair en Luiz, Arno en Stromae, Obi-Wan en Cassian, Dean en Mahsa, Taylor en Harry, Will en Chris, Elon en Spaceman, Johnny en Amber, running up that hill en inflatie, klimaatklevers en de 8 miljardste mens, woke en het schenden van mensenrechten, gas en elektriciteit, jij en ik. In het licht van (inter)nationale gebeurtenissen lijken strips een banale bijzaak te zijn. Als verpozend escapisme uit de realiteit en als deugddoend entertainment zijn ze echter van onschatbare waarde.

      In onze stripbubbel focussen we jaarlijks op het voorbije stripjaar, maar in mijn geval betekende dat net minder aandacht voor albums van papier. Door een sterk veranderd levenspatroon namen andere prioriteiten de bovenhand. Maar zelfs bij die prioriteiten waren strips nooit ver weg. Ik ben wat geëvolueerd van een striplezer naar een stripbelever. In plaats van in de zetel te zitten, verliet ik die om meer op pad te gaan. Goed voor de gezondheid en een betere work-lifebalance. Maar ook buiten de deur bleven strips alom tegenwoordig. Dat merkte ik vooral op een reis in vier Europese steden, van Porto tot Riga, van de Atlantische Oceaan tot de Baltische Zee. Het was bijvoorbeeld een ware sensatie om in Marseille op een drukbezochte expo in het MUCEM over farao’s in het oude Egypte plots oog in oog te staan met door Vlaming Jean-Pol getekende speelkaarten naast een vitrine met strips van onder meer Asterix, Blake en Mortimer, Kuifje en Papyrus. Toen ik Jean-Pol datzelfde moment belde, was hij flabbergasted. Meteen een opsteker dat hij nog lang niet vergeten is. Het werk van Vlaamse en Nederlandse stripmakers zien liggen in stripwinkels en boekhandels in Wenen maakte me trots. Het is een prettige gewaarwording om er Duitse vertalingen van Jommeke, de Robbedoes van Charel Cambré en Marc Legendre, Franka, Storm en Agent 327 te zien naast albums van Wauter Mannaert en Brecht Evens.

      Tot mijn grote spijt moest ik door een onmogelijke agenda verstek geven om wat dichter bij de deur, maar voor mij het toch nog verre Turnhout een editie van het Stripgids Salon bij te wonen. De door organisator Kurt Morissens verfijnde en door interviewster Marjan Temmerman live gebrachte formule werkt als een tierelier. Joris Mertens ontpopte er zich naar verluidt tot boeiende showman. Ik hing eerder al aan zijn lippen op een signeersessie waarbij hij vertelde over zijn “valsemunterspraktijken”. Vraag ernaar wanneer hij bij zijn volgende album weer de hort op gaat. De auteur van Beatrice en Bleekwater debuteerde amper een paar jaar geleden en hij raakte razendsnel opgepikt in onze contreien en in het Frans. De hartelijke ontvangst is een mooie compensatie voor alle hard labeur dat elke stripmaker zich moet getroosten. En zolang AI à la Midjourney moeilijke menselijke elementen als handen niet onder de knie krijgt, hebben tekenaars nog eventjes, nu ja, werkzekerheid. Respect voor wie strips blijft schrijven en tekenen, want het lijkt me meer vanuit het hebben van een roeping of passie voort te komen dan een manier om comfortabel centjes te verdienen.

      Na de coronajaren, die hopelijk geen comeback maken, mocht er weer van alles georganiseerd worden. Behalve een drukke festivalzomer was er een gevarieerd aanbod aan nieuwe expo’s. Het Belgisch Stripcentrum biedt momenteel een grote aantrekking voor de jeugd met knappe tentoonstellingen rond reeksen als Stoppeltje, Lulu en Nelson, Het Dagboek van Cerise, Naruto en Marsupilami. In Charlerloi pakken ze mooi uit met het patrimonium van honderd jaar Dupuis. Mocht hij er nog geweest zijn, kon Marc Sleen in 2022 ook zijn honderdste verjaardag vieren én de vijfenzeventigste wafelenbak van Nero. Een heel jaar lang prikkelden expo’s, themawandelingen, evenementen, speciale uitgaven, een erg mooi artbook en diverse meer de nostalgische gevoelens naar de zotte stripreeks van Sleen. Stiekem hopen we op een doorstartje met een jaarlijks album van Dirk Stallaert en Kim Duchateau. Zoals het spreekwoord luidt: “wie schrijft, die blijft”. Het zou jammer zijn mocht de absurde wereld van Nero vol met gekke figuren voorgoed wegdeemsteren naar donkere hoeken waar alleen archivarissen, verzamelaars en hoogbejaarde lezers nog hun licht in laten schijnen. We hebben nood aan wat Aha!-anarchisme, buiten de politieke lijntjes invulling en grenzeloze fantasie.

      Het was voor mij een jaar waarin ik veel heb gewandeld. Dat deed ik onder meer in het natuurrijke park rond het kasteel d'Ursel na een persvoorstelling van Suske en Wiske: De Maffe Markies en ook in Bulskampveld, een bos vlak bij de deur in Beernem, waar de Kiekeboes op panelen wandelaars amuseren met vragen en opdrachten en je enkele kilometer in beweging brengen. Ik nam een neefje en nichtje mee om het parcours af te leggen en nu zingen ze nog steeds Money, Money, Money van ABBA elke keer we elkaar terugzien. Voor de slechte verstaander: het liedje was een tip bij een van de vragen, maar ik moest het voorzingen omdat het jonge grut ABBA niet meer kent. Om voor te lezen uit Nero of andere strips, zijn zowel zij als ik te oud geworden. De missie om kinderen met strips vertrouwd te maken, ben ik helaas aan het verliezen tegen games, streamdiensten, smartphones en andere vormen van (digitaal) vermaak. Maar met datzelfde neefje en zijn oudere broer hebben we wel een erg prettig weekend in Brussel meegemaakt waar invloeden van strips reusachtig zijn. Van een expo over games en speelgoed tot een bezoek aan het magnifieke Train World waar François Schuiten een grote hand had in de presentatie van het museum en de prachtige futuristische retrotrein uit zijn album Schoonheid.

      Het lezen van strips kon me het afgelopen jaar jammer genoeg niet de welgekomen afleiding bezorgen die wandelen, reizen of gewoon weer buiten de deur mogen komen me wel konden bieden. Na enkele decennia intensief en overdadig strips lezen en de indruk hebben dat je alle soorten verhalen nu al wel gelezen hebt, is die vastgeroeste lees- en aankoopgewoonte aan het versplinteren. Ik begin de onlogica en de zinloze frustratie in te zien van het compleet houden van een verzameling. Ik probeer niettemin wat meer te grijpen naar wat er buiten de platgetreden paadjes te vinden is, daarbij niet negerend dat een oprecht goed gemaakte Tex Willer, Suske en Wiske of de Kiekeboes me even veel leesplezier blijven verschaffen en die ook vaak weer aangenaam weten te verrassen.

      Net zo goed keer ik graag terug naar pure, klassieke reeksen die me ooit de leesmicrobe hebben gegeven. Op dat gebied blijven integrales en speciale uitgaven van oude gloriën aanstekelijk. Zo kan ik me eens te meer dankzij luxueuze uitgaven zoals de Franstalige artist’s editions van Dupuis (dit jaar: Johan en Pirrewiet en Natasja) en de Franstalige luxes van Black & White (Robbedoes en Kwabbernoot, Lucky Luke) vergapen aan dat oudere meesterschap. Omwille van m’n beroepsactiviteiten in de grafische sector kan ik me ook blijven laten verleiden door prachtig uitgevoerde kijkboeken zoals de reeks Une Vie en Dessins van alweer Dupuis met dit jaar machtig mooie boeken over Tome & Janry, Batem en Victor Hubinon. Er viel ook louter visueel pret te beleven aan Ana (Daniel Maghen) met het werk van Ana Miralles, het artbook van Undertaker (Dargaud), het straffe staaltje reclamewerk in Objectif Pub (Dupuis) en Biblio + Picto (Scratch Books) en Rock in Stock (Concerto Books) van respectievelijk de altijd geniale illustratoren Joost Swarte en Ever Meulen. Momenteel twijfel ik over de aankoop van een duur artbook over Frank Frazetta (Taschen). De heruitgave van Numa Sadouls interviewboek Et Franquin Créa La Gaffe (Glénat) vond ik dan weer een tegenvaller. Niet omwille van de inhoudelijk krachtige storm die André Franquin werkelijk was, maar de eerste druk bood veel meer illustraties met een beter evenwicht tussen tekst en beeld, ook al oogt de grafische vormgeving van die eerste uitgave nu hopeloos gedateerd.

      Geen overzicht van beste albums dit jaar van mijn kant wegens te weinig vergelijkingsvermogen. Of ik dat erg moet vinden, zal de (beschikbare) tijd wel uitwijzen. In ieder geval staan al wel volgende, langere en verdere reizen op stapel. Deze week boekte ik een volgende trip, ditmaal naar zes Europese steden in drie weken. In plaats van me daar te bezinnen over het al dan niet blijven voortzetten van Stripspeciaalzaak.be gaat de laptop gewoon mee. Nieuws over (te verschijnen) strips blijft me namelijk begeesteren en boeien. En wie weet wat ik daar allemaal tegenkom van stripfiguren en in welke buitengewone context, ver van m'n zetel, om op andere manieren de liefde voor de strip te blijven beleven.