Op striptocht van de Atlantische Oceaan tot de Baltische Zee

27 november 2022 Fotoreportages
tekst en foto's: David Steenhuyse

 

Op 27 september vertrokken we voor twee weken op reis doorheen Europa, van de Atlantische Oceaan tot de Baltische Zee naar vier steden. Dat deden we voor de derde keer volgens de formule van het reisagentschap srprs.me. Daarbij komen we pas op de luchthaven te weten waar we twee uur later naartoe vliegen. Vier verrassingen na mekaar met telkens enkele dagen ter plaatse in een stad die door srprs.me is uitgekozen. We krijgen op voorhand van de gehele reis enkel de weersverwachtingen te weten zodat we niet geheel onvoorbereid op reis gaan. Alle vluchten en hotelverblijven heeft het agentschap al voor je geboekt. Eenmaal ter plaatse ben je op jezelf aangewezen. Deze keer wilden we weleens weten wat je zoal van strips in winkels, op straat of in musea kan spotten. Tot onze grote verrassing was dat aardig veel, en af en toe op héél onverwachte plaatsen. Dat vonden ook enkele tekenaars die we tijdens de reis contacteerden.

 

Zaventem

Bij het boeken via srprs.me kan je zelf kiezen vanuit welke luchthaven je vertrekt. Wij kiezen uiteraard voor Zaventem. Daar kleurt het Smurfblauw en de bekende, rood-wit geblokte Kuifje-raket neemt ook een prominente plaats in de luchthaven in. In de taxfreezone zijn er onder meer poppetjes, chocolade en andere merchandising van de Smurfen te koop. Om het Smurfenplaatje compleet te maken, zien we op de landingsbaan het vliegtuig met Smurfen uit de vloot van Brussels Airlines.

Porto

Porto, de grootste stad van Portugal na Lissabon, is onze eerste bestemming. Bij het verlaten van de luchthaven is het al meteen prijs. In een krantenwinkel ligt een Portugese vertaling van de strip Marco Polo over de Venetiaanse ontdekkingsreiziger. Het album is getekend door Fabio Bono (De Rode Ridder) op scenario van Eric AdamChristian Clot en Didier Convard. Het verscheen in het Frans in de in vertaling opgedoekte collectie Explora van Glénat. Inmiddels zette Dark Dragon Books deze collectie voort en vertaalde het in 2021 het tweeluik Marco Polo.

Helaas voorbij sluitingstijd, maar deze stripwinkel heeft ook Nederlandstalige Kuifjes. Voor de toeristen.

“Voor mij is graffiti synoniem met Marvel. In vergelijking is elk ander artistiek genre een stap terug”, aldus Banksy wiens werk uitgebreid was te zien op een expo in Porto. Tussen de reproducties en foto’s ook enkele knipogen naar Disney, met een reeks volgens Banksy's thema Dismaland, en Charlie Brown uit Peanuts.

Street art met Batman en The Joker.

In de rij staan én betalen om in een boekwinkel binnen te kunnen?! Gekker moet het niet worden. En toch gebeurt dat de hele dag door in boekhandel Lello. Als je er een boek koopt, krijg je overigens de prijs voor je ticket terug. Dan moet je wel wéér in de rij staan, ditmaal voor de kassa. 

J.K. Rowling zou er inspiratie geput hebben voor haar bibliotheek in Hogwarts (Zweinstein) in de reeks Harry Potter. Vanuit de hele wereld komen ze dan ook langs. Een dubbelcheck leerde ons evenwel dat ze er nooit een voet heeft binnen gezet. Wel woonde ze tussen 1991 en 1993 in Porto waar ze Engelse les gaf. De grote lijnen voor de complete boekenreeks bedacht ze hier en ze begon ook met het schrijven van het eerste Harry Potter-boek in de Portugese stad. Ze heeft het hoofdpersonage nog net niet Harry Porto genoemd. 

Lello is een prachtige boekenwinkel, waar grote schrijvers wél zijn langsgekomen. Maar verkopen ze er ook strips? Je vindt er een Franse editie van De Arabier van de Toekomst op een schap met Franse woordenboeken (slim!), de stripbewerkingen van het fenomeen Sapiens van Yuval Noah Harari en vreemd genoeg ook twee albums van Bird, tussen 2001 en 2005 in het Nederlands uitgegeven in drie delen door Prestige.

Marseille

Voor onze tweede bestemming ruilen we een stad aan de Atlantische Oceaan in voor een locatie aan de Middellandse Zee. De vlucht gaat naar Marseille, ook de tweede grootste stad van het land. In dit geval dus Frankrijk. Dat is een heus stripland, en dat zullen we geweten hebben! Er valt niet naast te kijken. We vinden zelfs sporen naar strips in het bergachtige achterland.

 

Op een van de eerste avonden wonen we een dansvoorstelling bij van Smaïl Kanouté over Yasuke Yakusan, de eerste zwarte samoerai, een historisch feit uit de zestiende eeuw. Het fascinerende verhaal is onder meer bewerkt voor of het personage komt voor in heel wat manga’s, games, een animereeks voor Netflix en er was een filmproject met Chadwick Boseman (Black Panther) om Yasukes levensverhaal te vertellen. Door het overlijden van Boseman zijn die filmplannen opgeschort. Dit jaar is bij Daedalus het eerste deel van de stripreeks Kurusan verschenen, ook over Yasuke. Emiliano Zarcone is de tekenaar, Thierry Gloris de scenarist.

De dansvoorstelling is vooral een voortbewegen van een handvol acteurs op een verduisterd podium. Met hun lichamen en allerlei lichteffecten wordt het ritme opgezweept naar een strijd met verlichte zwaarden... welja, lightsabers.

In de souvenirshop van de basiliek Notre Dame de la Grande, op een van de hoogste punten van de stad, spotten we tussen boeken over katholieke figuren een strip van Martin Jamar en Jean Dufaux over de Franse soldaat, ontdekkingsreiziger, trappist, taalkundige en heremiet Charles de Foucauld. Zijn leven is al meermaals verstript, ook door Jijé.

Voor Jamar en Dufaux is dit hun tweede biografie van een geestelijke. Eerder verscheen Vincent - Heilige tussen de Musietiers dat Dargaud wel heeft vertaald. De vertaling van Foucauld verscheen vorig jaar bij Arcadia. Jamar tekende daar een nieuwe cover voor.

In het Mucem, het grootste museum van Marseille over de Mediterraanse geschiedenis, liep een tijdelijke expo over het tijdperk van de farao’s in samenwerking met het Louvre. De hiërogliefen die er te zien zijn, doen ons natuurlijk denken aan de oudste vormen van het beeldverhaal. Uit de expo leren we onder meer dat Cleopatra in de Westerse kunstwereld vooral wordt voorgesteld als een verleidster wier dramatische dood door zich te vergiftigen met een slangenbeet doorheen de eeuwen gretig is weergegeven op schilderijen en beeldhouwwerken. Volgens de info was het onderwerp populair omdat kunstenaars daarbij een streepje bloot konden laten zien. Ook in Asterix, niet gespeend van enige vooroordelen tegenover volkeren, wordt vooral haar schoonheid (haar neus!) benadrukt. Oosterse kunstenaars stellen haar integendeel voor als een intelligente bouwer en verbinder.

Op het eind van de expo is een uitgebreid gedeelte te zien over farao’s in populaire cultuur, zoals films, muziek, advertenties, alledaagse voorwerpen en uiteraard ook strips. Ook een faraobeeldje van de grote Duck-expo Duckumenta, die al onder meer in Nederland en Duitsland plaatsvond, was hier te bekijken. Behalve tentoongestelde albums van de obligate Blake en Mortimer, Papyrus en Asterix waren er tot onze grote verbazing — en ook wel een beetje trots — speelkaarten te zien die de Vlaamse tekenaar Jean-Pol heeft getekend voor speelkaartenfabrikant Carta Mundi uit Turnhout. Wanneer we de Leuvense tekenaar terstond bellen om hem te vertellen dat we met onze neus voor werk van hem staan in een museum van Marseille kost het hem even tijd om zijn verbazing te verwerken. Ondertussen sommeert een suppoost ons om het telefoongesprek elders te houden. We verstoppen ons tussen gordijnen en een paneel om verder te keuvelen met Jean-Pol. 

In Franse musea is de verkoop van strips doodnormaal. Een selectie albums over Egypte is te koop in de shop van de tijdelijke expo. In de grotere boekenwinkel van het museum is een ruimer aanbod te vinden, voor jong en oud. We zien er toevallig de Franse vertaling van Sirocco staan. Het verscheen onlangs in het Nederlands als eerste uitgave van Lauwert Uitgeverij.

Een andere expo in hetzelfde museum gaat over voedsel in de Mediterraanse wereld. Daar zien we suikergoed dat voor Festa dei morti (dodenfeest) gebruikt wordt in Sicilië. De voorbeelden, met Grote Smurf, Minnie Mouse en een Minion, komen van de editie 2019 in Palermo.

De manga- en animereeks Naruto is zo mega dat er zelfs symfonische concerten rond worden gecreëerd. Een ervan ging door in de Dôme van Marseille, met een capaciteit tot 8.500 plaatsen.

Marseille is voor eeuwig verbonden met een van de beroemdste inwoners: Marcel Pagnol. Vanuit verre oorden als China en Japan komt men naar de Provence omdat toeristen het kennen uit de films, toneelstukken en romans die hij in zijn lange carrière bij elkaar schreef en regisseerde. De Franse uitgeverij Bamboo startte enkele jaren geleden een collectie om het werk van Pagnol te verstrippen, zowel romans, toneelstukken als films en zelfs onvoltooide manuscripten. Deze worden door Saga Uitgaven vertaald en dat leverde al een twintigtal albums op. 

We rijden met een stoptrein vanuit Marseille een halfuur verder naar Aubagne, het achterland van Marseille waar Pagnol is geboren, werkte en is begraven. De hele streek is doordrongen van Pagnol en de decors uit de strips zijn er even mooi in het echt. Bij de toeristische dienst van Aubagne verkopen ze romans en verstrippingen van Pagnol. Een erg hulpvaardige dame vertelt ons met een sappig dialect dat Pagnol weer meer wordt gelezen bij de jeugd dankzij de strips. Het is een maandag en helaas zijn alle musea gesloten. We kunnen dus niet genieten van een rondleiding in Pagnols geboortehuis, waar op de stoep een buste van de schrijver staat. Ook een museumpje waar poppetjes scènes uit zijn werk uitbeelden, kunnen we niet bezoeken. Het pleintje waar een roemrijk petanquespel plaatsvond in de verstripte jeugdherinneringen en dat ook een eigen album kreeg, bestaat niet meer. We zijn dus aangewezen op het grootste openluchtmuseum dat de streek te bieden heeft: de natuur. We kopen een kaartje waarop een paar tiental locaties uit het œuvre van Pagnol zijn aangeduid en die in de heuvels tussen Aubagne en het nog hogerop La Treille te vinden zijn.

Dat "vinden" valt lelijk tegen. Het kaartje lijkt wel een kindertekening zonder precieze aanduidingen. Pijltjes zijn onooglijk of onvindbaar en we lopen al snel verloren op de kronkelende paadjes. We zijn op digitale kaartjes aangewezen, maar de verbinding laat het regelmatig afweten. De klim in de heuvels is lastig, maar we bevinden ons in alle rust wel in een van de mooiste stukjes Provence die we al hebben gezien. Het gebied wordt voor de rest voornamelijk bezocht door wandelaars en trailrunners. De natuur is er vrij ongerept. Volgens de wens van Pagnol wordt het onderhouden, maar wellicht eenmaal per jaar. We begeven ons op soms overwoekerde paadjes en moeten ons een enkele keer vastklampen aan struikjes en takken om een gevaarlijk naar beneden gapend bergpaadje af te dalen. We vermijden het nog moeizamer te beklimmen gebied rond de Taoumé, een berg in het landschap. We geven het op om de bron van Manon te zoeken, haar werkelijk bestaande herdershut die is uitgehouwen in de rotsen of de grot waar de jonge Marcel en zijn jeugdvriend Lilli van Bellons werden opgeschrikt door een reusachtige oehoe. In de plaats wandelen we richting La Treille, een eindpunt op het kaartje, waar Marcels ouders een vakantiehuisje hadden en waar hij op latere leeftijd een villa kocht om er te schrijven.

In La Treille passeren we het die dag gesloten restaurant uit Cigalon, de kanaaltjes uit Het Kasteel van m’n Moeder en de fontein op het dorpsplein die droog kwam te staan in Manon van de Bronnen. Het plein is amper een zakdoek groot. Het zomert nog na en de klim is nog niet voorbij. Het vergt een inspanning en heel wat zweet om onze tocht verder te zetten. Van het centrum van La Treille gaat het naar het inmiddels half vervallen, maar nog steeds bewoonde vakantiehuis La Bastide Neuve. Over die vakantieverblijven schreef Pagnol met veel humor, trots en liefde in zijn vierdelige jeugdherinneringen: De Triomf van m'n Vader, Het Kasteel van m'n Moeder, Tijd voor Geheimen en Tijd voor Liefde. In hetzelfde dorpje hebben we de auteur gegroet bij zijn familiegraf op het plaatselijke kerkhof waar zijn grote jeugdvriend Lilli van Bellons, die als jongeling sneuvelde voor het vaderland, niet ver uit de buurt ligt. Het doet ons wat. We kennen die jongen. Pagnol schreef met zoveel vriendschap over Lilli die hem valstrikken leerde zetten en met wie hij al zijn vakanties doorbracht.

In Marseille wandelen we voortdurend door decors uit onder meer Marius, dicht bij de haven Vieux-Port, De Pestlijders en andere van Pagnols verstripte boeken, films en toneelstukken. Er is ook een kade naar de schrijver vernoemd. Een van de cafeetjes aan de haven is Le Bar de la Marine. Het komt voor in de wereldwijd opgevoerde toneeltrilogie Marius, César en Fanny en de door Pagnol himself geregisseerde verfilming. In Marius komt een kaartspelscène voor waarbij een van de spelers van valsspelen wordt beticht. De dialoog en de scène zijn in Frankrijk zo bekend dat Albert Uderzo en René Goscinny ernaar knipoogden in het Asterix-album De Ronde van Gallië. Wanneer de Galliërs in Marsillia (Marseille) terechtkomen, zijn de personages uit een verfilming van Marius te herkennen in het album.

Bezoekje aan stripspeciaalzaak L’Antre du Snorgleux met een uithangbord dat is getekend door Dany. De Franse stripmarkt samengevat in één winkel: een wegkwijnend klassiek Franco-Belgisch aanbod (anderhalf gangetje) met een grotere voorkeur voor prentenboekachtige jeugdliteratuur en graphic novels (Judith Vanistendaels De Walvisbibliotheek staat er uitgestald), een bij de jeugd aan belang en prioriteit winnend aanbod van comics (een grote hoek) en een verpletterende keuze voor manga (een zijkamer en de hele kelderverdieping). Alles keurig, overzichtelijk en verzorgd uitgestald of duidelijk zichtbaar op de beperkte ruimte. Vriendelijke jongens aan de kassa.

In deze Franse stad is het niet moeilijk om verkooppunten te vinden waar men strips verkoopt. De extra uitdaging is om vertaalde strips te vinden van Vlamingen of Nederlanders. In een winkelcentrum vinden we er van Thomas Du Caju, wiens Saboteuses inmiddels is uitgegeven door Silvester, en Simon Spruyts De Ruiterlijke Confessies van Dragon Dragon.

Wenen

Derde bestemming: Wenen. Dagobert Duck zwemt er in de olijven op een sticker aan een muur. In een algemene boekhandel prijkt de Duitse vertaling van Weegee door de Vlaamse auteur Wauter Mannaert in de etalage. Asterix is in het Duits groot, ook de recente Kobijn-parodie van Lewis Trondheim surft mee op dat succes. In een aparte hoek verzamelt de uitbater strips over muziekgroepen waarvan de meeste door Concerto Books zijn vertaald.

Publiciteit op straat. Aanplakaffiches voor twee strips waarvan een voor de Belgische stripreeks Kinderen in het Verzet aan een muur in het verlengde van de Kohlmarkt, de pracht- en praalstraat van Wenen waar alle dure luxemerken zitten. Reclame voor een verkoopexpo van samplingartiest Fringe. Abribusaffiche met een mangafiguur voor noedels. En een stripverhaaltje aan de deur van een bar.

Via Messenger nemen we contact op met Vincent Dugomier, de Belgische scenarist van Kinderen in het Verzet, om hem de foto te laten zien van de affiche die we in Wenen hebben gefotografeerd. Hij laat ons weten dat zijn uitgever heel actief is voor de promotie van zijn stripreeks via affiches.

Overdaad schaadt. Op een van de dagen tijdens ons verblijf hebben we geen zin meer om een zoveelste museum te bezoeken. We maken er een rondje langs stripspeciaalzaken van, want daar bestaan er ook een hoop van in de Oostenrijkse hoofdstad.

We stappen vooreerst binnen bij Comic-Galerie. De oubollige website is al een weergave van het old school, stoffige, volgepakte interieur. We vermoeden ook dat er een aardbeving had plaatsgevonden, want een van de gangen bij het Franco-Belgische aanbod ligt vol dozen en rotzooi. De helft van de schappen kan niet doorzocht worden zonder zelf van alles dat erop staat te verplaatsen. Te midden de warboel liggen duidelijker zichtbaar uitgestalde Duitstalige albums van Jommeke, Agent 327, Franka, een posterboek met Bessy-artwork en de Robbedoes van Charel Cambré en Marc Legendre. De oude stripreeks Sigurd is zo’n beetje de Duitse De Rode Ridder. Verder is er een gelijkwaardig aanbod van manga’s, comics en beeldjes. Enkele meters verder is een school, maar we vrezen dat het rommelige interieur meer een afknapper dan een lokker is voor de schoolgaande jeugd, tenzij om Pokemon-kaarten te komen kopen.

 

Bilderbox is een groot verschil met de vorige stripzaak. Heel overzichtelijk. Coole gast als verkoper, die ook materiaal voor graffiti-artiesten verkoopt. Hij komt net terug van Brussel en Leuven waar hij bij Pinceel posters en Engelstalige strips insloeg, onder meer een vertaling van Brecht Evens. Hij vindt Wauter Mannaerts Weegee erg goed. Het staat hier ook in de etalage. Mannaerts Yasmina is er dan weer te vinden bij de prentenboeken. Gevraagd naar de best verkopende titel, presenteert de zaakvoerder het werk van Ulli Lust, vertaald door Scratch Books, en Sapiens. De winkel ligt in een hippere buurt. De verkoop van Asterix is volgens hem niet meer je dat, maar de strips blijven niettemin alomtegenwoordig in etalages van zowat alle algemene en gespecialiseerde boekwinkels.

In Comic Treff treffen we wat er in de vorige stripzaken ontbrak: klanten! En nogal wat. Het is een komen en gaan van tieners en twintigers die er daadwerkelijk hun geld komen uitgeven. Eerlijk is eerlijk: de school is nu pas uit. De uitbaatster en een verkoper horen tot de gothiccultuur. Een paar klanten, jonge meisjes, zijn er ook van doordrongen. Andere meisjes hebben dan weer kleurrijke haren en kleren. Sterke individualiteit. Hier vinden ze hun gading bij de grote manga-afdeling die zusterlijk overgaat in de comicsectie vooraan de winkel. Cosplaykostuums zijn er ook te koop.

Voor het Franco-Belgische aanbod moet je naar een achterkamer waar een groot aanbod is te vinden van al wat nieuw en een beetje minder nieuw is. Albums van Storm en Agent 327 kan je er makkelijk terugvinden. Mooie uitgaves van Splitter. En er staan zelfs een paar Suske en Wiskes. In een donker gangetje zijn vele integrale edities van klassieke reeksen ondergebracht.

Comics Hutterer is een paradijs voor Duitstalige verzamelaars om collecties te kunnen aanvullen of gewoon ook nieuwste delen kunnen kopen. Heel groot Franco-Belgisch aanbod, bijzonder veel pulpboekjes zoals Akim, Sigurd, Falk, enzovoort. Disney ook. Maar vooral veel comics. Oude losse deeltjes kan je er bij de vleet zoeken. Aan funkopoppen geen gebrek. Alleen manga vind je hier niet. De uitbater is een gezellige opa met witte haren. Volgestouwde winkel, maar wel nog overzichtelijk genoeg om niet ontmoedigd te beginnen zoeken.

Niet ver van Stephanplatz, hét centrum van Wenen, is een extra vestiging van Comics Hutterer. Het ligt in een toeristischer gebied en er zijn voornamelijk funkopoppen, T-shirts en een bescheiden aanbod van de populairste strips, comics en manga te koop. Aan de gevel hangt een mooie, opvallende Spider-Man. De uitbater verbiedt ons om foto's te nemen van het interieur. Meer dan een gestolen foto kunnen we dan ook niet laten zien.

Riga

Van Wenen vliegen we door naar onze vierde en laatste bestemming: Riga, de hoofdstad van Letland. Daar loopt het niet over van de stripwinkels. We vonden er eentje, amper een kamer groot, met de naam Comics.lv, tevens een webshop. Veel manga, de nieuwste comics en graphic novels. Franco-Belgische strips, zoals Lucky Luke, Yakari en de nieuwere reeks Lulu en Nelson (vertaald door Silvester), staan hier als minderheidsaandeel bij kinderboeken. 

Het op ons bezoekmoment aanwezige publiek bestaat uitsluitend uit kinderen die tussen poppetjes, Pokemon-kaarten en manga graaien. Twee meisjes en daarna nog een jongetje en meisje verlaten dolblij de winkel met hun nieuwste aanwinsten. De verkoper is een goedgeluimde kerel wiens knalrode bureaustoel als een soort troon fungeert.

In een restaurant met rockabillythema herkennen we op de met pin-ups verfraaide menukaart het werk van Romain Hugault, met name illustraties voor zijn artboeken van Pin-up Wings. We laten het de tekenaar via Messenger weten. Hij herkent zijn werk uiteraard zelf ook. Even later krijgen we een bericht van Hugaults agent. Hij licht ons in dat de tekeningen onrechtmatig zijn gebruikt. De beeldkwaliteit van sommige gebruikte foto's laten ons ook wel vermoeden dat de plaatjes gewoon van het internet zijn gejat.

Een glaasje Black Balsam (45 graden) kikkert ons helemaal op. Doorspoelen doen we met kvas, een soort gegist licht-alcoholische bier/limonade gebaseerd op roggemeel en mout met de bijnaam “kinderbier”. Het is in deze streek, Rusland en Oekraïne zo populair dat zelfs Coca-Cola de verkoop niet kon overtreffen, ook wel omdat het de helft goedkoper is. Coca-Cola begon dan maar kvasbrouwerijen op te kopen.

Voor een van onze laatste vakantiedagen nodigen we onszelf uit in het studiootje dat de redactie vormt voor het Letse stripblad kuš!, dat internationaal al heel wat prijzen heeft gewonnen, onder meer in Angoulême. Het oranje beeldje naar een ontwerp van Lewis Trondheim staat er op een tafeltje.

De vrolijke hoofdredacteur David Schilter ontvangt ons. Hij is net terug van een stripfestival in Slovenië waar hij in première een expo bijwoonde van lithografieën van Vlaming Brecht Evens, in een compleet andere stijl dan we van Brecht intussen al wel kennen. David geeft ons wat inzage in de kleine Letse stripmarkt en de steun van de overheid om onder meer reizen naar internationale bijeenkomsten te financieren en events te organiseren. De nieuwe, liberale burgemeester van Riga is echter minder cultuur minded. Subsidies worden momenteel verkregen door competitie. Kuš! heeft al jarenlang een goede staat van dienst en verdienste waardoor de benodigde fondsen min of meer een zekerheid blijven.

Het Engelstalige kuš! verschijnt op pocketformaat in een oplage van 1.500 exemplaren en is ook te koop in enkele Vlaamse en Nederlandse stripwinkels, in Frankrijk en tot in Japan toe. Het bevat niet alleen het werk van plaatselijke striptekenaars en illustratoren, maar ook van gasttekenaars. De betreurde Vlaming Ward Zwart was er ook even te gast om bijdrages te tekenen.

David laat ons uit zijn collectie een Russische strip zien dat een schandaaltje veroorzaakte omdat daarin in tekst en beeld wordt uitgelegd hoe kindjes worden gemaakt. Eigenlijk dankzij de reuring rond de strip raakten er honderdduizend exemplaren van verkocht. Van een andere tekenaar laat hij ons een uitgave zien met alleen maar geschilderde poezen. De tekenaar doet dat al zo’n twintig jaar en geniet daarbij enig succes. Het nummer van kuš! waarvoor hij de cover tekende, raakte snel uitverkocht. Tot slot lachen we nog met een erg slecht getekend album van De Smurfen uit China. Compleet illegaal, met een eigen fabricatie voor de Chinese markt.

David en enkele tekenaars van kuš! zijn van 25 tot 27 november aanwezig op Grafixx in Antwerpen. Hij vindt dit festival voor illustratie, grafiek en beeldverhaal het beste in zijn soort.

De website van kuš!: www.komikss.lv

Op de laatste avond van de reis krijgen we last van terugkeermelancholie. Dat verdrinken we in het Belgisch biercafé Kwakinn, waar een hele keten van bestaat met meerdere vestigingen in Riga en op de luchthaven. Onze rekening krijgen we in een doosje met Kuifje gepresenteerd. Dure Westvleteren XII wel. Het is tevens de laatste die ze op voorraad hebben. Blonde Grimbergen wordt in dit café minder gedronken omdat het al overal in deze bierminnende streek is te vinden. Ook in het populairste badplaatsje van Letland, Jūrmala (dat we overdag hebben bezocht), is Grimbergen gewoon een van de biertjes die van het vat wordt geschonken.