669 of 1728
Clifton: De Integrale 2
1. Dear Mr. Wilkinson - 2. De Lachende Dief - 4. Alias Lord “X" - 7. Sir Jason
De broekjes in de voetsporen van een gigant
De schijnbaar onuitputtelijke bron van klassiekers die zich tot een integrale uitgave lenen, spuwde begin dit jaar een Engelse speurder uit. Clifton, het geweldige geesteskind van Raymond Macherot, een oud-scout en gewezen lid van Scotland Yard, beleefde zijn eerste avonturen al op de scharnierperiode tussen de fifties en sixties. Macherot wist daarbij een quasi uniek spanningsveld te creëren tussen realisme en slapstick, overgoten met een niet aflatende vlaag van tongue in cheek humor in de tekstballonnen. De herontdekking van de verhalen, waar ondanks de gedateerde setting toch een zekere tijdloosheid van afdruipt, deed ons in het voorjaar van 2021 nog kirren van plezier.
Macherot gaf er na drie verhalen echter al de brui aan en vervolgens ging men met horten en stoten op zoek naar opvolgers. In de eerste integrale kwam met Jo-El Azara en Greg al een eerste duo aan bod. Een eenmalige, maar verdienstelijke poging. Het stokje werd vervolgens doorgegeven aan twee pupillen van Greg: Bob De Groot en Philippe Liégeois, wiens roepnaam Turk overigens een knipoog is naar Greg: Greg wordt op zijn Frans uitgesproken als "Grec’" of Griek of Grieks, en Turk of "Turc" is een verwijzing naar de Turken.
Voor hun eerste verhaal, De Lachende Dief, waarin een stoutmoedige en uitgekookte bandiet zijn misdaden op voorhand aankondigt, worden de twee youngsters nog wat bijgestaan door hun meer ervaren mentor. Maar voor de volgende verhalen mogen ze helemaal hun gang gaan. In Alias Lord X gaat de kolonel Tom Waes-gewijs undercover, in Sir Jason begeleidt hij een beginnende geheimagent die in feite een andere carrière ambieert en in Dear Mr. Wilkinson leert hij een kerel kennen die met zijn gedachten objecten kan verplaatsen. Telkens veelbelovende insteken, maar in elk van de verhalen blijkt dat de nog groeiende pootjes van de twee jonge muizen nog lang niet passen in de gigantosaurus-pootafdrukken die Macherot voor hen heeft achtergelaten. Het eerste verhaal eindigt met een onnodige chaos, in het tweede is de aanleiding van het gezamenlijk onderzoek van Jason en Clifton storend onwaarschijnlijk en het derde verhaal mist voldoende samenhang. Wat we wel al kunnen ontwaren, is het onmiskenbare komische talent en gevoel voor timing van Turk en De Groot, zowel in de dialogen als in de truc van de running joke, de expressieve, heerlijk toegankelijke stijl van Turk en diens geweldige gave om op de achtergrond extra mopjes te verstoppen die meerdere minilachbuien in je onderbewustzijn genereren. Toen al was het duidelijk dat enkele platen van het duo Turk-De Groot een therapeutische werking hadden en menige andere antistresstechniek overbodig maakten. Dat bewezen ze overigens op datzelfde moment al met Robin Hoed in Kuifje en zouden ze later ook nog doen met Leonardo. Niet toevallig beide (voornamelijk) gagreeksen, waarin hun talenten op een uitmuntende manier tot uiting kunnen komen en die nog meer vandaag dan morgen in een integraal jasje zouden mogen worden gestoken.
Hoewel hun eerste Clifton-verhalen dus nog wat kinderziekten vertonen, is er dus ook in deze tweede Clifton-integrale genoeg om (opnieuw) van te genieten en zo een sessie bij je ontspanningscoach uit te sparen. Zoals steeds bij Le Lombard is het bijhorende dossier, in feite een onmisbare extra om een integrale uitgave écht succesvol te maken, summier. In vergelijking, echter, met de meeste andere integrales binnen deze imprint, scoort het relatief hoog en is Jacques Pessis deze keer in minder chaotische doen. Wat jammer blijft, zijn de kleine vormfoutjes, zoals een verdwaald Frans voegwoord en de papierkeuze die sterk afwijkt van de eerste integrale. Het heel witte en schijnbaar lichtere papier geeft een kil gevoel van zakelijkheid, daar waar de mattere variant de vorige keer bij het doorbladeren nog die extra nostalgische en warme toets creëerde. En het is die warmte en liefde die Clifton, de gigant Macherot en de broekjes Turk en De Groot als stevige kers op de taart verdienen.
PETER D'HERDT
669 of 1728