Ferri over Asterix en de Griffioen

7 mei 2021 Vooruitblikken

Asterix en de Griffioen is de titel van Asterix deel 39 dat op 21 oktober zal verschijnen. Asterix, Obelix, Idefix en Panoramix ondernemen in dat album een epische zoektocht naar het mythische dier, een half-leeuw, half-adelaar. Dat hoef je niet vreemd te vinden, want in de reeks komen ook al een draak, centauren, gevleugelde stieren, een eenhoorn en het monster van Loch Ness voor. Het land waar de helden de griffioen zullen zoeken, en waarom, ligt nog open, want zoals steeds geeft de uitgeverij niet veel prijs.

Het voorstel voor het verhaal werd nog goedgekeurd door Albert Uderzo die in april 2020 overleed. In januari verspreidde uitgeverij Les Éditions Albert René een teaserpagina die niet in het album te lezen zal zijn, maar normaal gezien wel in de luxeversie van het album, net zoals de vorige keer. Onder de "vertrouwelijk" zit de naam van het land verstopt waar de Galliërs naartoe zullen reizen. Het schaakspelletje en de plotse uitbarsting van druïde Panoramix herinneren trouwens aan een bekende scène uit het album Kuifje in Tibet, een bewust knipoogje van Didier Conrad en Jean-Yves Ferri.

Uit deze pagina leren we alvast dat Panoramix een vriend in nood te hulp wil schieten. Volgens een interview met scenarist Ferri aan Le Journal du Dimanche ondernemen Panoramix, Asterix en Obelix een verre reis om een middeltje te vinden tegen "renteneurose", een neurotische drang tot het vragen om schadevergoeding of een pathologische conditie waarbij na een ongeluk of ziekte een patiënt weigert zijn genezing te aanvaarden om de schuld in andermans schoenen te kunnen schuiven.

Verder mogen we ons aan een geleidelijke verandering van de verhalen verwachten, zo ook in dit zoveelste reisverhaal. Ferri daarover:

"Asterix en Obelix vertrekken naar een niet eerder bezochte bestemming. Zoals je weet is dat moeilijker en moeilijker, want het duo heeft al vele streken bezocht, van Italië tot Griekenland, van Indië tot de Nieuwe Wereld. We kunnen zeggen dat het land waarheen ze reizen vandaag niet meer als dusdanig bestaat. Dit avontuur wordt de kans om de vertelling lichtjes aan te passen. Elk album (dit is het vijfde met tekenaar Didier Conrad, nvdr) is een verder stapje om wat vernieuwing te brengen. En Obelix gaat door met zijn trage psychologische ontwikkeling..."

Ferri plaatst Asterix en Obelix in zijn nieuwe verhaal op gelijke hoogte.

"Ze beschikken allebei over een feilloos wapen, de toverdrank, waarmee ze praktisch elke situatie kunnen oplossen. De uitdaging voor de scenarist is er voor elk album iets op te vinden om hun acties te belemmeren."

Tegelijk wil Ferri Asterix wat meer kleur geven.

"Dit album geeft me de kans om Asterix wat meer uit te spelen. Hij moet wat meer terugkeren naar de voorgrond. Zijn humeurige - en vechtersbaaskantje zijn doorheen de reeks afgezwakt geraakt. Het is tijd om hem weer te wekken."

Over verwachtingen van het publiek:

"De mensen hebben de gewoonte om van Asterix een reeks herkenningspunten te verwachten: karikaturen, piraten... Maar dat is allemaal niet systematisch. Het mag niet veranderen in een spel van 'zoek de zeven fouten'. Wij doseren het dus kleinschalig."

Er speelt ook een beroemdheid in mee, al is dat niet Donald Trump.

"Er zal geen verwijzing naar Trump zijn, want we moeten hopen dat hij tegen dan vergeten is. Maar er speelt een beroemdheid in mee die het perfecte uiterlijk heeft voor een rol, een personage dat iedereen kent. Dit gezegd zijnde, moeten we daar voorzichtig mee omspringen."

De maatschappij is intussen veranderd. Lachen met andere volkeren en culturen wordt met argusogen bekeken of veroordeeld. Ook Ferri houdt daar nu rekening mee.

"Het klopt dat de wereld is veranderd. In de jaren 1960 konden Albert Uderzo en René Goscinny lachen met buitenlanders, de Engelsen belachelijk maken met hun grote tanden, de Grieken met hun Grieks profiel... De sfeer was goedmoedig. Vandaag heb je bijna een woordenboek op je bureau nodig om te weten waarmee je nog mag lachen of niet. Het spelen met clichés maakt deel uit van de codes van Asterix. Maar ik vind het niet erg om me daar een beetje van te distantiëren. Ik heb het geluk dat mijn persoonlijke humor me niet richt op te confronterende karikaturen. In De Dochter van de Veldheer heb ik de manier waarop jongeren praten bijvoorbeeld afgezwakt."

Bron: Le Journal du Dimanche / Les Éditions Albert René