760 of 1728
Groepstherapie 2: Wat Men Goed Begrijpt
Wat is normaal?
In dit vervolg schetst Manu Larcenet de moeilijke zoektocht van een beroemde tekenaar zonder inspiratie naar nieuwe ideeën en onderwerpen. Het is een leegte waarmee elke schrijver of tekenaar worstelt bij de totstandkoming van nieuw werk.
Een “psychiatrische kliniek voor gekken (stapel of halfstapel)”, genaamd De Vrolijke Vogeltjes, doet haar intrede. Jean-Eudes de Cageot-Goujon, het alter ego van Manu Larcenet, wordt er opgenomen. Tijdens zijn waanvoorstellingen en psychoses beleeft hij verschillende voorvallen. De ene keer voelt hij zich een vogelmens — de Albatrosman — die een oud vrouwtje te hulp schiet dat door drie ongure mannen wordt gemolesteerd. In die mannen zijn de figuren te herkennen van Popeye, kapitein Haddock en Corto Maltese. Maar de Albatrosman struikelt over zijn grote vleugels en wordt in elkaar geslagen. De andere keer verzeilt hij in een groot televisiedebat waarbij lastige vragen worden gesteld aan filosoof Friedrich Nietzsche, dichter Nicolas Boileau en tekenaar Larcenet. Volgens deze Larcenet hebben de mensen genoeg van duidelijke en goed uitgelegde strips en hebben ze behoefte aan innerlijke chaos en prutswerk. Tussendoor zien we dat het verplegend personeel de patiënten ook therapeutisch tracht bezig te houden, onder andere met een tekenatelier. Daar ontstaat een concurrentie met een andere patiënt en de verpleegster geeft niet de verwachte beoordeling en aanmoediging van het tekenwerk. Onze patiënt tekent daarvoor een westernscène waarin tijdens de goldrush — “kunstrush” — outlaws als Vincent van Gogh, Gustave Klimt en Amedeo Modigliani hem beroven van zijn claim, van zijn vondst. Op tijd en stond hollen de patiënten naar de uitdeling van hun medicatie, Xanax, om zich terug in een gelukzalige roes te voelen. En uiteraard moet Jean-Eudes ook regelmatig op gesprek bij de psychiater, die zijn tijd neemt voor psychoanalytisch herstel. Of hij uiteindelijk uit het kliniek ontslagen zal worden, is een vraagteken.
Het album gaat holderdebolder van de ene knettergekke situatie naar de andere om te illustreren hoe wanhopig een tekenaar op zoek kan zijn naar een zinvol en samenhangend verhaal. Meer dan waarschijnlijk is of was Larcenet effectief op zoek naar een nieuw thema na de duistere psyche van de mens getekend te hebben in Het Verslag van Brodeck en Blast. Veeleer optimistische levensbeschouwingen waren ook al behandeld in De Dagelijkse worsteling en Terug op Aarde.
Wat kan een mens toch een ingewikkeld wezen zijn met zoveel diverse facetten! Larcenet laat de “innerlijke chaos” van de menselijke geest zien tegen de achtergrond van zijn zoektocht naar inspiratie, met rake beschouwingen van de psychiater. Het is leuk te zien hoe zijn tekenstijl telkens is aangepast aan het tijdsbeeld van de verschillende situaties, zoals de middeleeuwen, renaissance, western en dergelijke meer, en hoe bekende figuren zijn binnengesmokkeld. De inname van medicatie gaat telkens gepaard met een psychedelisch kleurenpalet.
Het vergt van de lezer enige inspanning om de sprongen die gemaakt worden door een psychotische geest, met veel tekstueel gepeins, te willen volgen. Het is ook interessant dat een link gelegd wordt met bepaalde kunstenaars voor hun gekende kunstwerken (bijvoorbeeld De Schreeuw), gemaakt tijdens een psychotische periode, om het relatieve te onderlijnen van een bepaalde gemoedstoestand. Het geweldige tekentalent van Larcenet spat ervan af, maar persoonlijk hebben we meer plezier beleefd aan lichtvoetigere albums als De Dagelijkse Worsteling.
JAN GOFFIN
760 of 1728