Terminatordwerg

De Federatie der Verenigde Planeten telt vandaag 339 menselijke kolonies verspreid over het hele universum. Wie mens zegt, denkt niet meteen aan eerlijk, gehoorzaam en rechtschapen. En ook in de verre toekomst blijft dit zo. Er is dus altijd wel iets aan de hand in het grote heelal. De opportunistische, schofterige raadsleden kunnen rekenen op een indrukwekkende armada ruimteschepen, bevolkt met een meedogenloze meute elitesoldaten, de I.S.S. Snipers. Eigenlijk zijn het pure moordmachines, want elk menselijk lichaamsdeel dat onherroepelijk beschadigd raakt in een gevecht, wordt vervangen door een sterker mechanisch stuk. Ergens diep in het heelal is de allerbeste Sniper vermist geraakt in een bizar, gigantisch ruimteschip. Nu ook zijn tracker geen spoor van leven meer geeft, zijn de bionische Robocops in alle staten. Hun eergevoel laat dergelijk falen niet toe. Een elitekorps onder leiding van überdwerg Jürr trekt het schip binnen. Alle seinen springen direct op rood. Het is daarbinnen een foute boel, maar opgeven kan niet, mag niet en zullen ze niet.

I.S.S. Snipers is de jongste conceptreeks van Jean-Luc Istin. De man verliet even zijn vertrouwde fantasywereld van Brocéliande, elfen, dwergen, orks en andere goblins voor een sf-uitstap. In een uiterst onderkoelde vertelstijl brengt hij deze nieuwe Terminatorwereld in kaart. De eerste twee delen waren — eerder onverwacht — spek voor onze bek. Voor het alweer derde deel mag zijn rechterhand Stéphane Louis (Kookaburra, Tessa, Khaal,...) het scenario schrijven. Je voelt hoe wanhoop, kracht en onbegrip netjes botsen met een overdosis aan testosteron. Mooi gedaan. Ook grafisch is dit weer geen haastwerk. Istins’ huistekenaar Stéphane Créty (Hannibal Meriadec, Dwergen, Conquests,...) weet prima de sfeer te vatten. Met enkele paginagrote tekeningen pakt hij de kans om ons helemaal te winnen. Echt wel knap.

I.S.S. Snipers zal nooit een grote stripprijs winnen, maar deze conceptreeks is na drie delen op alle gebied meer dan een ordinaire B-reeks. Deze blijven we volgen.

WOUTER PORTEMAN