518 of 1728
De Post- en Liefdebezorger 2
Ontwaken uit een idylle
Wie bedeelt de post in een dorp waar alle mannen onder de wapens zijn geroepen om deel uit te maken van de soldatenmassa die de Grote Oorlog bevolkt? Dat was de vraag die de afgelegen dorpsgemeenschap bezighield in het one-shot De Post-en Liefdebezorger. Dat het uiteindelijk de voor de dienstplicht niet-geschikte Maël is die naast treurbrieven van zonen, broers en echtgenoten ook affectie bedeelt op zijn postronde, brengt de kleine gemeenschap eerst wat verstrooiing en nadien moeilijkheden. Dat was de inhoud van het afgerond verhaal uit 2016. Nu zes jaar later is dit one-shot geen one-shot meer, want plots is daar het vervolg. Een vervolg dat onverwacht, maar tegelijk toch niet helemaal vreemd is. In een dorp waar gebeurde wat gebeurde, kan het haast niet anders dan dat er gevolgen zijn waarover te vertellen valt. Hoe is de sfeer in het dorp sindsdien en wat gebeurt er wanneer een Australische wind oude herinneringen doet opwaaien?
Scenarist Didier Quella-Guyot heeft een manier van schrijven waarvoor we een behoorlijk zwak hebben. Hij heeft de schijnbaar moeiteloze gave een soort vanzelfsprekende idylle te creëren met nochtans hele gewone en dagelijkse thema’s om dat droombeeld even later bewust te doorbreken en zo aan het denken te zetten. Er blijft altijd wel iets hangen uit een Quella-Guyot-scenario. Een zinsnede, een overpeinzing, een subtiel aangeduid menselijk kantje, een wrang maatschappijbeeld. Je kan zijn scenario’s haast niet neerleggen zonder dat je er iets van meeneemt. Collega Wouter Porteman noemde het in zijn bespreking van het vorige deel ergens nog aanmodderen, om even later toe te geven dat er weerhaakjes aan het plot hingen.
Ook dit keer gaat het verhaal af en toe richting een voor Quella-Guyot typische filosofische mijmering, waaruit je wordt wakker geschud. Alsof de schrijver wil meegeven dat je kan dromen over de ideale wereld, maar er nooit in kan leven.
De feelgood-roes die je op het verkeerde been zet, wordt voor een niet onbelangrijk deel opgewekt door de tekenaars waarmee de scenarist doorgaans samenwerkt. De weergaloze, dromerige tekeningen van Sébastien Morice vergrootten in deel 1 alleen maar het utopische gevoel. Dat resultaat was destijds zo geslaagd dat Morice waarschijnlijk ook wel het vervolgdeel voor zijn rekening had genomen, ware het niet dat hij ondertussen achter de tekentafel zat voor het Marius-tweeluik uit de Pagnol-collectie, eveneens van Saga Uitgaven. Wie eventjes geen acht slaat op de namen op cover of titelblad zou de tekenaarswissel aanvankelijk misschien niet opmerken. De stijl van Emmanuel (Manu) Cassier vertoont gelijkenissen en is an sich zeer geslaagd. Maar iets verderop in het album moet het zelfs de minst aandachtige lezer opvallen dat Cassiers Morice niet is. Morice’ tekeningen zijn zwieriger, dynamischer en ademen vrolijkheid. Cassiers stijl is ingetogener, bij momenten zelfs somber. Opvallen doet het verschil echter vooral in het kleurenpalet. Ook Cassiers tekeningen zijn schilderachtig, maar de kleurkeuze is donkerder. Dat zou zuiver een keuze kunnen zijn die dient om het plot, en het ontwaken uit de idylle te onderstrepen, maar het lijkt meer, want zelfs in zijn keuze voor somberdere kleuren zijn de overgangen doffer, en de schakeringen minder naturel. Jammer, want de uitzonderlijke kracht van de inkleuring was voor deel 1 een groot deel van de charme. Cassier heeft dan wel niet Morice’ durf als inkleurder, toch is hij overduidelijk the next best thing om dit vervolg te tekenen zonder al te grote stijlbreuk. Hoe dan ook is het jammer dat van deze tekenaar voorheen nog niks vertaald werd.
Zo is het verhaal met een titel als een stationsroman — in het Frans is Facteur pour Femmes niet veel beter — definitief ten einde. Dat denken we alleszins. Net als in 2016...
DIEDERIK VAN DE VELDE
518 of 1728