272 of 1728
Tanguy en Laverdure 33: Terug naar de Ooievaars
Monumenten en cameo’s
Terwijl er op Belgische wegen hard gefietst werd tijdens wielerklassiekers verscheen bij uitgeverij Arboris een nieuwe uitgave van Tanguy en Laverdure. Beide piloten mogen we rekenen tot monumenten van de stripgeschiedenis. Maar liefst tweeënzestig jaar geleden verscheen het eerste deel dat werd getekend door Albert Uderzo op scenario van Jean-Michel Charlier.
Het Escadrille van de Ooievaars was ook al een monument onder Franse piloten en Michel Tanguy en Ernest Laverdure maakten er onderdeel van uit. Later volgden avonturen over de hele wereld en werden de verhalen aangepast aan de tand des tijds. De vliegtuigen werden moderner en de clowneske streken van Laverdure namen af. Sinds deel 31 verzorgen Frédéric Zumbiehl en Patrice Buendia het scenario en staat Sébastien Philippe in voor de gedetailleerde tekeningen. Dit zorgt voor een continuïteit en toenemende kwaliteit, want de albums die verschenen sinds de doorstart van de serie waren nogal wisselvallig van niveau. Dat lag vooral aan de weinig aansprekende scenario’s van Jean-Claude Laidin. De vorige twee delen van het nieuwe creatieve team speelden zich af in het fictieve Arabische land Dahman, waar beide Franse helden een hoofdrol speelden in het voorkomen van een staatsgreep.
Dit keer vliegen ze dichter bij huis, want ze maken weer onderdeel uit van de “Ooievaars”. Maar op hun vliegkunsten zullen we nog even moeten wachten. Dit album leest namelijk vooral als een spionage- en detectiveverhaal. Een van hun collega’s vertoont in de lucht nogal eigenaardig gedrag en Tanguy is gedwongen om hen neer te schieten om nog meer slachtoffers te vermijden. De autoriteiten starten een onderzoek, maar de beide helden volgen hun eigen spoor. Dat leidt tot een veelvoud aan personages en locaties die onderzocht moeten worden.
Het idee is interessant, maar bepaalde plotwendingen zijn wel erg makkelijk gevonden, net zoals de spontane bekentenissen van sommigen mensen die ze ondervragen. In het vervolg zal er meer duidelijkheid komen terwijl we nu toch een beetje het gevoel krijgen dat het onderwerp zich leent voor meerdere delen dat de auteurs nu in een tweeluik proppen.
De realistische tekeningen van Sébastien Philippe passen goed bij het verhaal en de setting. Wel jammer dat we relatief weinig vliegtuigen en luchtscènes krijgen voorgeschoteld. Wat het wel leuk maakt, is het ontdekken van verschillende cameo’s en knipogen naar andere striphelden die Philippe in zijn tekeningen verstopt. In het vorige deel zagen we grootvizier Iznogoedh op een tank in Dahman staan. Dit keer pakt hij nog veel vaker uit. Oplettende lezers zullen verwijzingen vinden naar Baard en Kale in een vliegtuig, Francis Blake op een schilderij, Stan Lee op een jas van Laverdure, een logo van het Gele Teken in een Engelse pub en een parkeergarage die is vernoemd naar Edgar P. Jacobs.
Hopelijk gaat Arboris nu ook snel inchecken voor de twee vluchten van de Classic-reeks die in het Frans al zijn opgestegen richting stripwinkel.
DAI HEINEN
272 of 1728