271 of 1728
Genderqueer: Een Memoir
E worstelt met eir geslacht
Maia vindt het als kind fijn dat niemand kan zien of ze een meisje of een jongen is. Als ze opgroeit, wil ze er niet meisjesachtig uitzien en schaamt ze zich voor haar borsten. Ongesteld zijn of een uitstrijkje laten maken, vindt ze een vreselijke "inbreuk van de buitenwereld op haar innerlijke fysieke wezen". Homoseks windt haar op, al wil ze zelf geen seks, maar toch wil Maia geen jongen zijn of van geslacht veranderen. Ze wil vooral geen vrouw meer zijn. Ze wil géén geslacht meer hebben, en wil aanvaard worden als non-binair of genderqueer. Vanaf dan hanteert "e" in "eir" omgang met anderen de Spivak-pronouns waarmee men "em" moet aanspreken.
Deze autobiografische graphic novel is bedoeld voor jongeren, maar biedt jou, lezer die allang geen twijfels meer heeft over je geslacht en seksualiteit, ook inzicht in een harde innerlijke strijd waarvoor vandaag weinig begrip is. In de VS is dit boek dan ook veelvuldig verboden in schoolbibliotheken. En als het in de VS verboden is, moet het wel goed zijn!
Maia zoekt vele jaren en bladzijden naar een oplossing voor eir seksueel onbehagen. Die zoektocht is voor de lezer al net zo verwarrend als voor de auteur, omdat de meer gebruikelijke ‘afwijkingen’ van de seksuele norm op em niet van toepassing lijken. Die onduidelijkheid maakt de auteur stuurloos, terwijl e in heel leesbare en eenvoudige tekeningen eir verwarring overbrengt op de lezer. Die leert dat non-binair zijn echt geen keuze is. Maia worstelt dan ook niet alleen met vragen rond eir seksualiteit, maar ook met hoe ermee naar buiten te treden. Zo komt e er maar niet toe mensen te vragen em niet langer met "zij" en "haar" aan te spreken, want Maia haat het "om moeilijk te doen". Waardoor e zich nóg ellendiger voelt. Tja.
We kunnen weleens vinden dat non-binaire personen met dat gedoe met genderneutrale voornaamwoorden veel van óns vergen en vooral met zichzelf bezig zijn, maar als je dit boek leest, snap je wel dat ze niet anders kunnen. En dat we blij mogen zijn dat onze jongeren hier, in West-Europa, getuigenissen daarover gewoon kunnen lezen.
KOEN DRIESSENS
271 of 1728