78 of 1728
Thorgal Saga 2: Wendigo
In het maaiveld
Twee volkeren in het land waar ooit de laatste der Mohikanen zou leven. Twee stammen in oorlog. Het ene volk leeft aan de kust, het andere hoog in de bomen. Om de strijd te winnen, heeft het boomvolk een van de grootste kwaadaardige manitoes opgeroepen, de Wendigo. Alleen is dit gigantische monster totaal losgeslagen. Het vreet elk dier en mens die het op zijn pad tegenkomt. Het watervolk is de wanhoop nabij. Zelfs hun manitoe, een gigantische waterslang, kan hen niet beschermen. Hun enige hoop staat beschreven in een oude saga. Daarin staat dat enkel een man met bleke huid hen kan redden. Die moet van de hoogste tak van de hoogste boom van het land, de levensboom waar ook de leiders van het boomvolk in leven, een pijl maken en daarmee de Wendigo doden. Alsof het niets is. Enkele kilometers verderop varen Thorgal, Aarica en Jolan na hun avonturen in het land van Qâ terug naar het Hoge Noorden.
Na de uitstekende eerste Thorgal Saga door Robin Recht is het nu de beurt aan het duo Corentin Rouge en Fred Duval. Ik was er eerlijk gezegd niet gerust in. Met hun Calvin Wax slaagden ze er immers in om de zwakste XIII Mystery te leveren. Gelukkig heeft scenarist Duval (Renaissance, Carmen McCallum, Hauteville House,...) voor zijn 185ste scenario dit keer beter zijn huiswerk gemaakt. Hij heeft de ziel van Thorgal perfect ontleed: een onbaatzuchtige Viking die zonder partij te kiezen altijd de mensen redt van wie hij houdt. Een humanist pur sang en een uiterst succesvolle avonturier half tegen zijn zin. Vervolgens dropte de Fransman die held in een klassiek Thorgal-avontuur vol mythologie, tweespalt, eergevoel en familiedrama. Daar is niets mis mee. Integendeel, Duval toont hier nogmaals mee dat hij de reeks uitstekend geanalyseerd heeft. Alleen is de Fransman ook nu weer meer een André-Paul Duchâteau (Hans, Rik Ringers) dan een Jean Van Hamme. Op de prima vondst op het einde na ontbreekt het hem die sprankel originaliteit die het avontuur boven het maaiveld doet uitsteken. En zo blijft zijn Wendigo spannend, vlot lezend, maar uiteindelijk toch te vanzelfsprekend voor een Thorgal.
Ook toptekenaar Corentin Rouge (Rio, Sangoma,...) heeft goed gekeken naar de Qâ-cyclus van zijn grote jeugdheld Grzegorz Rosinski. Grote platen, boordevol perspectief, drama en spanning waar hij puur door de opbouw elke onomatopee kan uitsluiten. Alleen heeft Rouge te veel zijn eigen stijl laten varen. Het eindresultaat leunt vreemd genoeg fel aan bij de tekenstijl van wijlen Franz (Jugurtha, Lotusbloem, Lester Cockney,...), de koning van de B-strips uit de jaren 1980. En zo voelt deze Thorgal Saga ook aan.
Wendigo barst van de goede bedoelingen, zowel qua verhaal als tekeningen, maar blijft er helaas ook te vaak in steken.
WOUTER PORTEMAN
78 of 1728