Mogelijk proces rond gestolen originelen van Blake en Mortimer

15 december 2023 Vooruitblikken

De Franse krant Le Monde pakte deze week uit met een groot artikel waarin het de al bekende zaak van de gestolen originelen van Blake en Mortimer uitdiepte na het afronden van een gerechtelijk onderzoek dat moet leiden naar een proces. Een van deze gestolen originelen is de originele cover van Het Gele Teken, die door specialisten wordt geschat op 2 miljoen euro. Het totaal van de andere gestolen, vervalste, doorgesluisde en onrechtmatig verkochte originelen loopt op tot 40 miljoen euro. 

Een van de grote spilfiguren van de roof is Philippe Biermé, de voormalige voorzitter van de stichting Fondation Jacobs in Brussel die Edgar P. Jacobs in 1984 nog zelf had opgericht, nota bene om zijn originele werk “uit handen van zakenlui” te houden, zoals hij in zijn testament liet vastleggen. Biermé was een retoucheur bij uitgeverij Le Lombard die Jacobs hielp bij het opnieuw inkleuren van Blake en Mortimer voor herdrukken van de albums. Hij moedigde Jacobs ook aan om een eigen uitgeverij op te richten: Blake et Mortimer. De hechte vriendschap was als die tussen een vader en een zoon. In zijn testament noemde Jacobs hem de rechtmatige eigenaar van de personages die via Studios Jacobs werden doorverkocht aan uitgeverij Dargaud voor 2 miljoen euro.

Jacobs bewaarde meticuleus zijn originelen in mappen en heeft tijdens zijn leven zelf nooit één origineel verkocht. Hij had zelfs laten vastleggen dat er vijf originele platen en twee covers (zoals die van SOS Meteoren) waren verdwenen. In het vakblad Le Collectioneur de Bandes Dessinée publiceerde hij een “gezocht”-advertentie om deze terug op te sporen, zonder resultaat. Hoeveel originelen er in 1984 in een grote kluis in het huidige ING-kantoor aan de Marnixlaan in Brussel werden ondergebracht, weet niemand. Jacobs had in ieder geval in zijn hoofd dat hij ál zijn originele werk een veilige plek had gegeven. Volgens specialisten ging het om 650 tot 700 tekeningen en voorwerpen. In het kwarteeuw, van 1989 tot 2015, dat Biermé aan het hoofd van de stichting stond, is er nooit een officiële inventarisatie gemaakt. Jacobs heeft echter zelf een soort inventaris opgesteld in een document van 7 pagina’s met vermelding van tekeningen uit zijn jeugd, een verzameling wapens, cultvoorwerpen zoals een hoed die hij natekende voor Het Gele Teken en het model van Mortimers duikpak uit De Duivelse Valstrik.

Een andere verdachte in deze zaak is Eric Leroy, een expert van het Parijse veilinghuis Artcurial. Een van de kopers is een rijke Fransman die in ballingschap in Zwitserland woont. We kennen hem van de Bic-balpennen. Een andere koper woont in Hongkong.

Ruilen voor wagens

In 2017 kwam bij een inventarisatie aan het licht dat er originelen waren verdwenen uit de kluis van de stichting. De Waalse krant Le Soir schreef daar toen een reportage over, waar wij indertijd ook over hebben bericht. De Brusselse rechter Michel Baise beet zich daaropvolgend in de zaak vast. Na zes jaar onderzoek verwees hij de zaak Blake en Mortimer door naar het Openbaar Ministerie voor een mogelijk proces. Een ingewijde omschrijft de ernst van de zaak als: “Je moet begrijpen dat dit voor België een beetje de kroonjuwelen zijn.”

De Belgische politie vond intussen een certificaat voor een transactie die in 2010 plaatsvond tussen Biermé en Leroy. In het grootste geheim sloot hij een deal met Leroy, die met Artcurial regelmatig voor wereldrecords zorgt bij de verkoop van originelen. In 2021 werd een ongebruikte covertekening van Hergés De Blauwe Lotus bijvoorbeeld verkocht tegen 3,2 miljoen euro. De cover van het Blake en Mortimer-avontuur Het Gele Teken werd geruild voor vier originele platen van Asterix, die elk zo’n 200.000 euro waard zijn. 

Nu was het aan Leroy om een kapitaalkrachtige koper te vinden voor de cover. Volgens een handelaar in originelen heeft een verzamelaar het origineel aangeboden gekregen voor 3 miljoen euro. Dat aanbod sloeg de verzamelaar in kwestie af. Uiteindelijk kwam het origineel in handen van baron Antoine Bich, erfgenaam van het balpennenmerk Bic. Hij woont aan de oevers van het meer van Genève en verzamelt originelen van de grootste Belgische striptekenaars. In zijn collectie met originelen van Hergé, André Franquin, Peyo en anderen ontbrak één naam: Edgar P. Jacobs. Er kwam een overeenkomst tussen Leroy en Bich. Die overeenkomst staat op papier en werd bij een huiszoeking bij Artcurial en Leroy gevonden. De cover van Het Gele Teken werd geruild voor... een BMW 328 uit 1936. Op datzelfde document staat vermeld dat de cover werd gekocht van Biermé op 4 februari 2015. De cabriolet heeft tegenwoordig een geschatte waarde van 300.000 tot 600.000 euro. Leroy is een wagenfreak die onder meer een Ferrari, Jaguar en een Aston Martin bezit. Ook Biermé heeft een voorliefde voor luxewagens. Hij bezit onder meer verschillende Rolls-Royces (waaronder een Silver Wraith uit 1952), Ford Mustangs en Bentleys. Hij reisde ook weleens naar Rusland met privéjets. Zo’n hoge levensstandaard heeft kapitaal nodig.

Op de koop toe bestaan er twee bankoverschrijvingen van Bich aan Biermé, voor een totaalbedrag van 675.000 euro. Desondanks weerlegt Leroy de beschuldigingen van de deal met de BMW. Hij beweert ook niet meer te weten waarom hij het document had opgesteld. Ook Bich ontkent in alle toonaarden aan de onderzoekers die hem in Zwitserland een bezoekje kwamen brengen.

Heling door verzamelaars

De Belgische politie gaat in deze zaak niet over één nacht ijs. Ze waren al eerder gestuit op een transactie waarin een wagen was betrokken. Rond dezelfde tijd in 2015 ruilde Leroy namelijk een andere originele plaat van Blake en Mortimer en illustraties van Hergé voor een Porsche 550 uit de jaren 1950 met een zekere “Mr C”, die het Jacobs-origineel haastig zou hebben doorverkocht aan een “bekende Belgische verzamelaar”. Biermé is door rechter Baise intussen officieel aangeklaagd voor schending van vertrouwen en witwassen van geld. Leroy wordt vervolgd voor verduistering en witwassen en Bich mag zich verantwoorden voor heling. 

Dit is nog maar het topje van de zaak. Tussen 2006 en 2017 zijn namelijk meer dan tweehonderd originele platen, covers en potloodtekeningen van Jacobs uit de kluis geroofd en doorverkocht. Volgens de modus operandi werden de ontvreemde originelen systematisch vervangen door hoogwaardige facsimiléscans in vier kleuren om Jacobs aantekeningen in potlood te behouden. Op papier klonk het dan als: “Opgesteld in Parijs op 2 september 2008. Ik, ondergetekende Eric Leroy, verklaar dat ik plaat 46 in Indische inkt van Het Gele Teken in bruikleen heb gekregen en dat ik er een facsimilé van maak. Deze plaat van Jacobs is 40.000 euro waard.” In werkelijkheid is deze plaat vier keer zoveel waard.

Een van de onderzoekers stelde in 2018 dat de illegale verkoop zo’n 40 miljoen euro heeft opgebracht. Een ander lid van de bestolen stichting laat optekenen dat “de legendarische albums letterlijk werden gedecimeerd”. Talloze verzamelaars, van apothekers op het platteland tot de rijkste Belgische en Franse families, hebben 150.000 euro betaald voor een plaat uit Het Geheim van de Zwaardvis of Het Mysterie van de Grote Piramide. Eén specifieke verzamelaar kocht vijfentwintig platen. Sommigen kochten het met officiële facturen, anderen “per toeval”, via een transactie onder tafel. Daarmee kochten ze voor hun eigen collectie een soort heilige graal, nu zijn ze verwikkeld in een van de grootste schandalen uit de afgelopen jaren. Tegen beter weten in — of net heel bewust — bezondigden deze verzamelaars zich aan heling.

Afgeluisterd door autoriteiten

Een van de andere kopers is Raphaël Geismar, een jonge Fransman die in Hongkong woont. Hij is de erfgenaam van ’s werelds grootste fabrikant van spoorwegmateriaal. Hij is de huidige eigenaar van de vier originele covers van Het Geheim van de Zwaardvis deel 1 en 2 en Het Mysterie van de Grote Zwaardvis deel 1 en 2, alsook de cover van De 3 Formules van Prof. Sato en vele originelen waaronder de nachtscène uit Het Gele Teken. Sommige covers raakten verkocht voor 2 miljoen euro per stuk. Dat vertelde Biermé ooit aan een vriend aan de telefoon, niet wetend dat hij op dat moment werd afgeluisterd door de Belgische autoriteiten.

De Parijse stripgaleriehouder Jean-Baptiste Barbier bracht Leroy en Geismar met elkaar in contact. Barbier maakte verschillende reizen naar Hongkong en was korte tijd directeur van een Parijs filiaal van Sheung Wan Gallery Limited, een bedrijf dat eigendom was van Geismar en gevestigd was in het voormalige Britse protectoraat. Barbier wordt intussen ook vervolgd in de zaak Blake en Mortimer.

Enkele andere originelen werden gewoon open en bloot verkocht via Artcurial op een veiling op 18 november 2016. Het ging om een plaat uit De Duivelse Valstrik en twee kalkvellen uit Het Halssnoer van de Koningin. Ze gingen weg voor 82.000 euro in totaal. Leroy was de expert van dienst. De kopers waren... zijn eigen vader en vrouw. Bij zijn verkopen onder tafel beval hij zijn kopers altijd om erover te zwijgen. Wanneer een hooggeplaatste Belgische auditeur, die een plaat had gekocht van Het Geheim van de Zwaardvis, het niet kon laten om het zijn vrienden te laten zien, kreeg hij een op 26 januari 2012 gedateerde e-mail van Leroy die hem tot discretie aanmaande en enkele jaren geduld uit te oefenen.

Een nieuwe deal

Op 14 maart 2015 werd een originele plaat uit Het Gele Teken geveild bij Christie’s. Een Nederlandse verzamelaar negeerde de instructies van Leroy en verkocht zijn via Leroy verkregen origineel voor 205.000 euro. Deze verkoop was een eye opener voor Biermé. De originelen waren veel meer waard dan hij zelf dacht. Hij sprak de expert bij Christie’s aan. Die man is Daniel Maghen, intussen een bekende galeriehouder in Parijs, met een vestiging niet ver van het Louvre. Biermé deed voortaan zaken met Maghen om de originelen van Jacobs te verkopen. Maghen bood prijzen tussen 30.000 tot 50.000 euro per plaat en kwam regelmatig met de trein naar Brussel om originelen in de flat van Biermé op te pikken en hem achteraf facsimilés te bezorgen van de overgedragen originelen. In 2015 en 2016 gaven twee bankoverschrijvingen bedragen van in totaal 3.802.400 euro prijs voor de aankoop van maar liefst 125 originelen, waaronder platen uit Het Mysterie van de Grote Piramide en bijna alle potloodtekeningen van SOS Meteoren. Maghen verkocht die verder aan zijn beste klanten. Een Belgische verzamelaar herinnert zich dat Maghen in een kleine suite in het hotel Made in Louise uit een map originelen voor covers van het weekblad Kuifje, platen uit Het Geheim van de Zwaardvis en tekeningen op kalkpapier haalde. De klanten hadden het voor het uitkiezen: 120.000 euro voor een plaat en 17.000 euro voor een potloodtekening.

Onder de klandizie van Maghen bevonden zich Michel-Édouard Leclerc, de grote baas van de Franse supermarktketen E. Leclerc. Hij kocht negen platen voor 955.000 euro. De rijke Belgische verzamelaar Philippe Boon, die van plan is in Brussel een nieuw stripmuseum te openen, kocht er achttien en had er zelf al enkele gekocht van Leclerc. Een vermogensbeheerder uit Genève kocht er vijfentwintig. Een medewerker van Raphaël Geismar kocht de cover van Het Halssnoer van de Koningin voor 700.000 euro. Tientallen anderen kochten wat ze konden. In totaal verkocht Maghen 88 stukken voor een totaal van 9.131.877 euro. Aan Le Monde laat Maghen optekenen dat hij al zijn aankopen van Biermé factureerde op naam van zijn galerie en dat ook alle kopers via factuur betaalden. Tijdens een huiszoeking vonden onderzoekers 111 facturen, vergezeld van echtheidscertificaten ondertekend door Biermé. Of hij zich geen vragen stelde bij de herkomst van deze orginelen, pareerde Maghen met: “Tien jaar lang hoorde ik van mijn klanten, die ze gekocht hadden, dat een honderdtal Jacobs-stukken verkocht waren aan gerespecteerde figuren uit de showbusiness en de Franse, Belgische en Zwitserse zakenwereld. Als expert bood ik in 2010 een plaat uit Het Mysterie van de Grote Piramide ter veiling aan bij Tajan en in 2015 werd een andere plaat uit Het Gele Teken te koop aangeboden bij Sotheby’s, zonder enige reactie van de Fondation Jacobs. Waarom zou ik me zorgen maken?”

Nummerplaat van de duivel

Veel verzamelaars beweren intussen dat ze zelf te goeder trouw de originelen hebben gekocht, terwijl algemeen geweten is dat bijna alle originelen in een stichting waren ondergebracht en in geen geval verkocht mochten worden. Volgens een van die verzamelaars had Maghen beweerd dat de stichting zou ontbonden worden en dat de platen officieel te koop waren. De Zwitserse koper van vijfentwintig originelen kwam zijn eigendom intussen hoogstpersoonlijk teruggeven aan de Belgische justitie, een ander nam een privéjet om een tekening van Het Mysterie van de Grote Piramide terug te brengen naar de stichting. Bij Philippe Boon zijn een dertigtal voorwerpen in beslag genomen, waaronder een cover die Jacobs heeft getekend voor het weekblad Kuifje. Hij krijgt ze niet terug in afwachting van zijn proces. Bij een voormalige Belgische diplomaat is ook een handvol platen in beslag genomen. De tientallen onverkochte stukken van Maghen zijn ook terecht. Daar komen nog originelen bij die volgens het Belgisch rechtssysteem “uit handen zijn genomen”. Deze blijven voorlopig in bezit van de verzamelaars, maar ze mogen niet verkocht of uitgeleend worden. Met Hongkong is helaas geen gerechtelijk akkoord om de platen van Geismar te bemachtigen. En baron Bich was zodanig woedend toen hij onderzoekers over de vloer kreeg om hem te komen ondervragen dat hij ze toewierp dat hij de platen nooit zal teruggeven.

Biermé verdedigt zich intussen ook om zich vrij te pleiten. Aan Le Monde beweert hij: “Weet je, in de dagen na Jacobs’ dood hebben verschillende mensen, waaronder mijn halfbroer, ingebroken in zijn huis in het Bois des Pauvres om dingen te stelen.” Een voormalig lid van de stichting geeft hem daarin gedeeltelijk gelijk: “Toegegeven, er is wat overtrekpapier en tekeningen gestolen die waren geschonken door collega's van het weekblad Kuifje. Maar alle platen lagen al jaren in de kluis van de bank.” Biermé gaat verder: “Ik was niet de enige met sleutels van de kluis.” De vicevoorzitter van de Fondation Jacobs had ook een setje sleutels, maar bij hem is echter nooit iets verdachts ontdekt.

Het artikel in Le Monde sluit af met een uitspraak die een vermoeide Biermé eruit floepte: “Ik had altijd gezworen dat ik mijn leven zou beginnen in een 2CV en zou eindigen in een Rolls. Dat heb ik gedaan.” In totaal heeft de verkoop van Blake en Mortimer-platen hem 6.991.706 euro opgeleverd. Genoeg om meerdere Rolls-Royces te kopen. Een beetje provocerend registreerde hij er zelfs een met de nummerplaat BIE-666, de eerste drie letters van zijn naam samen met het nummer van de duivel... Vandaag zijn al zijn bezittingen — luxeauto's, huis, bankrekeningen — in beslag genomen.

Het is nu aan het Brussels parket of er een daadwerkelijk proces komt en of verzamelaars hun originelen zullen moeten inleveren.

Bron: Le Monde - © foto Jacobs: 2002 / Blake & Mortimer