Albumvoorstelling Suske en Wiske: De Verdwenen Joker

23 november 2022 Algemeen

Gisteren werd in de Brusselse Brasserie de l'Expo de Suske en Wiske-hommage De Verdwenen Joker voorgesteld. De auteurs zijn Dirk Stallaert en Ronald Grossey, respectievelijk rechts en links op de foto's. De keuze voor deze brasserie, nabij de Heizel in de Houba de Strooperlaan, was niet toevallig gekozen. Behalve een uitstekend adresje voor huisgemaakte, authentieke gerechten heeft Willy Vandersteen nog met zijn gezin verderop dezelfde straat gewoond. 

Voor Dirk Stallaert was het een druk jaar. Niet alleen tekende hij De Verdwenen Joker, maar ook het hommagealbum De Hemeltergers van Nero (lees ook ons dubbelinterview met scenarist Kim Duchateau). Voor hem zijn deze albums al oud nieuws, want hij heeft intussen zijn tekenwerk weer opgenomen voor Merho's stripreeks de Kiekeboes als aanvulling op de albums die Steve Van Bael verzorgt. Stallaert is vastgelegd voor voorlopig twee nieuwe albums van de Kiekeboes. In 2020 voltooide hij Willy Vandersteens De Sonometer in de Blauwe Reeks op scenario van de eerder dit jaar overleden scenarist François Corteggiani,

Stripinformatievreters als wij zijn, kennen we Ronald Grossey vooral als schrijver van het dikke boek Studio Vandersteen: Kroniek van een Legende 1947-1990 dat in 2007 bij Roularta Books verscheen. Na dat boek over Willy Vandersteens studio had hij het plan om een boek over het weekblad Kuifje te schrijven, maar dat evolueerde naar een biografie van Bob De Moor, Hergés rechterhand voor de stripreeks Kuifje, maar ook een beste vriend van Vandersteen. Bob De Moor: De Klare Lijn en de Golven verscheen in 2013 bij Uitgeverij Vrijdag, waar Grossey werkzaam is als uitgever. Grossey stelt ook de achtergronddossiers samen van de integrale reeksen Robert en Bertrand en Piet Pienter en Bert Bibber. Hij bewerkte ook oude scenario's van Bessy voor nieuwe versies die werden getekend door Jeff Broeckx. Eveneens uit het universum van Willy Vandersteen komt Grossey's Red Knight, wat een meer volwassen versie van De Rode Ridder moest worden, getekend door Marvano. Na één deel uit 1990, een update van De Vuurgeest, verdween deze reeks voortijdig in de annalen van de stripgeschiedenis.

Spionageverhaal

Grossey was aangezocht om dit album te schrijven. In het slechtste geval kon hij zijn ideeën en vergaarde documentatie doorspelen aan een andere scenarist. Hij kweet zich echter met de hulp van vakbroeders en zijn echte broer Eric toch zelf van de taak. Marvano leverde hem waardevol commentaar op het scenario zodat er geen plotgaten, losse eindjes en onlogische elementen te bespeuren zouden zijn. Hij gaf Grossey ook de tip om het verhaal te situeren vóór de start van de wereldtentoonstelling in Brussel... "Dan moet Stallaert niet al die kopjes tekenen." Het was in 1958 nogal een drukbezocht evenement namelijk.

Het album speelt zich dus af in de periode die voorafging aan Expo 58, toen in Brussel tientallen landen in speciaal gebouwde paviljoenen lieten zien wat ze in huis hadden. Niet alleen goedmenende bezoekers kwamen de Expo bezoeken. Er zouden ook ongeveer drieduizend spionnen op en rond de Expo rondgewaard hebben. De Koude Oorlog en de ruimtevaartwedloop waren aan de orde van de dag en in de marge daarvan hield men elkaar in de gaten. Grossey maakte er dan ook een onvervalst spionageverhaal van. Uit datzelfde vaatje tapten Patrick Weber en Baudouin Deville trouwens ook al voor hun Glimlach 58. Uiteraard ontbreekt hét bouwwerk van de Expo niet: het Atomium. Omdat daar beeldrecht op rust, moest er voor het gebruik van het Atomium in de strip betaald worden.

Jerom en tante Sidonia komen in dit verhaal dan weer niet voor, net zoals ze in de oorspronkelijke Blauwe Reeks voor het weekblad Kuifje verdwenen. Als je goed kijkt, kan je de twee in dit album toch spotten tussen een menigte bezoekers van de Expo. Hypnotiseur Priem uit het Suske en Wiske-verhaal De Schat van Beersel zien we daarentegen wel terug. Hij stuurt Lambik terug in de tijd, naar de door de Duitsers verwoeste Franse stad Reims in 1918, wat meteen een aansluiting is bij Lambiks oudstrijdersverleden in de reeks Suske en Wiske. Bij het herlezen en analyseren van de Blauwe Reeks vond Grosey dat hij de personages namelijk ook in dit verhaal in de tijd moest laten reizen.

Het album verscheen in zes uitvoeringen die we hieronder op een rijtje zetten:

  • Softcover: 56 pagina’s, 9,99 euro
  • Hardcover: 64 pagina’s met dossier van 8 pagina’s, 14,99 euro
  • Hardcover (Franstalig): 56 pagina’s, 14,99 euro
  • Luxe halflinnen: 56 pagina’s met 4 pagina’s aan schetsmateriaal en ex libris, 65 euro
  • Luxe suède: 56 pagina’s met 4 pagina’s aan schetsmateriaal en ex libris (identiek binnenwerk als hierboven), 100 euro
  • Luxe groot formaat met andere covertekening (zie linkerafbeelding hieronder): 56 pagina’s in zwartlijn en 2 ex librissen, 150 euro

Alleen in de gewone hardcovereditie staat achterin een 8 pagina's tellend, boeiend dossier van Ronald Grossey. Daarin geeft hij nog eens wat uitleg over de Blauwe Reeks, de jaren 1950, de Koude Oorlog, de befaamde Expo, de revolutionaire Ramac 305-computer en enkele persoonlijke ontboezemingen. Foto's van Expo 58 en fragmenten en illustraties van Willy Vandersteen verluchtigen de tekst.

Volgend jaar verschijnt opnieuw een Suske en Wiske-hommage. Bij Standaard Uitgeverij hield men nog de lippen stijf op elkaar om ons niet te verklappen welke auteurs zijn gevraagd voor dat album.

© foto's: Raymond Lagae