Stephen Desbergs eerste stappen als scenarist

10 september 2022 Flashback

Op 5 november 1977 overleed René Goscinny schielijk bij zijn cardioloog terwijl hij een fysieke test op de hometrainer ondernam. Hij stierf aan een hartstilstand en werd amper 51 jaar. Naast het menselijke verlies was er ook het professionele verlies. Albert Uderzo stond er nu alleen voor om Asterix voort te zetten. Hetzelfde gold voor Goscinny's andere immense successerie, Lucky Luke. Het laatste jaar boterde het nochtans niet meer tussen de scenarist, uitgever Dargaud en tekenaar Morris. Maar een nieuwe scenarist diende toch gezocht te worden.

De jonge Stephen Desberg nam in 1972 de reeks Baard en Kale van de grote Maurice Tillieux over. Dat gebeurde met tussenstappen. De ontmoeting tussen Tillieux en Desberg kwam tot stand dankzij de Brusselse striphandelaar en occasionele uitgever Michel Deligne, die op dat moment de eerste afleveringen van Tillieux' Felix in album uitgaf. Desberg kwam weleens bij Deligne langs om er zijn verzameling van Jan Kordaat te vervolledigen. Deligne organiseerde een ontmoeting met de twee heren, maar Tillieux schonk Desberg haast geen aandacht. De scenarist in spe was niet onder de indruk.

Een paar dagen later belde Tillieux Desberg op met het verzoek een test te maken. Hij mocht een scenario schrijven, maar kreeg niet de garantie dat het zou worden gebruikt. Desberg schreef een korte aflevering van Jess Long. Tillieux vond het goed, maar zat plots in tijdsnood voor de reeks Baard en Kale. Dat kwam goed uit voor Desberg, want hij hield wel van die avontuurlijke detectivereeks. Hij leverde het idee voor De Laatste Stunt met New York als decor. Tillieux veranderde de setting naar het Franse Aulnay in de Ardèche. Zonder tekenaar Will te ontmoeten tijdens het uitschrijven van zijn eerste Baard en Kale-scenario (want hij werkte in opdracht van Tillieux, niet voor Will), moest hij het verhaal meerdere keren herschrijven. De commentaren van de meester waren dikwijls hard. Een botte "Dat is niet goed" of "Denk maar niet dat je al een professional bent, dat zal nog vijf jaar duren". Ondertussen kon Desberg ook voor André-Paul Duchâteau aan de slag die bij hem een scenario voor Yalek bestelde.

Uiteindelijk bracht Desberg zijn eerste Baard en Kale-scenario tot een goed einde. Tillieux kocht het aan, maar zei er wel bij dat hij het ging veranderen zoals hij het ou. Desberg aanvaardde onder de voorwaarde dat hij ook het volgende verhaal mocht schrijven. En dat was oké.

Vanaf De Bivakmutsen (deel 27) kwam Tillieux minder tussen in het schrijfproces. Hij begon steeds meer het werk van zijn leerling te waarderen. Op een vergadering bij Dupuis zei hij zelfs tegen Raoul Cauvin dat Desberg een naam was om te onthouden.

Na het einde van Desbergs tweede verhaal vertrouwde Tillieux de reeks Baard en Kale volledig toe aan Desberg. Hij kreeg er ook het telefoonnummer van Will bovenop zodat hij het de tekenaar zelf kon vertellen. De vriendschap met Will en vooral diens zoon Eric Maltaite (voor wie hij onder meer Hercules en 421 zou schrijven in de jaren die volgden) en de rest van de familie groeide met de jaren. 

Desberg vertelde aan Tillieux nog wel in het kort waarover Metamorfose (deel 28) zou gaan, maar voor Tillieux was het al lang beklonken. Desberg was nu de nieuwe scenarist. En er kon eindelijk getutoyeerd worden. Tillieux zou zich nu weer ten volle kunnen wijden aan Guus Slim door de reeks zowel te tekenen als te schrijven, want hij had daar wel weer zin in en ook de broodnodige tijd.

Terug naar Lucky Luke. Als jonkie met lef stelde Desberg na de dood van Goscinny aan Morris voor om een scenario van Lucky Luke te schrijven. Morris stemde toe onder de voorwaarde dat Tillieux de dialogen zou schrijven. Maar helaas, vijf jaar na zijn eerste stappen bij Tillieux en dus volgens diens voorspelling ondertussen een volleerd scenarist zou het nooit komen tot een co-auteurschap Morris + Stephen Desberg / Maurice Tillieux. Drie maanden na het verdwijnen van Goscinny verongelukte Tillieux namelijk met zijn wagen op 2 februari 1978. Guus Slim nam hij mee in het graf, sindsdien zijn geen nieuwe verhalen meer verschenen. Morris koos voor een andere oplossing en Desberg sloeg eveneens andere wegen in. Met de jaren groeide zijn staat van dienst, niet steeds met de grootste successen, maar vandaag is hij toch een bestsellersauteur met reeksen als De Schorpioen en I.R.$.