De IJstrein dendert voort

23 juli 2022 Flashback

In 1978 stelde scenarist Jacques Lob aan Régis Loisel voor om de dystopische thriller De IJstrein te tekenen waar Lob net mee begon. Ze kenden elkaar sinds 1975 door hun publicaties in Imagine, waarin de eerste versie van Op Zoek naar de Tijdvogel verscheen, dat Lob uitgaf in samenwerking met Rodolphe. De twee proefplaten die Loisel tekende, bevielen Lob. Loisel zag het als een grote eer om voor Lob te mogen tekenen. Maar toch weigerde hij het project omdat hij van tevoren wist dat hij geen inspraak zou hebben in het scenario over een lange trein in de nabije toekomst waarop overlevenden tijdens een nieuwe ijstijd moeten samenleven. Bovendien lagen het realistische kader en de tekenstijl die daarvoor nodig waren hem niet. Omdat het verhaal zich integraal afspeelde in een trein zag hij eerder de beperkingen ervan in om het verhaal boeiend in beeld te brengen. Of het standpunt nu van hier of van daar kwam, in wezen maakte het in die besloten ruimte toch geen verschil uit.

Loisel was niet de eerste keuze van Lob. Eerst was er namelijk tekenaar Alexis. Hij overleed echter schielijk in 1977 na zestien voltooide pagina's. Je vindt er hieronder twee.  

Lob probeerde vervolgens allerlei tekenaars uit. Om verschillende redenen was er geen enkele die hij geschikt achtte voor zijn grote project. Vervolgens kwam Jean-Marc Rochettes Eduard het Zwijn onder de ogen van de scenarist en hij zag daarin aanleg tot het realistisch tekenen. Hij trok zijn stoute schoenen aan en vroeg Rochette of hij het verhaal wilde afmaken. In eerste instantie dacht Rochette dat hij dat niet kon. Realistisch tekenen heeft hij nooit echt gedaan. Hij zei niet meteen ja, maar deed wel een poging. En dat ging redelijk vlot. Het enige waar Rochette wat problemen mee had, was dat het verhaal als het ware achter gesloten deuren afspeelde op steeds eenzelfde plaats. Ook de pessimistische levensvisie was een harde dobber voor de tekenaar. De versie van Rochette week serieus af van die van Alexis, die gedetailleerder tekende. De zoektocht naar een nieuwe tekenaar duurde vijf jaar en het verhaal was vanaf 1982 te lezen in Castermans stripmaandblad Wordt Vervolgd. Het album kwam uit in 1984. Het was opgedragen aan Alexis.

De IJstrein begon langzaam aan een eigen leven te leiden. Het dook geregeld op in toplijstjes en won almaar meer zieltjes. Een vervolg bleef niet uit, weliswaar enkel in het Frans. Samen met een herdruk van deel 1 verscheen deel 2 in 1999 en deel 3 in 2000. De albums waren nog steeds getekend door Rochette (die het grijze rastergebruik verving door gewassen inkt) en geschreven door Benjamin Legrand (bekend van onder meer De Kakkerlakkenkiller en New York Mi Amor voor Jacques Tardi en Lone Sloane voor Philippe Druillet). Legrand mocht op vraag van Lob in 1984 al aan de slag als scenarioschrijver om het scenario te bewerken voor een filmscript, want er kwam al vlug interesse uit die hoek. Na een jaar moest Legrand er de brui aan geven door te veel andere projecten en tegelijk was het filmproject opgedoekt. Dat Lob niet zelf het vervolg op zijn eigen strip schreef, is eenvoudig te verklaren: hij was al bijna tien jaar dood. Lob overleed op 24 mei 1990.

In dat vervolg rijdt een tweede ijstrein rond, maar tegelijk de ijsvlakten introk. De scheiding van de klassen blijft gehandhaafd. Men vraagt zich aan boord af waarom er zoveel remoefeningen moeten gebeuren. En er zijn ook vreemde geluiden te horen, signalen van overzee. Op het interne televisienetwerk wordt daar met geen woord over gerept. Een sekte aan boord meent ondertussen dat de trein een vliegende schotel is en kiest voor een radicale oplossing.

Het tweeluik werd pas in 2020 vertaald in een integrale met het oorspronkelijke De IJstrein erbij. Dat gebeurde onder de titel Snowpiercer, die ook werd gebruikt voor de Zuid-Koreaanse verfilming van Bong Joon-ho (Oldboy, Parasite, Mother) met Chris Evans, Song Kang-ho, Ed Harris, Jamie Bell, John Hurt en Tilda Swinton in hoofdrollen, en de tv-serie voor Netflix die daaruit voortvloeide. Bong Joon-ho is een grote fan van graphic novels als From Hell en Watchmen en vond een Koreaanse vertaling van De IJstrein uit de jaren 1980 in een boekenwinkel waar hij vaak komt. Door de special effects spoorde Snowpiercer richting de duurste Koreaanse film ooit met een budget van een kleine 40 miljoen dollar. De release was al voorzien in 2010, maar door uitgestelde opnames en andere projecten kwam de film in 2013 uit. Het werd een succes die dubbel zoveel als het budget opbracht.

De eveneens op de strip gebaseerde tv-serie Snowpiercer startte in 2020 op TNT en wat later Netflix en is een Amerikaanse productie. Daveed Diggs en Jennifer Connelly delen de hoofdrol. Die trein raast goed verder, want de opnames voor het vierde seizoen zijn aan de gang met een geplande release in januari 2023.

Op stripgebied bleef men ook niet stilstaan aan een stationnetje. In 2013, het jaar van de release van de film van Bong Joon-ho, schreef Nicolas Finet het Franstalige overzichtsboek Histoires du Transperceneige (96 pagina's) bij elkaar. Het rijkelijk geïllustreerde boek bulkt van de interviews, voorstudies, anekdotes en andere weetjes over de ontstaansgeschiedenis van De IJstrein en het lange parcours om er een film van te maken.

Vijftien jaar na het tweeluik van Rochette en Legrand en twee jaar na de film tekende Rochette een nieuw album, het 232 pagina's dikke Terminus, op scenario van Olivier Bocquet (FRNK). Daarin verkent IJstreinbewoner Puig met zijn team landmeters een ondergrondse schuilplek dat over een elektriciteitsbron en een spoornet beschikt.

Rochette en scenarist Matz (De Killer) voegden er in 2019 en 2020 ook nog het tweeluik Extinctions (tweemaal 96 pagina's) aan toe. Het is een prequelverhaal over de overbevolkte Aarde en een groep ecoterroristen die beslissen om het uitroeiingsproces te versnellen door een klimaatapocalyps te programmeren. Een visionaire miljardair probeert hen tegen te werken en vindt een autonoom werkende motor uit die hij beschouwt als een Ark van Noach 2.0, de IJstrein.

Het boek en de drie nieuwere stripverhalen zijn niet vertaald.