De divan van Raoul Cauvin

30 juli 2022 Flashback

Lees je een naslagwerk of een biografische tekst over Raoul Cauvin dan staat er wel in vermeld dat deze scenarist zijn scenario's bedacht op de divan. Het is geen mythe, noch overdreven. De divan was een werkelijk middel voor de uitoefening van zijn job. In bijna elke kamer van zijn huis stond een divan of een ander meubel waarop hij languit kon liggen. Cauvin beweerde dat hij enkel kon nadenken als hij kan liggen, met de ogen gesloten. In de reeks Arme Lampil, door en over Cauvin en Willy Lambil, zie je hem vaak genoeg liggen op een divan. Enkele voorbeelden uit deel 7 zie je hieronder afgebeeld.

Het was voor Cauvin ook het moeilijkste gedeelte van het schrijfproces. Uren had hij nodig om losse ideeën aan elkaar te puzzelen en in een logische volgorde te plaatsen, allemaal in zijn gedachten. Pas daarna zette hij zich aan zijn bureau om het verhaal volledig uit te schrijven. In eerste instantie tekende hij op twee of drie pagina's 44 minipaginaatjes die hij onderverdeelde in stroken en prenten zoals hij de structuur van het verhaal ziet. Voor een verhaal zoals De Blauwbloezen hield hij bijna altijd dezeflde logica aan: in de eerste drie pagina's moesten het decor en ook nog eens de verhouding tussen sergeant Chesterfield en korporaal Blutch duidelijk gemaakt worden. Cauvin ging ervan uit dat nieuwe lezers niet altijd de reeks van nul beginnen te lezen. Voor hen moet het dus duidelijk zijn dat het ene hoofdpersonage zo plichtbewust is als wat en het andere een pure antimilitarist. En dat gebeurt elke keer opnieuw in het begin van het verhaal.

Cauvins langere verhalen begonnen vaak met een grote prent. Hij wist niet echt waarom, maar het was handig om de lezer meteen in het verhaal te trekken en een sfeer te creëren. Het gebeurde dat Lambil deze grote prent meermaals hertekende, hoewel de eerste versie al in orde was. Na deze fase volgde de hoofdmoot, die de kern vormde voor het verhaal: een situatie, een crisis, een element die voor de nodige actie zorgde. Vanaf dan werkte Cauvin naar het einde toe.

De dialogen tikte Cauvin vervolgens op de computer in porties van tien tot vijftien pagina's. Zo overzag hij makkelijker of alles klopte. Dezelfde porties tekende hij ook weer uit op een groter formaat. Hij tekende zelf de personages (rudimentair uiteraard) en plaatste de juiste tekstballonnen bij de personages. Af en toe gebruikte hij een kleurtje om het verschil tussen belangrijke personages of een belangrijk element te accentueren. Eens hij alle 44 pagina's had uitgewerkt, bezorgde hij ze aan de tekenaar, veelal via fax. Elk van zijn tekenaars hoefde zich niet per se de suggesties van Cauvin voor wat de bleedkadrage betreft aan te trekken, maar meestal volgden ze wel zijn voorbeeld. Mochten er misverstanden zijn of vragen bij de tekenaar, werd er overlegd. Lambil bijvoorbeeld leest het drie keer opnieuw vooraleer hij zich na het verzamelen van eventueel benodigde documentatie aan het werk tooide. Daarna zag Cauvin niets meer van zijn verhaal tot alle pagina's waren getekend.

Hieronder vind je een voorbeeld van een getekende scenariopagina door Cauvin en het eindresultaat van Lambil. De pagina komt uit De Blauwbloezen 5: De Deserteurs (1974).