Brokkenmaker Christian Denayer fikste de klus

8 oktober 2022 Flashback

Door de hernieuwde aandacht voor De Brokkenmakers, een actiereeks van Christian Denayer en André-Paul Duchâteau, dankzij de aanvankelijk Franstalige integrales kwam er ook interesse uit de filmwereld. Een niet bij naam genoemde bekende filmregisseur was vast van plan om een film van De Brokkenmakers te maken. Denayer wilde toen in een interview niet zeggen om welke regisseur het ging. Het script zou worden gebaseerd op de verhalen die in de vierde integrale staan, over de vrachtwagens, de Big Mama-cyclus! Na een getekend voorakkoord kwam er niets meer van in huis.

Wel een feit is de aparte ontstaansgeschiedenis van de reeks. In 1973 maakten Denayer en Duchâteau een reeksje voor Robbedoes. Bij een etentje, waar alle auteurs aan het weekblad voor werden uitgenodigd, dienden de auteurs hun wagens te parkeren aan de rand van een meer. Na de maaltijd, zo rond middernacht, vond Duchâteau zijn wagen compleet vernield terug door toedoen van een andere chauffeur. Hij moest een garage bellen om zijn wagen op te laten halen. Enkele weken later stelde Denayer op de trein naar het stripfestival van Angoulême aan Duchâteau zijn plannen voor om een stripreeks te maken waarin veel wagens in de prak zouden worden gereden. De scenarist hapte toe. Het opmerkelijke is dat Duchâteau werkelijk geen enkele interesse voor wagens had.

In de jaren 1980 reisde het duo vaak naar Duitsland omdat Yalek er werd gepubliceerd in het Duitse stripblad Zack. Soms reden ze met Denayers wagen, soms met die van Duchâteau. Op een dag had de scenarist een nieuwe Volvo gekocht. Denayer vroeg 'm naar de cilinderinhoud, maar dat wist Duchâteau niet. Hij kende niets van zijn eigen wagen. Met moeite wist hij dat het een diesel was en geen bezineslikker, maar zelfs het verbruik van de wagen kende hij niet. Ondanks dat gebrek aan kennis over wagens, schreef hij met De Brokkenmakers en ook met Alain Chevallier voor dezelfde tekenaar twee populaire reeksen uit het weekblad Kuifje. In de verhalen van de jonge dandy Alcibiade Russel en zijn vele oudere kompaan Brockowsky (zeg maar Al Russel en Brock, allebei flikken) vloog menig voertuig aan je neus voorbij.

Tegenwoordig is Denayer de gevierde tekenaar van Wayne Shelton. Duchâteau was nuvooral de grote man van Rik Ringers... waar Denayer nog acht jaar aan heeft meegewerkt. Hij assisteerde Tibet voor tien albums nadat hij al voor Jean Graton (Michel Vaillant) werkte nog voordat Graton met een eigen studio begon. Het verschil tussen beide leermeesters vatte Denayer als volgt samen: "Jean Graton was een beetje paternalistisch, maar hij nam niet echt de tijd om mijn fouten uit te leggen. Tibet daarentegen nam een potlood en tekende het me voor. Hij was een echte leraar. Ik heb veel geleerd door met hem samen te werken. We zijn vrienden geworden."

Toen Tibet zijn eerste hartinfarct kreeg, was Denayer de aangewezen persoon om volledige pagina's van Rik Ringers te tekenen. Dat was voor het verhaal Duel met de Beul. Hoofdredacteur Greg belde hem op met de melding dat hij het verhaal verder moest afwerken, want de voorpublicatie liep al in Kuifje. Hij kreeg acht dagen voor de resterende vier pagina's. Ondanks de tijdsdruk en de plankenkoorts slaagde Denayer in de moeilijke klus, als depanneur. Greg en Tibet waren tevreden. Toch hertekende Tibet, van zodra hij aan de beterhand was, de pagina's voor de albumpublicatie om de coninuïteit te handhaven. Zoek dus maar eens de verschillen op als je het album en de weekbladversies bezit.

Alexis Dragonetti, de in 2019 met zijn wagen verongelukte uitgever van Ballon Media (nu samengesmolten met Standaard Uitgeverij), was een grote fan van De Brokkenmakers. Hij zorgde er persoonlijk voor dat de integrale reeks vanaf 2017 ook in het Nederlands verscheen, hoewel de verkoop ervan niet voortreffelijk beloofde te zijn... en dat ook niet was. Hoe dan ook raakte de integrale reeks volledig uitgegeven in 2020 na zeven delen waarin alle eenentwintig lange verhalen gebundeld raakten. Helaas maakte Dragonetti de publicatie van de laatste delen niet meer mee.

Bron: Nicolas Anspach — ActuaBD, 28 november 2010