2 of 37
Ronald Grossey over zijn boek over Studio Vandersteen
tekst: Ronald Grossey
Afgelopen week verscheen bij Just Publishers een herziene en flink uitgebreide versie van het boek Studio Vandersteen: Kroniek van een Legende. We nodigden schrijver Ronald Grossey uit om er enkele fragmenten uit te selecteren en die nader toe te lichten. Net zoals het boek ook rijker is geïllustreerd dan de eerste uitgave uit 2007, kunnen we ook Grossey's bijdrage hieronder met beeldmateriaal uit het boek illustreren. De fragmenten vertellen over een jolige sfeer dankzij Karel Biddeloo, onenigheid op de Bessy-studio, koninklijk bezoek en een hulde-album op leven en dood.
De sfeer op de studio in Kalmthout
De toelichting van Grossey: "Zondag 30 maart 2025 zal het tachtig jaar geleden zijn dat de eerste strook van Rikki en Wiske in Chocowakije in de krant De Standaard verscheen. Suske en Wiske zijn dit jaar dus tachtig geworden.
Behalve Suske en Wiske tekende Willy Vandersteen in de tweede helft van de jaren 1940 ook nog de wekelijkse gagpagina voor De Familie Snoek en realistische verhalen voor het weekblad Ons Volkske. Zelfs duizendpoot Vandersteen kon dit niet alleen. Hij kreeg aanvankelijk hulp van zijn vrouw Paula Van den Branden, maar moest al snel op zoek naar professionele medewerkers.
Gaandeweg vormde er zich een studio die naast Suske en Wiske ook instond voor de realisatie van reeksen als Bessy, Jerom en De Rode Ridder. Eind jaren 1960 werkten stripauteurs als Paul Geerts, Eduard De Rop en Eugeen Goossens samen in Kalmthout. Ze zorgden ervoor dat het moordend ritme van de dagelijkse krantenpublicatie gehaald werd. Maar met de komst van Karel Biddeloo bij Studio Vandersteen werd striptekenen ook ‘fun’."
Op de foto's hierboven: 1. Eugeen Goossens en Karel Biddeloo • 2. Studio Vandersteen in Kalmthout, met Eugeen Goossens, Paul Geerts, Eduard De Rop, Lucienne Van Deun (vooraan) en Hilde Costermans © Eugeen Goossens • 3 Karel Biddeloo en Eric De Rop © Eric De Rop • 4. Uit het plakboek Karel Biddeloo: Eugeen Goossens en Claudia Cardinale
Fragment uit het boek:
If you’re going to San Francisco be sure to wear some flowers in your hair; die slogan dompelde de zomer van 1967 in een wereld van kralen, tamboerijnen, zandtekeningen, kaftans, sandalen, Indische rokken en opiumpijpen. Ondanks de bombardementen in Vietnam en de Zesdaagse Oorlog in het Midden-Oosten leek het leven twee maanden lang een cannabisroes.
Er heerste al een aangename sfeer bij de Studio in Kalmthout, maar de lont werd pas echt aangestoken op het moment dat Karel Biddeloo zich daar ging nestelen. Zijn fratsen en grollen waren schier eindeloos, getuigden zijn collega’s van toen.
Karel Biddeloo deed gekke dingen. Die kon bijvoorbeeld de Studio binnenkomen en met zijn pistool zwaaiend “Hands Up!” roepen en dan moesten we allemaal onze handen omhoogsteken. Of hij maakte foto’s en verzon daar een verhaal omheen; dan moest ik bijvoorbeeld een zeemeermin uitbeelden en dan werd ik opgevist.
— Diane Asselberg in 2006.
Karel kon ook binnenkomen als Kabouter Kandelaar. Dan liep hij zo’n beetje als een marionetpop, zijn benen wiebelend, tussen de bureaus en met een diepe stem zong hij dan: “Ik ben Kabouter Kandelaar.”
— Lucienne Van Deun in 2006.
Karel Biddeloo was ook bekend vanwege het verzamelen van allerlei plakboeken. Zo maakte hij diverse plakboeken rond de Studio, foto’s die hij maakte tijdens feestjes of verjaardagen. Maar hij had ook themaplakboeken, bijvoorbeeld een plakboek over prinses Caroline van Monaco. Dat had hij naar het hof van prins Rainier opgestuurd. Enkele weken later kreeg hij zijn pakket onbeantwoord terug.
Karel had voor mij speciaal het “plakboek van de mooie meisjes” gemaakt. Hij had prenten uitgeknipt van Brigitte Bardot, Claudia Cardinale, Ursula Andress en zo. Hij wist dat ik de Oostenrijkse actrice Senta Berger een heel mooie vrouw vond en bij dat prentje had hij de man die de actrice vergezelde wat bijgetekend en hem mijn uiterlijk gegeven. Senta Berger stond later model voor de goede fee Galaxa in De Rode Ridder. Karel had bijvoorbeeld ook een plakboek rond de maanlanding in 1969. Dan vroeg hij aan Eduard en mij om een tekening te maken van hoe die mannen naar het toilet gingen. Hij moet hopen plakboeken gehad hebben, want hij was een spirituele, plezante gast.
— Eugeen Goossens in 2006.
Met Karel Biddeloo had Eugeen Goossens ook de fascinatie voor het tekenmateriaal gemeen. Biddeloo noemde hem de professor:
Ik was altijd bezig met die pennetjes, die passers, de graphospennen, de gommen. Dat zijn relikwieën. Ik testte ze op hun kracht, hun vering, hun stabiliteit. Bijvoorbeeld zo’n nieuw atoompennetje kon nog wel eens haperen als je dat op het papier zette en naar boven bewoog. Dan schuurden we zo’n pennetje even af met een schuurpapiertje. We experimenteerden ook met diverse soorten pennen. Of we gebruikten een truc, bijvoorbeeld door even aan de onderkant op de pen te drukken zodat de twee tandjes over elkaar kwamen te liggen. Dan kon je een heel fijn lijntje trekken. Van die atoompennetjes heb ik er wel zo’n duizend versleten en op de duur had mijn nagel de vorm van mijn pen aangenomen, een putje, zwart van Chinese inkt.
— Eugeen Goossens in 2005.
Onvrede bij de Bessy-studio
De toelichting van Grossey: "Met het oog op de publicatie van één Bessy-album per week voor de Duitse markt richtte Willy Vandersteen nog een tweede studio op, in de Gretrystraat in Antwerpen. Ook hier werd dus een dodelijke planning vooropgezet. De legendarische Karel Verschuere werd aanvankelijk door Vandersteen aan het hoofd van die Bessy-studio geplaatst. Maar door een dispuut dat eindigde in een waar koningsdrama scheidden de wegen van de twee kunstenaars, ooit grote vrienden. Er kwam een va et vient van diverse medewerkers. Met Jeff Broeckx aan het hoofd van de Bessy-studio keerde de rust begin jaren 1970 terug. Toch stonden ook tijdens die periode de zenuwen soms strak gespannen en groeide de twijfel. Was het gras aan de andere kant van de heuvel niet groener?"
Op de foto's hierboven: 1. Ron Van Riet die Bessy tekent • 2. Jeff Broeck en Ron Van Riet © Ron Van Riet • 3. Eugeen Goossens • 4. Jeff Broeckx en Ron Van Riet © Ron Van Riet
Fragment uit het boek:
Veel medewerkers van de Bessy-studio hadden het moeilijk in het begin van de jaren zeventig. Alleen Jeff Broeckx en Ann Van de Velde, en later ook Ron Van Riet, werkten op loonbasis. De anderen werden per pagina betaald en die plaatprijs lag laag, op zo’n 825 à 900 frank per pagina. Er heerste onvrede.
Het kwam zelfs zover dat een viertal studiomensen, als het ware als een echo van hetgeen er een paar jaar eerder met Karel Verschuere was gebeurd, de auto instapte en richting Duitsland vertrok.
We vertrokken ’s morgens in de sneeuw. Patrick van Lierde, Eugeen Goossens, Jeff Broeckx en ikzelf zaten in de gloednieuwe goudkleurige Ford Capri van Jeff. Eugeen reed. Uren hebben we in de files gezeten, achter een tractor gehangen. We hadden een voorstel voor een verhaal bij ons, hadden tekeningen meegenomen. Het gebeurde allemaal spontaan, maar was dan ook slecht voorbereid. Uiteindelijk is er niets concreets uit die trip naar Duitsland voortgekomen, maar eigenlijk was het wel een prachtig weekend.
— Ron Van riet in 2005.
Eugeen Goossens vulde aan:
Ron en Jeff hadden een paar adressen van uitgevers opgezocht. We werden wel overal goed ontvangen. Jeff, die altijd een stille was, liet Ronny het woord voeren. Bij Pabel Verlag stelden ze ons voor om de reeks Fix und Foxy te gaan tekenen, een soort Disney-achtige muisjes. Dat idee zagen we echter niet zo zitten.
— Eugeen Goossens in 2006.
Ook Vandersteen ving de signalen van ontevreden medewerkers op.
Er waren kleine jongens bij die dachten dat ik alle weken een klein fortuin aan hen kon verdienen. [...] Een fortuin is heel vlug gezegd, maar niet zo gauw verdiend. Op dit ogenblik is de productie voor Duitsland, berekend op het tekenen der platen, bijna een verliespost voor mij. Gelukkig dat we dan achteraf nog de albumuitgaven hebben, het enige dat er aan overschiet.
— Willy vandersteen in 1976.
Het gemor in de Gretrystraat bleef. Er werd zelfs met een auteursstaking gedreigd. Jeff Broeckx ging bij Vandersteen bemiddelen.
Toen heb ik tegen hen gezegd: “Als jullie er allemaal mee akkoord gaan, vertel ik aan Vandersteen: ‘Luister, als er niet meer betaald kan worden, dan zijn we genoodzaakt om te stoppen.’” Iedereen was akkoord. Ik deed het voor de mensen die voor mij werkten, niet voor mezelf, want ik had een vast loon, en kreeg overuren uitbetaald.
— Jeff broeckx in 2005.
Jeff Broeckx ging naar Vandersteen.
Toen heeft Vandersteen ons een opslag van 25 procent gegeven. Daar heeft Jeff voor gezorgd, want hij kon nogal veel tegen Vandersteen zeggen. Vandersteen had vroeger armoede gezien, mensen zonder werk, kon dat eigenlijk niet verdragen. Zelfs als hij wat verlies aan zijn Studio deed, wilde hij die toch behouden. Misschien ook wel een beetje voor zijn ego. Maar toch. Hij wist dat het probleem alleen met geld op te lossen was.
— Ron Van Riet in 2005.
Koninklijk bezoek
De toelichting van Grossey: "Wanneer ik diverse Studio Vandersteen-medewerkers interviewde voor mijn boek, benoemden de meesten de komst van koningin Fabiola naar de studio in Kalmhout als hoogtepunt van hun carrière bij Willy Vandersteen.
Niet alleen Vandersteen zelf was die dag, 16 maart 1983, zenuwachtig. Al weken gonsde het bericht onder de studiomensen in Kalmthout en in Antwerpen, heftige gesprekken gingen eraan vooraf. Het hoofdonderwerp van die discussies was van vestimentaire aard, want welke kledij zouden zowel de mannelijke als vrouwelijke medewerkers bij het bezoek van de koningin dragen. Vandersteen had zijn mannelijke collega’s in Kalmthout immers altijd gevraagd om in kostuum te komen werken, als echte heren, maar de bohemiens die de Bessy-studio bevolkten, dachten daar anders over."
Op de foto's hierboven: 1-2. Bezoek koningin Fabiola © Bruno Vetters • 3. Koningin Fabiola, Jacques Bakker, Fons Van den Bogaert, Eugeen Goossens © Bruno Vetters
Fragment uit het boek:
In 1983 pleitte VS-president Ronald Reagan voor het Star Wars-plan, een afweersysteem in de ruimte. Vierhonderdduizend betogers in Brussel en vijfhonderdvijftigduizend in Den Haag protesteerden tegen het plaatsen van kernwapens in de Benelux. Hergé overleed op 77-jarige leeftijd en in België werden de eerste aidsgevallen ontdekt.
Maar op 16 maart 1983 was het feest in Studio Vandersteen. Niet alleen was de meester een maand daarvoor 70 jaar geworden, de Studio stond op zijn kop, want ‘de koningin’ kwam op bezoek. Aanvankelijk zou koning Boudewijn haar vergezeld hebben, maar rugproblemen hadden hem weerhouden om de tocht naar Kalmthout te ondernemen.
Er waren wat spanningen aan voorafgegaan. De dag voor het koninklijk bezoek had Willy Vandersteen nog aan Paul Geerts gevraagd om steeds in zijn buurt te blijven.
Met jou naast mij voel ik me meer op mijn gemak, Paul. En als ze [koningin Fabiola] iets vraagt wat betrekking heeft op de Studio, geef jij haar uitleg.
— Paul Geerts in 2005.
Aan de Studiomedewerkers werd uitgelegd hoe je de koningin moest aanspreken: steeds wachten tot ze zelf een vraag stelde, de aanspreektitel ‘mevrouw’ gebruiken. Bovendien werd er uitdrukkelijk gevraagd niets aan de koningin over hun (karige) loon te vertellen. Alleen de prettige dingen mochten gezegd worden.
En vooral netjes gekleed zijn. En daar wrongen de schoentjes. De meisjes twijfelden of ze een lange rok zouden aantrekken of een jurk. Bij de jongens van de Bessy-studio waren er nog heftiger discussies. Wie ging er een das dragen? En om te beginnen: wie hád er een das? De heftigsten verklaarden dat ze voor niemand zo’n koord, als was het een galgentouw, rond de nek zouden spannen.
’s Morgens stonden er zo’n vijfhonderd kinderen bij de oprit voor de villa in Kalmthout de koningin op te wachten. En ook de pers was er in groten getale. Na vijfentwintig extra zenuwachtige minuten arriveerde koningin Fabiola eindelijk bij de Studio zelf. De Studiomedewerkers, aangevuld met een aantal directe medewerkers van Standaard Uitgeverij, het inkleurteam en mensen van de productie waren paraat. De meisjes meestal in een ‘deuxpieceke’, de mannen allemaal in kostuum. Mét das.
Vandersteen was vereerd, maar ook zenuwachtig, net zoals iedereen. Je wist niet goed hoe je jezelf moest houden. Hoe je moest bewegen. We keken voortdurend naar de andere bureaus, hoe de collega’s het er vanaf brachten. De koningin was vergezeld door een eredame, iemand uit Turnhout die haar kwam assisteren. Ze was goed voorbereid, stelde perfecte vragen, was geïnteresseerd.
— Anita Schauwvlieghe in 2005.
De koningin verhuisde met haar gevolg eerst van bureau tot bureau, steeds vergezeld door Willy Vandersteen en Paul Geerts, die inderdaad de meeste vragen van de koningin opving. Hij was his master’s voice. Daarna kwamen de Bessy-medewerkers en het personeel van Standaard Uitgeverij aan de beurt.
Ook met scenarist Jacques Bakker bleef de koningin een tijdje praten: Ze wilde alles over strips weten, “hoe ze gemaakt werden”, “hoe die teksten geschreven werden” enzovoorts.
Ze was gefascineerd door het onderwerp en praatte met iedereen. Dus ook met Patrick van Lierde, een van de belangrijkste inkters van Bessy. Hij had pas een huis gekocht. Aan hem vroeg ze: “Dan hebt u veel bomen?” En plots werd dat een vraag die ze aan iedereen begon te stellen, ook aan mij. “En hebt u ook bomen?” Ik antwoordde haar: “Ja mevrouw, het is slechts één boom, maar wel een hele grote.”
— Jacques bakker in 2005.
Na de informatieve gesprekken werd de koningin naar de villa van Vandersteen geleid. Daar werd haar een glas champagne aangeboden en vertelde ze dat de Suske en Wiske-albums aan het hof gretig werden gelezen.
Het bezoek van de koningin had Vandersteen deugd gedaan, maar hem niet meteen tot een royalist gemaakt. Want toen Paul Geerts enkele maanden later het bureau van Vandersteen binnenkwam, ving hij een telefonisch gesprek op. De privé-secretaris van koning Boudewijn nodigde Willy Vandersteen uit op de thee bij de koning.
Hij keek me tijdens het telefoongesprek aan en fluisterde, terwijl hij zijn hand op het mondstuk hield: “Het is het hof.” Vervolgens antwoordde hij de privé-secretaris: “Nee, man, dat zal niet gaan, mijn vrouw verjaart die dag.”
— Paul Geerts in 2005.
Hulde-albums
De toelichting van Grossey: "1995 was hét feestjaar van Suske en Wiske. Ze werden dat jaar vijftig! Dat moest gevierd worden, met een musical, een bio- en een bibliografie en diverse tentoonstellingen. Ook Paul Geerts had iets speciaals bedacht om zijn meester Willy Vandersteen te eren en te bedanken. Voor de tweede maal werkte Geerts met een dubbele shift: aan het reguliere album, waarvoor de dagelijkse krantenpublicatie moest gegarandeerd worden, én aan een extra album. Hij had dat acht jaar eerder ook al gedaan toen hij tijdens het programma In de Hoofdrol, van Mies Bouwman, Willy Vandersteen verrast had met het hommage-album De Parel in de Lotusbloem.
Nu was het extra album niet alleen als eerbetoon bedoeld, het was een kwestie van leven of dood.
Op de afbeeldingen hierboven: 1-2. Cover van de reguliere editie van De Zeven Schaken en van de luxeversie • 3. Prent uit De Zeven Schaken • 4. Paul Geerts © Bruno Vetters - 5. Cover Suske en Wiske-weekblad met Robotkop • 6. Cover van Robotkop.
Fragment uit het boek:
Ik vond dat ik ook mijn steentje moest bijdragen. Daarvoor wilde ik Vandersteen bij zijn figuren laten komen. Hij had mij veel over zijn jeugd verteld. Daarnaast kende ik veel anekdotes over hoe Vandersteen door de straten van Antwerpen zwierf. Die heb ik gekoppeld aan de Antwerpse legende over Brabo en Antigoon. Met het idee om Lambik, Jerom en Barabas jong te laten worden en als vriendjes van Vandersteen — met de kleine Krimson als ettertje — op te laten trekken is toen De Zeven Schaken ontstaan.
— Paul Geerts in 1996.
Paul Geerts was begin 1993 al ver gevorderd met het verhaal De Zeven Schaken, maar had een missie. Hij stond om drie uur ’s nachts op zodat hij alvast vijf uur kon werken voordat zijn Studiomedewerkers Liliane Govers en Marc Verhaegen om acht uur arriveerden. Het verhaal was extra lang en had 312 stroken in plaats van de gebruikelijke 220. In september had Geerts een voorsprong van negen maanden op het publicatieschema en op 29 november 1994 kon de voorpublicatie beginnen.
Een klein jaar later, in september 1995, verscheen het album. Het feestjaar was in volle gang. Geerts was ondertussen diverse keren naar de musical gaan kijken en had diverse evenementen meegemaakt, maar moet ongetwijfeld een diepe zucht hebben geslaakt toen hij het album in zijn handen kreeg.
Dat hij De Zeven Schaken in alle stilte had voorbereid was niet alleen omdat hij de ode aan zijn leermeester Willy Vandersteen zo glansrijk mogelijk wilde maken, het was ook bittere noodzaak.
Lambik heeft last van aanvallen van duizeligheid. Natuurlijk verdenken Suske, Wiske en Sidonia hem ervan dat hij regelmatig te veel biertjes heeft gedronken. Maar de draaierigheid blijft en op een bepaald moment moet hij op de spoed worden opgenomen. In het ziekenhuis stelt de dokter vast dat Lambik een tumor in zijn hoofd heeft. Slechts één neurochirurg kan de operatie succesvol uitvoeren, maar die woont en werkt in Italië. Lambik zweeft vervolgens tijdens de operatie tussen leven en dood.
Zo begint het Suske en Wiske-album Robotkop, misschien wel het meest vervreemdende album uit de reeks. Zo vreemd en zo gedetailleerd dat het niet anders kon dat het wel gestoeld moest zijn op een persoonlijke ervaring.
De drang om vooruit te lopen op het gewone voorpublicatieschema had alles te maken met het bericht dat Paul Geerts in januari 1994 kreeg. Er was een tumor vastgesteld in zijn hersenen. Een specialist in Italië was de meest geschikte man om de operatie te verrichten, maar die kon zich pas op z’n vroegst in september vrijmaken. Het werden acht maanden van hard doorwerken en afwachten.
De operatie slaagde. Toen Geerts uit de narcose ontwaakte, was het eerste wat hij deed een potlood pakken om te kijken of hij nog kon tekenen. Drie weken na zijn operatie begon hij opnieuw een Suske en Wiske-verhaal uit te schetsen. Robotkop.
Studio Vandersteen: Kroniek van een Legende verscheen op 27 maart 2025 bij Just Publishers als een softcover. Het boek telt 546 pagina's en kost 34,99 euro. Lees hier meer.
2 of 37