2 of 33
Hondenleven en andere honden
tekst: Koen Driessens
Op 24 februari publiceerde Lauwert Uitgeverij het one-shot Hondenleven, een album van Grégory Panaccione naar de ook in het Nederlands verschenen roman van Daniel Pennac. We stellen dit album aan je voor en laten je ook nog uit om aan andere strips met honden in de hoofdrol, een bijrol of als underdog te snuffelen. Die verzamelen we onder de noemers dog-offs, hondse helden en hot dogs. Scroll vooral verder, woef!
De Hond — zo noemt Pommelientje haar hondje — is een lelijk mormel met bolle, schele ogen. Geplaagd door nachtmerries aan de bijna-verdrinking na zijn geboorte, de illegale stortplaats waar hij opgroeide, het asiel waar hij belandde, wordt De Hond door Pommelientje uitverkoren, maar Rattenkop en Zuurpruim — zo noemt De Hond haar ouders — moeten hem niet. Wanneer zijn bazinnetje ook niet meer naar hem omkijkt, loopt hij weg. Toch zijn ze voor elkaar bestemd. Zelfs wanneer Rattenkop hem, op weg naar hun vakantiebestemming, dumpt...
Hondenleven van Grégory Panaccione is een heel ander, minder complex boek dan zijn vorig jaar verschenen en met lof onthaalde Iemand Om Mee te Praten (naar de roman van Cyril Massarotto), maar al even mooi en sterk, ontroerend en humoristisch. Ook dit boek is de verstripping van een roman (van Daniel Pennac, in het Nederlands verschenen in 1995). Ook dit boek is visueel aantrekkelijk — zelfs met een lelijke hond in de hoofdrol. Slim is hoe Panaccione met iconen de denkwereld van De Hond in beeld brengt en hoe we via zijn perspectief de mensen zien. Hij ziet bijvoorbeeld de stad als een stortplaats, "maar groter" en een huis als "een opgeruimde stortplaats". Hondenleven doet op zijn beurt de lezer met bolle ogen naar de huisdierenwereld kijken, waarin vriendschap en overlevingsdrang de toon zetten.
Dit verhaal leert dat je gaven (in dit geval: de reukzin) gebruiken, kan helpen van een hondenleven een luizenleven te maken, wanneer baasje en hond onafscheidelijk worden. Op voorwaarde natuurlijk dat de hond het baasje goed heeft afgericht.
Hondenleven van Grégory Panaccione telt 128 pagina's en is als hardcover verschenen bij Lauwert Uitgeverij. het album kost 29,95 euro.
Op zijn hondjes
Dat de hond de beste vriend van de mens is, blijkt ook uit het aantal rollen en zelfs titelrollen (en enkele drollen) van honden in stripreeksen en one-shots, meer dan enig andere diersoort.
Daarin hebben ze diverse functies — als hulpje van hun baasje, als zelfstandige held, als antiheld, als comic relief — en treden ze aan in zowel humorreeksen als drama’s of avonturen. Honden hebben een vaste hoofd- of bijrol, of krijgen een eenmalige, maar opvallende gastrol.
Zoveel rassen van honden er zijn, zoveel rollen ze kunnen spelen. Hier alle honden opsommen die figureren in strips is onbegonnen werk. We beperken ons tot trouwe (en minder trouwe) viervoeters die titelvoerende striphelden zijn.
Dog-offs
De echte alfahonden kregen hun eigen reeksen als spin-offs van andere reeksen waarin ze al figureerden, maar blijk gaven van meer in hun mars te hebben.
Rataplan (Morris / Michel Janvier / Vittorio Leonardo + Xavier Fauche, Jean Léturgie / Vittorio Leonardo / Bob De Groot / Eric Adam, Dargaud / Lucky Productions / Lucky Comics, 20 delen waarvan 16 vertaald, 1987-2011)
Rataplan is geen reclame voor de hondensoort. Hij liep in 1962 voor het eerst in de weg van Lucky Luke (door Morris en René Goscinny) in het album In het Spoor van de Daltons, deel 17 in de reeks. Als waakhond in de gevangenis is Rataplan een ramp.
Rantanplan (in het Frans) is een parodie op de heldhaftige tv-herdershond Rintintin en betekent een ‘rommeltje’, wat wel past bij de niet zo snuggere Rataplan — je zou ’t niet zeggen maar ook een Duitse herder. Tussen 1987 en 2011 kreeg Rataplan zijn eigen stripreeks, met tien komische avonturenverhalen en tien verzamelingen met gags met de toepasselijke ondertitel Blunders.
Idefix en de Onverzettelijken (Jean Bastide / Philippe Fenech / David Etien / Rudy + Mathieu Choquet / Jérôme Erbin / Yves Coulon / Hervé Benedetti / Simon Lecocq / Nicolas Robin / Marine Lachenaud / Olivier Serrano / Cédric Baconnier / Jean-Marie Omont / Lison D'Andréa, Les Éditions Albert René, sinds 2022, reeks loopt nog)
Een hondse held die nog een lopende stripreeks heeft, is Idefix (naar idee-fixe, Dogmatix in het Engels). In de reeks Asterix van Albert Uderzo en René Goscinny veroverde de kleine terriër Obelix’ hart in De Ronde van Gallië (1963), waar hij de onverschrokken Galliërs vanaf een slagerij in Lutetia het hele album volgt, tot Obelix hem opmerkt. Aanvankelijk zou volgens het scenario Asterix dat doen, maar Uderzo veranderde gelukkig van gedacht.
Al in 1972 kreeg Idefix zijn eigen kinderboekenreeks (zestien titels, waarvan vier in het Nederlands) en in 1982 nog eens twee boekjes. Een tv-reeks gaf in 2021 aanleiding tot een nieuwe reeks: Idefix en de Onverzettelijken.
Samson & Gert (Wim Swerts / Jean-Pol + Hans Bourlon / Danny Verbiest / Gert Verhulst, BMC Belgium / Studio 100, 33 delen, 1993-2005)
Samson is een van de talloze bekende personaliteiten die in Vlaanderen de ultieme bekroning kregen met een eigen stripreeks. De bobtail (of bearded collie?) Samson, die aanvankelijk Bob zou heten, verscheen in 1989 voor het eerst aan argeloze tv-kijkertjes. De stripreeks Samson & Gert liep van 1993 tot 2005.
Over de totstandkoming als stripreeks getuigt Wim Swerts aan onze redactie als volgt: "Naar mijn herinnering ben ik in 1990 dankzij Jean-Pol in contact gekomen met Danny Verbiest (deze twee kenden elkaar dankzij het knutselprogramma Kameleon (1983-1993) waarin Jean-Pol een paar keer over zijn vak als striptekenaar vertelde en de jonge tv-kijkers stripfiguren leerde tekenen, red.). Verbiest zocht toen naar een tekenaar voor een vakantieboek voor Samson & Gert, dat toen een halfjaar op tv liep en razend populair bleek. Jean-Pol kon toen niet omdat hij met zijn figuurtje Nikkel de markt wilde opkomen, onder andere met kinderkleding, en ik zou hem assisteren voor Kramikske. Dat is er uiteindelijk nooit van gekomen. Zo ben ik, pas afgestudeerd van het Hoger Kunstonderwijs in Hasselt, meteen gestart als zelfstandig striptekenaar en in de herfst van 1990 kwam dat eerste boekje dan uit. Tot 1993 heb ik dan vooral merchandisetekenwerk gemaakt. In 1993 wilden Danny Verbiest, Gert Verhulst en Hans Bourlon strips laten maken. Ik heb dan Jean-Pol terug aangesproken, omdat er sprake was van zes albums van 44 pagina's per jaar en dat zag ik me als ‘beginner’ alleen niet doen. Jean-Pol is mee op de trein gesprongen en heeft toen onderhandeld om samen vier strips per jaar te maken. Er was toen nog geen sprake van Studio 100. Dat werd pas in 1996 opgericht. Tot dan was het merchandisebureau BMC verantwoordelijk voor de commerciële uitbating van Samson & Gert, onder de vleugels van Gert, Danny en Hans. In 2005 verscheen het drieëndertigste en laatste album.
Hondse helden
Striphonden die het zonder tv-vehikel of moederreeks tot titelvoerende hondse helden schopten.
Bessy (Karel Verschuere / Willy Vandersteen / Studio Vandersteen + Willy Vandersteen / Studio Vandersteen, Standaard Uitgeverij (164 delen + 8 herwerkingen door Jeff Broeckx + Marck Meul / Ronald Grossey), Brabant Strip (6 delen door Wirel), Adhemar (40 delen), 1954-2013)
Eigenlijk toch een beetje een tv-hond, want Willy Vandersteen (1913-1990) baseerde in 1952 zijn collie (Schotse herdershond) en haar cowboybaasje Andy op de wereldberoemde tv-reeks Lassie. Studiotekenaar Karel Verschuere (1924-1980) nam de eerste tientallen delen van de reeks, waarvan 164 albums verschenen, voor zijn rekening. De albums werdne gepubliceerd onder het gezamenlijke pseudoniem Wirel.
Omdat zowel de tv- als de stripreeks vooral in Duitsland aansloeg, zette Vandersteen een heus Bessy-fabriekje op dat in totaal liefst 992 verhalen produceerde en recycleerde, met de hulp van onder meer Jeff Broeckx. Die gaf de reeks in 1985 een tweede, eigentijds leven als Bessy Natuurkommando (23 albums tot 1992) en tussen 1991 en 1997 zelfs een derde, met acht herwerkte verhalen.
Rikske en Fikske (Gray / Roex + Nonkel Fons, De Goede Pers / Altiora / Averbode, 43 strips en leesboeken, 1959-1986)
In de jaren 1950 kwam de mens nog voor de hond en dus kwam Rikske in de titelcredits vóór zijn hondje Fikske, toen in 1959 dit duo voor het eerst verscheen in Zonnekind, een kindermagazine van uitgeverij De Goede Pers, later Altiora, verspreid in het vrij onderwijs. De afsluitende gag werd bedacht door Nonkel Fons (Daniël De Kesel, 1912-1996), een norbertijn in de abdij van Averbode en de drijvende kracht achter de tijdschriften. De tekeningen waren van Lionel Graham ‘Gray’ Croucher (1920-1971), een Brits soldaat die na de Tweede Wereldoorlog in Brugge bleef hangen en heel wat publicaties illustreerde en tekende voor Averbode. Het ras van Fikske is onbestemd.
Bollie & Billie (Jean Roba / Laurent Verron / Jean Bastide + Jean Roba / Yvan Delporte / Cric / Laurent Verron / Pierre Veys / Christophe Cazenove, Dupuis, Dargaud, sinds 1962, reeks loopt nog)
Oók uit 1959 (publicatie in Spirou/Robbedoes) en dus ook hier geldt: mens vóór hond. De evergreen in quizzen ("Wie is de hond: Bollie of Billie?") is voor jou dus voortaan geen geheim meer!
Anders dan Rikske en Fikske zijn Bollie en Billie (Boule et Bill in het Frns) vandaag echter nog springlevend. Brusselaar Jean Roba (1930-2006) baseerde zijn succesreeks (25 miljoen verkochte albums in 15 talen!) op zijn zoontje (met koosnaam Bouboule) en hun cockerspaniël. Sinds 2016 worden de gags gemaakt door scenarist Christophe Cazenove en tekenaar Jean Bastide, die sinds 2021 ook Idefix en de Onverzettelijken tekent, maar ook voor Samber werkte. Zij volgden Laurent Verron op die samen met Pierre Veys en jeugdvriend Christophe Salomon alias Cric de gags schreef en die nog als assistent heeft gewerkt voor Roba. Vergeet ’t dus niet: Billie is de hond!
Dommel (Dupa, Le Lombard, 39 delen, 1972-2002) / De Nieuwe Avonturen van Dommel (Michel Rodrigue + Pierre Aucaigne, Le Lombard, 13 delen, waarvan deel 1 vertaald, 2005-2018) / Dommeltje (Michel Rodrigue + Pierre Aucaigne / Michel Rodrigue, Le Lombard, 3 delen, 2011-2012)
Luc ‘Dupa’ Dupanloup (1945-2000) leerde de stiel bij Greg, de hoofdredacteur van Tintin/Kuifje. Toen die in 1968 met een lege pagina zat in het blad, creëerde Dupa de antropomorfische Dommel (Cubitus in het Frans, naar het ‘elleboogbot’ — in het Nederlands had men dus een andere eigenschap van de luie dikkerd in gedachte).
Dommel is volwassener dan zijn baasje, de gepensioneerde zeeman Semafoor, maar als de kat van de buren, Balthazar, verschijnt, zijn de twee... nu ja, kat en hond. In de gagreeks krijgen wat oudere lezertjes af een toe een knipoogje, bijvoorbeeld naar Star Wars en In de Ban van de Ring, maar ook naar stripreeksen als Rik Ringers, Blake en Mortimer én Bollie & Billie.
Na de plotse dood van Dupa lag de reeks enkele jaren stil, tot in 2005 de Fransen Michel Rodrigue (Clifton) en Pierre Aucaigne overnamen. Na hun eerste album is de gagreeks niet verder vertaald in het Nederlands. Hetzelfde duo lanceerde ook de spin-off Dommeltje, met een jeugdiger versies van de hond en zijn entourage.
Margo en Oscar Pluis (Carine De Brab + Falzar / Zidrou, Casterman, 6 delen, 1994-1997) / Vlooienbaal (Carine De Brab + Falzar / Zidrou, Dupuis, 9 delen, vanaf deel 7 niet meer vertaald, 1999-2009)
Ook Oscar Pluis (Oscar Pluche) is een stratier in alle opzichten, tot Margo hem (en zijn vlooien) clandestien in huis haalt.
De mooie humoristisch-melancholische reeks Margo en Oscar Pluis, getekend door Carine De Brab, draagt duidelijk de stempel van scenarist Zidrou, bijgestaan door Falzar. Na zes delen (van 1994 tot 1997) nam Dupuis de reeks over van Casterman, maar heette ze voortaan Vlooienbaal (Sac à Puces), waarvan de Nederlandse vertaling na deel 6 (van de 9 tot 2009) gestaakt werd. De Brab maakte nadien, onder andere met Zidrou en de voormalige Suske en Wiske-tekenaar Marc Verhaegen, nog een aantal reeksen voor de jongste striplezertjes (Choco, Zigo le Clown, Stoute Benjamin, Koetjeboe).
De Sage van Atlas & Axis (Pau, Dark Dragon Books, 4 delen, 2013-2017)
De Sage van Atlas & Axis is een leuke fantasyreeks in vier delen van de Spaanse tekenaar Pau Rodriguez Jiménez-Bravo, kortweg Pau. In het bloedige verhaal (Zwaardgevechten! Ontploffende schapen! Belegeringen met kokende olie die van de honden ‘hotdogs’ maakt!) knipoogt Pau met cameo’s van Bobbie en Idefix naar de bekendste Frans-Belgische stripreeksen.
Pau heeft wat met honden: ook in het one-shot Curtiss Hill uit 2021 is het titelpersonage een (racende) hond. Leuk woefweetje: zowel Atlas als Axis zijn botten van het skelet, en wel respectievelijk de eerste en tweede halswervels van onze wervelkolom.
Mutts (Patrick McDonnell, Big Balloon, 1999) In het Engels liepen verschillende reeksen, onder meer jaarlijkse bundelingen (Andrews McMeel Publishing, 10 delen, 1996-2005), Mutts Treasury (Andrews McMeel Publishing, sinds 2006, reeks loopt nog) en Mutts Sundays (Andrews McMeel Publishing, 4 delen, 1999-2005)
Waarom we wel de krantengagreeks Mutts opnemen in dit overzicht en niet Garfield? Bij die laatste is Odie geen titelpersonage (en slechts Garfields sidekick, vrij letterlijk zelfs). De Mutts waarvan sprake zijn het hondje Earl (Errel) en de kat van de buren Mooch (Moes). Earl is gebaseerd op de jackrussellterriër van auteur Patrick McDonnell. Anders dan bij Dommel en Balthazar zijn de twee dikke vriendjes. De twee zijn ook zeer honds en kats in hun gedrag, dit wil zeggen respectievelijk gesteld op en onverschillig voor mensen, of speels en nieuwsgierig. De reeks, die in de VS al dertig jaar loopt, is vooral lief en aardig, met veel aandacht voor dierenrechten.
Hot dogs
Naast bovenstaande reeksen zijn nog enkele one-shots met hondse hoofdrollen het vermelden waard.
De Schele Hond (Étienne Davodeau, Stichting Zet.El, 2024)
Een titelvoerende hond, maar hij speelt eigenlijk niet eens mee. Het is de titel van een bedenkelijk schilderij dat Louvre-suppoost Fabien in handen krijgt via de familie van zijn vriendin. Die vindt dat dit ‘meesterwerk’ van hun betovergrootvader een plek in het Louvre verdient.
Naast meer geëngageerd werk als Het Grondrecht (over het gevaar van nucleair afval) en De Onwetenden (over de wijnboerenstiel) maakte Étienne Davodeau de jongste jaren ook straffe one-shots over relaties als Luchtwegen (over ouder worden) of Loire (over oude liefdes). Daarnaast is De Schele Hond een luchtiger boek, maar niettemin werpt het de diepzinnige vraag op: wat is eigenlijk kunst?
Nello en Patrasche (Griffo + Marc Legendre, Kennes, 2022)
In 2022 verscheen op scenario van Marc Legendre het door Griffo (Werner Goelen) getekende Nello en Patrasche. De twee naar de Canarische Eilanden uitgeweken Antwerpenaren maakten daarmee een bewerking van het wereldberoemde en in Antwerpen spelende boek Een Hond van Vlaanderen (1872) door de Engelse kinderboekenschrijfster Ouida (Marie Louise de la Ramée, 1839-1908).
Het dramatische verhaal over de wees Nello en zijn melkkarhond Patrasche met zijn finale in de Antwerpse kathedraal figureert ook in het Suske en Wiske-album Het Dreigende Dinges, dat vooral de fascinatie voor het verhaal in het Verre Oosten in de verf zet.
2 of 33