De Avonturen van Biggles integraal 1-2

INTEGRAAL 1: 1. In het Verre Oosten - 2. In de Jungle - 3. In India - 4. De Onbekende Piloot - 5. In de Oriënt - 6. In Arabië / INTEGRAAL 2: 7. Ontvoering in Thailand - 8. Operatie Spacefighter - 9. In Tibet - 10. Basis op Kwan-Tia - 11. De Valschermspringers

Tekenaar(s)
Studio Vandersteen
Scenarist(en)
Studio Vandersteen
Uitgeverij
Standaard Uitgeverij
Verschijningsdatum

Nostalgische duik in een wereld van avontuur, dapperheid en deugd

Bij het herlezen van het eerste tiental avonturen van Biggles is de reeks van aanvankelijk Willy Vandersteen en Karel Verschuere valt op hoe ze aangenaam om lezen zijn. Ze bieden een held met een mannelijke flair die dicht bij de films van James Bond staat. De verfilmde held van auteur Ian Fleming bij wie de geheim agent op het goede pad blijft en de geheime dienst trouw zijn detectives beschermd, in tegenstelling tot de spionnenwereld die John Le Carré schiep waar goed en kwaad veel meer door elkaar lopen. De held is een kruising van een spion/politieagent van Scotland Yard met een piloot van de RAF.

Dat Biggles goede ontspanningslectuur blijft, is ook juist te danken aan een terugkerende reeks thema’s die bij het verschijnen in de jaren 1960 en ook nu, meer dan vijftig jaar later, fascineren... of verontrusten, of juist vertrouwen inboezemen. Deze speciale thema’s slaan de brug met onze tijd en voor velen ook tussen de kindertijd en de volwassene: vliegtuigen en technologie, (vuur)wapens, grote wagens, kernenergie en radium/uranium, bandieten en het tegengestelde daarvan: de quintessence van religie, doodbrave monniken in een klooster, verre, exotische landen en culturen, politie, charmante vrouwen en vrouwen met persoonlijkheid, dappere, meer dan eens ronduit heldhaftige mannen die van actie en avontuur houden en nooit bang zijn, wetenschap als bron van veel goeds, drugssmokkel, sterkedrank en tabak... Een aantal van deze thema’s is niet toevallig vandaag nog actueler en prangender dan bij het verschijnen van deze verhalen kort na de Tweede Wereldoorlog.

Respect verdient de vaardigheid waarmee de makers erin slagen een telkens vrij ingenieus verhaal te vertellen met behulp van de zeer beperkt beschikbare plaats voor tekst, zinnen en woorden, eigen aan het genre. Een enkele keer gaat dit mis, zoals op de eerste pagina van Biggles in Tibet, waar de onoverwinnelijke geheim agent tegen zichzelf zegt: “Ik moest alle voorzorgen!” Wat de taal betreft, heeft de uitgeverij van de integrales overigens voor authenticiteit gekozen: de spelling wijkt soms af van de hedendaagse. Dat staat terecht vermeld op de colofonpagina.

Zoals in de films van James Bond krijg je spannende, meeslepende verhalen waarin een zeer wereldse inslag zit... en tegelijk een bijna religieuze teneur. Het gaat in de grond om een hoofdstukje in de strijd tussen goed en kwaad. In die zin zijn de verhalen zeer geschikt voor jonge lezers. Die kunnen zich zonder meer identificeren met de hoofdpersonages. Er zijn genoeg aspecten die de volwassen lezer kunnen bekoren, zoals blijkt uit de opsomming hoger gegeven. Die lezer mag niet te veeleisend zijn wat de uitwerking van de personages betreft en de nuancering van de realiteit: goed en kwaad zullen in het echte leven veel meer door elkaar lopen. Of het feit dat de overheden niet altijd “trouw over jouw lot waken” met alle beschikbare middelen. Andere en recentere strips laten de ambiguïteit van overheidsdiensten meer uitkomen, zoals Angel Wings. Daar krijg je de boodschap dat de CIA niet altijd “jouw vriend” is. Dit is razend actueel: de pijplijn Nord Stream werd volgens sommige bronnen wellicht door de VS opgeblazen om politieke redenen

Echte tragiek ontbreekt ook in Biggles: er vallen bijna nooit doden en zeker niet bij zijn medewerkers. Het standpunt is ook niet typisch dit van de medemens met compassie. Het is eerder dit van de doeltreffend werkende agent die over een mooie waaier hulpmiddelen beschikt en zich professioneel opstelt. Toch speelt vriendschap en sympathie voor wie in de verdrukking raakt vaak een rol. Terugkerende vrienden van Bigglesworth zijn de piloten Algy, Bertie en Ginger.

In het verhaal De Valschermspringers (de tweede integrale) komt een speciale trouwe, sterke vriendschap naar voor die wij intussen bijna vergeten zijn: deze tussen mannen die het leven aan de frontlinie in volle oorlog samen hebben gedeeld en voor elkaar lijfsbehoud hebben mogelijk gemaakt. Dat is een reëel fenomeen dat in documentaires van veteranen van D-Day bijvoorbeeld valt op te tekenen. In dit album komt Jack voor, een oude strijdmakker die lijdt aan wat we nu PTTS noemen: posttraumatisch stressstoornis. De man gaat daardoor aan de drank en raakt aan lager wal. Biggles blijkt een trouwe vriend die de man een nieuwe kans geeft. Een lijnvliegtuig wordt gekaapt waar de vrouw van Jack aan boord is. Het tuig stort neer en beide vrienden — elitevalschermspringers — landen in de jungle van de Filippijnen om de boef van internationaal kaliber uit te schakelen.

De achtergronden zijn in deze reeks meestal eerder eenvoudig uitgewerkt. Toch werkt deze combinatie van focus op de handelende personen en een kleine toets couleur locale, zoals in plantengroei, exotische kleding, architectuur, bossen of gebergten... goed. Het verhaal wordt er sneller door, meeslepend.

In de eerste integrale (die de eerste zes verhalen bevat) leest het dossier als een trein. We leren er de geestelijke vader van Biggles kennen: kapitein William Earl Johns die allerlei avonturen beleefde als piloot tijdens de oorlog, bij de rekruteringsdienst van de RAF werkte tot hij zich aan het schrijven ging wijden. Als auteur oogstte hij veel succes, vooral met de figuur van James Biggles(worth). De boeken werden in een hele reeks landen uitgebracht, van Noorwegen tot Australië. De auteur van de dossiers bij deze nieuwe uitgave, David Steenhuyse, bekend als beheerder van deze stripsite, kent de materie. Je krijgt allerlei boeiende details over de schrijvers, zowel de Engelsman als onze Willy Vandersteen en zijn adjudanten en over de diverse uitgaven. Dat de invallers-tekenaars soms met minder vaste hand het hoofdpersonage tekenden vergeef je als liefhebber graag.

Vandersteen begon de reeks in 1965 als dagelijkse strips in De Standaard. De toon is realistisch, er komen geen komische noten in voor, zoals in Buck Danny, de succesreeks over piloten van Jean-Michel Charlier en Victor Hubinon. Vandersteen bedacht de verhalen en tekende, maar liet de tekeningen toch grotendeels over aan Karel Verschuere die al bekend was voor zijn werk aan De Rode Ridder en Bessy. Verschuere had in de Tweede Wereldoorlog als soldaat gevochten en dit komt in al deze reeksen het realisme ten goede voor de wapens, munitie, belegeringen, angst en gevaar, wederzijdse hulp tussen de strijdmakkers, enzovoort. In Engeland kwam een tv-reeks Biggles uit met 44 afleveringen. Vlaanderen bleek de meest vruchtbare herschepper en afnemer voor de tekenverhalen. Er volgden nog andere stripreeksen van Biggles die prima gemaakt werden door andere auteurs.

De verhalen tellen telkens dertig pagina’s. Ze starten vaak met een bijzondere ontmoeting of een mysterieuze situatie. De squadron leader en majoor Biggles is gestationeerd in de toenmalige Britse kroonkolonie Hongkong. Deze reeks is uiteraard zonder complexen “koloniaal” in haar lezing van de geschiedenis. De Britten komen naar voren als een zegening voor de lokale bevolking. Dankzij de orde en veiligheid die politiediensten en leger brengen naast het politieke bestuur,  infrastructuurwerken (spoorwegen, luchthavens en wegen), economische bloei... Vandaag is dekolonisering een groot thema. De wereld is er niet minder ingewikkeld op geworden. In deze strips kan je onschuldig terugkeren naar tijden waarin westerse waarden aan de wereld leiding gaven en hem domineerden. Een wereld met klare lijnen wat recht en macht betreft, een wereld die allicht altijd slechts in fictie heeft bestaan. Grote historici, zoals professor William Manchester, wijzen intussen wel op de grote rol van de dapperheid van de Britse officieren bij het verklaren hoe die kleine natie drie vijfden van de wereld kon onderwerpen. Met Biggles krijg je fictie waarin die dapperheid van elke pagina spat.

In de inleiding van deel 1 vinden we naast korte inhouden van de verhalen onder andere een hoofdstuk over de voorstelling van de vrouw. Vooral in Frankrijk was er tot in de jaren 1960 een levendige censuur op voorstellingen van het vrouwelijke lichaam en liefde. In Biggles was dit probleem relatief beperkt. Een vrouw vormt vaak de motor van het verhaal volgens de formule damsel in distress — “dametje in nood”. Liefhebbers van vliegtuigen vinden een volle pagina toelichtingen en afbeeldingen.

Het dossier van deel 2 biedt heerlijke anekdotes over Willy Vandersteen. Die ging in 1959 op studiereis naar het Verre Oosten in gezelschap van de vrijgevochten en scherpzinnige schrijfster Maria Rosseels die over veel mensenkennis beschikte en een trefzekere pen. Haar notities geven een unieke inkijk in het karakter van deze grote vader van de Vlaamse strip.

Deze heruitgave is een lust voor de lezer die houdt van het genre — dat met de dappere en vindingrijke officier Biggles een knappe weerspiegeling biedt van de flamboyante James Bond met zijn miljoenen fans. Het is uitkijken naar de volgende delen van de integrale. 

STEF HUBLOU

Reeks
De Avonturen van Biggles
Deel
integraal 1-2
Pagina's
208 (integraal 1) • 176 (integraal 2)
Uitvoering
Hardcover
Genre(s)
actie
avontuur
thriller
Extra
complete verhalen met dossier
Prijs
€ 34,99