Op striptocht in New York (2/2)

3 mei 2025 Fotoreportages
tekst en foto's: David Steenhuyse

 

In deel 2 met een overzicht van wat we in New York hebben bezocht, loodsen we je mee naar expo's over 100 jaar The New Yorker met Vlaamse en Nederlandse aanwezigheid en het boekwinkeltje uit de tv-reeks You met Kuifje tussen het aanbod. Kuifje vonden we ook bij het Guggenheim Museum en in een Belgisch café. De originele knuffels die tot Winnie The Pooh hebben geleid zijn te bezichtigen erfgoed. Dat geldt net zo goed voor een ontroerend mooie en uitgebreide tentoonstelling over het werk van Jim Henson. En dan zijn er nog onder meer Smurfen-pralines, Asterix tussen graffiti, heel wat bekende locaties uit films en strips en een bezoekje aan een galerie met origineel werk van striptekenaars en illustratoren. Veelzijdigheid bij de vleet met een overweldigend stripgerelateerd aanbod in een wereldstad.

Lees ook: Op striptocht in New York (1/2)

 

Vlaming bij Society of Illustrators

De Society of Illustrators is een in 1901 opgerichte beroepsvereniging om kunst en illustraties te promoten. In 2012 nam het ook het MoCCA (het Museum of Comic and Cartoon Art) over waardoor de wisselende expo's altijd rond illustraties en stripverhalen werken. Jaarlijks organiseert het ook het MoCCA Festival waar alternatievere strips aan bod komen.

Een van de huidige expo's is er een met originelen uit Sunday, de vertaling van Zondag door de in Brugge geboren Olivier Schrauwen. Bries gaf in 2023 de Nederlandse versie van het album uit. Het is een gedetailleerde neerslag van één dag uit het leven van Thibault Schrauwen, Oliviers neef. Een dag die voor Thibault een verspilde dag vol doelloosheid en verveling was, maar waarvoor Olivier ook de mensen die met Thibault in contact kwamen aan het woord liet zodat het tot een intussen internationaal opgepikte strip van 472 pagina's kwam. Fantagraphics vertaalde het vorig jaar en het is intussen uitverkocht. Op de expo hangen ook originelen die Schrauwen niet heeft gebruikt voor zijn album. Voor een evenement kwam hij samen met de drie andere geëxposeerden signeren.

Het museum van de society telt drie verdiepingen. Op de begane grond krijg je een erg veelzijdig aanbod van illustraties (en een paar strips) van over de hele wereld voor prentenboeken, covers en cartoons voor tijdschriften.

Op de tweede verdieping wordt honderd jaar The New Yorker gevierd, een weekblad dat sinds 21 februari 1925 een illustratie op de cover plaatst en die ook binnenin illustraties en cartoons afdrukt. Hoewel er vele Belgen en Nederlanders de eer genoten om op de cover van The New Yorker te staan, vonden we er geen terug op deze expo. Tussen die Belgen bevinden zich onder meer Klaas Verplancke, Benoît van Innis, Sammy Slabbinck, Jean-Michel Folon en uiteraard Ever Meulen. Joost Swarte, de Nederlandse evenknie van Ever Meulen, was ook meermaals een gasttekenaar voor covers van het weekblad.

Op de derde verdieping is een bar met restaurantje en loopt de tijdelijke expo Modern Comics met werk van de Amerikanen Aidan Koch, Lale Westvind, John Hankiewicz en dus die ene Belg Olivier Schrauwen.

Het pand is mooi, wat je er te zien krijgt is dat ook. Maar de beschikbare oppervlakte is niet zo groot waardoor de omvang van de expo's vrij bescheiden is.

Kinokuniya

In de New Yorkse vestiging van de Japanse boekenwinkelketen Kinokuniya, aan Bryant Park in Manhattan, is er een overweldigend aanbod van Japanse boeken, strips en merchandising. Er hangen zelfs originelen van Japanse tekenaars (onder meer van One Piece-bedenker Eiichiro Oda). Die zijn niet te koop, maar ze hangen er als dank voor de uitbaters. De winkel verkoopt literatuur in het Japans, met ook een Engelstalig aanbod en net zo goed strips uit Korea, China en printuitgaven van webtooncomics. Bij de boeken vonden we trouwens het werk van Rien Poortvliet terug.

In de kelderverdieping staat merchandising verzameld rond Snoopy en Moomin. Een erg groot gedeelte is ingepalmd voor superster Hayao Miyazaki en zijn Studio Ghibli. Daarrond is de laatste tijd heel wat te doen, want er is een AI-app die foto's omzet naar een Ghibli-achtige tekenstijl. Ghibli heeft daar nooit de toestemming voor gegeven. Hij ziet zijn werk nu geplunderd worden voor ontelbare toepassingen via de app. Er zijn er al die zo ver gaan om dergelijke AI-gegenereerde beelden te verkopen voor een (paar) tiental dollar, allemaal op de kap van een studio die met eigen talent en handmatig tekenambacht een reputatie en een miljoenenpubliek opbouwde.

Op diezelfde verdieping vonden we Japanse toeristische gidsen, ook van Europa (met een geïllustreerde cover van de Brusselse Grote Markt) en de Benelux. In die van Europa wordt het Brussels Stripmuseum als een tip gepresenteerd. In de Benelux-gids vol tips, adviezen, kaarten en adressen krijg je op vier pagina's Kuifje als ambassadeur van het Belgische luik.

De bovenste verdieping is het drukst bezocht, alweer door heel wat jongeren. Wie blijft beweren dat jongeren geen strips meer lezen, bezoekt de foute winkels, kijkt niet verder dan zijn neus lang is (de wereld is groot) of blijft vasthangen aan stripreeksen waarvan hun tijd eigenlijk al voorbij is. Hier staan duizenden titels verzameld waarvan de laatste delen van reeksen gretig opgepikt worden. Momenteel is er in de winkel extra aandacht voor de epische martial artsreeks Vagabond en de in 2024 gelanceerde The Guy She Was Interested in Wasn't a Guy at All van Sumiko Arai. Deel 2 verscheen in februari laatstleden in het Engels bij Yen Press.

Enkele kasten met figurines, soundtracks van animereeksen en allerlei specifieke manga- en animemerchandising zijn de grootste lokkers van deze winkel, die voor de rest ook nog papierwaren en tekenmateriaal te koop heeft.

Voor wie een beetje van Japanse strips houdt en New York gaat bezoeken, is deze winkel niet over te slaan.

Bob Dylan

In 1963 brak Bob Dylan door bij een groter publiek met zijn tweede album The Freewheelin' Bob Dylan en zijn legendarisch geworden optreden op het Newport Folk Festival. Op de platenhoes loopt hij door Jones Street in New York (zie de foto zoals de straat er tegenwoordig uitziet) met zijn toenmalige vriendin Suze Rotolo aan de arm. Zij was verreweg Dylans belangrijkste muze.

In werkelijkheid was hun verhouding niet zo harmonisch. Dylans razendsnelle opkomst en Rotolo's jeugdigheid — ze was 17 toen ze Dylan leerde kennen — zetten de relatie onder de druk. Toen Rotolo een jaar in Italië ging studeren, was Dylan volledig ontredderd. Dit was de inspiratiebron van een aantal van zijn meest desolate liedjes: Tomorrow is a Long Time, het enige nummer van Dylan dat Elvis Presley ooit opnam, en Boots of Spanish Leather van The Times They Are A-Changin'. Blowin' in the Wind, ongetwijfeld Dylans bekendste song, staat eveneens op The Freewheelin' Bob Dylan.

Dylan is een van de belangrijkste muzikanten uit de geschiedenis. Ook onder striptekenaars heeft hij fans. De leukste, en ook minst opvallende knipoog, verwerkte voormalig Nero-tekenaar Dirk Stallaert in de achtergrond van strook 97 in Nero 139: Operatie Ratsjenko. Let maar eens op de personages rechts in beeld op de prent en de platenhoes. De inkleurster was niet op de hoogte van het grapje en gebruikte andere kleuren.

Als je de straat uitloopt kom je uit bij John's of Bleecker Street, een favoriete pizzeria van acteur Stanley Tucci. Hij is niet alleen een talentrijke acteur — je kent ‘m wellicht als de modeontwerper uit The Devil Wears Prada of uit de eerste Captain America, de stripverfilming Road to Perdition, The Hunger Games, The King’s Man en recent nog Conclave — hij is ook een kok, schrijft wereldwijd bekende kookboeken en maakt tv-programma’s over koken en eten. Hij is trots op zijn Italiaanse afkomt en dan kom je al snel uit bij pizza’s. John’s in Bleecker Street is de eerste vestiging uit 1929 en nog steeds een familiebedrijf. In 2016 werd het nog verkozen tot de tweede beste pizzeria in de VS.

De door Tucci aanbevolen in een oven met houtskool gebakken margaritapizza is simpel qua beleg, maar o zo lekker met een dunne krokante korst. De kleine versie is nog steeds 14 inch (35,5 cm) groot.

Hier zijn trouwens al heel wat beroemdheden komen eten, onder andere Frank Sinatra, Sarah Jessica Parker, Nicolas Cage, Bruce Springsteen, Jack Black, Adam Sandler en Danny De Vito. Van sommigen hangen foto’s uit.

Ghostbusters

If there's somethin' strange in your neighborhood

Who ya gonna call? (Ghostbusters)

If it's somethin' weird an it won't look good

Who ya gonna call? (Ghostbusters)

De brandweerkazerne uit Ghostbusters ligt op 450 meter van het eerder vermelde Cortlandt Alley, het meest gefilmde straatje van New York. Elke zaterdag die het dichtst bij 8 juni valt, is er sinds 2020 een Ghostbusters Day. Op 8 juni 1984 werd namelijk de eerste film uit de franchise gereleased. Die leidde naar sequels, tekenfilmreeksen, comics, hopen merchandising en miljoenen fans in de hele wereld. Deze Ghostbusters Day werd in het leven geroepen nadat er geld over was van een crowdfundcampagne om een Ghostbusters-plakkaat aan de kazerne te bekostigen. Er zijn dan cosplayers, optredens, standjes, allemaal voor een goed doel.

Extra weetjes. De kazerne van Hook & Ladder No. 8 is werkelijk actief. De brandweermannen waren in 2001 bij de allereersten om in actie te schieten na de vele oproepen na de terroristische aanslagen op de WTC-torens. Tien jaar later dreigde een sluiting omwille van besparingen. Na een publieke campagne, gesteund door de latere burgemeester Bill de Blasio en acteur Steve Buscemi, die in de jaren 1980 zelf vier jaar lang een brandweerman was in New York, werd de kazerne gered en kreeg het later nog een renovatie.

De kazerne kwam ook voor in afleveringen van Seinfeld, How I Met Your Mother en de film Hitch.

Asterix in Freeman Alley

Tussen honderden en honderden stickers en graffiti in het omwille van de urban art befaamde steegje Freeman Alley en dan nog eens op een collage met honderden knipsels voor een affiche om het portret van Frida Kahlo te vormen, spotten we Asterix.

Na de reeks streetartfoto's vind je er ook van Katz's Delicatessen, een Joods restaurant dat al sinds 1888 bestaat en in de buurt van Freeman Alley ligt. En dat restaurant zou je kunnen kennen uit de film When Harry Met Sally met de befaamde “I’ll have what she’s having"-scène. Geen idee wat Meg Ryan had besteld om vervolgens luidop in een restaurant een orgasme te faken om Billy Crystal op zijn plaats te zetten in de filmklassieker.

We bestelden er een pastrami sandwich, het beste in de stad. Daarvoor moesten we even in een stervensdrukke zaal aanschuiven bij een van de acht “cutters”. Uit een vers uit een oven gehaalde dikke lap aan de buitenkant verkoold vlees werden onze malse lapjes versneden om het als een berg tussen twee licht gegrilde sneden brood te stapelen. Een laag smeltende kaas en mosterd zijn optioneel. Een augurk en een komkommertje krijg je er zo bij.

Een waar festijn voor vleesliefhebbers, wat een plezier om je tanden in zo’n sappig vlees te zetten. Echter een ramp om het met je blote handen netjes te verorberen (een vork en mes vonden we niet). Na twee happen valt het hele zooitje uit elkaar. Je moet ook zelf maar zien waar je een vrij zitje vindt, aan tafel naast wildvreemden. En toch zijn hier wereldburgers langsgeweest, van acteurs, zangers en sportlieden over presidenten als Bill Clinton en Michail Gorbatsjov tot zelfs astronauten. Tientallen foto’s aan de muren bewijzen dat. Het is allerminst een gezellige plek om er te eten en je krast vanzelf snel weer op om plaats te maken.

Kuifje voor het Guggenheim

Over Piet Mondriaan en de twee strips die over hem zijn verschenen of die nog moeten verschijnen, hadden we het al. Een grotere en ook veelzijdiger collectie van Mondriaan-werken hangt in het Guggenheim. Momenteel zijn er nocturnes om zijn werk nader te bestuderen nu Mondriaan een van de vedettes van het museum is.

Helaas zijn er ook bouwwerken in het iconische museum, waardoor het spiraalvormige gedeelte niet te bezoeken is. Tegelijk moesten we constateren dat het museum zelf afgeleefd oogt. Het heeft zijn beste tijd gehad. Grondiger renovaties dringen zich op. Het gebouw is een creatie van architect Frank Lloyd Wright en over hem schreef en tekende Cosey een album in de collectie Vrije Vlucht: Een Huis van Frank Lloyd Wright en Andere Liefdesverhalen.

Recht voor het museum zagen we op een tafeltje met Afrikaanse (nep)kunst drie beschilderde stokken liggen die zijn gesneden in de vorm van Kuifje, professor Zonnebloem en een van de Jansens. Die liggen nu bij ons thuis.

Smurfen-pralines in Grand Central Terminal

Aan een van de mooiste ingangen van het treinstation Grand Central kan je pralines kopen van Neuhaus, een op en top Belgisch merk. Er zijn zes Neuhaus-winkels in New York. Pas hier vonden we een eerste Smurf terug.

Het treinstation is al in vele films en tv-reeksen opgedoken, ook in bijzonder veel superheldenfilms.

Geen fun in Coney Island

The Secrets of Coneys Island van Richard Kleist, in 2009 vertaald door Silvester, had ons al moeten waarschuwen voor de teloorgang van Coney Island. In die strip worden drie hoofdstukken samengebracht over de lotgevallen van de bewoners van het attractiepark.

Het was inderdaad een tegenvaller. De vele rollercoasters en andere pretparkattracties waren gesloten. Ook geen spoor van circus- of freakshows. Het was er doods. Op de lange, brede pier wel redelijk wat wandelaars, fietsers en sporters, maar weinig animo. Verkeerd seizoen of interessanter in het weekend.

Maar we waren er eigenlijk om Nathan's te bezoeken. Dat werd ons getipt door een scène in Caroline Baldwin 1: Bloed in het Zwembad. Daarin staat te lezen dat Nathan's de hotdog heeft uitgevonden, maar dat gaat dan voorbij aan de Europese herkomst die nog steeds onduidelijk is (in Frankfurt claimen ze de uitvinding al uit 1487). Niettemin is Nathan's een waar Amerikaans instituut. De vestiging in Coney Island is in 1906 op die plek opgericht door een Poolse migrant. Het hotdogstandje groeide uit tot een keten van een paar honderd vestigingen wereldwijd en te koop op een kleine 80.000 plaatsen waaronder supermarkten, sportstadions en vele eetstandjes op straat. Enkel op de oorspronkelijke plek kan je er nog gefrituurde kikkerbilletjes bestellen.

Van Caroline Baldwin verscheen eind april een eerste integrale bij Tzooz, een imprint van Lauwert Uitgeverij.

Fotograaf Weegee

In een openbare bibliotheek vonden we een Engelstalig exemplaar van Weegee, de strip van de Vlaamse tekenaar Wauter Mannaert en Max de Rodrigues. Over die bibliotheek verder meer, want we stonden versteld van het aanbod met nog meer werk uit onze streek. Toevallig passeerden we vanuit Chinatown het ICP, het International Center of Photography, waar een expo met werk van Weegee te bekijken viel.

De in Oekraïne geboren persfotograaf Weegee, het pseudoniem van Arthur Felig (1899-1968), was er steeds als de kippen bij om slachtoffers van moorden of verkeersongelukken te fotograferen zodat het snel in de volgende editie van de kranten kon. Hij luisterde politieradio's af en had in zijn wagen een mobiele redactie geïnstalleerd. Naarmate hij bekender werd, ging hij ook om met beroemdheden die hij op de gevoelige plaat vastlegde.

Hij experimenteerde met filters om portretten van dergelijke beroemdheden te vervormen tot karikaturen zoals een Tibet ze vroeger tekende voor het weekblad Kuifje. Weegee had zo ook een vaste rubriek in een tijdschrift versierd. Tussen de reeksen met karikaturen zijn onder meer Marilyn Monroe, John F. Kennedy, Jackie Onassis en vier portretten met The Beatles uit 1963 te zien. En de foto bij het krantenartikel met een overvol strand is dat van Coney Island.

Kuifje in de boekhandel uit You

Sinds 24 april is Joe Goldberg, het hoofdpersonage in de tv-reeks You, terug in New York. Dit vierde seizoen sluit het boek van Joe. In seizoen 1 van de romantische seriemoordenaarsthriller runde hij een boekenwinkel in de stad en sloot hij de vrouw op wie hij verliefd werd op in een kooi in de kelder van de winkel. Die boekenwinkel bestaat echt. Het is Logos Bookstore in Manhattan. En raad eens welke stripreeks prominent in de vitrine staat? Kuifje!

Ook in de winkel zelf is een ruim aanbod van Kuifje-albums. Behalve jeugdstrips van Dav Pilkey (Dog Man, Captain Underpants, Cat Kid) zijn het de enige strips die in de winkel worden verkocht.

De aardige verkoper, een man op leeftijd, wist vrij veel over België. Hij noemde nog een andere bekende stripreeks die volgens hem door veel Amerikanen is gekend. We dachten aan De Smurfen, maar hij bedoelde Asterix. We hebben ‘m snel uitgelegd dat de auteurs van Asterix doorbraken in België, maar eigenlijk Fransen zijn. We hebben het ook nagelaten hem te vragen of er in zijn kelder een kooi staat, want die vraag is hij vast beu gehoord.

Loodrecht aan de overkant van de straat staat trouwens een echte stripwinkel. Die is niet zo groot en meer voor verzamelaars van eerste drukken en allerlei collectibles, zoals gesigneerde baseballkaarten. Tussen het overwegende superheldenaanbod stond een verzamelalbum van Asterix.

Alice in Central Park

Twinkle, twinkle, little bat!

How I wonder what you're at!

Up above the world you fly,

Like a tea tray in the sky.

Het is een van de strofen die op koperen platen rond het standbeeld van Alice in Wonderland in Central Park staan.

Cocktails in koffiekopjes

Tijdens ons verblijf passeerden we actrice Ilona Glazer (uit Broad City) die de pers te woord stond na een opvoering in het toneelstuk Goodnight, and Good Luck waarin ze meespeelt, naar de film van George Clooney die daarmee zijn Broadway-debuut maakt. Toevallig waren we op datzelfde moment op weg naar The Back Room, een cocktailbar waarin die andere hoofdrolspeelster (Abbi Jacobson, de stem van Bean in de tekenfilmreeks Disenchantment) een verborgen leven als zangeres heeft elke keer ze dronken is.

The Back Room is een van de enige twee speakeasybars die nog resteert uit de tijd van de Drooglegging, toen de verkoop en stook van alcohol in de VS werd verboden. Grote gangsterbazen als Bugsy Siegel, Lucky Luciano en Meyer Lansky hielden er "business meetings". Ciro, een van de twee hoofdpersonages uit de maffiareeks Bloed & Stilte, is gebaseerd op Lucky Luciano. Saga Uitgaven heeft deze reeks vorig jaar in drie dikke integrales heruitgegeven, met achtergronddossiers erbij die je ook meer info verschaffen over dat maffiatijdperk en de markantste figuren.

Om in de bar te komen, moet je vooreerst al weten dat de ingang via een keldergat achter een hek is waarop een bordje hangt met reclame voor een zogezegde speelgoedwinkel. In een steegje dat vervolgens naar een koertje leidt, maant strip- en tekenfilmfiguur Felix de kat je al aan tot stilte. Via een metalen trap, met oude speelgoedwagens ernaast, kan je aankloppen. Tegenwoordig hoef je er geen paswoord meer te zeggen om binnen te kunnen.

Het interieur is een terug in de tijd, zoals van een oude gentlemen's club, met schilderijen van naakte vrouwen aan de muur en chaise longues met rood fluweel. De cocktails die er geserveerd worden, zijn niet bijzonder. Ze worden uit traditie nog wel geserveerd in koffie- of theekoppen. Ook hier komt Felix terug op de menukaart, evenals Laurel & Hardy.

Expo The New Yorker met Ever Meulen en Joost Swarte

In Midtown is in een oud gebouw het vlaggenschip van de openbare bibliotheken van New York gevestigd. De toegang is er gratis. Daar loopt nog tot februari 2026 een expo over honderd jaar The New Yorker. Twee covers van Vlaming Ever Meulen en Nederlander Joost Swarte maken deel uit van de tentoongestelde covers die als een doorlopende fries boven alle andere expopanelen en ingekaderde originelen hangen. Ook een cover én een stripje van New Yorker Art Spiegelman kan je er bekijken.

Je kunt er voor de rest iconische covers, schetsen en foto's zien en meer leren over de evolutie van het weekblad met de geïllustreerde covers en hoe de veranderende maatschappij in binnen- en buitenland ook een impact hebben op de aanpak van het blad en de illustratoren. Het is een bijzonder knappe expo in twee vleugels van het gebouw.

Op een beeldscherm is een fragmentje uit Seinfeld te zien uit een aflevering waarin Elaine een cartoon voor The New Yorker uitwerkt, maar die door Jerry en haar andere vrienden niet grappig wordt bevonden.

No soup for you!” Met die uitspraak denk je misschien meteen terug aan een van de beste afleveringen van Seinfeld. Het gebouw uit de tv-reeks, waar Jerry Seinfeld en zijn buurman Cosmo Kramer woonden, staat in een straat niet ver van Central Park. Er is niets aan het gebouw dat een toevallige passant duidelijk maakt dat het in Seinfeld voorkwam. Op allerlei digitale kaarten kan je echter moeiteloos de weg vinden naar “Jerry Seinfeld & Cosmo Kramer Appartment”.

Schatkamer

In de Public Library is er een ook al gratis te bezoeken schatkamer waar je onder meer de oorspronkelijke teddyberen kan zien zien die hebben geleid tot Winnie The Pooh. Verder zie je er ook de schrijftafel van Charles Dickens, een afscheidsbrief na de tweede termijn van president George Washington, een erg vroege druk van verzamelde werken van William Shakespeare, een door Alphonse Mucha getekende, bloedmooie poster voor een tournee van Sarah Bernhardt, een Chinees stripverhaal, een foto uit de ruimte door astronaut John Glenn, een door Andy Warhol bewerkt toegangsticket voor de roemrijke Club 54, enzovoort. Het zijn allemaal unieke stukken zonder enige samenhang, maar wel bijzonder om te zien.

Bibscrollen

Glorie voor Aimée de Jongh (met De Terugkeer van de Wespendief en Dagen van Zand), Wauter Mannaert (met Weegee), Erik Kriek (In the Pines), Barbara Stok (De Filosoof, de Hond en de Bruiloft), Thé Tjong-Khing en Lo Hartog van Banda (Iris), François Schuiten en Benoît Peeters (drie albums van De Duistere Steden), Alain Dodier (met welgeteld één album van Jerome K. Jerome Bloks), André Franquin (Zwartkijken) en nog wat Europeanen, want alle voornoemde strips staan in de stripafdeling van de bibliotheek die schuin over de hoofdbibliotheek is gevestigd.

In maar liefst een dozijn kasten met vierentwintig wanden staan strips te leen of te lezen. Het gaat voornamelijk om one-shots, aangevuld met gebundelde superheldenreeksen en manga's, echter zelden complete reeksen van een stripreeks waardoor een ontlener op zijn honger zal zitten of de rest van de reeks zal moeten kopen.

Er is ook een gedeelte met strips in andere talen, waar we losse Franse strips van Buck Danny, Asterix en Blake en Mortimer vonden. Maus van Art Spiegelman en Persepolis van Marjane Satrapi zijn er in diverse edities en talen te vinden.

Belgisch café

Voor wie in New York heimwee zou krijgen, is er in een zijstraat van Times Square het onder Belgen populairste BXL Café, waar je ook typisch Belgisch eten als stoofvlees, vol au vent, mosselen met frieten, garnaalkroketten of steak-friet kan eten. De bierleveringen bleven achter waardoor er heel wat door ons gewenste biertjes tijdelijk niet voorradig waren. Westvleteren staat er niet op de kaart en wat de Antwerpse barman ervan importeert is enkel voor eigen gebruik. Een zicht op de prijzen maakt je wel duidelijk dat je voor het geld beter in eigen land op café gaat.

De barman had al na één zin door dat we een Vlaming zijn en bediende ons verder in het Nederlands. "Elf jaar ervaring", verklaarde hij. Of 't moet door onze bestelde "Bruhse Zot" geweest zijn, die niet eens op de kaart stond, maar waarvan wel een plakkaat uithangt tussen alle Belgische biermerken.

En voorwaar, in een vitrine met spullen van Kuifje en de Smurfen zagen we twéé beschilderde Kuifje-stokken waarvan we er een paar dagen geleden een heb gekocht aan het Guggenheim-museum.

Ook voetbal spelen ze hier uit. Er hangt een leuke poster met beroemde Belgische stripfiguren (en Asterix) als voetbalteam. Het café is telkens vol en de straat wordt soms afgesloten als de Belgen spelen op belangrijke toernooien. Al dan niet gesigneerde truitjes van Romelu Lukaku, Marc Wilmots en Kevin De Bruyne zijn ingekaderd.

Amerikanen kunnen volgens de barman goed tegen ons Belgisch zwaar bier. Dat kan ook te maken hebben met hun fysieke bouw. Toch verbaast het hem nog steeds dat een van zijn Amerikaanse klanten op een avond zesentwintig Duvels had gedronken en daarna afscheid nam met de woorden "Tot volgende week!" Die man komt er nog steeds, dus hij heeft het overleefd.

Hudson Yards

In de vestiging van het Belgische chocolademerk Neuhaus in het winkelcentrum Hudson Yards ook weer Smurfen. In de etalage staat een meer dan twee meter hoge chocoladeconstructie van het Flatiron-gebouw, dat momenteel in werkelijkheid in de steigers staat. Datzelfde gebouw was in de Spider-Man-films van Sam Raimi de werkplek van Peter Parker, want de krant The Daily Bugle was er gevestigd.

In Hudson Yards is ook een kleine juwelenzaak met een collectie rond Peanuts.

Chelsea Market

Bjorn van Lent van stripspeciaalzaak Neat Stuff hielp ons bij ons overzicht van jeugdstrips aan een paar tiental voor jongeren geschikte stripreeksen in het Engels. De meeste van zijn tips zagen we in de jeugdsectie van een boekenwinkel in Chelsea Market in het Meatpacking District. Da's eigenlijk voornamelijk een food market in een groot industrieel pand met keuze voor hamburgers, hotdogs, donuts en pizza's over dumplings, Japans-Mexicaanse taco's tot een oesterbar en een verfijnd Italiaans restaurant.

Coverpoes

Garfield op de cover van Life.

Money shot in Dumbo

In de wijk Dumbo (Brooklyn) is er het money shot om de Manhattan Bridge tussen twee huizenrijen te kunnen zien opdoemen. Dit beeld komt in bijzonder veel media terug, onder meer ook op de filmposter van Once Upon a Time in America van Sergio Leone. De brug is ook te zien in films als The Godfather, Goodfellas, verschillende films van Spider-Man en Batman, Armageddon, The French Connection, Donnie Brasco, Big, Fast & Furious 8, Home Alone 2,...

Uiteraard trekt deze straat veel toeristen. Souvenirstandjes spelen daarop in. En daar horen ook superhelden bij.

Franka en Caroline op de Brooklyn Bridge

Franka en Caroline Baldwin achterna op de Brooklyn Bridge. De prent van Franka is voor een zeefdruk ontleend aan een scène uit haar avontuur Het Zilveren Vuur. Henk Kuijpers heeft er zich ter plaatse gedocumenteerd.

Ook André Taymans heeft naar New York gereisd. Hij ondernam daarbij onder meer een helikoptervlucht boven de stad. Zijn vele beeldmateriaal is van pas gekomen voor vele decors in de reeks Caroline Baldwin. Voor de cover van Mijn Eerste Avonturen 2: Contract 48a (deel 12) heeft Taymans haar eveneens op de Brooklyn Bridge geplaatst. Een spannende scène in het verhaal speelt zich daar af. 

Franse strips in Albertine

Glorie voor Steven Dupré, want de recentste delen van Kaamelott en zijn door scenarist Alcante bewerkte verstripping van Ken Folletts Pilaren van de Aarde staan tussen het mooie stripaanbod in de prachtige Franstalige boekenwinkel Albertine. Om die winkel binnen te kunnen, moet je eigenlijk in de Franse ambassade in New York zijn, vlak aan Central Park. Het is de enige winkel in de stad met een overwegend Franstalig aanbod aan literatuur, met enkele kasten vol met jeugdstrips, stripreeksen en one-shots. Uiteraard zijn die ook van Belgische makelij, want een Kuifje, Guust Flater, Largo Winch, Alleen, Bollie & Billie of Lucky Luke vind je hier net zo goed.

De boekenwinkel met een aanbod van zo'n 14.000 titels gaat er prat op dat het literatuur aanbiedt uit alle dertig landen waar Frans gesproken wordt. Op de website van de boekhandel zijn nog andere titels te koop die niet in de winkel met z'n twee verdiepingen voorradig zijn. Een van die titels is Merel, de debuutstrip van Clara Lodewick over een Vlaamse vrouw. Kinderen in het Verzet, de populairste reeks van haar vader Vincent Lodewick alias Dugomier, is wel vertegenwoordigd in Albertine.

Een blikvanger op de tweede verdieping is de azuurblauwe, handgeschilderde sterrenhemel met gouden sterren op het plafond. Buiten zit een bronzen beeld van de Kleine Prins, de wereldberoemde creatie van de Franse schrijver Antoine de Saint-Exupéry. Een plakkaat ernaast herinnert passanten eraan dat hij z'n jeugdboek in New York heeft geschreven nadat de Duitsers in 1940 Frankrijk waren binnengevallen. Met zo'n 200 miljoen verkochte exemplaren is het het best verkochte Franse boek aller tijden. De Franse stripreeks Asterix zit trouwens aan een dikke 380 miljoen verkochte exemplaren.

Simpsonzombie

Bart Simpson als zombie in de straten van SoHo.

Miles Hyman in Philippe Laubane Gallery

We hadden het genoegen om de in Vermont geboren striptekenaar Miles Hyman te ontmoeten in de Philippe Labaune Gallery (zie verder). Het was die avond de vernissage van een expo in de galerij.

Van Hyman verscheen bij Lauwert Uitgeverij onlangs nog een vertaling van de misdaadstrip Het Geheime Leven van Schrijvers naar de ook in het Nederlands verschenen roman van Guillaume Musso. Hyman tekende verder Bloednacht (naar Jim Thompson), De Zwarte Dahlia (naar James Elroy) en De Praagse Coup (op scenario van Jean-Luc Fromental). Een exemplaar van zijn De Loterij vonden we terug in een openbare bibliotheek recht tegenover de hoofdzetel van de Public Library van New York. Deze strip is een bewerking van het beklemmende kortverhaal van Shirley Jackson, tevens de schrijfster van The Haunting of Hill House, tweemaal verfilmd als The Haunting, de tweede maal door de Nederlandse regisseur Jan de Bont. Zij is de grootmoeder van Hyman. Hij is ook de illustrator van een Lonely Planet-reisuitgave over New York.

Voor de expo in de galerij produceerde Hyman een reeks olieverfschilderijen op doek rond het thema water. Er hangen ook pagina's in potlood uit zijn strips met water of New York als een nadrukkelijke aanwezigheid. Sierlijk in beeld gebrachte vrouwen ontbreken niet in dit overzicht.

Voor de strippagina's moet je al enkele duizend dollar neertellen. De schilderijen zijn een meervoud waard. Zijn kopers vindt hij bij zowel Amerikanen als Fransen of andere Europese expats.

De expo loopt tot 10 mei.

Strip- en illustratiegalerie

De Philippe Labaune Gallery is vernoemd naar de eigenaar, een Fransman in New York. De galerij is te vergelijken met Huberty & Breyne in Brussel of Daniel Maghen in Parijs en is de enige in de VS die maandelijks (behalve in de zomermaanden) verkoopexpo's met origineel werk van illustratoren en striptekenaars organiseert. Momenteel loopt er een expo met origineel werk van striptekenaar en illustrator Miles Hyman (zie hierboven). De volgende expo (van 15 mei tot 14 juni 2025) biedt werk van Rebecca Leveille Guay, die onder meer potloodwerk voor Black Orchid voor Neil Gaimans Sandman heeft getekend). De vorige was van Will Eisner. In het verleden waren er van Frank Miller, Mike Mignola (die bijzonder succesvol was), François Schuiten, Nicolas de Crécy, Dave McKean, Jean-Claude Götting, Jacques de Loustal, Peter de Sève (een befaamde illustrator voor The New Yorker). 

Een assistent van Labaune had ons eerst nog meegenomen naar de kamer achter de exporuimte en daar hingen originelen van onder meer Frank Miller, Peter de Sève, Winsor McCay, Mike Mignola en eentje van Peyo. Terwijl we wachtten op de galeriehouder, checkten we bij huidig Jommeke- en voormalig De Smurfen-tekenaar tekenaar Philippe Delzenne of het om een echte Peyo ging en niet om werk van een assistent. Delzenne bevestigde niet alleen dat het om een authentieke Peyo ging, hij wist nog dat hij dat Peyo heeft zien tekenen. "Ik stond erbij en keek ernaar", vertelde hij ons. Het komt uit een kort verhaal met de Franse titel Le Tourlitoula du Schtroumpf Musicien.

Labaune is een joviale babbelaar. Hij is opgegroeid met Belgische stripreeksen als Kuifje en Blake en Mortimer en heeft vooral een boontje voor Edgar P. Jacobs, maar hij heeft natuurlijk ook oog voor modernere tekenaars wier werk hij exposeert. We vertelden Labaune dat we vruchteloos hadden geprobeerd om met Frank Miller af te spreken, maar dat elke mail via zijn (ook al Franstalige) agent onbeantwoord bleef. De galeriehouder verklaarde dat Miller erg terughoudend is en zelfs voor expo's zelden zijn medewerking verleent. Hij wist wel nog te vertellen dat Miller amper twee blokken verderop woont van de galerie, maar om nu plots voor diens deur te gaan staan "when in New York" ging ons natuurlijk te ver.

De ambities reiken hoog voor de galerie. Het publiek is er ook naar en vindt almaar meer de weg naar de straat tussen de andere galerieën. Tussen de toekomstige expo's zit een grote naam, maar de deal is nog niet rond om die te kunnen communiceren. Houd de website in het oog: https://philippelabaune.com

Als je er zelf eens langsgaat, kan je dat combineren met het wandelen via The High Line. Dat is een langgerekt verhoogd wandelpad langs het traject van een voormalige goederentransporbtlijn. Sporen van die lijn zijn verwerkt in het smalle park. Onderweg loop je tussen de moderne flatgebouwen of kan je oudere panden in het Meatpacking District van Manhattan zien. Ook kunstwerken (waaronder een reuzegrote duif) onderbreken je wandeling. De beplanting in het park is het werk van de Nederlandse tuinarchitect Piet Oudolf. Hij heeft ook de Gardens of Remembrance aangelegd. Deze tuinen zijn er als herinnering aan de mensen die omkwamen bij de aanslag op 11 september 2011.

Het pad start rond het winkelcentrum Hudson Yards en mondt uit bij het Whitney-museum voor Amerikaanse kunst. Op wandelafstand is er Chelsea Market, met een grote keuze aan eten, en Little Island, een op ongelijke betonnen pijlers aangelegd kunstmatig aangelegd eiland met een park, speeltuin, arena, bloemen, planeten en bomen op het water.

Filmstudio Kaufman Astoria

We passeerden niet alleen een failliet gegane winkel (had het maar geen AI-beelden als promo moeten gebruiken), in dezelfde straat in de wijk Queens ligt ook de Kaufman Astoria Studio. Hier wordt de Amerikaanse versie van Sesamstraat opgenomen en in het verleden reeksen als Succession, American Horror Studio, Orange Is The New Black en The Cosby Show. Op filmgebied vonden hier opnames plaats voor de eerste twee Smurfen-films, Spider-Man 3 en heel veel meer.

De kunst van het filmmaken

Het Museum of the Moving Image is een absolute must voor al wie van films, tv, animatie en bewegende beelden houdt. In een mooi pand, gevestigd in een vroeger gedeelte van de Kaufman Astoria Studios, passeert de Amerikaanse filmindustrie. Op een van de verdiepingen staan tal van camera's en tv-toestellen in een prachtige opstelling die de evolutie van beide toestellen weergeven. Het afspelen van films gaat al terug naar onder meer vroege vormen van projectie en het afspelen van beelden na elkaar, zoals bij de uitvinding van de Belg Joseph Plateau, de fenakistiscoop uit 1833, waarvan je er eentje kan laten werken in het museum. Je kan er ook een oude vorm van animatie met foto's van Charlie Chaplin door middel van een flipbook laten afspelen.

Het museum herbergt inderdaad heel wat doe-activiteiten waarbij je bijvoorbeeld zelf klei-animatie kan monteren, je stem dubben over bestaande filmfragmenten (waaronder Some Like It Hot met Marilyn Monroe), foto's van jezelf naar filmbeelden omzetten of geluidseffecten onder filmfragmenten (zoals The Terminator) kan plaatsen. Bij deze laatste vond een grote groep bezoekende studenten uit Californië het grappig om een op straat vallende motor met het geluid van een knallende scheet te voorzien. Dit gezegd hebbende: dit museum is bijzonder goed geschikt voor jong en oud.

Voor de afdeling met make-up, pruiken, maskers, decorstukken en maquettes sta je oog in oog met een pop uit The Exorcist, zie je het hoofd van Chewbacca, het latex masker van Mrs. Doubtfire en The Elephant Man of wat Jim Carrey droeg in The Mask. De pruik van Elizabeth Taylor in Cleopatra en voorwaar de mohawk van Robert De Niro in Taxi Driver verrassen je net zo goed. Een grote maquette met het Tyrell-gebouw uit de film Blade Runner (de originele versie uit 1982) maakt je de magie van films duidelijk, of net zo goed dat je als kijker eigenlijk vaak wordt bedot omdat veel ervan niet echt is of zoals het lijkt.

Een en al nostalgie overvalt je bij hele vitrines vol merchandising door de decennia heen, van oude spulletjes en speelgoed van producties van Walt Disney, The Flintstones, Star Trek en Star Wars tot tv-reeksen die in een grijs verleden ook bij ons te zien waren.

In het hele museum, dat zich uitstrekt over drie verdiepingen, zijn cinemazaaltjes verspreid. In een ervan spelen oude tekenfilmpjes van de gebroeders Max en Dave Fleischer. Daar vernemen we dat sinds 2022 alle bijna zevenhonderd tekenfilmpjes worden gerestaureerd. Er zijn er al een honderdtal klaar waarvan er vier te zien zijn in het museum. Een filmpje van Betty Boop is enkel daar in première in gerestaureerde versie te zien. De drie andere zijn van Ko-Ko the Clown, Popeye en Superman. Ze worden in een loop vertoond.

Ontwerptekeningen en storyboards, scenario's en aantekeningen zijn er ook verzameld. Specifiek over de Bob Dylan-biopic I'm not There en Velvet Goldmine zie je heel wat illustraties die mee tot de films hebben geleid.

Er is een hoekje voor vinylplaten met soundtracks van films. Altijd mooi om het artwork op dit soort albumhoezen te zien, zeker als ze zijn getekend.

Het museum besteedt ook aandacht aan games. Je vindt er oude arcadespelen waarop je mag spelen. Een ander gamegedeelte met een nog groter interactief element was tijdens ons bezoek nog niet operationeel. Dat geldt ook voor een grote zaal op de derde verdieping die nog in opbouw was. We konden wel een glimp zien van een aan het plafond bevestigde pop die naar een stunt uit Mission: Impossible refereert. Die expo over Tom Cruise en zijn eigen engagement om stunts te ondernemen startte op 18 april en loopt tot 14 december.

Het museum organiseert tal van evenementen of filmvertoningen. Op 19 en 20 april was er bijvoorbeeld een weekend om vijfendertig jaar Teenage Mutant Ninja Turtles te vieren.

Expo Jim Henson

De hoofdexpo in het Museum of the Moving Image is ontroerend mooi en uitgebreide over het leven en werk van Jim Henson, bekend van The Muppet Show, Sesamstraat, The Freggels, The Dark Crystal en veel meer. We leren er dat Henson voor de schoolkrant tekeningen maakte, cartoons en zelfs een strip, Pierre the French Rat, waarin al een sprekend dier voorkomt. Hij baseerde er zijn eerste pop uit 1954 op.

Mee aan de basis van Hensons poppenspelimperium ligt de strip Pogo van Walt Kelly. Op de expo kan je het volgende citaat lezen bij een exemplaar van Pogo's Sunday Punch (1957) dat tot Henson toebehoorde: "Kermit is Pogo. Hij is die ene normale persoon die denkt zoals mensen gewoonlijk denken. En... lichtjes waanzinniger komische personages die zich rond die ene persoon bevinden." De meeste van die andere personages zie je allemaal terug op de expo: Gonzo, Fozzie, de Zweedse kok, Waldorf en Statler, Rowlf en uiteraard de diva Miss Piggy.

Het originele bord met het logo van The Muppet Show is er te zien, net als ontwerptekeningen voor de personages uit deze tv-reeks en Sesamstraat, met onder meer vroege ontwerpen van Bert en Ernie.

Rond de films The Dark Crystal en Labyrinth vind je ook weer een staalkaartje van ontwerpen, kostuums, voorwerpen en door de studio van Henson uitgevonden animatronics, een soort te besturen robots.

In de museumshop vind je heel wat merchandising en boeken van en over Jim Henson en zijn creaties. We raden je bij dezen graag de uitstekende documentaire Jim Henson: Idea Man aan, in 2024 geregisseerd door Ron Howard en te bekijken op Disney+.