2 of 237
Dertig jaar Cédric
In mei 2016 verscheen het dertigste album van Cédric. Zo jong was toen ook het stripfiguurtje waar Dupuis aanvankelijk niet veel van verwachtte. Volgens de uitgeverij zou de tekenaar al na drie albums de serie beu zijn en het zou zeker niet goed lopen. Tegenwoordig is Cédric een van de best verkochte stripreeksen van Dupuis, een van de grootste pijlers zelfs. Enkel bij de Franse editie van deel 30 zat een extra katern van 16 pagina's waarin werd teruggeblikt. We onthouden het volgende voor je.
De ouders van Laudec, né Antonio De Luca, emigreerden begin jaren 1950 van Italië naar België. Hij was toen vijf jaar. Zijn vader kwam in de mijnen werken. Hun eerste thuis waren naar appartementen omgebouwde cellen in een voormalig gevangenenkamp. Dankzij Mickey Magazine en Robbedoes kwam de jonge Tony in contact met strips en begon er op het einde van zijn puberteit zelf te tekenen voor diverse fanzines. Om zijn brood te verdienen, ging hij werken als industrieel tekenaar voor een fima die is gespecialiseerd in treinmateriaal. Een van zijn collega's was een jeugdvriend van Raoul Cauvin waardoor het tot een ontmoeting kwam. Cauvin stelde hem voor om een gag voor de tekenaar te schrijven om te zien wat hij waard was. Het raakte gepubliceerd in een tijdschrift, maar Cauvin gaf toe dat het leek alsof iemand hem met een machinegeweer in de rug had gedwongen om te tekenen.
Tony liet zich niet ontmoedigen. Mittéï nam hem onder zijn vleugels als assistent en schreef voor hem zijn eerste stripreeks Fluitefloren die in 1979 in Robbedoes startte. BD Must gaf er in 2025 een integrale van uit. Laudec assisteerde vervolgens François Walthéry voor de decors in Natasja en Tchantchès, terwijl hij nog altijd zijn hoofdberoep behield. Hij moest kiezen en wilde tegelijk zijn tekenstijl vernieuwen. Die kans kreeg hij van toenmalig hoofdredacteur van Robbedoes, Philippe Vandooren. Cauvin volgde hem en ze ontwikkelden samen Cédric.
De settinf van een lagere school sprak Laudec persoonlijk aan omdat zijn echtgenote Nelly in die tijd zelf lerares was en 's avonds vol verhalen zat over de kinderen aan wie ze lesgaf. Cauvin stelde hem eerst voor om de personages die hij wilde gebruiken te schetsen. In het begin zagen die er helemaal anders uit dan hoe ze zouden worden. Laudec zag Cédric aanvankelijk als een ietwat rebelse, pruilende puber, zijn opa had nog geen uitgesproken snor (uiteindelijk maakte Laudec van opa een karikatuur van Cauvin himself) en Cédrics moeder zag er behoorlijk realistisch uit. Na verder uitwerken en brainstormsessies, verjongde Laudec het hoofdpersonage. Cauvin vond ook nog dat de school te beperkend was. Het zou beter over het familieleven gaan, de school incluis.
Het officeel eerste korte verhaal van Cédric stond in Robbedoes nummer 2559 van april 1987. Vieren we zijn verjaardag dan een jaar te vroeg? Toch niet, een oerversie verscheen al in Robbedoes nummer 2541 (een kerstspecial van 23 december 1986). Het was een eerste test voor het personage. Die gag is nooit in album gepubliceerd. Cédrics vader was daarop te zien als clown in een circus wiens grote schoenen van pas kwamen om aan de schoorsteen te zetten. Cédric had toen nog geen naam. Voor de latere gags en korte verhalen koos men aanvankelijk nog voor Stefan als vertaling voor Cédric.
Hierboven staat een coverontwerp voor het eerste album. Uiteindelijk werd het iets compleets anders. Sommige covervoorstellen waren bedoeld als grapje. Onderstaande illustratie was zogezegd voor de cover van deel 11, Zwaanzin, om aan te tonen dat zwanen geen lieve beestjes zijn. Laudec legde het voorstel voor aan Cauvin die onmiddellijk begreep dat het om te lachen was. Uiteraard kreeg Dupuis dit nooit te zien.
Maar uit wraak omdat Dupuis heel dringend een cover vroeg, stuurde hij onderstaande schets wel op naar de uitgeverij. Opnieuw om te lachen, maar ook om stoom af te blazen omdat men hem onder druk zette. Thierry Martens, de toenmalige verantwoordelijke voor de albums, kon er goed mee lachen.
Onderstaand covervoorstel is ook nooit gebruikt voor een album.
Al snel kwam het tot een tekenfilmproject. Om economische redenen moest de tekenstijl aangepast worden voor de tekenfilms. Vooral de wilde haren van Cédric moesten eenvoudiger.
Er waren nog andere concessies nodig voor de tekenfilmreels. Het accent van Chen werd achterwege gelaten. Nochtans heeft er nooit een lezer geklaagd over de "r" die ze in de strip als "l" uitspreekt. Om een eventuele Amerikaanse financierder aan boord te halen, ging men even overstag om de decors Amerikaanser te maken en van Cédrics vriendje Christian een zwart jongetje te maken om de raciale diversiteit in de Verenigde Staten weer te geven. Laudec heeft effectief enkele modelsheets gemaakt met een zwart jongetje (zie hieronder), maar na lang nadenken vonden ze dat ze de stripreeks beter geen geweld aandeden door het te veramerikaniseren. Uit dit politiek correcte voorval kwam wel Caprice voort, het atletische, zwarte meisje op wie Christian verliefd is. Laudec en zijn toenmalige uitgeefster Laurence Van Tricht lazen elk scenario van de animatieserie na. Cauvin had voldoende vertrouwen in hen en kwam niet tussenbeide.
Nog weetjes? Wel, elke keer Laudec het scenario voor een nieuw verhaal ontving, belde hij Cauvin op en hield dan de hoorn tegen een lachkussen dat hij onbedaarlijk liet lachen. Maar dan alleen als Laudec de grap goed vond. Sinds het overlijden van de scenarist, schrijft Laudec zelf de reeks.
Bron: Patrick Gaumer — Cédric 30: Silence, Je Tourne!, Dupuis 2016
2 of 237