202 of 1728
Geheugen op Zak 1-2-3
Je verleden draag je mee, al dan niet op zak
Hoeveel groeven een mens ook op zijn (of haar) gezicht heeft, nooit zal er het volledige levensverhaal op af te lezen zijn. Toch voelen enkele cafégangers dat er iets niet honderd procent normaal is wanneer de toch al behoorlijk bejaarde Sidoine Letignal ’s avonds laat ietwat verward rondstruint met een baby (van kleur) in zijn armen. Ze trachten de man uit te horen. Wat hen dan ter ore komt, is de start van een fascinerend levensverhaal, ondersteund door de briefjes en andere herinneringen die Sidoine letterlijk met zich meedraagt.
Het plot dat scenarist Luc Brunschwig voor dit drieluik presenteert, behandelt verschillende vraagstukken. Hoe komt een Afrikaanse boreling in het leven van Sidoine Letignal? Waarom keert diens vrouw Rosalie, die altijd zo heeft opengestaan om anderen te helpen, geleidelijk zo extreem in zichzelf? En waarom is ze zo hard tegenover hun zoon Laurent? Waarnaar verdwijnt Sidoine zo ineens en biedt het verleden daarop antwoorden of net nog meer vragen?
Omdat al deze vragen zo met elkaar verweven zijn, heeft dit drieluik niet meteen één vast hoofdpersonage. Aanvankelijk lijkt het Sidoine, dan weer Laurent, en ook het oogpunt van Rosalie vormt een belangrijke invalshoek. Eigenlijk is de familiedynamiek binnen de familie Letignal het ware hoofdpersonage van deze triptiek. Als familie hebben ze het moeilijk omdat ze wat ze apart beleefden niet met elkaar delen. Maar dat doen ze net om elkaar te beschermen. Gaandeweg ontdekken ze elkaars (voor)geschiedenis, door speurtochten, interacties en... meegedragen briefjes.
De echte sterkte van dit drieluik is zijn opbouw. Brunschwig goochelt met ferme tijdssprongen naar heden en verleden en weer terug. Eerst lees je het verhaal door Sidoine te volgen, dan weer volg je in de voetsporen van Laurent die, na alweer een fikse sprong in de tijd, op zoek is naar (en in, het verleden van) zijn vader. Dat is Brunschwigs manier om de lezer slechts stapswijs stukjes van de puzzel te geven en hem zo aan zich te binden. Het is zeer kundig gedaan en zal je boeien, op voorwaarde dat je de aandacht erbij houdt en om kunt met de vele veranderende verteltechnieken. Wij konden het alvast ten zeerste smaken. Ook al is Brunschwig geen onbekende, hij schreef onder meer De Macht der Onschuldigen en Urban, toch weet hij ons hier nog te verbazen. Met De Gebroeders Rubinstein had hij al eens eerder een familiekroniek geschreven, maar verhaaltechnisch is deze Geheugen op Zak van een indrukwekkender grootteorde.
Brunschwigs grafische compagnon de route voor Geheugen op Zak is Étienne Le Roux. Dat moet hun beiden bevallen zijn, want ook voor De Gebroeders Rubinstein werkte het duo samen. Drie delen lang brengt Le Roux consistent de kwaliteit en de stemming in beeld die bij deze reeks past. Het zorgt mee voor alweer een mooi verzorgde uitgave van Lauwert Uitgeverij. The new kid on the block weet tot dusver een erg mooie selectie te maken.
DIEDERIK VAN DE VELDE
202 of 1728