1092 of 1728
Samber VIII: Zij die mijn Ogen Niet Meer Zien...
Feest
In 1986 start Yslaire (Bernard Hislaire) op scenario van Yann ondetr het pseudoniem Balac de reeks Samber. Meer dan dertig jaar later verschijnt Zij die mijn Ogen Niet Meer Zien..., het achtste en naar verluidt voorlaatste deel. Mocht iemand met zo'n planning naar een Vlaamse uitgever stappen, er zou hartelijk om gelachen worden. Hier wil men liefst vier albums per jaar, zogezegd omdat lezers anders afhaken. De lezers van Samber hebben niet afgehaakt. De spin-offs kennen met ingewikkelde verhaallijnen en plotwendingen merkelijk minder succes, maar de hoofdreeks heeft terecht een cultstatus verworven.
Wie nog niet zou weten waar het over gaat, kan hieronder de bespreking van de vorige delen lezen. In het kort volgen we het wel en wee van de burgerlijke Bernard-Marie en zijn arme tweelingzus Judith. De ene wordt gepamperd, de ander moet als hoertje zien rond te komen. Dat ze veroordeeld zijn om op een dag oog in oog te staan, hangt als een vloek boven hun hoofd.
De reeks is op alle gebied gegroeid, maar wat in dit achtste deel vooral opvalt, is hoeveel aandacht Yslaire aan de taal besteedt. Laat dit alsjeblieft weerklinken tot in de klassen van onze stripscholen: wat een erbarmelijk, ergerlijk en armoedig taaltje hanteren de meeste van onze stripmakers. Dat mag niet verbazen als je ziet hoe gebrekkig het taalgebruik van de docenten in hun zogeheten graphic novels is. Toegegeven, de Vlaamse striplezer maalt er niet om dat zijn helden koeterwaals spreken en om een of andere reden vinden wij brabbelende personages sympathiek. Dat het anders kan, bewijzen auteurs als Manu Larcenet en Yslaire om er twee te noemen. Samber baadde altijd al in de sfeer van Victor Hugo, nu trekt Yslaire alle registers open en passeren Charles Baudelaire, William Shakespeare en zelfs Jacques Offenbach de revue. Wie ervan houdt, kan zwelgen in mooie verwoordingen en fraaie formuleringen.
Maar Yslaire heeft niet enkel opvallend veel aandacht aan de taal besteed. Zij die mijn Ogen Niet Meer Zien... mag een overgangsalbum zijn, het is meer dan het pad effenen en een aanloop nemen. Het is een feest om te zien hoe alles zin krijgt. De vlinders, het theater, de foto's, de ogen,... niets lijkt toevallig of willekeurig geweest.
Het besef dat het einde van een gewaardeerde serie per definitie zal ontgoochelen, verpest het een beetje. Maar laten we niet vooruit kijken en genieten van de schitterende tekeningen, het prachtige verhaal, de schaamteloze romantiek en de betoverende taal.
FLO VAN DIJCK
1092 of 1728