Spirou start voorpublicatie Cauvins laatste De Blauwbloezen. Willy Lambil tekent al volgende album

6 mei 2021 Vooruitblikken

Sinds deze week loopt in het Franstalige stripweekblad Spirou de voorpublicatie van De Blauwbloezen deel 64, Waar Is Arabesk? Het gaat om het allerlaatste scenario van Raoul Cauvin. Het album verschijnt normaal gezien in oktober of november in vertaling bij Dupuis. Cauvin heeft geen speciaal afscheid ingelast. Het is een verhaal zoals een ander.

Voor Willy Lambil gaat het werk gewoon verder. Hij verklaarde al meermaals dat hij De Blauwbloezen blijft tekenen tot hij erbij neervalt. Intussen werkt hij aan deel 66 dat volgend jaar moet verschijnen. Dat verhaal is geschreven door de Bretoense scenarist Kris (Christophe Goret). Zijn verhaal heet Irish Melody. De rol van Ierse soldaten in het Amerikaanse leger komt hierin aan bod. Kris heeft een tijdje in Ierland gewoond. Een bijkomend geluk: Lambil is zelf gek op Ierland en hij wou altijd eens Ierse landschappen tekenen, hoewel Kris' verhaal zich daar helemaal niet afspeelt. Het blijft op Amerikaanse bodem gesitueerd, meer bepaald aan de vooravond van de Slag bij Fredericksburg (13 december 1862) waar het Zuidelijke Army of Northern Virginia van generaal Robert E. Lee tegenover het grotere, Noordelijke Army of the Potomac van generaal-majoor Ambrose Burnside stond. De Zuidelijken wonnen glansrijk.

Fragmenten uit De Blauwbloezen 66: Irish Melody, te verschijnen in 2022.

 

Chesterfield loopt in Kris' verhaal de jonge officier Paddy (een bijnaam van Patrick) tegen het lijf, die deel uitmaakt van een Ierse brigade van het Noordelijke leger. Net zoals duizenden andere Ieren ontvluchtte hij met zijn familie de armoede in eigen land en emigreerde naar Amerika. De officier raakt ervan overtuigd dat Chesterfield een verre neef van hem is. Dat bevalt Chesterfield wel, want de Ierse soldaten zijn ervoor gekend dat ze altijd in de eerste linies meevechten en heel vaderlandslievend zijn. Chesterfield treedt daarom toe tot de Ierse brigade en laat Blutch in de steek. Dat laat de kleine korporaal niet zomaar gebeuren. Er staat het duo vervolgens heel wat onverwachtse gebeurtenissen te wachten... bij de Zuidelijken vechten namelijk ook Ieren mee.

Kris is niet bepaald gekend omwille van komische stripverhalen, maar des te meer van pakkende oorlogsverhalen. Hij begeesterde lezers met onder meer Moeder OorlogMoeder AmerikaViolette MorrisSvoboda!De Wereld van Lucie en Een Zakje Knikkers. Maar voor Dupuis schreef hij ook al diverse albums. Met tekenaar Bruno Duhamel (De Terugkeer, Nooit, De Reis van Abel) maakte hij tussen 2012 en 2014 de niet-vertaalde, driedelige reeks Les Brigades du Temps, over uchronie-agenten die de officiële geschiedenis moeten beschermen en rechtstreeks in het verleden ingrijpen als de loop van de geschiedenis dreigt af te wijken. Duhamel is zelf een grote fan van Lambil wiens tekenstijl een invloed op hem had. Kris maakte van het duo met elkaar kibbelende agenten dan weer een hommage aan sergeant Chesterfield en korporaal Blutch en dat ontging de uitgeverij niet. Kris kreeg namelijk het voorstel om eventueel De Blauwbloezen over te nemen. Datzelfde voorstel kregen ook andere kanshebbers. Het auteurslijstje werd na verloop van tijd verder gereduceerd tot ook BeKa en José Luis Munuera overbleven en die tussendoor zelf hun De Blauwbloezen mochten maken: De Oorlogscorrespondent. Het verscheen vorig jaar als deel 65.

Voor het in 2022 te verschijnen deel 66 had Lambil de keuze uit voorstellen van drie scenaristen waarbij hij dat van Kris koos. Dat Kris niet zomaar zeker is van een blijvend baantje als de enige scenarist van De Blauwbloezen, bevestigde hij inmiddels zelf:

"Zolang Lambil doorgaat, werken wij in principe samen. Maar hij is degene die telkens het laatste woord heeft. Als het volgende verhaal dat ik hem voorstel hem dus niet bevalt, heeft hij de volledige vrijheid om elders te gaan kijken. Momenteel hebben we voorzien dat ik hem een tiental ideeën stuur die ik al in mijn hoofd heb voor een volgend album."

Ook al is zijn scenario voor deel 66 een compleet verhaal, is er wel een opening naar een volgend verhaal mogelijk als hij aan boord mag blijven. Dan zou het al meteen kunnen gaan om nog een album met een Iers thema. En deze keer zou hij Chesterfield en Blutch wél naar Ierland sturen, zonder daarbij de Secessieoorlog uit het oog te verliezen. Kris baseert zich voor dat mogelijke verhaal op een historisch, minder bekend, maar heel speciaal feit dat de Ieren in de Amerikaanse Burgeroorlog met Ierland verbond.

Kris hoefde zijn scenario trouwens niet voor te leggen aan Cauvin om zijn zegen te krijgen. Cauvin heeft zijn rechten op de reeks jaren geleden al verkocht aan uitgeverij Dupuis. en wil niet in de weg staan van zijn opvolger of hem beïnvloeden. Ook Lambil is geen mede-eigenaar van de reeks, daar hij de reeks overnam van de plots overleden Louis Salvérius. De kinderen van Salvérius krijgen trouwens nog steeds netjes hun deel van de rechten uitbetaald. Uiteraard luistert Dupuis wel naar Lambil die De Blauwbloezen in 2022 vijftig jaar lang tekent. Zo is hij fel gekant tegen een integrale uitvoering van zijn verhalen. Hij vindt dat dit enkel is voorbehouden voor tekenaars die zijn overleden. Dupuis gaf van Salvérius' verhalen intussen wel twee integrales uit.

Hoe dan ook koestert Kris een bewondering voor Cauvin:

"Hij was mijn idool toen ik jong was. Sommigen wilden Michel Platini of Enzo Scifo zijn, ik droomde ervan Raoul Cauvin te zijn."

Cauvin nam de gewoonte aan om zijn scenario's uit te tekenen. Om die gewoonte voor Lambil aan te houden, moest er extra hulp komen voor Kris omdat hij zelf niet kan tekenen. Daarom verzorgt Emmanuel Michalak het storyboard van de verhalen van De Blauwbloezen zodat Lambil een visueel hulpmiddel heeft voor het tekenen van zijn strips. Michalak heeft voor Hub de delen 3 en 8 van de reeks Okko gestoryboard en zelf is hij de tekenaar van de amusante fantasyreeks Aslak, op scenario van Hub en Fred Weytens. Zowel Okko als Aslak verschenen bij Silvester. Hieronder zie je zijn storyboardwerk voor de pagina's 10, 11 en 12 die Lambil moet tekenen.

Bron: Adrien Laurent — Les Amis de Spirou, le groupe !