Benoît van Innis (63) overleden

25 februari 2024 Overlijdens

Op 24 februari is Benoît van Innis overleden. De in Brugge op 25 mei 1960 geboren tekenaar was een onvergelijkbare kunstenaar en een cartoonist. Hij werd geboren in een tweetalig gezin waarvan de vader uit een verarmde tak van een adellijke familie stamde. Benoit — de nom de plume die hij voor zijn grafische werk aanmat — nam graag het gezapige burgerleven op de korrel.

Hij publiceerde zijn cartoons vanaf medio jaren 1980 in De Standaard, De Morgen, Panorama, Knack, Humo en ook internationaal in onder meer Vrij NederlandLire en Paris Match. Voor dat laatste tijdschrift wisselde hij vanaf 1996 een cartoonpagina met de voorname Franse tekenaar Jean-Jacques Sempé, bekend van de door René Goscinny geschreven kinderboeken De Kleine Nicolaas. Hij rekende Sempé tot zijn idolen, samen met Chas Addams, William Steig en James Thurber. Hij was de eerste Belg die was uitgenodigd om voor het befaamde tijdschrift The New Yorker een cover te mogen tekenen. Dat kunstje herhaalde hij in de jaren daarna nog meer dan dertig keer. Tussen 1989 en 2011 publiceerde hij een dozijn cartoonbundels in het Nederlands en Frans. Loempia opende die reeks in 1989 met Scrabbelen in de Herfst.

Daarnaast was Benoit een kunstenaar. Sinds de jaren 1990 werkte hij samen met architecten om kunst te integreren in privéwoningen en openbare gebouwen. De tegelmuur in het metrostation van Maalbeek is van zijn hand. Dergelijke muurtekeningen op tegels volgden ook in het Jan Breydel-stadion in Brugge, het Wezenberg-zwembad in Antwerpen, een zorgcentrum in Wingene, de universiteit van Louvain-la-Neuve en het restaurant De Refter in Brugge. Na de aanslagen in Brussel in 2016 realiseerde hij een herdenkingsmuur in opnieuw het metrostation van Maalbeek. Desondanks kreeg hij met zijn vrije werk geen toegang tot de kunstmarkt. Dat ervoer hij als een nederlaag, maar hij hield koppig vol. Hij wees erop dat vooral het galeriecircuit hem nooit heeft aanvaard.

Zijn collega Lectrr omschreef hem als volgt: "De cartoonist die geen cartoonist was, maar kunstenaar en de kunstenaar die geen kunstenaar was, maar cartoonist."

Kunstenares Tatiana De Munck plaatste op haar Facebookpagina onderstaand afscheidsbericht.

"Gisteravond overleed Benoît, kunstenaar, tekenaar en meester cartoonist. Hij kon als geen ander met een paar potlood of stiftstrepen situaties typeren. Hij tekende altijd raak, kleine gebaren, de burgerij in kostuum gekleed werd door hem weer uitgekleed, soms schrijnend, eenzaam, vaak onvoorstelbaar grappig.

De man met het grote hart is niet meer.

Hij sprak altijd te luid, zijn gebaren waren te groot voor zijn lijf vond ik vaak, zijn lach klaterde en schaterde tot hij letterlijk omviel. Zijn gedachten waren/werden vaak erg (luid) uitgesproken en wanneer hij je een schouderklopje gaf moest je letterlijk opletten niet om te vallen. Hij hield van Cézanne, Matisse, Luis Buñuel.

Reggiani en Dalida. Den dikke en den dunne. Tekenaar Sempé.

Van mensen. Zijn familie. Zijn lief. Zijn hond. Van Kerstmis en Sinterklaas. En olijfbomen. En Club Brugge, natuurlijk Club Brugge. Hij hield van frieten, kettingroken. Koffie. En wijn.

(Hij hield net als ik helemaal niet van de kleur paars. Ce n’est pas une couleur, riep hij.)

Hij hield van de meeuw die ik hieronder nu post. Ze maakte hem aan het lachen. Ze deed hem denken aan de lachende meeuw uit de strips van Guust Flater.

Maar zijn grootste talent was vriendschap. Zijn gulheid in alles. Zijn mededogen.

Altijd vragen hoe het met je ging, zelfs wanneer het slecht met hem ging. Moi, ça va, zei hij dan. En nam nog een trek van zijn sigaret en een slok wijn.

Oh, lieve Benoit.

Wat is de wereld vanochtend leger en saaier geworden. Zoveel kleurlozer zonder jouw felblauwe scherpe blik.

Je t’embrasse, Coco. De tout mon cœur.

Ik mis je nu al.

(En de mooie hemden die je altijd droeg. :)

Tati"