Vernissage expo Morris: 100 jaar, 100 werken

Uniek overzicht van striperfgoed

1 december 2023 Fotoreportages

tekst: David Steenhuyse en Seppe Cools — © foto's: Raymond Lagae

 

Op 30 november, de dag voordat Maurice De Bevere alias Morris honderd jaar zou geworden zijn, pakte de Brusselse galerie Huberty & Breyne uit met een unieke tentoonstelling. Aan de hand van honderd originelen van Morris' beroemde stripreeks Lucky Luke krijgen bezoekers twee maanden lang honderd originelen te zien. Covers van albums, een fraai chronologisch overzicht van originele platen uit zijn prille periode tot zijn latere productie, coverillustraties voor ter ziele gegane stripbladen als Robbedoes, Pep en een Lucky Luke-maandblad en andere tekeningen, waaronder de wereldberoemde achterkant van de albums waarop Lucky Luke zijn schaduw neerschiet, enkele bronzen beelden, het is allemaal uit de kluizen van de erfgenamen gehaald. Slechts tien originelen worden geveild. Nooit eerder zijn zoveel originelen van Morris tentoongesteld. Genodigden van heinde en verre, waaronder heel wat stripauteurs, kwamen dan ook het striperfgoed bekijken. Een notoire stripverzamelaar, bij wie onlangs 90% van zijn originelen werd gestolen, vergat bij al dat schoons zelf even zijn ellende en gaf aan later terug te keren om alles nog eens in alle rust te kunnen bewonderen.

 

Een beetje historiek

1946, de Tweede Wereldoorlog zit nog vers in het geheugen, maar is gelukkig voorbij. Met Will, Jijé, André Franquin en Morris aan wal ligt er een rooskleurige toekomst in het verschiet voor het weekblad Robbedoes. Baard en Kale sieren het weekblad al een hele poos, net als Robbedoes en nog wat Amerikaans werk. In dit jaar brengt Morris ons waar de lezer al dan niet onbewust naar verlangt: een komische western. De gouden jaren komen eraan.

De op 1 december 1923 in Kortrijk geboren Maurice De Bevere, zoon van een pijpenfabrieksbaas, werkte in het verleden als inkter bij CBA en daar ontmoette hij onder andere Peyo, Franquin en Eddy Paape. In 1946 start zijn carrière als auteur van Lucky Luke met het verhaal Arizona 1880, en de rest is stripgeschiedenis...

Eind jaren 1940 vertrekt Morris naar de Verenigde Staten met Franquin, Jijé en diens kroost. Daar probeert hij binnen te raken bij de Disney-studio's en dat is duidelijk zichtbaar in zijn tekenstijl. In Amerika leert hij ook zijn nieuwe scenarist René Goscinny kennen. Die werkt, net als Morris, mee aan het Amerikaanse Mad-magazine van Harvey Kurtzman. Het duo maakt samen zesendertig albums, vanaf De Spoorweg door de Prairie tot De Zingende Draad. Goscinny sterft aan een hartaanval tijdens een inspanningstest op 5 november 1977, maar hij is van onschatbare waarde in de stripwereld en Lucky Luke in het bijzonder. Zo roept hij Rataplan, een parodie op de filmhond Rin Tin Tin, in het leven en creëert hij de iconische neefjes Dalton. De oorspronkelijke Daltons werden gedood door Lucky Luke — op enkele dieren en zijn dubbelganger na waren dat zijn enige slachtoffers — maar het publiek wou hen graag terugzien. Daardoor maken Bob, Bill, Grat en Emmett plaats voor de dommere, meer klunzige neefjes Joe, Jack, William en Averell. Ook laat Goscinny Lukes paard Jolly Jumper spreken. Zo krijgt zijn trouwe viervoeter een eigen leven en wordt hij meer dan een transportdier.

Morris neemt alle westernclichés op de korrel en parodieert ze op magistrale wijze. Tegelijk probeert hij ook wat geschiedenis in zijn verhalen te stoppen. Zo zien we Calamity Jane, Judge Roy Bean en Billy the Kid passeren — bij laatstgenoemde moet trouwens een plaat herwerkt worden omdat Dupuis die té gewelddadig vindt, Billy zuigt als baby namelijk aan een revolver en dat kan niet voor de Franse censuurcommissie die oplettend waakt op de jeugdbladpers. Daarnaast belandt Lucky Luke in de prikkeldraadoorlog en helpt hij mee aan de bouw van de spoorwegen. 

Dat Lucky Lukes geestelijke vader graag karikaturiseert, weten we ook al sinds het prille begin. Al snel zien we Jack Palance als Phil IJzerdraad, Franquin als dronkenlap, René Goscinny, David Niven en nog veel meer bekenden uit die tijd. In zijn Dargaud-tijdperk komen onder andere Louis de Funès en Lee Van Cleef aan bod.

In 1968 stapt Morris over naar Dargaud, waar Goscinny op dat moment al samenwerkt met Albert Uderzo aan de reeks Asterix voor Pilote. Dat Franse stripweekblad publiceert vervolgens de verhalen van Lucky Luke en sindsdien worden de Franstalige albums van de reeks ook uitgebracht in hardcover, een vorm van erkenning die Dupuis Morris niet gunde. Via de Franse uitgeverij Dargaud probeert Morris ook een ruimer publiek aan te spreken en qua censuur mag er bij deze uitgeverij veel meer dan bij Dupuis.

Lucky Lukes populariteit dikt aan en in 1983 wisselt hij de sigaret in voor een strootje waarvoor hij waardering kreeg van de Wereldgezondheidsorganisatie. In datzelfde jaar krijgt de eenzame cowboy een eigen tekenfilmserie en ondertussen bestaan er al enkele videogames, langspeelfilms, stripmuren,... Ter gelegenheid van Lukes zeventigste verjaardag in 2016 maakt zowel Matthieu Bonhomme met De Moordenaar van Lucky Luke als Guillaume Bouzard met Jolly Jumper Antwoordt Niet Meer een spin-off van de held die sneller schiet dan zijn schaduw. Andere hommagealbums volgen in de jaren daarna. In 2023 tekent Blutch zo'n album.

De expo biedt niet alleen een ruim chronologisch overzicht van Morris' Lucky Luke-œuvre, ook enkele bronzen sculpturen naar zijn personages zijn er te zien.

Shop

In de shop van de galerie zijn diverse albums, reproducties en speciale uitgaven te koop in het Nederlands, Frans en Engels. Speciaal voor deze expo gaf Huberty & Breyne twee eigen uitgaves uit. Enerzijds een tentoonstellingscatalogus, anderzijds een bundeling met niet eerder gepubliceerde schetsen van Lucky Luke. De catalogus is ook in een bijzonder gelimiteerde oplage verkrijgbaar mét een originele schets van Morris erbij. Daar betaal je wel 3.000 euro voor.

Vernissage

De vernissage werd druk bijgewoond door liefhebbers van het werk van Morris, waaronder heel wat stripmakers. We herkenden onder meer Frank Pé, Zidrou, Yves Sente, Étienne Schréder, Philippe Berthet, Dany, Olivier Grenson en aan Vlaamse kant Dieter Steenhaut (Jommeke) en Wout Schoonis (Suske en Wiske). Ook uitgevers van Dargaud en Le Lombard uit België en Frankrijk kwamen langs.

De expo is gratis te bezichtigen tot zaterdag 27 januari 2024. Galerie Huberty & Breyne is open van woensdag tot zondag 11.00 tot 18.00 uur. Het adres is Kasteleinsplein 33 in Brussel. 

Surf ook naar www.hubertybreyne.com