Ron Van Riet

“Ik heb wel een trekje mee van de schelmen Robert en Bertrand!”

25 juni 2021 Interviews
door Geert Van Gheluwe — © afbeeldingen: Ronald Van Riet en Standaard Uitgeverij
 

Ron Van Riet was bijna een kwarteeuw actief in Studio Vandersteen. Heel wat Bessy-verhalen, maar uiteraard ook Robert en Bertrand, passeerden daarbij de revue. We zochten Ron bij hem thuis op.

Sinjoor

Ronald Van Riet (74) is een rasechte Sinjoor. “Dat heb ik niet aan mezelf te danken, maar wel aan mijn ouders”, begint Ron zijn levensverhaal “Je kan jezelf pas Sinjoor noemen als je beide ouders ook echt binnen de Spaanse omwalling van vroeger woonden. Ze waren als gewone werkmensen, mijn moeder werkte in de Grand Bazar, niet echt kunstzinnig en toch. Mijn vader speelde amateurtoneel in het genre van “Bonte Avonden” en had zijn eigen ensemble naast zijn dagelijks beroep als letterzetter. Met zijn fiets, grammofoonplaten en een stapel verkleedkleren trok hij van zaal naar zaal om er zelfs een travestieact op te voeren... Met mijn moeder ging ik heel vaak naar de bibliotheek en de cinema waar ik heel wat kon ontdekken. Eenmaal thuisgekomen, tekende ik dan die musketiers, ridders of andere cowboys na op een stukje papier. School liep ik onder meer in wat nu het Stedelijk Instituut voor Sierkunsten en Ambachten heet op ’t Eilandje aan de Cadixstraat. Ook Jan Fabre en Ferre Grignard zaten daar ooit op de schoolbanken. De lessen waren er altijd geweldig interessant, maar studeren en examens afleggen was echt niet aan mij besteed. Na een paar keer dubbelen was het scholier zijn in 1966 definitief voorbij met een diploma van lager middelbaar op zak. Ik was werkloos en bovendien ook dienstweigeraar. In die tijd was het verplicht om in de ABL (wat staat voor Armée Belge - Belgisch Leger) te dienen, maar ik wou dat niet doen. Ik koos voor “ongewapende” legerdienst als gewetensbezwaarde en dat was in die tijd liefst twee jaar of dubbel zo lang als een gewone soldaat. Al bij al viel dat goed mee, want ik mocht mijn dienst vervullen in het militair hospitaal van Keulen. Ondertussen was mijn toenmalige vriendin zwanger en was een job zoeken toen echt wel de boodschap.

Een foto uit 1975 van de toenmalige medewerkers van Studio Bessy. Van links naar rechts: Jacques Bakker, Ann Van De Velde, Patrick van Lierde, Hugo Reynaerts, Lucienne van Deun, Ronald Van Riet, Robert Wuyts, Willy Vandersteen, Jeff Broeckx, Walter Laureysens, Jackie Pals, Jan Moens en Eugeen Goossens.

Met dank aan Karel Biddeloo

Via een vriend van mijn vader kon ik in 1969 aan de slag bij Photogravure Steurs. Zij deden trouwens heel lang de fotografiebewerkingen voor onder meer... Suske en Wiske. En laat dat nu een van mijn all time favoriete reeksen zijn. Ik zag al die “films met die mannekes op” passeren en het begon echt te kriebelen. Ik kende Jacques Bakker, die scenarioschrijver was voor Willy Vandersteen (meer bepaald voor Bessy en Jerom) en die huurde voor 500 frank (12,39 euro) per maand een atelier waar we met een aantal vrienden samenkwamen om wat te tekenen, te babbelen en plaatjes te beluisteren. Op zekere dag was Karel Biddeloo daar toevallig aanwezig. Die had mijn tekeningen via Jacques Bakker gezien en vond die verre van slecht. Hij stelde me meteen voor om voor Studio Vandersteen mee te werken aan de Duitse Bessy-verhalen. Ik zei hem dat de kans heel klein was dat Willy Vandersteen mij zou aanvaarden. Toen ik net afzwaaide van mijn legerdienst had ik hem al een aantal van mijn tekeningen opgestuurd. Ik kreeg daarop het antwoord dat ik bedankt was voor de belangstelling in zijn studio, maar dat ik niet aangenomen was en ook geen tweede poging moest ondernemen. Karel Biddeloo suste me en gaf me een aantal doelgerichte oefeningen waarmee ik de grootmeester wel over de streep kon trekken. Eigenlijk heb ik hem later nooit verteld van “mijn eerste poging” en dat spijt me nu toch wel...

Robert en Bertrand en Nr. 17 in actie voor een verjaardagskaartje uit 2013, een illustratie uit 2018 en een nieuwjaarskaartje uit 2021.

Duiventil voor Bessy

De 1ste juni 1970 was mijn eerste werkdag voor Studio Vandersteen en ik had toen geen flauw idee van hoelang ik er zou zitten. Uiteindelijk zijn het meer dan drieëntwintig jaar geworden. Jaren ben ik inktzetter geweest voor de Bessy-verhalen. Het was in die tijd een echte duiventil voor die Duitse albums. Er verscheen in die tijd elke week (!) een nieuw Bessy-avontuur in Duitsland. Weliswaar telde zo’n strip maar 28 pagina’s maar er waren toch dag in dag uit tien à twaalf tekenaars en inktzetters van de partij om die klus te klaren. Als ik me niet vergis, zijn er bijna duizend (!!) van die Duitse tekenverhalen verschenen. Door diverse herschikkingen binnen de Studio en de papiercrisis werd Jeff Broeckx de vaste inkter van Robert en Bertrand en die verdween dus (voor even) van het Bessy-scherm. Ik kwam in zijn plaats en erfde een allegaartje van collega’s waarmee de samenwerking soms nogal chaotisch verliep. Ook Duitsland begon moeilijk te doen omdat de verkoop slabakte. Daarom moest ik regelmatig met de trein op en af naar de Duitse uitgever, want wij van de Studio Vandersteen hadden altijd “de boter gevreten”. Er zat veel te veel geweld in. Of de pagina’s waren te zwart van kleur en dat schrikte de lezende kinderen te veel af... Ik was ook diegene die Bessy moest restylen nadat Bastei Verlag besloten had om ermee te stoppen voor de Duitse markt. Daar kwam dan Bessy Natuurkommando uit voort met Jeff Broeckx als tekenaar. Jammer genoeg zorgde dat ook voor heel wat spanningen, want er moest van diverse medewerkers afscheid genomen worden.

Verteller Vandersteen

Bijna 15 jaar maakte Bessy intens deel uit van mijn leven, maar toch gaat mijn hart nog altijd sneller slaan voor Robert en Bertrand. Die reeks sloeg, mede door televisiefeuilletons die zich aan het begin van de twintigste eeuw afspelen, zoals Upstairs, Downstairs, zeker aan bij de striplezer. Mijn eerste eigen Robert en Bertrand was Jacht op Nr 17 dat verscheen onder het nummer 67 in 1985. Het album daarvoor, De Vleermuis, was het laatste dat Willy Vandersteen in potlood zette en waarvan ik voor de inktversie zorgde. Voor mij was Willy Vandersteen een goede tekenaar, maar vooral — en dat met veel lengtes voorsprong — de beste verteller en sfeerschepper. Hij kon met een paar lijnen en soms veel zwart geweldige dingen doen. Ik ben hem dan ook heel dankbaar dat hij mij de tekenverhalen van Robert en Bertrand liet verder zetten. Vooral het anarchistisch opstandige kantje van die negentiende-eeuwse zwervers Robert en Bertrand trok me zeker aan. Vandersteen liet zich daarbij inspireren door een negentiende-eeuws toneelstuk van Benjamin Antier en Frédérick Lémaître en de gelijknamige romans van Koen Ravestein. Daarin verschenen Robert en Bertrand als echte boeven met hoge hoeden. Willy vergoelijkte hen op zijn manier tot goeie schurken die uiteraard altijd op de hielen worden gezeten door Agent 17.

Overdracht Robert en Bertrand

De manier waarop ik de reeks op zekere dag mocht verder zetten, was dan weer typisch Vandersteen. Hij riep me voor het weekend bij hem met de mededeling dat ik vanaf de maandag erop alleen aan de slag mocht met Robert en Bertrand... Mijn vaste scenarioschrijver was Marck Meul, terwijl de dames Marie-Claire De Cock en Anne Van De Velde zorgden voor de inkleuring en het inkten. Die Anne was al mijn inktster bij Bessy en het was eigenlijk logisch dat zij verder in dienst bleef bij mij. Op die manier was er jammer genoeg geen plaats meer voor Eugeen Goossens, die ik tot op vandaag nog altijd een van de beste inktzetters van Studio Vandersteen vind. De reacties op mijn Robert en Bertrand-verhalen waren quasi altijd positief. In tegenstelling tot die van Willy Vandersteen zelf zijn wij wat meer de realistische toer opgegaan, verhuisden ze naar Frankrijk en ook voor enkele verhalen naar Nederland en gaven we er op die manier een persoonlijke en een meer anarchistische toets aan.

Stopzetting

De dood van Willy Vandersteen in 1990 was uiteraard een zware domper. Er waren een aantal afspraken gemaakt waarbij Suske en Wiske bij Studio Vandersteen bleef, maar alle andere reeksen verhuisden naar Standaard Uitgeverij. Hij had wel voor diegenen die in loondienst waren bij hem — zoals ik dus — gezorgd dat we al onze rechten als anciënniteit en dergelijke meer konden behouden. Maar dat hield ook in dat wij afhankelijk werden van Standaard Uitgeverij en dat gaf ook wel de nodige spanningen in relatie tot de directie. En dat de reeks stopte bij nummer 98 en niet de 100 haalde, had alles te maken met de vooropzeg die ik plots kreeg in 1993. De verkoopcijfers waren volgens de toenmalige directie te laag om nog rendabel te zijn. De kracht van de reeks was de mengeling van historische feiten met een vleugje humor, de mooie decors en de tijdsgeest.

Remake?

Op de vraag of een remake van Robert en Bertrand vandaag weer populair zou kunnen worden, weet ik niet zeker, maar met de juiste invalshoek denk ik van wel. Er zijn weleens geruchten geweest om de twee helden in een andere periode of leefwereld te plaatsen, maar daar bleef het jammer genoeg bij. Recent dook Agent 17 wel even op in een nieuw Suske en Wiske-verhaal. Misschien kunnen de integrales straks voor een nieuwe drive zorgen. Wat mij ten zeerste verbaast, is dat het aanbod van nieuwe strips tegenwoordig eigenlijk torenhoog is en van hoog niveau. Keer op keer kijk ik mijn ogen uit als ik een stripspeciaalzaak binnenstap. En ik vraag me af wie dat allemaal koopt en leest. Toen Robert en Bertrand halverwege jaren 1990 moest stoppen, was de oplage nog zo’n 15.000 exemplaren per album. Zo’n oplages zie ik heel veel van die strips toch niet echt halen...

Figuren uit twee reeksen van Ron Van Riet: Robert en Bertrand en Zwik & Zwak.

Grote meneer

Op de slotvraag wat ik zelf van mijn carrière vind, haal ik graag wijlen Ridder Marc Sleen eens aan. Op zekere dag zei die tegen mij dat hij eigenlijk meer ambitie van mij had verwacht. En ik moet hem eigenlijk voor een stuk gelijk geven. Ik heb te veel interesses en het leven is — gelukkig — meer dan werken alleen. Het was vooral in de Bessy-periode vaak keihard en zeer lastig. Gelukkig kon ik bij Robert en Bertrand steevast rekenen op Anne die met veel plezier “mijn fouten” oploste... en veel liever dan ik gebouwen tekende. Daar had en heb ik nog altijd een grondige hekel aan.

Het spreekt vanzelf dat ik nu nog altijd dankbaar ben ooit op Studio Vandersteen te hebben gewerkt, want Willy Vandersteen was echt een heel grote meneer! En het spijt me enorm dat ik hem nooit uitdrukkelijk persoonlijk heb bedankt om “zijn” Robert en Bertrand te hebben mogen verder zetten. Maar dat is bij deze — weliswaar postuum — dan ook gebeurd.

Robert en Bertrand integraal 1 (224 pagina’s met achtergronddossier) verscheen op 23 juni bij Standaard Uitgeverij met de eerste zeven verhalen Mysterie op Rozendael, Het Opgejaagde Weeskind, De Nabjar van Poenjab, De Levende Brug, De Rode Herberg, Het Zwarte Land en De Toverlantaarn. Op 1 september verschijnt de tweede integrale.

Met dank aan Stripweb.be