Koninklijk bezoek op expo 77 jaar Le Lombard

77 jaar vol liefde

23 september 2023 Fotoreportages
tekst: Peter D'Herdt — © foto's: Raymond Lagae

 

Op 26 september 1946 lag een legendarisch boekje te grabbel bij de krantenboer: het allereerste nummer van het weekblad Kuifje. Een relatief klein — 12 bladzijden — boekje dat tegelijk het begin betekende van het grote avontuur van de al even legendarische uitgeverij Le Lombard. 77 jaar later bestaat, in tegenstelling tot het weekblad, die uitgeverij nog altijd. Tijd dus om, trouw aan de weekbladslogan “voor de jeugd van 7 tot 77 jaar”, terug te blikken met een tentoonstelling in het Brussels Stripmuseum. Een tentoonstelling boordevol liefde. En ook koning Filip zag dat het goed was.

 

Download hier het fraaie persdossier.

 

Als curator Thierry Bellefroid aan uitgeverij Le Lombard denkt, denkt hij aan familie, aan het gezin. En wie Stripmuseum zegt, en de geschiedenis ervan een beetje kent, zegt winkel. En wie familie en winkel zegt, zegt... Ikea. Dat ideetje/zaadje groeide uit tot het concept van de nieuwste expo in het Stripmuseum, die loopt van 8 september 2023 tot 4 september 2024. Een tentoonstelling die wat atypisch eerder thematisch dan chronologisch is. Of toch niet helemaal.

De expo, die doorgaat op de bovenverdieping van het museum, leidt ons Ikea-gewijs langs alle typische ruimten die je in een (groot) huis kan tegenkomen. Telkens is er op inventieve manier een thema aan gekoppeld waaraan op zijn beurt enkele stripreeksen van Le Lombard worden gelinkt. Bellefroid wilde op die manier het klassieke chronologische patroon van een expo doorbreken, maar biedt tegelijk toch wat houvast in de tijd: op de vloer van elke ruimte staan de themagelinkte reeksen netjes weergegeven op een tijdlijn en beginnen doet de expo bovendien wél netjes bij het begin.

Noblesse oblige, immers: alles begon met Hergé die met drie gelijkgestemden en -getalenteerden — Edgar P. Jacobs, Paul Cuvelier en Jacques Laudy — het eerste nummer van Kuifje vulde dat triomfantelijk — en terecht — de tentoonstelling mag openen. Tot grote tevredenheid van baas Raymond Leblanc die we op een televisiescherm in een hoek herkennen. Ook de man achter de schermen, “de vijfde Beatle”, Jacques van Melkebeke, wordt niet vergeten, op een tafel in het midden zijn dag- en notitieboekjes te zien en foto’s van Jacobs die de houdingen in zijn strips weleens baseerde op hoe boezemvriend Van Melkebeke voor hem poseerde.

In de eerste kamer is een toffe vondst te ontdekken die doorheen de hele expo zal terugkomen: her en der zitten in de kastjes originelen verstopt die Bellefroid en medewerkers zorgvuldig hebben geselecteerd. Platen die bombastisch zijn, ontroerend, technisch perfect, spontaan, grappig, vol ontreddering, vol emotie, vol beweging,... Een dikke dertig platen is te ontdekken, zowel uit de eigen collectie van het Stripmuseum als vanuit andere collecties. Maar er is meer: elke vier maand zullen die originelen vervangen worden door een nieuwe batch, om zo te komen tot een honderdtal platen die over de volledige duur van de expo zullen worden uitgestald. De reden is conservatie-technisch, maar het is tegelijk een prachtige aanzet om niet één maar drie keer de expo te bezoeken, in zowat elk seizoen, en zo telkens verrast of ontroerd te worden.

De ontdekkingstocht loopt na de ontstaanskamer naar een heleboel andere kamers, in het begin vooral gekoppeld aan het weekblad, maar verderop ook aan het leven ná het weekblad. Heel deterministisch is de opdeling niet, maar dat stoort hoegenaamd niet. Beginnen doen we met de keuken, het domein van Miss Partridge, de huishoudster van kolonel Clifton, maar tegelijk een mooie gelegenheid om het jammerlijke ontbreken van vrouwelijke hoofdpersonage in de eerste jaargangen van het weekblad aan te kaarten. Toch zijn er nog genoeg voorbeelden van heldinnen gevonden om in de bloemetjes te zetten.

Niet ver van de keuken vinden we de porseleinkast, waarin merchandising zoals poppetjes, dozen en allerlei andere voorwerpen gelinkt aan de succesreeksen van Le Lombard wordt uitgestald. Iets verderop wordt ook Publiart, het reclame-vehikel van Leblanc, centraal gezet.

In het terug-in-de-tijd salon gaat het over de geschiedenisreeksen van Kuifje en Le Lombard. Een stokpaardje van bij het begin: het ging niet alleen om strips, maar ook “iets leren”. Alex is natuurlijk de oerstrip als het gaat over geschiedenis, maar met Toenga komt ook de echte oertijd aan bod. Fred en Liliane Funcken met De Witte Ruiter en François Craenhals met De Koene Ridder zijn anderen die de revue passeren.

En passant zien we het washok waar Michel Vaillants racepak hangt te drogen en kunnen we een blik gooien op de tuin waar Chloro en Minimum rondlopen. Op enkele wanden en in de ruimten valt ook iets anders op: iemand heeft her en der grappige visuele grapjes aangebracht waarin het 'Ikea-mannetje' — het kereltje dat op de montagehandleidingen van Ikea verschijnt — de dienst uitmaakt. Of beter: iemanden. Clarke en Johan De Moor zijn immers de grapjassen van dienst. Pittig detail: Clarke (58) passeerde als eerste en nam de panelen op ooghoogte in. De twaalf jaar oudere Johan De Moor (70) kreeg de restjes die in hurkhouding moesten worden getekend!

In de echokamer wordt onderstreept dat Kuifje in de jaren 1970 ook niet vies was van wat vernieuwing. Auteurs als Hugo Pratt, maar ook Jean-Claude Servais en Cosey met zijn Op Zoek naar Peter Pan worden als voorbeeld aangehaald. Andreas, je verslaggever zijn favoriete held, lijkt op het eerste zicht te ontbreken, maar geen paniek, we zijn nog niet halfweg de expo!

De televisiekamer, ja, daar staat een televisie. De uitstekende gelegenheid om naar Leblancs tekenfilmaspiraties en -avonturen te verwijzen, met het legendarische Belvision, die heel wat stripreeksen “vertekenfilmde” en gekoppeld was aan Leblancs ambitie om de Europese Walt Disney te worden. Enkele overbekende fragmenten worden getoond en vooral de vertoning van De Fluit met de Zes Smurfen valt daarbij op: de Smurfen zijn immers niet van Le Lombard maar van het concurrerende Dupuis. Hij betekende echter een van de laatste en grootste successen van de studio en mag dus helemaal niet ontbreken.

Intussen is op een achterwand ook een opeenvolging van ingekleurde platen opgevallen. Het blijkt om het verhaal De Geheimzinnige Heroïsche Belevenissen van de Ruimte-agent te gaan dat in 1986, naar aanleiding van de veertigste verjaardag van het weekblad Kuifje werd gemaakt als een opeenvolging van pagina's die afwisselend door een indrukwekkende schare aan auteurs werd gemaakt. Het verhaal is een niemendalletje, maar de opeenvolging van zoveel historische en geweldige auteurs is en blijft fenomenaal en past perfect bij deze expo.

Speaking of “opeenvolging”, de volgende wanden zijn al even spectaculair. Van alle — de curator daagt je uit om hem tegen te spreken — reeksen die Le Lombard heeft uitgegeven wordt één cover weergegeven, netjes per decennium gerangschikt. Prachtig in al zijn eenvoud, overweldigend in aantal.

Wat volgt is de kinderkamer, met natuurlijk de reeksen die eerder op kinderen zijn gericht en een speciaal plaatsje voor de tipi: indiaantje Yakari is daarbij natuurlijk vanzelfsprekend, maar het is ook dé gelegenheid om het even over Hoempa-Pa te hebben. De oerversie van Asterix, van het begin van de carrière van die grote Franse auteurs René Goscinny en Albert Uderzo, voor ze met slaande deuren vertrokken en hun Asterix bij Pilote lanceerden.

Voor we naar de jeugdkamers gaan, kunnen we door het sleutelgat de wc binnen gluren. Voor een keer mag dat, want het is het terrein van Nix die zelf mee dacht en zich overduidelijk heeft vermaakt met allerhande zaken te verstoppen rond zichzelf en Kinky en Cosy.

In de jeugdkamer staan de helden centraal waar jij en ik in onze jeugdjaren naar opkeken, met als exponent natuurlijk Thorgal. Een mooie gelegenheid om een stukje correspondentie tussen Jean Van Hamme en Grzegorz Rosinski, dat door Van Hamme werd uitgeleend, te ontsluiten. Heerlijk is een kaartje waarop Thorgal met een kerstmuts wordt afgebeeld.

In de badkamer zitten we nu in de periode ná het weekblad, met grosso modo de collectie Derde Stroming, de erfgenamen van de grote actiereeksen uit de jaren 1960 en 1970. De tekening in de douche is wat stereotiep, maar een draai van 180° doet met plezier originelen van Niklos Koda en Alfa ontdekken.

Na de studeerkamer, waar het aspect “grot van de kennis” wordt benadrukt, komen we bij een specialleke dat toelaat om de toch wel bekendste hoofdredacteur van het weekblad in de kijker te plaatsen: Greg. Voor wie jong was in de jaren 1970 en 1980 is het ronduit imposant: Bernard Prince, Comanche (beide met Hermann), Bruno Brazil (met William Vance), Luc Orient, Tante Zenobie,... het is maar een greep uit wat hij allemaal uit zijn koker toverde. Ook in deze ruimte: een koelkast waarin een geweldige anekdote wordt verteld en geïllustreerd: over hoe Greg met Jean Van Hamme naar de Verenigde Staten trok en daar het idee voor Largo Winch ontstond. Over hoe Van Hamme niet te spreken was over de proefplaten van de Amerikaan John Prentice en zijn rechten terugkocht. En hoe de jonge Philippe Francq, na een omweg van Largo als romanfiguur, uiteindelijk de tekenaar werd en de held alsnog bij die dekselse concurrenten van Dupuis terecht kwam.

Stilaan komen we aan het einde van de expo, met een — eindelijk — eigen zolderkamer voor Andreas met zijn Rork, waar je dromerig door het zolderraam naar alle details uit een van strafste platen uit de reeks kan staren.

Wat volgt is de collectie Getekend die misschien niet de luister heeft van de collectie Vrije Vlucht, maar inmiddels ook al heel wat pareltjes in het collectieve geheugen heeft euh... getekend. Ook hier te vinden: voor een keer eens niet een origineel, maar een reproductie van een met de computer gemaakte tekening. Een mooie illustratie van hoe het métier is geëvolueerd.

Eindigen doen we met de wintertuin, waarin de ecologische aspecten centraal staan en waar wordt aangetoond dat LeLombard al veel eerder met ecostrips bezig was dan toen het bon ton werd. En misschien wel met de strafste plaat van de hele expo: een stormachtige plaat uit Simon van de Rivier door Claude Auclair.

Met deze expo heeft het Stripmuseum een straffe toer afgeleverd. Het basisidee is spitsvondig en is een amusante rode draad die de ontdekkingstocht begeleidt. Maar men is er vooral in geslaagd om de passie van de legendes die Le Lombard en Kuifje toch wel zijn te accentueren. Met voorwerpen, foto’s, afbeeldingen, verhalen en prachtige platen. Eén voor één legendarisch en vol liefde voor het vak en de striplezers. Liefde die Thierry Bellefroid en medewerkers met klasse en een passionele tentoonstelling teruggeven aan de uitgeverij en zijn tekenaars.

Koning Filip bezoekt de expo

Met Thierry Bellefroid als gids en een gering aantal tekenaars (Johan De Moor, Clarke, François Schuiten) die extra duiding geven, bezoekt ook koning Filip de expo. Onder strenge bewaking van bodyguards mag een select aantal fotografen bij deze exclusieve rondleiding aanwezig zijn. Onze huisfotograaf, Raymond Lagae, is eveneens van de partij.

Feest!

De expo is opgebouwd rond 77 jaar Le Lombard. Dat verdient een feestje. Tekenaars die aan het weekblad Kuifje hebben meegewerkt of wiens albums bij uitgeverij Le Lombard verschijnen, zijn massaal aanwezig. Tussen de vele genodigden lopen enkele als stripfiguren verklede mensen rond, zoals Rik Ringers, Leonardo en zijn leerling, Dokus en Buddy Longway.

Tussen de genodigden zijn onderstaande stripmakers te herkennen.

  • Foto 1: Paul Teng en Godi
  • Foto 2: Robin Recht (links)
  • Foto 3: Hamo
  • Foto 4: Francis Carin en Kas (rechts) met zijn echtgenote
  • Foto 1: Paul Teng en Hermann
  • Foto 2: Simon Spruyt en Nix
  • Foto 3: François Boucq
  • Foto 4: Yves Swolfs met partner
  • Foto 1: Sylvie Roge en Olivier Grenson 
  • Foto 2: Cosey
  • Foto 3: Yann
  • Foto 4: Étienne Schréder
  • Foto 1: Frédéric Bosser en Dany
  • Foto 2: Johan De Moor kust zijn echtgenote
  • Foto 3: P'tiluc
  • Foto 4: Serge Ernst (op de achtergrond)
  • Foto 1: journalist Patrick Gaumer, die onlangs een boek afwerkte over William Vance
  • Foto 2: inkleurster Bérengère Marquebreucq en Philippe Xavier
  • Foto 3: Nix
  • Foto 4: Claude de Saint-Vincent, de CEO van de uitgeversgroep Média-Participations waartoe Le Lombard behoort
  • Foto 1: Piotr Rosinski, de zoon van Grzegorz Rosinski, die ook aanwezig is
  • Foto 2: Godi
  • Foto 3: Zidrou