Kim Duchateau

“Er moet ergens een hoek af zijn.”

22 juli 2021 Interviews
door Wouter Adriaensen — © foto: Raymond Lagae

 

Esther Verkest, de even absurde als verleidelijke stripbabe van Kim Duchateau alias Kim, mocht twintig kaarsjes uitblazen. Dat wordt gevierd met het zestiende album Drijfzand & Mascara, een stripmuur in Antwerpen en een openhartig interview voor jouw favoriete website. “Al mijn andere personages zijn losers, maar Esther is een egoïste en een opportuniste.”

Coverschetsen voor Esther 16: Drijfzand en Mascara en de uiteindelijke cover.

 

 

Esther vloeide voor het eerst uit de tekenpen van Kim in september 2000. Omwille van de gekende redenen werden de vieringen exact twintig jaar later uitgesteld. Ondanks de negen maanden vertraging herinnert Kim zich het ontstaan van zijn bekendste strippersonage als de dag van gisteren.

Kim: “Ik tekende al vier jaar cartoons voor weekblad P-Magazine toen de toenmalige hoofredacteur, Alain Grootaers, me een pagina aanbood. Dat was toen al zeldzaam en dan mocht ik ook nog eens doen wat ik wou. Ze waren enigszins verrast toen ik voorstelde een strip te maken. Ondertussen waren ze wel overtuigd van mijn kunnen. Maar mijn idee om elke week iets anders te verzinnen, werd afgeserveerd wegens niet commercieel. Ik kreeg drie dagen tijd om een nieuw strippersonage te maken. Op de cover van P-Magazine stond al eens een halfblote vrouw. Daarom stelde mijn ex-vrouw voor een babe te nemen als hoofdpersonage.”

 

Maar het werd geen Rooie Oortjes redux.

Kim: “Omdat ik absoluut niet van dat soort strips hou. Strips met een sexy vrouw in de hoofdrol, zoals Natasja, Franka of zelfs Isabelle Avondrood, waren altijd avonturenreeksen. Ik wou liever Cowboy Henk in pin-upvorm uitproberen: de lezers in de val lokken met de tekeningen en hen vervolgens de raarste dingen voorschotelen. Ik dacht echt dat ik iets nieuws had bedacht, Little Annie Fanny (strip van Harvey Kurtzman en Will Elder die in Playboy verscheen, nvdr) kende ik nog niet. Dat contrast tussen het hoofdpersonage en de grappen zorgde er wel voor dat de reeks tussen twee stoelen in viel. Het ziet er te mainstream uit voor de underground en de grappen zijn te underground om mainstream te zijn. Toch heeft Esther een grote aanhang, heel divers ook, van linkse intellectuelen tot dikke vrachtwagenchauffeurs.”

 

In het begin tekende je minder klare lijn en meer underground.

Kim: “Toen was ik ook maar 32 jaar. Op twintig jaar tijd verandert je tekenstijl. Nu is Esther meer gestroomlijnd, minder rommelig. Als ik terugkijk naar die eerste tekeningen was Esther soms gewoon een monster. Het is ook moeilijk om mooie mensen te tekenen. Als ik haar ogen te ver uit elkaar of net te dicht tegen elkaar teken, is het om zeep. Het heeft even geduurd voor ik Esther in mijn pollen had. Bovendien kleurde ik de eerste twee jaar in met aquarel, dat maakte het vlekkiger. Erik Meynen heeft toen gesuggereerd om over te schakelen op de computer, hij dacht dat een duidelijkere inkleuring beter zou passen bij mijn drukke tekenstijl.”

Een vroegere en een latere Esther.

 

 

Hoeveel tijd neemt het maken van een pagina van Esther in beslag?

Kim: “De grap is het belangrijkste, de rest moet helpen om die over te brengen. Het bedenken duurt soms tien minuten, op andere grappen kan ik een dag broeden. Dat vind ik de moeilijkste stap. Een goed idee levert nog niet per se een goede grap op. Daarna neem ik twee à drie uur voor de potloodtekening, een tweetal uur voor het inkten, wat ik het leukste vind, en een drietal uur voor de inkleuring. Voor de schaduwen en schakeringen in sommige comics heb je volgens mij drie dagen nodig. Het moet er voor mij goed uit zien, zeker als het nadien in boekvorm verschijnt. Ik overweeg wel terug te gaan naar aquarel, dat valt toch meer op.”

Een gag in diverse tussenstappen, van ontwerpschets tot inkleuring.

 

Opvallend zijn de bijwijlen kunstige openingsplaatjes.

Kim: “In de albums dienen die vooral om duidelijk te maken waar een nieuwe grap begint. Ik heb wel eens voorgesteld aan de uitgeverij om een klein boekje te maken met al die tekeningen, maar het is er nog niet van gekomen. Ze zijn geïnspireerd door pin-upfoto’s waar ik altijd een absurd element aan toevoeg. Er moet ergens een hoek af zijn. Dat wringen zit in me en krijg je er niet uit. Daarom begint mijn verhaal van Nero ook met een wafelenbak. Ik wou de fans de kast op jagen.” (lacht)

Esther als pin-up op de openingsprentjes van een gag.

 

 

Een recensent vond Esther “zowel protagonist als antagonist” in haar eigen reeks.

Kim: “Dat klopt wel, ze heeft de touwtjes in handen, maar even goed overkomen de dingen haar. Weet je wat het grote verschil is met mijn andere personages? De rest zijn losers.”

 

Maar Esther is ook geen heldin.

Kim: “Absoluut niet. Ik heb het ook niet voor personages zoals Asterix en Kuifje. Nero en Lambik, die zijn koppig en egoïstisch, wat hen interessanter, menselijker en dus herkenbaar maakt. Haal Haddock of Wiske uit die strips en er blijft niks van over.”

 

Ergens anders werd Esther omschreven als "babe en bitch".

Kim: “Tja, wat houdt dat in? Vroeger was een babe een sexy pin-up en een bitch een trut. Vandaag is dat geen scheldwoord meer, jonge meisjes begroeten elkaar met ‘yo bitch’. Esther is in elk geval een egoïste en een opportuniste, ze doet waar ze zelf zin in heeft. Als ze echt zou bestaan, zou je er niet mee willen samenwonen.”

 

Echt sympathiek is ze inderdaad niet.

Kim: “Vooral niet naar mannen toe. Wie Esther een typische mannenstrip noemt, heeft ze nog nooit gelezen.”

Ben je al beschuldigd van seksisme in deze #metoo-tijden?

Kim: “Voor mijn cartoons krijg ik weleens commentaar, voor de strip niet. Ik heb een vast publiek dat de humor van de reeks kent. Zelf ben ik absoluut niet seksistisch opgevoed. Een kort rokje betekent toestemming voor een tik op de billen? Mannen die dat in de strip doen, worden zo goed als vermoord. Er schuilt alles behalve een seksistische boodschap in Esther. Akkoord, Esther is een babe, bedacht door een man voor een mannenblad. Een sexy vrouw als hoofdpersonage zou je stereotiep of passé kunnen noemen. Maar ik teken graag mooie vrouwen omdat ik hun schoonheid wil tonen. En de grappen van Esther zijn zo absurd, haar wereld zo hermetisch afgesloten, dat het niet meer gaat om seksisme.”

 

Er is wel de ondertussen beroemde plaat waarop Esther, gestrand op een onbewoond eiland, genegeerd wordt als ze ‘HELP’ spelt en wel gered wordt als ze ‘SLUT’ op het strand legt (de pagina ging viraal nadat het plaatje met het woord SLUT vervangen werd door andere woorden, zonder toestemming van Kim, nvdr).

Kim: “Maar ook daar maakt ze enkel gebruik van haar rol als seksobject om alle aandacht naar zich toe te trekken. Weet je wat het cynische is? Dat is de enige grap van Esther die door mijn vriendin bedacht is.”

Deze Esther-gag ging viraal met dikwijls aangepaste teksten. De eerste is het origineel.

 

 

Volgens je uitgeverij is Esther dan weer niet meer of minder dan “het bloedmooie alter ego van Kim”.

Kim: (lacht) “Ik bedenk Esther, dus er zal vast wel iets van mij in zitten. Soms laat ik haar dingen zeggen of doen waar ik achter kan staan maar even vaak niet, dan doe ik het in functie van de grap. Ik kan me wel goed verplaatsen in mijn personages. Psychologie interesseert me.”

 

Ze is blijkbaar ook een voorbeeld. Erika Van Tielen en Renske De Greef zouden allebei graag bepaalde van haar euh... eigenschappen bezitten.

Kim: “Op de achterkant van het nieuwe album omschrijft Renske het volgens mij het meest accuraat: ze zou nooit vrienden kunnen zijn met Esther omdat ze er schrik van heeft. Als je naast haar zit, voel je je toch niet op je gemak? Toen ze pas bestond, werd Esther weleens vergeleken met Freya Van den Bossche. Ze had wel iets van haar, maar even goed van dertig andere. Jan Bosschaert heeft Esther voor haar tiende verjaardag realistisch getekend voor de cover van P-Magazine. Hij heeft vijf, zes keer moeten proberen, zonder mijn stijl klopte het niet meer.”

Esther Verkest door Jan Bosschaert voor de tiende verjaardag van Kim stripheldin. Op haar beurt feliciteerde Esther Jan Bosschaert voor diens verjaardag.

 

Alles is mogelijk bij Esther, maar een aantal vondsten zien we toch terugkeren doorheen de jaren, zoals de kabouters en de bloopermachine.

Kim: “Natuurlijk komt er een tijd dat ook die grappen op zijn. De kabouters was ik op den duur zelf beu en liet ik dus verdwijnen. In DirkJan liepen er toen ook veel rond. Tot er klachten kwamen van lezers, zo erg dat zelfs de hoofdredacteur me belde om te vragen waar de kabouters gebleven waren. De bloopermachine was een succes, maar ook beperkt houdbaar. Als je hem zag staan, wist je dat de dingen mis gingen lopen.”

 

Net zoals je in een verhaal met Jerom wist dat het goed ging aflopen. Een soort omgekeerde deus ex machina.

Kim: (lacht) “Daar zit volgens mij nog een goeie grap in!”

Hetzelfde met personages. Arabella is Esthers vriend die om de haverklap door haar bedrogen wordt. Maar verder is er amper sprake van een vaste cast.

Kim: “Remi-alleen-op-de-wereld speelde een tijdje mee, en een vrouwelijke Magere Hein, Beatrijsje. Voor mijn maandelijkse strook in WOEF stelde ik me voor dat Esther een hondje had. Zo is Abel er bij gekomen. Misschien is het wel tijd om nog eens een nieuw personage op te voeren.”

 

In het nieuwe album staan plots verwijzingen naar de actualiteit.

Kim: “Dat doe ik meestal niet, ik vind het leuker als het tijdloos is. Daarom verwijs ik alleen naar de politiek in mijn cartoons.”

 

Maakt dat de verhalen van Nero niet minder leesbaar vandaag?

Kim:Nero was een krantenstrip, daar moest actualiteit in zitten. Maar ik stoorde me daar niet aan, Marc Sleen ging er nooit over. In het geval van Drijfzand en Mascara is de lockdown actueel, maar tegelijk tijdloos. Over twintig jaar gaan we nog weten wat dat was.”

 

Vanwaar de titel Drijfzand & Mascara?

Kim: “Een titel moet de inhoud samenvatten en goed bekken. Ik maak meestal lange lijsten met de meest absurde titels en kies er dan een uit. Deze cover licht op in het donker, er horen ook drie postkaarten bij. Vroeger werden er 3.000, 4.000 exemplaren gedrukt van een album. Aantallen waar Merho en Willy Linthout mee lachen, maar toch niet slecht voor een obscure strip. Ondertussen is de oplage, zoals bij alle andere strips, gezakt, naar 1.500 stuks. Maar er worden er nog elk jaar bijgedrukt, meestal de eerste nummers. Ik zou eigenlijk graag elke keer een andere cover maken, zodat je onmiddellijk ziet welke druk het is.”

Diverse Esthers voor diverse doeleinden: titelpagina, colofonpagina, zeefdruk, poster...

 

 

Je verzint graag nieuwe figuren en verveelt je snel. Is het dan niet vreselijk om al meer dan twintig jaar dezelfde strip te tekenen?

Kim: “Nee, omdat ik Esther afwissel met Aldegonne, Madelfried en cartoons. Daarnaast schrijf ik scenario’s voor Junior Suske en Wiske en maak ik andere strips, zoals een hommage aan de Kiekeboes of een nieuw album van Nero (deze keer als scenarist voor een andere tekenaar, nvdr). Ik doe mijn goesting, dat is de reden dat ik Esther nog niet beu ben. Ik kan me voorstellen dat het sneller ophoudt als je een ziekenhuisstrip tekent of een reeks die zich afspeelt in het leger. Daarmee vergeleken is Esther een onuitputtelijke bron van grappen.”

 

Wie helpt je die productie vol te houden?

Kim: “Voor De Man van Nu heb ik samengewerkt met Hanco Kolk en Marloes Dekkers. Maar verder heb ik altijd alles zelf gedaan. Het probleem is dat je niks verdient als striptekenaar. Ik kan het me gewoon niet permitteren om een inkleurder aan te nemen. Dat is een vaststelling, geen klacht. Ik verdien liever minder met dingen die ik graag doe dan elke dag voor veel geld in de file te staan. Ik kan iedereen aanraden zijn of haar droom te volgen. Toen ik als twaalfjarige zei dat ik striptekenaar wou worden, kreeg ik te horen dat je daar niet van kon leven. Ironisch genoeg kon dat toen net nog wel.”

Esther als merchandising. Een mok, een sticker voor haar twintigste verjaardag en ontwerptekeningen voor een beeldje.

 

 

Hoe lang mogen we nog genieten van Esther?

Kim: “Toen ik er aan begon, leek het me al heel wat als ik ooit aan tien albums zou geraken. Het hangt grotendeels van de voorpublicaties af. En ik heb nog veel andere ideeën, te veel om allemaal uit te voeren. Dat frustreert me wel eens en dan overweeg ik iets stop te zetten, Esther bijvoorbeeld. Tegelijk wil ik niks opgeven dat ik leuk vind.”

 

Welke projecten zitten er nog in de pijplijn, naast Esther dan?

Kim: “Ik werk nu aan een illustratieboek met mijn vader (beeldend kunstenaar Hugo Duchateau, nvdr). Hij is 82, ik moest er dus geen tien jaar mee wachten. Hij begint aan een tekening en ik maak ze af. Dat boek verschijnt in november bij Oogachtend. Verder ben ik bezig met een graphic novel over The Residents (Amerikaanse avantgarde muziekgroep, nvdr). Ik zou heel graag licht erotische kortverhalen van verschillende schrijvers verstrippen. En een eigen tijdschrift oprichten!”

 

Eerst maar even Esther vieren. James, de taart!

 

Esther 16: Drijfzand & Mascara verscheen in juli 2021 bij Oogachtend. Het softcoveralbum telt 48 pagina's en kost 10,95 euro. De cover geeft echt in het donker en bij het album horen drie verjaardagen-/postkaarten