Jean-Pierre Levée

“Kuifje is een reus, maar hij staat op financieel wankele benen."

3 november 2023 Interviews
tekst: Just Publishers

 

Jean-Pierre Levée is de schuilnaam van een in Amsterdam wonende Belg, in 1964 geboren in Blankenberge. Hij studeerde recht in Gent (UG) en economisch recht in Brussel (ULB). Hij doorliep zijn loopbaan bij de banken BBL en haar overnemer ING waarvoor hij hoge directeursposities bekleedde. In 2011 werd hij zelfstandig ondernemer in de financiële sector waarvan hij alle ins en outs kent. Deze professionals achtergrond en zijn passie voor Kuifje leidde naar het boek De Verdwenen Miljoenen van Kuifje dat onlangs bij Just Publishers verscheen. Het is zijn debuut en nu al een veelbesproken onderzoek naar het wanbeleid van de erfenis van Hergé. Uitzonderlijk publiceren we op deze pagina geen interview dat we zelf hebben afgelegd, maar aangereikt kregen van de uitgeverij die het ook aan de algemene pers bezorgde. Door de erg grote informatieve waarde beslisten we het interview compleet over te nemen.

 

Sinds wanneer ben je Kuifje-liefhebber?

Levée: “Sinds mijn prilste jeugd ben ik bezig met Kuifje. In mijn jeugd in België was Kuifje omnipresent, in ieder huis, op school, als reclame voor producten, onder andere Citroën, uiteraard in iedere kranten- of boekenwinkel. Je kon er niet omheen. Daarbij komt dat de verhalen zo rijk en boeiend zijn, je kon ze blijven lezen en herlezen en nog steeds nieuwe dingen ontdekken. Tot op vandaag trouwens.

Ik las de albums eerst in het Nederlands, daarna in het Frans. Dat was op zich een ontdekking, want de teksten en de humor zijn nét even anders in beide talen. Maar ook al wist ik al veel over Kuifje en Hergé, ik heb tijdens mijn research voor dit boek nog zoveel nieuwe dingen ontdekt, en nieuwe verbanden kunnen leggen die niet eerder bekend waren.

Zo ontdekte ik dat er naast Germaine, zijn eerste vrouw, en Fanny nog een derde vrouw in het leven van Hergé was: Dominique de Wespin, die weliswaar geen liefdesrelatie met hem had, maar toch een zeer grote invloed had op Hergé. Zij deelden samen een liefde voor China, en Dominique wijdde Hergé ook in in de Tao, een oosterse filosofie die het principe huldigt dat er voor iedereen 'een weg' te gaan is in het leven. Zijn beoefening van de Tao zorgde ervoor dat Hergé op het eind van zijn leven sereen en onthecht was. Dat leidde bij hem tot de stelling dat na zijn dood zijn personages met hem zouden sterven en dat geen enkele andere tekenaar Kuifje mocht overnemen. Een besluit dat tot op de dag van vandaag doorwerkt bij Fanny en Nick Rodwell! Dominique de Wespin leefde tijdens de Tweede Wereldoorlog in China in de entourage van de filosoof-paleontoloog en jezuïet Pierre Teilhard de Chardin, die door Rome een publicatieverbod had gekregen omdat zijn ideeën over het ontstaan van het leven in strijd werden geacht met het scheppingsverhaal uit de bijbel. Welnu, Dominique was een van de mensen die ervoor zorgde dat de ideeën van Teilhard toch gepubliceerd werden. Zij kreeg daarvoor in 1962 een vermaning van het Heilig Officie van de Geloofsleer. Deze vermaning werd pas in 2017 ingetrokken door paus Franciscus, niet geheel toevallig een jezuïet.

De komst van Tchang naar België was ook zo'n openbaring. Deze kunstenaar was opgevoed bij de paters jezuïeten in Shanghai, in die tijd een Frans protectoraat, en sprak dus Frans. Er was sprake van een heel Chinees-Belgisch katholiek netwerk om talentvolle Chinezen naar het Westen te sturen voor hun opleiding. De Chinese mandarijn Lou Tseng-Tsiang, eerste minister van China en diplomaat, was getrouwd met een Belgische vrouw en had zich na haar dood als monnik teruggetrokken in de abdij van Sint-Andries in Brugge, waar Hergé tijdens zijn jeugd enkele keren op retraite geweest was. Hij was de mentor van Tchang. Hergé had gedurende veertig jaar geen teken van leven gehad van Tchang, maar dankzij een dineetje dat Dominique de Wespin organiseerde met enkele Chinese vrienden, vonden ze elkaar weer terug. Tchang is in 1981 in Brussel als een vorst onthaald en vestigde zich vervolgens met steun van de Franse cultuurminister Jack Lang in Parijs.

Ook heb ik een interessante link ontdekt tussen Hergé en Charles Lindbergh, de vliegpionier. Na zijn heldentocht over de oceaan vloog Lindbergh van Parijs naar Brussel. Hergé trok toen als dienstplichtig soldaat de wacht op bij het mythische toestel The Spirit of St.-Louis. In 1932 werd Charles Lindbergh junior als baby ontvoerd en dood teruggevonden, Hergé gebruikte dit gegeven in het album Kuifje in Amerika met de ontvoering van Bobbie. Beide elementen waren al bekend, maar ik ontdekte ook dat de vrouw die als eerste de Yeti tekende Monique Watteau was, ook bekend als Alika Lindbergh. Haar tekening van de Yeti werd door Hergé overgenomen in Kuifje in Tibet. Zij was eerst getrouwd met Bernard Heuvelmans, groot inspirator van Hergé en de geestelijke vader van de cryptozoölogie (de wetenschap van nog niet ontdekte dieren, zoals de Kraken, het monster van Loch Ness, en natuurlijk ook de Yeti), en daarna met een andere zoon van de piloot, Scott Lindbergh, ook een zoöloog, maar gespecialiseerd in echte dieren.”

 

Waarom schreef je dit boek?

Levée: “Er zijn veel Kuifje-liefhebbers, er zijn ook veel mensen met financiële kennis, die balansen en jaarrekeningen kunnen lezen. Maar er zijn niet zoveel mensen die deze kennis combineren én die ook nog eens Frans spreken. Dit laatste is essentieel omdat er over Hergé en Kuifje inmiddels ruim vijfhonderd boeken geschreven zijn, er verschijnen nog ieder jaar tenminste tien boeken over Hergé en Kuifje. Maar het gros daarvan verschijnt alleen in het Frans. Omdat ik Frans spreek, heb ik toegang tot deze enorme bibliotheek, en tot de jaarverslagen van Moulinsart die nu eenmaal in het Frans zijn opgesteld. En ik schrijf graag.

De aanleiding voor dit boek is dat ik in de jaarrekeningen van Moulinsart zeer interessante informatie aantrof, die een inkijk geeft in de manier waarop de afgeleide (neven)rechten rond Kuifje beheerd worden. In 1999 publiceerde Hugues Dayez een boek, Tintin et les Héritiers, dat voor het eerst het licht liet schijnen op de financiële kant van het Kuifje-imperium. Maar dat is dus bijna vijfentwintig jaar geleden. Het werd de hoogste tijd voor een update.

Dus ja, ik heb dit boek geschreven omdat ik — in alle bescheidenheid — denk dat er maar weinigen zijn die dit konden doen. Ik dacht, als ik het niet doe, wie dan wel?”

Waarom is de titel De Verdwenen Miljoenen van Kuifje. Is er sprake van fraude?

Levée: “Er is geen enkele indicatie dat er geld verdwenen is door fraude. Het is eerder zo dat er vele miljoenen verdwenen zijn door onverstandige beslissingen en onzakelijke keuzes, in het verleden, tot op de dag van vandaag.

Na de dood van Hergé zijn een hoop dingen gebeurd die veel geld gekost hebben. Zijn weduwe Fanny was inkleurster, maar had hoegenaamd geen zakelijk instinct meegekregen. Zij gaf alle vertrouwen aan Alain Baran, de laatste privésecretaris van Hergé, die het breed liet hangen en veel kosten maakte. Alain Baran was de tweede zoon van Dominique de Wespin, daar is ze weer, dat gaf vertrouwen. Hij had via een web van vennootschappen de controle in handen gekregen rond het merk Kuifje. Hij had de zaken zo opgezet dat hij zichzelf moest controleren, een duidelijk geval van belangenverstrengeling. Maar met het totaal mislukte avontuur van het blad Tintin Reporter was er een financieel gat geslagen, waar Alain Baran ook persoonlijk aan ten onder dreigde te gaan. Hij had dringend geld nodig en bood de aandelen van Tintin Licensing, de spilvennootschap waarin de nevenrechten waren ondergebracht, aan Fanny aan. Maar zij weigerde de aandelen te kopen op het advies van Nick Rodwell die haar voorhield 'waarom zou je betalen voor iets wat je al hebt?' Een kolossale vergissing, want Baran koos voor de vlucht vooruit en verkocht de aandelen van Tintin Licensing aan een derde partij. Zo waren het gros van de merkrechten volledig buiten handbereik gekomen van Fanny. Zij wist deze aandelen jaren later ternauwernood weer terug te kopen, maar dit hele avontuur heeft haar liefst 8 miljoen euro gekost. Had zij de aandelen van Baran direct gekocht, zou ze hoogstens 500.000 kwijt geweest zijn. Het leverde een trauma op, en dat verklaart waarom de Rodwells de totale controle willen hebben en houden over het merk Kuifje.

Aan het prachtige Hergé Museum in Louvain-la-Neuve is 22 miljoen besteed, volledig uit eigen middelen van Fanny betaald. Een schitterende tempel voor Hergé, maar het museum staat op de verkeerde plek, het had in Brussel moeten staan. Het trekt te weinig bezoekers en is verliesgevend. De Rodwells hebben zich niet heel soepel opgesteld ten aanzien van het stadsbestuur van Brussel, en dan maar uit koppigheid de onderhandelingen opgeblazen. Eeuwig zonde.”

Het Hergé Museum in 2017 bij de lancering van de ingekleurde versie van Kuifje in het Land van de Sovjets (© foto: Raymond Lagae).

 

Er is sprake van wanbeleid. In welk opzicht?

Levée:Moulinsart / Tintinimaginatio is een onderneming als alle andere. Er worden producten verkocht en dus omzet gemaakt, er is personeel en onderaan de streep hoop je dat er iets over blijft. En dat laatste is niet het geval. Er worden structureel te veel kosten gemaakt, waardoor er ieder jaar weer geld bij moet. Dat is geen gezonde situatie. Onder meer wordt er jaarlijks liefst 2 miljoen besteed aan advocatenkosten, dat is meer dan 15% van de omzet, een ongelofelijk hoge kostenpost.

Moulinsart maakte tien jaar geleden nog winst dank zij de opbrengsten van de Kuifje-film van Steven Spielberg en Peter Jackson, maar dat geld is uitgegeven en sindsdien is er alleen maar verlies. Overigens is het ook interessant om te weten dat de auteursrechten voor die film Moulinsart amper 2,8 miljoen opgeleverd hebben. Wie had gedacht dat dat een goudmijn was... dat valt vies tegen.

Ook voor het Hergé Museum moet er jaarlijks geld bij. Door enkele kunstgrepen wordt er nu omzet verlegd naar het museum, maar die omzet zat vroeger al in de boeken van Moulinsart. Het ene potje wordt gevuld door een ander verder uit te hollen. Volgens mijn berekeningen moet er elk jaar 1 miljoen bijgestort worden om de rekeningen te kunnen betalen.

Nu kun je zeggen dat dat niet erg is, zolang de aandeelhouder (Fanny Rodwell) bijspringt. Dat is juist. Maar het blijkt dat de schatkist van Fanny zelf aardig leeg raakt. Onder meer door de genoemde dure aankoop van de aandelen in Tintin Licensing, het moeten honoreren van garanties om schulden te dekken, en natuurlijk het museum, is het hard gegaan. Er is aantoonbaar liefst 35 miljoen euro besteed, die miljoenen zijn verdwenen.

Zijn er dan geen inkomsten meer? Fanny toucheert ieder jaar in privé pakweg 800.000 euro aan royalty's. Dat is veel geld, maar als je ieder jaar een miljoen moet bijstorten in de bedrijven, ontstaat er toch een gat. Kuifje is een reus, maar hij staat op financieel wankele benen.”

De 3D-geanimeerde animatiefilm The Adventures of Tintin: The Secret of the Unicorn oftewel De Avonturen van Kuifje: Het geheim van de Eenhoorn kwam in oktober 2011 uit. Steven Spielberg (regisseur en producent) en Peter Jackson (producent) bewerkten de Kuifje-strips De Krab met de Gulden Scharen, Het Geheim van de Eenhoorn en De Schat van Scharlaken Rackham tot een nieuw verhaal. Van nog twee andere geplande animatiefilms door Spielberg en Jackson kwam uitstel en vervolgens afstel.

 

Je beschrijft in het boek een flink aantal zakelijke missers en crises in het Kuifje-imperium. Wat is de dieperliggende oorzaak daarvan?

Levée: “Fanny en Nick Rodwell hebben zich tot doel gesteld om het œuvre van Hergé te eren, en dat is een zware opdracht in het licht van het besluit van Hergé om geen nieuwe albums van Kuifje te willen (laten) maken. Dan moet je dus extra creatief zijn om de belangstelling gaande te houden. Onder impuls van Rodwell zijn vrijwel alle licentiehouders aan de deur gezet, omdat hij via Moulinsart de volledige controle wilde hebben op het merk Kuifje. Ook had hij een doelgroep voor ogen van de wat betere middenklasse en de verzamelaars die zich konden permitteren om dure beeldjes, poppetjes en autootjes aan te schaffen. Maar de wereld van het kind is daarbij volledig genegeerd, en dat zou toch een nieuwe schare fans voor Kuifje moeten opleveren. Rodwell heeft de neiging om ideeën die niet van hemzelf komen meteen terzijde te schuiven.

Naast zijn uitgesproken controledrang is Nick Rodwell ook niet de makkelijkste mens. Hij leeft op gespannen voet met zowat de hele pers, en schrikt er niet voor terug om journalisten te schofferen, en hen zelfs op het persoonlijke vlak te raken. Zijn 'blog' in 2009 was daarvan een schrikbarend en beschamend bewijs, gelukkig is die gesloten. Hij maakt via de media ruzie met Casterman omdat hij vindt dat de uitgeverij te weinig doet voor de promotie van Kuifje. Hij beschuldigt de familie Casterman (die inmiddels geen aandeelhouder meer is van de uitgeverij) van diefstal van tekeningen. Hij is een kei in het maken van vijanden.

Dat leidt ertoe dat de wereld rond het koppel bijzonder klein is, er zijn enkele vertrouwelingen die er al jaren zitten, en er is niemand die Nick durft tegen te spreken. Dan raak je vast in een tunnelvisie.”

In 1936 tekende en schilderde Hergé deze cover voor een albumuitgave van het Kuifje-avontuur De Blauwe Lotus. De tekening werd niet gebruikt omdat uitgever Louis Casterman die qua kleuren te complex vond voor een goede druk. Hergé gaf zijn werk daarna cadeau aan Louis' toen zevenjarige zoon Jean-Paul die het opplooide en in een lade opborg. In 2021 verkochten Jean-Pauls erfgenamen de tekening op een veiling. Het bracht maar liefst 3,2 miljoen euro op. De verkoop werd bekritiseerd door Nick Rodwell. Hij hechtte geen geloof aan de oorspronkelijke schenking van Hergé en vond dat het werk toebehoort aan het Hergé Museum.

 

Je hebt de jaarverslagen van Moulinsart en het bedrijf achter het Kuifje Museum onderzocht. Wat is je algehele conclusie op basis van die analyse?

Levée: “Moulinsart presenteert zich aan de buitenwereld als een uiterst solvabele onderneming. Maar als je wat meer in detail gaat kijken naar de cijfers blijken de jaarrekeningen van het bedrijf een masterclass in window dressing. Om de boeken presentabel te maken, worden allerlei slimme boekhoudkundige kneepjes toegepast. Voor een goed begrip, er is geen sprake van dat de jaarrekeningen in strijd zijn met de wet. Hoogstens is het op het randje. Zo wordt er voortdurend geschoven met de waardering van balansposten, wordt er papieren winst op de dollar als echte winst geboekt, wordt een dochtervennootschap helemaal leeggehaald om de winst op te krikken, enzovoort. In de jaarrekeningen van de voorbije tien jaar is er wel ieder jaar één of meer van deze kneepjes toegepast.

Een ander slimmigheidje is het optrekken van het kapitaal door de inbreng van een pakketje auteurs- of nevenrechten. Maar die rechten worden net als andere activa afgeschreven, en dan vallen ze weer toe aan de aandeelhouder. Die vervolgens datzelfde pakketje rechten opnieuw inbrengt, wat opnieuw tot een kapitaalsverhoging leidt. Deze inbreng van rechten is tot zes keer toe toegepast, waardoor het vermogen op papier is toegenomen. Met recht kun je hier spreken van een sigaar uit eigen doos. Maar van echte waardeopbouw is geen sprake.”

 

De strip Kuifje is een mondiaal fenomeen. In verhouding daarmee is de omzet relatief laag. Wat is de oorzaak?

Levée: “Er worden van Kuifje ieder jaar een klein miljoen albums verkocht. Dat is veel. Die omzet zit bij uitgeverij Casterman, die daarvoor aan Fanny een auteursrecht van 10% betaalt op basis van het contract uit 1942. Dat contract is nog steeds geldig, en is niet opzegbaar. Pas vanaf 2054 hoort Kuifje tot het publieke domein. Fanny ontvangt dus per jaar ongeveer 800.000 euro aan auteursrechten.

Daarnaast zijn er de boeken die Moulinsart zelf op de markt brengt, denk aan Kuifje en de auto's, de treinen, de schepen, de stad, de geschiedenis, de inheemse volken enzovoort, naast de boeken over alle nevenfiguren, de monografieën over Hergé, alles bij mekaar een prachtige bibliotheek. En natuurlijk de enorme hoeveelheid poppetjes en beeldjes voor de verzamelaar. Maar die moet flink in de buidel tasten om zijn verzameling compleet te krijgen. Het lijkt er zelfs op dat het verzadigingspunt is bereikt. Jammer genoeg is er weinig te vinden voor kinderen, terwijl dat een grote markt kan zijn en weer nieuwe lezertjes aantrekt.”

Wat doet Nick Rodwell verkeerd?

Levée: “De rode draad doorheen de beslissingen van Nick Rodwell is eigenlijk terug te voeren tot overmoed. Hij heeft de neiging de zaken groot te zien, te groot. Maar om die plannen te verwezenlijken is er simpelweg te weinig geld beschikbaar. Hij geeft vooral veel geld uit, vandaar dat Rodwell voortdurend op zoek is naar geld. Van zakelijk vernuft is bij Rodwell niet veel gebleken.

En dan is er de heksenjacht op alles en iedereen die de rechten op Kuifje zou schenden. Hij heeft een schrikbewind georganiseerd en stuurt zijn advocaten af op kleine auteurs en kunstenaars die het werk van Hergé in hun werk integreren. Ook vervolgde hij in Nederland het Hergé Genootschap die enkele tekeningen had gebruikt in het clubblaadje, dat beperkt verspreid wordt. Wie haalt het in zijn hoofd om de grootste fans van Kuifje te gaan vervolgen? Hij doet dat onder het voorwendsel van het beschermen van het œuvre, maar in geen enkel opzicht wordt het œuvre aangetast door deze artikelen, boeken of kunstwerken, wel integendeel. Het enige waarmee Kuifje in het nieuws kwam de voorbije jaren waren processen, beledigingen en ruzies, niet bepaald een manier om het œuvre van Hergé te eren.

De lancering van Kuifje-NFT's is nog zo'n voorbeeld. Onder het voorwendsel de bekende cover van De Blauwe Lotus voor het publiek 'ter beschikking te stellen' werden er 1.777 kavels van NFT's aangeboden, een wat rare redenering, maar het zou ruim een miljoen opleveren. Uiteindelijk waren er maar vijftig kopers, een regelrechte flop.

Sommige auteurs spreken van een kwade genius, een Rodwellopoulos, maar dat vind ik niet. Ik ben ervan overtuigd dat Rodwell de allerbeste bedoelingen heeft. Alleen worden bij de uitvoering vaak onoordeelkundige keuzes gemaakt.”

 

Wordt de artistieke en geestelijke erfenis van Hergé goed beheerd? 

Levée: “Als we even abstractie maken van het zakelijke, dan is het antwoord eerder positief. Geen enkele andere stripauteur heeft zo'n prachtig museum voor zich alleen, over geen enkele andere stripauteur is zo'n bibliotheek geschreven. Het bewaren, inventariseren en restaureren van de originele tekeningen gebeurt uiterst nauwgezet en professioneel. Het immense archief levert met grote regelmaat weer nieuwe informatie op die in boekvorm wordt uitgegeven. Ook dat hebben we aan de Rodwells te danken.

Alleen is het jammer dat de meeste — en ook de meest originele — boeken over Hergé juist buiten de perimeter van Moulinsart worden uitgegeven. Die publicaties mogen geen gebruik maken van de tekeningen uit het œuvre, wat een gemiste kans is. Analyses van het werk zouden zoveel rijker zijn als er ook tekeningen konden gebruikt worden.”

 

Wat is die geestelijke erfenis eigenlijk?

Levée: “Het werk van Hergé inspireert ons al generaties. Mijn stelling is dat de erfenis van Hergé niet beperkt is tot beeldjes en poppetjes. Dat is leuk, maar het œuvre is zoveel meer. De verhalen zijn ingebed in een collectief geheugen, de personages zijn archetypes geworden. Iedereen wil Kuifje zijn, een held, die kan autorijden en vliegen, en die naar de maan geweest is. Iedereen kent wel een kapitein Haddock, ruwe bolster blanke pit, een verstrooide professor als Zonnebloem. Zo kan ik nog wel doorgaan. De opbouw van de verhalen is zo vernuftig dat je ze kunt blijven lezen.

En dan hebben we het nog niet gehad over de klare lijn, de bekende tekenstijl die een immens aantal navolgers in de stripwereld kent. Je kunt vrijwel geen interview lezen met een stripauteur of de naam Kuifje of Hergé valt. Niemand anders heeft zo'n enorme invloed gehad op de strip als Hergé. Hij staat op eenzame hoogte.

Kijk naar de enorme bibliotheek die over Hergé en Kuifje verschenen is, meer dan vijfhonderd boeken and still counting. Een bewijs dat zijn werk blijft inspireren.”

 

Fanny, de weduwe van Hergé, is negentig en lijdt aan alzheimer. Haar echtgenoot Nick Rodwell is in de zeventig. Ze hebben niet het eeuwige leven. Hoe moet het na hun overlijden?  

Levée: “Nick Rodwell gaf vorig jaar inderdaad aan dat als Fanny zou overlijden, er een minichaos zou ontstaan. Hij is dan ook aan de slag gegaan om de toekomst te regelen. Vorig jaar is er een nieuwe stichting in het leven geroepen, de Stichting Hergé. Deze stichting is voorbestemd om legataris te worden van Fanny. Na haar overlijden wordt haar vermogen ingebracht in deze stichting en naar alle waarschijnlijkheid ook alle auteursrechten. De stichting heeft een bestuur, dat zoals gebruikelijk met Rodwell getrouwen is samengesteld.

Alleen zijn er twee problemen. Ten eerste de inbreng van vermogen in de stichting is onderworpen aan belastingen ten belope van 6,6%. Dat vereist wel dat er voldoende liquiditeiten beschikbaar zijn in het privévermogen. En daar wringt juist het schoentje, het vermogen zit grotendeels vast in vastgoed, kunst en de enorme collectie tekeningen van Hergé. Dat laatste is niet iets wat je te gelde wilt maken, het zou volledig indruisen tegen de filosofie die tot nu toe gehanteerd werd.

Een tweede probleem is dat een groot deel van het vermogen vastzit in een trust op de Kaaimaneilanden, die in 1992 is opgericht. Dat was toen een appeltje voor de dorst, maar het geld wat in die trust zit, is feitelijk onbereikbaar voor Nick Rodwell. Hij heeft een rechtszaak aangespannen tegen de beheerders van deze trust, met het oog op het liquideren ervan. Maar zolang dat niet gebeurd is, blijft het vermogen in de trust en kan het niet overgedragen worden aan de nieuwe Stichting.”

 

Wat moet er veranderen in het beleid van Moulinsart/Tintinimagianatio?

Levée: “Het zou goed zijn als Nick Rodwell meer afstand neemt van het bedrijf en ruimte geeft voor vers bloed. Nieuwe mensen, met nieuwe ideeën. Waarom niet opnieuw licentiehouders zoeken, die vanzelf met ideeën komen. Als je zelf niets kunt bedenken voor kinderen, laat een ander dat doen.

Hergé had gezegd dat er geen nieuw Kuifje-album zou mogen verschijnen, maar wat met een album rond andere personages uit het Hergé-universum? Dat zou misschien wel kunnen met Jo, Suus en Jokko of met Kwik en Flupke. Die deur zit nu op slot.

Moulinsart zou ook meer ruimte moeten geven aan andere auteurs om — binnen bepaalde grenzen — toch de tekeningen te kunnen gebruiken in hun analyses voor artikelen en boeken. Bijvoorbeeld als het gaat om verschillende versies van eenzelfde tekening te vergelijken, dan komt een analyse zonder die tekeningen te kunnen afbeelden toch minder tot zijn recht.

En tot slot, hou op met iedereen te vervolgen die iets met Kuifje doet. Je kunt juridisch wel gelijk hebben, maar je doet geen recht aan de nalatenschap van Hergé.”

Wat is je grootste vrees als dat niet gebeurt?

Levée: “Dan vrees ik dat de belangstelling voor Kuifje zal tanen, die zal verdwijnen met de ouder wordende liefhebber. En dat zou zonde zijn. Ik zou juist willen dat mijn kleinkinderen en de kinderen daarna ook nog steeds kunnen genieten van Kuifje, van de verhalen, de humor, de personages.

De grootste vrees is dat het privévermogen helemaal opdroogt, en er geen geld meer beschikbaar is om het museum te steunen. Dan dreigt dat te moeten sluiten. Een ondraaglijke gedachte.

Daarom mijn oproep om het roer om te gooien, de tering naar de nering te zetten en de geesten open te stellen voor vernieuwing. Het is de hoogste tijd.”

 

De Verdwenen Miljoenen van Kuifje: Of de Geheimen van de Erven Hergé verscheen in oktober 2023 bij Just Publishers, telt 336 pagina's en kost 24,99 euro. Op 9 november verschijnt een herdruk en er komt ook nog een Franse vertaling.