Bruno Gazzotti & Olivier Bocquet

“Ik laat Soda naar een psychiater gaan waar hij bekent dat hij zin heeft om zijn moeder te vermoorden."

2 augustus 2023 (Drie)dubbelinterviews
tekst en © foto's: Wouter Porteman

 

Zevenentwintig. Zevenentwintig keer werd ons interview met de auteurs van de nieuwe Soda onderbroken door loeiende sirenes van politiecombi’s, ziekenwagens, waterkanonnen en brandweerwagens. Op de dag van ons interview staakt de zorgsector en Brussel maakt zich op voor een spannende betoging van geagiteerde zorgverstrekkers. De hele omgeving rond het koninklijk paleis wordt met spoed omgebouwd tot een versterkte burcht. Muren van prikkeldraad worden opgetrokken. Ook het café waar de interviewsessies zouden plaatsvinden, besluit alsnog de deuren te sluiten tot de witte woede is voorbijgetrokken. De persdame van Dupuis heeft haar handen vol. De auteurs hebben geen andere optie om te voet van hun hotel, tegen de politiestroom in, naar de initiële interviewplaats te komen. Een dik halfuur later dan gepland, zitten we wat verder op het enige niet inderhaast opgeborgen terrasje langs het betogingsparcours. Scenarist Olivier Bocquet en vooral tekenaar Bruno Gazzotti willen niets van het spektakel missen. We hebben nog net dik dertig minuten alvorens de betogingskaravaan de Koningsstraat komt opwandelen.

 

Opgelet: dit interview bevat spoilers!

 

Proficiat met deze nieuwe Soda. Ik voelde me in één klap weer zestien jaar. De juiste tijd, de juiste sfeer, het juiste verhaal,... je weet wel. Hoe was dit voor jou, Olivier? Was het altijd al een droom geweest om deze reeks verder te mogen zetten?

Olivier Bocquet: “Nee. (lacht) Toen de reeks verscheen, las ik de albums niet. Ik kende Soda wel van naam, maar — je weet hoe dit gaat — ik zou ze ooit wel eens lezen. Pas redelijk recent kwam het er toch eens van. Het was een openbaring. Ik heb direct alle strips verslonden. Soda is een geniale reeks. Alles klopt. De hele opzet, de sfeer, de decors, die tekeningen,...”

 

Bruno Gazzotti: “Ach, nu komt het!”

Bocquet: (lacht) “Het was wel een droom om met Gazzotti samen te werken. Ik vind hem een van de allerbeste klassieke Franco-Belgische striptekenaars. De wens om samen te werken, koesterde ik al heel lang, maar ik dacht niet dat het ooit mogelijk zou zijn. Bruno was verankerd met Alleen. Ik heb hem ooit eens gevraagd om een pagina te tekenen voor een Spirou-special waarin alle helden van het weekblad elkaar zouden ontmoeten op een cruise. Uiteindelijk is dit projectje via Fabien Vehlmann gelopen.”

 

Hoe ben je dan de nieuwe Soda-scenarist geworden?

Bocquet: “Dupuis had me gecontacteerd om het laatste album dat Philippe Tome voor zijn overlijden tot pagina 30 had afgewerkt, te vervolledigen. Maar het einde dat ik had uitgewerkt, viel niet in de smaak bij de erfgenamen van Tome. Ik had het verhaal helemaal omgegooid en er een andere wending aan gegeven. 'Gazzo' vond het wel geweldig. In die mate zelfs dat hij enkel een nieuwe Soda wou tekenen met mij als scenarist.”

 

Ah zo, ik dacht altijd dat je geen zin had om de reeks nog verder te zetten.

Gazzotti: “Elk jaar trekt Dupuis aan mijn mouw om te vragen wanneer ik Soda voortzet. Ik gaf ze altijd hetzelfde antwoord terug: het is oké als ik een goed scenario krijg. Maar ik kreeg er nooit een! Met het honderdjarige jubileum van Dupuis drongen ze echt aan om een album te tekenen. Ze trokken tegelijkertijd een groot blik scenaristen open waaruit ik mocht kiezen. Alles was mogelijk. Ik zei dat ik enkel met Olivier wou samenwerken. Punt uit. Dergelijke gasten met zo’n gevoel voor humor en vertelintelligentie, kom je zelden tegen.”

De titelpagina en de eerste strippagina van het nieuwe verhaal.

 

Een Soda staat of valt met zijn moeder. Neem haar en alle bijhorende toestanden weg, en je hebt een gewone flikkenserie. Beperkt dit niet heel erg alle mogelijke verhaallijnen?

Bocquet: “Voor mij is die beperking net een sterkte. Bovendien is het een troef want Tome heeft haar personage nooit echt uitgewerkt. Ze is er, en puur door haar aanwezigheid weten we dat Soda zich telkens weer in zijn priesterkostuum wringt. Maar verder weten we nauwelijks iets van haar. In dit en de volgende albums gaan we geleidelijk aan de psychologie van zijn moeder verwerken in de verhaallijnen. Nu laat ik Soda verbaal al eens tegen haar ontploffen of laat ik haar op het einde een liefdesliedje zingen. Ze is echt een vrouw die leeft en zich heel verantwoordelijk voelt voor haar zoon.”

 

Ze is misschien heel verantwoordelijk, maar ik denk al jaren dat ze het zielige oude dametje speelt om zo Soda aan zich te binden. Volgen jullie me? De tekst van Woman in Love van Barbara Streisand ("I am a woman in love and I do anything to get you into my world and hold you within") die ze zingt in haar badkamer, ondersteunt die theorie toch enigszins?

Gazzotti: “Misschien. Misschien.”

Bocquet: “Dat is alleszins geen dwaze denkpiste.”

Gazzotti: “Dat zijn de vragen die ik graag stel aan Olivier. Weet de moeder dat haar zoon een flik is? Of niet? Misschien verzwijgt ze het voor hem dat ze het weet. Ik volg dus je redenering. Ik zie haar ook in staat om te doen alsof om zo haar zoon bij zich te houden. Het moet toch geweldig zijn voor haar ego om te weten dat haar zoon elke keer al die moeite doet, speciaal voor haar. Hierdoor is haar zoon de schattigste flik van de planeet. Of niet soms? Maar misschien wordt het alsnog iets heel anders.” (lacht)

 

Soda is pakweg dertig en beschermt haar tegen alles... Hij is een held. Maar hij woont op die leeftijd wel nog samen met zijn moeder. Vinden jullie dat sympathiek of eerder zielig?

Bocquet: “Het is wat dubbel, hè. Zijn moeder is zijn alles. Je kan daar alleen maar een enorm respect voor hebben. Aan de andere kant zie je ook wel dat hij ermee worstelt. Hij kan niet zomaar een meisje meenemen naar zijn appartement. Laat staan een relatie aangaan en al zeker niet in zijn domineekostuum. Soda is een heel gewelddadig persoontje met een klein teder hartje voor zijn moeder. Ik ben nu vooral met dit gegeven aan de slag gegaan. Ik laat Soda naar een psychiater gaan waar hij bekent dat hij zin heeft om zijn moeder te vermoorden. Haat en liefde moeten bij zo’n persoon echt wel dicht bij elkaar liggen.”

 

Je gaat onmiddellijk heel diep. Je Soda droomt ervan zijn moeder te vermoorden. Hij staat echt op de rand van een zenuwinzinking of zelfs een heuse burn-out.

Bocquet: “Inderdaad. Net daarom brengen we hem in contact met een psychiater.”

 

Soda verkleedt zich in de lift om tot priester. Dit is een geweldige pastiche op Superman en andere superhelden. Zie je Soda als een superheld?

Bocquet: “Neen, eerder als de ultieme antisuperheld.”

 

Superhelden en antisuperhelden vechten vandaag in al hun strips of films een innerlijke strijd uit met hun demonen. Was dat ook de directe inspiratiebron voor jullie Soda?

Bocquet: “Een strip van de jaren 1980 en zelfs 1990 moest het toen vooral hebben van plotse verhaalwendingen. Het waren heuse theaterstukken. Vandaag is die aanpak te oppervlakkig en kom je er niet meer mee weg. Vandaag lees je strips omwille van de personages.”

 

De innerlijke reis krijgt in De Bloeddorstige Dominee absoluut de bovenhand. In die mate zelfs dat de whodunnit me weinig kan schelen. Had je die wel nog nodig?

Bocquet: “Jawel. De whodunnit is een kapstok, of beter nog een heus alibi, om de innerlijke demonen van Soda naar boven te brengen. Wie nu de dader is, kan ons in dit album eigenlijk geen bal schelen.”

Gazzotti: “Voor de jonge lezers is dit nog wel een thema, maar niet voor ons. Iedereen die al wat strips heeft gelezen of films heeft gezien, weet onmiddellijk wie de dader is. Er is trouwens maar één mogelijke kandidaat-dader. Voor ons is die verhaallijn ook niet belangrijk.”

 

Je geeft tijdens het lezen ook tips weg wie de dader zou zijn. Op pagina 32 zie je op de computer dezelfde foto in een kadertje staan als op pagina 45 waar alles wordt onthuld.

Bocquet: “Dat zegt me niets.”

Gazzotti: “Maar jawel! Ik heb je nog gevraagd of ik die foto op dat computerscherm mocht zetten.”

Bocquet: “Juist, ja.”

Gazzotti: “Ik moest iets veranderen aan de kalender op die pagina en toen vroeg ik aan Olivier of ik dat fotokadertje er mocht opzetten.”

Bocquet: “Het verrast me wel dat je afkomt met dat kadertje. Als je aandachtig kijkt naar de toeschouwers rond de plek van de misdaad op pagina 7, kan je het eigenlijk al veel vroeger weten.”

 

(bladert) Oh shit, die had ik gemist!

Gazzotti: (bulderlach) “Ik vroeg nog aan Olivier of ik hem ertussen mocht zetten. En ja hoor, ik moest. (lacht) Het past bij de jaren 1980-aanpak.”

 

Dat toont nogmaals aan dat die hele whodunnit bijzaak is voor jullie.

Bocquet: “Jawel. Maar het zijn zo van die dingetjes die een herlezing leuk maken. We hebben lezers die Soda lezen voor de moordmysteries en we hebben anderen die de reeks lezen voor de personages. Het moordmysterie is echt bijzaak. Het was ons niet te doen wie het gedaan heeft, maar wel waarom. Net zoals bij Soda is ook bij de moordenaar de innerlijke reis belangrijker.”

Heb je het politieonderzoek moeten inperken omwille van plaatsgebrek?

Gazzotti: “Hoe bedoel je?”

 

Was dit niet oorspronkelijk opgezet als een spin-off van drie delen?

Bocquet: “Nee, helemaal niet.”

Gazzotti: “Maar mocht je Olivier laten doen, dan zou elk deel 150 pagina’s tellen. Hij bulkt van de ideeën.” (lacht)

Bocquet: “We hebben wel wat gereduceerd. Er is een hele scène uitgeknipt die we integraal recycleren in een ander album. Aan de andere kant was ik echt begonnen met een verhaal van 46 pagina’s. Uiteindelijk zijn het er toch 54 geworden. Vanwaar eigenlijk je vraag?”

 

Ik vind de scène met de zwaar getatoeëerde Mexicaanse vrouw wat te toevallig. Zeker het feit dat ook zij gehypnotiseerd wordt, was me erover. Ik miste wat aanloop of duiding.

Bocquet: “Ik heb dit grondig doorgepraat met Bruno. Soda is een reeks waar de nevenpersonages heel snel kleur moeten bekennen. Aan hun houding, kledij of manier van praten zie je direct waarvoor ze staan. Zelfs al doen ze maar mee voor drie pagina’s. Het is echter niet uitgesloten dat zij in latere delen nog eens zal meedoen. We hebben absoluut de intentie om de huidige cast wat uit te breiden.”

 

Daar kan ik jullie zeker in volgen. Je hebt Soda, Linda en Soda’s moeder en dat is het zowat. Je merkt nu al dat je de nevenpersonages van de tweede lijn, zoals agent Babs en commandant Pronzini, meer op de voorgrond brengt.

Gazzotti: “Ik vond dat die twee er maar wat bijliepen. Er zit meer in de strip dan de relatie van David met Linda.”

 

Enkele aanvliegende politiewagens, gevolgd door een waterkanon en brandweerwagens — allemaal met hun respectievelijke loeiende sirenes op — verstoren nu wel heel lang het interview.

Gazzotti: “Oke, nu is het zover. Straks vliegen hier de rookbommen rond ons. Dit is hier nog erger dan het New York van de jaren 1980. Zeg Olivier, ik denk nu plots dat ik nog een gag gezien heb rond je cameo in de strip. Ik moet je die nog eens laten zien.”

 

Ah, word je een vast nevenpersonage?

Bocquet: “In de jaren 1980 werkte men volop met tekenaars die robottekeningen maakten. Het was een fijn grapje van Bruno om mijn edele gelaatstrekken aan die tekenaar te geven. De kans is groot dat hij nog eens zal opduiken, maar het was helemaal niet voorzien dat hij zou lijken op mij.”

Een knipoogje van Bruno Gazzotti die zijn scenarist Olivier Bocquet een cameo bezorgt in de strip.

 

De rapper Ezekiel Coleman lijkt me wel een blijver te gaan worden.

Bocquet: “Ja, dat klopt. Je voelt aan alles dat we die niet gaan dumpen.”

 

Is hij gebaseerd op Snoop Dogg?

Gazzotti: “Niet specifiek. In de tv-serie Starsky and Hutch speelt ook zo’n type (Huggy Bear, nvdr) mee. Ik heb me eerder op hem gebaseerd. Tiens, speelt Snoop Dogg niet net dat personage in de film?”

 

Klopt. Ik ben gek van het nieuwe sfeertje in jullie Soda. Het retrogevoel van die oude politieseries is helemaal terug. New York is ook weer groezelig, vuil en gevaarlijk.

Gazzotti: “Ja. Ik hou er echt van om de stad uit die periode te tekenen. Veel afval, overal graffiti, loeiende sirenes,... Vandaag is het er me te afgelikt. Te netjes. Grafisch is dit geweldig.”

 

Het was dus geen doelbewuste keuze om in de tijd terug te stappen om zo internet of mobiele telefoons uit de verhaallijnen te kunnen bannen?

Bocquet: “Ja, toch ook wel. Vandaag zien al die politieseries er hetzelfde uit. De misdaden worden grotendeels opgelost door IT-nerds op burelen of in labs. Enkele vlotte, knappe agenten verzorgen vervolgens nog een beetje de externe show op het terrein zelf. Ze nemen nog net niet een selfie met de boeven. We wilden absoluut niet evolueren in die richting. En wat die gsm's betreft, Bruno heeft daar een mooie boutade over: 'Heb je ooit al gedroomd over je gsm?' Het antwoord is altijd nee. Een gsm is en blijft een venster naar iets anders. Het zorgt ervoor dat je gemakkelijker of te gemakkelijk verbanden kan maken, maar daar houdt het ook op. Grafisch is al dat gsm-staren ook enorm saai. Vroeger moesten de agenten zich nog fysiek verplaatsen om antwoorden te vinden.”

 

Grijpen jullie ook terug naar de mentaliteit van de jaren 1980, die toch meer macho en grover in taalgebruik was? Kan dit überhaupt nog wel vandaag?

Bocquet: “We blijven natuurlijk grotendeels de vinger aan de pols houden met wat vandaag gangbaar is. Moeilijk is dat niet. Het is gewoon een manier hoe je bepaalde scènes en dialogen schrijft. Het personage van Linda is heel future-proof. Ze is vrouwelijk, heeft ballen aan haar lijf en is allesbehalve een inhoudsloze bimbo. Veel maakt het niet uit. Het zijn trouwens toch de auteurs die beslissen wat ze hun personages laten doen en zeggen en hoe ze die laten evolueren. Wij kiezen ervoor om de setting vintage jaren 1980 te houden, maar dan wel met een actuele omgangstoon.”

 

Heb je De Bloeddorstige Dominee geschreven met een duidelijk jaartal voor ogen?

Gazzotti: “Nee. We maken er een mix van de jaren 1980 van. Of eerder van midden jaren 1980. Op het einde is er de Halloweenparade die door New York trekt, en daar duiken maskers uit de slashermovies op die toen heel populair waren. Voorts zie je ook nog ergens een Michael Jackson-imitator in een Thriller-setting en verwijzingen naar Ghostbusters en Spitting Image. Het is belangrijk dat ik die verwerk in de decors, want dit zet toch wel de toon en de tijdsgeest.”

 

Heb je iets met die horrorfilms zoals Halloween of A Nightmare on Elm Street? In Alleen is er ook een album gebaseerd op slashermovies.

Gazzotti: “Het zijn films die een duidelijke stempel hebben gedrukt op die tijd en de mensen die ze gezien hebben. Ze zijn erin geslaagd om angsten heel zicht-, tast- en herkenbaar te maken. Tegenover zo’n gemaskerde slasher met een cirkelzaag valt je personage ook direct terug tot zijn oerinstinct. Vlucht hij, bevriest hij of begint hij te vechten? Dit is pas interessant.”

De personages uit Alleen, de reeks die Bruno Gazzotti met scenarist Fabien Vehlmann maakt, eveneens voor Dupuis. De reeks is in het Frans intussen verhuisd naar uitgeverij Rue de Sèvres waar eerstvolgend een nieuw album zal verschijnen.

 

Om nog even bij Alleen te blijven. De grote Limbus-oorlog zal eindelijk losbarsten. Hoeveel delen zal dit beslaan?

Gazzotti: “Het dertiende album is nu verschenen. Er komen zeker nog acht of negen delen bij. Dat is toch niet veel? Het is amper acht jaar werken. En daarna kan ik op pensioen.” (lacht)

 

Hoe zie je Soda hierin passen?

Gazzotti: “Shit, daar gaat mijn pensioen. (lacht) Ik ga niet afwisselen, maar in cycli werken. Alleen is geen reeks waar je maar om de twee jaar een album kan van lossen. Het doelpubliek zijn jongvolwassenen en die willen zolang niet wachten. Ik ben bovendien een trage tekenaar. Deze Soda kostte me anderhalf jaar. Concreet ga ik nu twee Alleens tekenen en dan weer een Soda.”

 

Toen ik je Soda’s herlas, viel het mij op dat David en Linda eigenlijk een heel realistische mimiek aanhouden. Bij de nevenpersonages is dat allemaal wat excentrieker. Zit daar iets achter?

Gazzotti: “Het hangt voornamelijk samen met de personages zelf. Soda is een monoliet. Als hij niet moet bewegen, ziet hij eruit als een levend standbeeld zonder enige emotie. Met Babs kan ik dan weer alle kanten uit. Die is komisch op zich.”

 

Ik heb hardop gelachen met die liftscène op pagina 39. Dat is Police Academy of The Blues Brothers in het kwadraat.

Gazzotti: (bulderlach) “Inderdaad!”

Hoe belangrijk is de humor in een Soda?

Bocquet: “Ik kan gewoon geen ernstige verhalen schrijven. Er zit altijd wel ergens een lach en een traan in. Soda is, au fond, een gitzwarte strip. Om die spanning wat te doorbreken, past een debiel mopje zoals die liftscène er prima in.”

 

Soda heeft maar drie vingers aan zijn linkerhand. Op de openingspagina van De Bloeddorstige Dominee zie je dit al heel duidelijk. We weten al dat Soda zijn vingers is kwijtgespeeld in de enkele jaren voordat hij in New York woonde (in deel 2, Brieven voor Satan, is er een flashback van acht jaar geleden waarin Soda nog vijf vingers had, nvdr). Mogen jullie de reden verklappen of is die voorbehouden voor het nog te verschijnen slotdeel van Dan Verlinden? Dat heet niets voor niets Onthullingen.

Bocquet: “Nee. Normaal gezien niet. In de dertig pagina’s die Tome voor Onthullingen geschreven had, komt dit thema alleszins niet ter sprake. Ik denk ook niet dat ze de vrijheid gaan geven aan de nieuwe scenarist om dit mysterie zomaar te grabbel te gooien. Als het van ons afhangt, komt er nooit een verklaring voor. Welke reden we er ook aan zouden geven, het zal altijd voor de meerderheid van de lezers een ontgoocheling zijn. Er zijn al zo weinig mysteries rond Soda, zijn moeder en zijn vingers, dat we er extreem zuinig moeten mee zijn.”

 

Wat gaat Dan Verlinden doen eenmaal zijn tweede Soda is afgewerkt?

Bocquet: “Geen idee. Het is echt moeilijk om het verhaal van Tome verder af te werken. De toon, na de aanslagen van 11 september, is helemaal anders geworden. De wereld is toen echt veranderd. Maar naar wat ik hoor, zijn er nu nog twee verschillende scenaristen in de running. Wij zijn er alleszins niet bij betrokken.”

Tome maakte voor Soda zelf de bladindeling. Fabien Vehlmann laat jou voor Alleen helemaal vrij. Je geniet daar echt van. Op je Facebookpagina plaats je regelmatig voorbeelden van je bladschikkingen. Ik ben daar gek op. Bovenstaande vond ik een hele mooie. Forceer je dit of komt dit er natuurlijk uit gevloeid?

Gazzotti: “Deze was er echt over. Ik start nooit met een groot plan. Ik maak op mijn gevoel een bladindeling en die schets ik uit. Initieel stond Dodji hier links, maar dan bekijk ik de plaat en herschik ik de personages in functie van de leesbaarheid. Deze plaat smeekte erom dat de leeslijnen vervolledigd werden. Dat ik dan Dodji vanop de rug moest tekenen, is een consequentie die erbij hoort. Het is me te doen om evenwichtige pagina’s.”

 

Hou je daarvan?

Gazzotti: “Ja, absoluut. Ik let daar voortdurend op. De ogen moeten zoveel mogelijk gealligneerd zijn. Als je mijn schetsen bekijkt, zie je bijna altijd potloodlijnen vertrekken vanuit de ogen naar de ogen van een ander. Op deze pagina bijvoorbeeld (pagina 5) houdt Soda altijd oogcontact met zijn moeder. Op pagina 9 bijvoorbeeld zijn de ogen van de vrouw steeds gericht op Soda over de twee prenten heen. Het lijkt banaal maar het verhoogt enorm de leesbaarheid.”

Mag ik hieruit afleiden dat ook Olivier je de vrijheid laat qua decoupage?

Bocquet: “Ja, hoor. Ik omschrijf wat er gebeurt in elk prentje. Soms zijn er zaken die echt essentieel zijn, zoals een pruik die afvalt. Die zaken worden aangeduid als essentieel. Maar daarna is het aan Bruno om het af te werken. Hij voegt er soms een prentje bij of vraagt zelfs een aangepaste dialoog omdat de originele tekst niet strookt met zijn prentenopbouw of zijn ritme. Ik doe dit met plezier. Er zijn natuurlijk enkele pagina’s die heel strikt zijn uitgewerkt door mij omdat anders het verhaal eronder zou lijden. Maar ik zou stom moeten zijn om een talent als Bruno niet de vrije hand te geven.”

Gazzotti: (was aan het bladeren in zijn strip) “Kijk, de onderste drie prentjes van pagina 53 zijn ook een lijn. Soda eindigt als laatste figuur van de pagina. Dat dwingt je om de pagina om te draaien. Ik heb die scène verschillende keren hertekend zodat de lijnen zouden kloppen.”

Bocquet: “Dat is puur vakmanschap. Er zijn veel mensen die denken dat we dit niet opzettelijk doen. Ik heb ooit een bewegingsanalyse gemaakt van een halve pagina van Guust Flater en die in een Facebookgroep gezet. Het was zo duidelijk. Er kwam direct een reply van een doorwinterde striplezer die zich pertinent afvroeg of tekenaars wel tijd hebben om zich bezig te houden met dergelijke onnozelheden. Ja, natuurlijk! Net daarom is Franquin zo geniaal!”

Gazzotti: “Het is ook simpel. Als ik daar geen werk zou van maken, worden mijn strips minder goed leesbaar. Als ze minder goed leesbaar zijn, dan verkopen ze minder. Ik snijd dus direct in mijn eigen vel als ik mijn werk niet naar behoren doe. Ik wil nog eens terugkeren op die pagina hier. Ik had die analyse op Facebook gezet en een striptekenaar (Charel Cambré, nvdr) had erop gereageerd dat hij zijn buikgevoel volgt in plaats van de regeltjes. Ik ben dan gaan kijken naar zijn werk en je ziet bij hem overal leestechnieken voorkomen. Hij doet het misschien onbewust, maar hij doet het toch. Het fijne was dat hij in zijn reply een pagina doorstuurde waarmee hij bezig was. Ik kon niet laten hem te wijzen op een duidelijke Z in zijn pagina.” (lacht)

Nu je strip toch openligt op deze pagina. De Halloweenparade is grafisch het showprentje van het album. Is dit jouw versie van Kuifjes parade in New York in Kuifje in Amerika, maar dan in een vogelperspectief?

Gazzotti: “Nee, dit is geen referentie naar Kuifje. Ik vond het vogelperspectief hier veel geschikter omdat ik die lange stoet wou benadrukken en niet de gebouwen zoals Hergé. Door die driehoekscompositie valt pas echt op hoe lang en druk die Halloweenparade is. Ik vind een driehoek een heel krachtig element. De cover is ook een omgekeerde driehoek waar de punt eindigt op Soda’s geweer. Soda zelf verrijst dan weer uit die zwarte driehoek. Kijk, dat was dus 100% doelbewust gedaan. Soms doe ik die zaken onbewust, maar dan kan ik ze toch analyseren waardoor ik onmiddellijk veel intelligenter overkom.” (lacht)

Het twaalfde deel, Operatie Apocalyps, heeft opvallend veel linken met De Bloeddorstige Dominee. Het speelt zich ook af met Halloween, Soda heeft ook het gevoel dat ze hem willen veranderen in een moordenaar,...

Gazzotti: “Nee, dat is allemaal toeval.”

 

De uitgeverij heeft beslist om het tweeluik van Dan Verlinden uit de reeks te halen en jullie album het beruchte nummer 13 te geven. Dat is toch je reinste onzin? In Operatie Apocalyps is de liefdeslijn met Linda al helemaal ontwikkeld, woont Pronzini’s vrouw al in Honolulu en speelt de gsm zelfs een hoofdrol in het verhaal. Jullie deel speelt zich helemaal aan het begin van Soda’s universum af. Overal op de burelen staan nog typmachines.

Gazzotti: “Inderdaad. Net daarom wilden we de eerste twaalf albums van Tome als een soort sanctuarium bewaren. Aan dit heiligdom mag niemand komen. We plaatsen expliciet onze reeks in de jaren 1980. Het is geen vervolg op het album van 2001.”

Bocquet: “En net omwille van die duidelijke tijdsprong, wensen we niet dat ons album genummerd wordt. Als ik een Kuifje lees, weet ik niet of het deeltje 12 of 18 is. Idem voor Asterix en Lucky Luke. Elk deel staat op zich.”

 

Ga je dan nooit een tweeluik schrijven voor Soda?

Bocquet: “Zeg nooit nooit, maar het is voorlopig alleszins niet de bedoeling.”

 

Bang. Bang. Het geknal van de eerste voetzoekers bereikt ons.

Het is tijd om op te krassen. Dank je wel voor het interview en tot in rustiger omstandigheden!

Gazzotti: “Wij blijven nog even.” (lacht)

 

Soda: De Bloeddorstige Dominee verscheen op 2 augustus 2023 bij Dupuis, uiteindelijk zonder reeksnummer van het album. Het telt 56 pagina's en is te koop in softcover (9,99 euro) en hardcover (17,99 euro).