Bart Proost

“Het zijn voor mij therapeutische tekeningen geweest."

17 februari 2023 Interviews
tekst: Mario Stabel — © foto: Robert Boons

 

Caspar David Friedrich? Onze eigen interne Wikipedia kwam niet veel verder dan dat hij de schilder was van het iconische Der Wanderer über dem Nebelmeer. Maar voor de rest? Toch vooral een nobele onbekende die idyllische plaatjes maakte die tegen het melodrama aanschurkten. Niettemin vond Bart Proost het leven van de man interessant genoeg om zijn Alexander De Grote even on hold te zetten en er 72 strippagina’s aan te besteden. Dat vraagt om een woordje uitleg.

 

Waarom heb je een strip over deze man gemaakt?

Proost: “Als je het boek leest, zoals het nu is, hoop ik dat je er een thematische en biografische logica in terugvindt, maar het is eigenlijk ongelooflijk chaotisch gemaakt. Ik was al drie, vier maanden aan het tekenen voordat ik me ten volle realiseerde dat ik een boek aan het maken was. Ik wil er ook niet te veel over kwijt, maar een dik jaar geleden ben ik de man met de hamer tegengekomen. En dat was heel vies en confronterend. Ik heb echt een maand op de zetel gelegen terwijl ik in het niets aan het staren was. Uiteenlopende redenen die ongelukkig samenkwamen... Maar stilaan begon ik dan toch wat te lezen, filmpjes te kijken... Ik was altijd al wel gefascineerd door Friedrich, maar het leek of ik nu pas inzag waarom! Het gaf mij rust om te proberen zijn landschappen zo goed mogelijk na te tekenen. Avond na avond was ik bezig om potloodversies van zijn schilderijen te maken. Dat was de enige manier om mijn zenuwen een beetje onder controle te krijgen. En zo zat ik een aantal maanden later op een berg tekeningen die ik zag als mijn interpretaties van zijn werk. Daarna ben ik aan een collectie Rückenfiguren (een figuur van achteren gezien, nvdr) begonnen, ook gebaseerd op zijn schilderijen. Op dat moment was ik nog niet echt een doorlopend verhaal aan het tekenen. Maar dan merkten mensen uit mijn omgeving op dat het er allemaal heel goed uitzag en begon het mij te dagen dat er misschien wel een soort van biografisch verhaal over Friedrich inzat. Ik ben me dan nog verder beginnen verdiepen in zijn levensloop: boeken, internet, documentaires, zelfs Grenzen der Zeit, een Duitse film uit de jaren 1980. En zo vielen geleidelijk alle puzzelstukjes samen.”

Je vertelt uiteindelijk Friedrichs leven aan de hand van zes schilderijen. Waarom koos je net die doeken als rode draad?

Proost: “Dat waren de schilderijen die voor mij een levensfase symboliseerden. Zo werd zijn jeugd bijvoorbeeld getekend door de dood van zijn broer. De schipbreuk uit Das Eismeer leek me hier dan ook zeer geschikt. Of Der Baum der Krähen past zeker bij zijn droevig levenseinde. Zo heb ik voor elke fase een schilderij gekozen, maar ik heb de chronologie wel los moeten laten.”

 

Mag ik zeggen dat de strip eigenlijk heel organisch ontstaan is?

Proost: “Dat kan je wel zeggen, ja. Ik had heel wat potentiële schilderijen en een waslijst aan citaten waaruit ik een rigide selectie moest maken. De aandachtige lezer zal ook zien dat het schilderij op het einde van elk hoofdstuk terugkeert, maar dan is er telkens een ontbrekend element bijgekomen. Je begint dus het hoofdstuk met een prent waarop iets ontbreekt, dan vertel ik een deel van Friedrichs leven en dan wordt het schilderij ook aangevuld, met bijvoorbeeld een scheepswrak, een figuur, een kruisbeeld…Er zit wel wat denkwerk achter. (lacht) Ik raakte geleidelijk meer en meer gefascineerd door Friedrich en soms werd zijn levensloop zelfs pijnlijk herkenbaar voor mij. Natuurlijk heb ik aan het initiële opzet nog serieus moeten sleutelen. Zo zijn de dagboekfragmenten van Stijn Verhaeghe er bijgekomen en had uitgeverij Daedalus ook nog wel wat bemerkingen. Ze misten nog een hoofdstuk en daar hadden ze volledig gelijk in. Dat is dan het voorlaatste hoofdstuk geworden, waar Friedrich in een soort van depressie sukkelt. Anders was het laatste deel wel heel erg abrupt geweest. Je zou het geheel dus als een vreemd creatief toeval kunnen omschrijven.”

Das Eismeer (1823-1824) door Caspar David Friedrich en de interpretatie van Bart Proost.

 

Volgens mij laat je in dit album je beste tekenwerk zien. Hoe diep ben je moeten gaan?

Proost: “Tja, in elk achtergrondje dat je ziet, is echt wel uren werk gekropen. Ik ben er me echt in verloren bij momenten. Het zijn voor mij therapeutische tekeningen geweest.”

 

Misschien kan je uit al dat werk nog een artbook distilleren? Dat is nu ook in de mode...

Proost: “Grappig dat je dat zegt. Ik ben nu rond Alexander een soort van artbook aan het maken, maar dat gaat eerder de parodiekant uit. Ik heb persiflages op verschillende kunstwerken gemaakt en daar duikt Alexander telkens in op. Dat zal waarschijnlijk ook het volgend album worden. Het was aanvankelijk bedoeld als wat social mediaspielerei, maar bleek wel populair. Het is dus half humoristisch en half informatief geworden en ik leg ook steeds de link met het oorspronkelijk schilderij. Maar om op je vraag terug te komen. Omdat bepaalde zaken in potlood zijn blijven staan, krijg je eigenlijk al gauw de air van een artbook. Ik werk nog grotendeels analoog en dan is het soms jammer dat je met een inktpen over je potloodlijnen moet gaan. Dat romantisch idee zit er zo dus ook wel in, dat antidigitale. Daar komt nog bij dat ik Friedrich heel hoog aansla als colorist. Ik zag me daar ook niet mee concurreren. Vandaar dat de strip ook in zwart-wit is blijven staan. Ik ben ook meer een man van de lijnen en de streepjes en zo werd het: Bart Proost, de lijnenman, doet een Friedrichske.”

 

Friedrich was zeker geen vrolijke Frans. Hoe zou je zijn geestestoestand definiëren met je ervaringen van nu? Voor een burn-out leek hij me nog te graag te schilderen.

Proost: “Ik denk dat het sowieso een misantroop was. Aan de ene kant was hij wel graag bij zijn vrouw en kinderen, maar het was niet iemand die graag de mensenmassa opzocht. En daar herken ik mezelf ook wel wat in.”

 

Je verwijst in je voorwoord inderdaad naar die moeilijke periode in je leven en de parallellen met Friedrich. Hoever staat de echte Bart Proost af van de verklede Griek die alle beurzen afschuimt om zijn Alexander te promoten?

Proost: “Dat is dan misschien mijn schizofreen kantje... (lacht) Qua karakter, maar ook qua creatieve output ga ik soms serieus verschillende kanten op. Je hebt aan de ene kant de Alexander, maar daarnaast ook de Friedrich, de Kaspar Hauser en Alleen op de Wereld. Je ziet aan de tekeningen, de arceringen, de hoekige lijntjes dat ik het ben, maar qua thema en sfeer kunnen dingen niet verder uit elkaar liggen. In de tentoonstelling zal ik dat ook niet kunnen wegmoffelen. Al die dingen zijn delen van mijn karakter. Maar is zo’n tweedeling sowieso niet vaak het geval bij mensen die met kunst bezig zijn? Ze genieten van de aandacht, maar houden toch vaak van de nodige rust?”

Twee eerdere persoonlijke albums van Bart Proost: Alleen op de Wereld uit 2015 naar het boek van Hector Malot en Kaspar Hauser uit 2019, in samenwerking met scenarist Verhast, allebei verschenen bij Saga Uitgaven. De cover van Kaspar Hauser is ingekleurd door Criva, die zich ook al op het werk van Caspar David Friedrich baseerde.

 

Je noemt Friedrich als je grote voorbeeld. Ik erken de kwaliteit van zijn werk, maar is het niet allemaal net iets te melodramatisch? Ik kan me voorstellen dat een aantal van zijn tekeningen het ook nog goed zouden doen als tattoo op de bil van een gothic jongedame.

Proost: “Mij spreekt het in elk geval enorm aan, maar ik snap je opmerking wel. Het is allemaal heel subjectief natuurlijk. Ik ga dan ook niemand proberen te overtuigen. Voor mij doen zijn schilderijen het. Hij danst op de grens van het pathos, maar ik heb het daar wel voor. Technisch is hij zeker een heel goede schilder, als landschapschilder kent hij zijn gelijke niet. Persoonlijk heb ik het niet zo voor die landschapskunst — vaak is dat saai en braaf — maar bij Friedrich heb ik dat niet. Hij geniet internationaal hiervoor dan ook de nodige erkenning, samen met William Turner, maar die doet dan weer iets helemaal anders. Zijn sfeerschepping, zijn composities en zijn beleving staan voor mij op eenzame hoogte. Het is meer dan een landschap. Hij wil altijd iets meer tonen dan dat er effectief is. Het krijgt zo iets filosofisch, iets religieus zelfs...”

 

Ik zou nog wel een striptekenaar kunnen zien in Friedrich.

Proost: “Die opmerking heb ik ooit nog wel gehoord. Bart Cassauwers, de scenarist van Alexander, vindt hem ook de meest ‘striptekenaarachtige’ van alle schilders. Ik zag dat zelf niet... Is het zijn gebruik van voor- en achtergronden of het krachtig gebruik van zijn figuren?... Maar dat hij een invloed heeft op de populaire cultuur, dat klopt wel. Zijn Der Wanderer über dem Nebelmeer wordt vaak gezien als de inspiratiebron voor filmaffiches: een man op zijn rug gezien die over een vaag landschap staart...”

 

Der Wanderer kan je nog zien als een ode aan de vrijheid en daar lijkt het melodrama wat minder te spelen. Van veel van zijn andere schilderijen word je niet echt vrolijk.

Proost: “Als je je wat verdiept in zijn werk, zie je dat het toch wel alle kanten uitgaat. Ten tijde van zijn kennismaking met zijn vrouw en als hij zich kan focussen op zijn gezinsleven heeft hij ook een aantal werken gemaakt die niet zo zwaarmoedig zijn. Het schilderij van dat koppel op de boot bijvoorbeeld is best luchtig en kleurrijk. Tegen het einde van het leven verandert dat wel. Maar je opmerking over De Wandelaar klopt wel. Dat straalt ook een zekere rust uit: de wereld ligt voor je open als het ware.”

 

Ik weet niet of je De Walvis kent van Frederik Hautain en Hanne Dewachter? Zij verwerken dit schilderij ook in hun strip. Hanne heeft zelfs het landschap zo goed mogelijk proberen na te tekenen.

Proost: “Die ken ik niet, nee. Moet ik zeker eens nakijken. Voor Kaspar Hauser heeft Chris Van Brussel de cover ook dat sfeertje mee willen geven. Friedrich is dan misschien geen Dali of Van Gogh, hij is wel een grote naam die heel wat mensen beïnvloed heeft. In Duitsland zijn er in 2024 drie of vier exposities rond zijn werk, naar aanleiding van zijn tweehonderdvijftigste geboortedag. Veel mensen herkennen zijn werk wel, maar kunnen er niet direct een naam op plakken.”


Der Wanderer über dem Nebelmeer (1818) van Caspar David Friedrich.

 

Friedrich wordt algemeen geroemd als een van de exponenten van de Duitse Romantiek. Zie je in de wereld van nu parallellen met die periode?

Proost: “Je zag begin negentiende eeuw een zekere drang om terug te keren naar de natuur. De industriële revolutie was volop aan de gang en een heel wat mensen hadden daar zeker de nodige bedenkingen bij. En nu... 2023, met die mottige smartphones en die AI, de voortdurende digitalisering... we offeren een groot deel van onze vrijheid op aan die snelle dopaminekicks. Het leven is druk. Door corona is er bij een aantal mensen wel een bepaald besef gegroeid. Zo van, kan het echt niet anders? De context was natuurlijk anders, maar volgens mij zijn er zeker parallellen te trekken met die Romantici van tweehonderd jaar geleden. Als ik het op mijn eigen leven terugplooi, is het helemaal duidelijk. Soms gaat het nu eenmaal wat beter met jezelf, soms wat minder. Dat is ook een beetje de achterliggende boodschap: dat je beseft dat dit allemaal niet zo abnormaal is.”

 

Heb je dan niet op het punt gestaan om een moto te kopen?

Proost: “Nee, nee... Ik los altijd alles op met tekeningen.” (lacht)

 

 

De gefingeerde dagboekfragmenten zijn van de hand van Verhast (Stijn Verhaeghe) met wie je ook al samenwerkte voor je boek rond Kaspar Hauser. Waarom schreef je die stukken zelf niet? Je laat bij het voor- en nawoord toch zien dat je in staat bent om een aangrijpende tekst te schrijven.

Proost: “Er is even met het idee gespeeld om het album wat meer autobiografisch te maken, maar dat ging voor mij toch een brug te ver, al wilde ik niet verbergen dat er wel degelijk parallellen zijn. Ik had een beetje schrik dat ik te weinig afstand zou kunnen nemen als ik die fragmenten zelf zou hebben geschreven. Stijn was wel op de hoogte van mijn gemoedstoestand — we kennen elkaar al een tijdje — maar hij wist die twee invalshoeken grotendeels te scheiden. Hij is met Friedrich aan de slag gegaan en niet met mij en dit leek me zo de perfecte aanvulling bij de strip.”

 

Het album eindigt ook met een goed gedocumenteerd en rijkelijk geïllustreerd dossier. Wie heeft dat samengesteld?

Proost: “Het is mijn eigen opzoek- en schrijfwerk gecombineerd met bijdragen van Stijn en uitgeverij Daedalus, een heuse collaboratie als het ware... (lacht) De uitgeverij vond het echt wel belangrijk dat dit dossier degelijk uitgewerkt werd. Zo zijn de links met de echte schilderijen steeds heel duidelijk.”

Je voelt je blijkbaar wat aangetrokken door loners in je stripwerk. Kaspar, Remi en zelfs Alexander zijn bewust of onbewust niet echt de meest sociale figuren.

Proost: “Nee, da’s waar. Daarom hou ik ook zo van dat kleine ettertje. (lacht) Maar je hebt wel gelijk. Ook in mijn muziekkeuze zie ik dergelijke figuren opduiken: Luc De Vos bijvoorbeeld of Morrissey hebben die dubbelzinnigheid ook. De Vos was een echt podiumbeest, maar ik heb hem ook enkele keren naast het podium ontmoet en dan was dat echt een introvert verlegen manneke.”

 

Schildersbiografieën zijn hot momenteel. We zagen er pas nog een rond Keith Haring door Paolo Parisi, Luc Cromheecke had er al een over Charles-François Daubigny en inmiddels een over Claude Monet. Je hebt er een over Andy Warhol van Typex. Jouw strip is dan wel toevallig tot stand gekomen, maar zie je jezelf misschien nog iets rond een andere kunstenaar op poten zetten?

Proost: (denkt na) “Er zijn veel interessante schilders... Friedrich heeft een boeiend, maar heel realistisch leven gehad. Op zijn jeugdtrauma na, gebeurden er geen ongelooflijke dingen, maar dat maakt het dan ook weer juist zo herkenbaar. Een Jackson Pollock, een Vincent Van Gogh of een Salvador Dalì hebben een veel spectaculairder leven geleid. Keuze zat, hé... In Groot-Brittannië heb je bijvoorbeeld Richard Dadd, bekend van zijn elfenschilderijtjes, maar tegelijk ook zo gek als een achterdeur. Of een Caravaggio, die een halve crimineel was. Maar ik denk dat ik dan misschien nog eerder iets rond een Luc De Vos zou doen.”

Bart Proost is ook de tekenaar van Alexander De Grote. Op scenario van Bart Cassauwers werkte hij sinds 2011 zes albums uit met gags en komische avonturenverhalen. De albums verschijnen bij Strips2Go.

 

In welke mate zijn strips eigenlijk nog een hobby voor jou?

Proost: “Ik werk nog deeltijds in het onderwijs en daarnaast heb ik ook een zelfstandigenstatuut. Ik bekijk het tekenaarschap dan ook heel ruim: workshops, tentoonstellingen, firma’s die bij mij aankloppen, karikaturen... Dat zijn opdrachten en dat is allemaal heel tof. Maar de keren dat ik dan een stripboek wil maken, wil ik echt wel mijn eigen goesting doen. Ik maak ook altijd iets van a tot z af en dan stap ik naar een uitgever. Wat niet wil zeggen dat ik niet opensta voor suggesties. Daedalus vroeg bijvoorbeeld naar dat extra hoofdstuk en daar kon ik me ook volledig in vinden.”

 

De naam van je uitgever is al enkele keren gevallen. Hoe ben je bij Daedalus terechtgekomen? Is dat de Limburgse connectie?

Proost: “Het boek was er en ik heb dan links en rechts nog wat advies ingewonnen. Ik heb het dan naar enkele uitgeverijen opgestuurd en de match met Daedalus was er vrij snel. Het is een grote uitgeverij met redelijk wat publicaties en een goede promo. Het is voor hen wel de eerste keer dat ze origineel Vlaams werk uitgeven en in de markt zetten. En ook dat gegeven sprak me wel aan.”

 

Zou de Duitse markt geïnteresseerd zijn?

Proost: Kasper Hauser heeft in 2020 al een Duitse vertaling gehad bij Stainless Art uit Aken. Normaal hoorde daar ook een promotour bij, maar toen stond de wereld even stil. (zucht) Dit gaan we nu stilaan wel inhalen. Zo staat er nog een signeersessie in Aken op stapel. En nu hopen we dat er via de connecties van Daedalus ook een vertaling van Friedrich uit de bus komt. In 2024 is er dus dat groot Friedrichjaar gepland en staan er nogal wat evenementen op de planning. Splitter Verlag, een grote stripuitgeverij, is misschien wel geïnteresseerd.”

 

Nu loopt er deze maand ook die tentoonstelling in Lommel.

Proost: “Je krijgt daar een overzicht van mijn stripcarrière waarbij ook al die verschillende invalshoeken aan bod komen. Eigenlijk moest die twee jaar geleden al plaatsvinden naar aanleiding van tien jaar striptekenaar en tien strips. We foefelen dus wel een beetje!”

 

Wij zijn in elk geval al lang blij dat je geen moto gekocht hebt!

 

Caspar David Friedrich: De Schilder van de Stilte (hardcover, 72 pagina's met dossier, 24,95 euro) verscheen op 17 februari 2023 bij Daedalus. Tot 26 februari loopt een expo met een overzicht van Bart Proosts werk in CC De Adelberg. Surf naar www.ccdeadelberg.be voor alle praktische info.

Bezoek ook www.bartproost.be en alexanderdegrote.com.