Aimée de Jongh (1)

“Grappig genoeg vind ik van mezelf dat ik heel lui ben, ook al gelooft niemand me als ik dat zeg.”

22 november 2016 Interviews
door Mario Stabel — © foto's: Raymond Lagae en Mario Stabel
 

She has one of the most booming careers in Dutch comics”, staat er te lezen op de Lambiek Comiclopedia.  Het gaat inderdaad hard voor Aimée de Jongh (28), oerendhard… Zo werd haar graphic novel De Terugkeer van de Wespendief niet alleen opgepikt door de internationale pers, maar staat er zelfs een verfilming op stapel. Daarnaast lijkt ook de Franse stripmarkt aan haar voeten te liggen door haar bijdrage aan het hommagealbum rond De Blauwbloezen en een samenwerking met topscenarist Zidrou. We zijn dan ook blij dat we haar konden strikken voor een interview, nu we het nog zonder een legioen managers en persverantwoordelijken kunnen regelen.

In je werk laat je zien dat je van vele markten thuis bent. In welke mate wisselt je aanpak bij Snippers, Reborn, De Terugkeer van de Wespendief en je illustraties voor kinderboeken?

de Jongh: “Ik kies mijn tekenstijl altijd aan het begin van elk project. Bij kinderboeken zal ik een veel simpelere stijl hanteren dan bij een serieuzere strip of mijn animatiewerk. Ik heb dat altijd gedaan en ik merk dat opdrachtgevers dat ook prettig vinden: je bent dan geen one trick pony. Voor de Vlaamse uitgeverij De Eenhoorn bijvoorbeeld maakte ik al heel lang korte kinderstripjes. Toen vroegen ze mij opeens om ook cartoons voor hun jongerenkrant Kits te tekenen. En kort daarna mocht ik dan zelfs hun kinderboeken illustreren! Dat gebeurt eigenlijk vrij vaak. Bedrijven werken graag met dezelfde mensen en als dan blijkt dat die over een divers stijlen-palet beschikken, zetten ze die gewoon voor meerdere dingen in. Ik denk dat mijn veelzijdigheid op die wijze veel opdrachten en kansen heeft opgeleverd. Ook voor Eppo bijvoorbeeld, waar ik Reborn voor maakte. Dat verhaal was in een meer traditionele stripstijl getekend. Ik had dat nog nooit gedaan, maar toch hadden ze er vertrouwen in dat het mij zou lukken.”

 

Je hebt je aanvankelijk vooral in de kijker gewerkt met Snippers, je dagelijkse strook in Metro. Hoe verklaar je het grote succes van (semi-)autobiografische strookjesstrips à la Maaike Hartjes of Kenny Rubenis in Nederland? Waarom lijkt dat genre minder te werken in België?

de Jongh: “Ik heb daar niet echt ideeën over, behalve dat ik merk dat humor op het internet ook vaak draait om herkenbare situaties. Wie kent de memes niet waarin een bepaald gedragspatroon wordt geïllustreerd met een grappig kijkend poppetje of beestje? ‘Me in the morning...’ bijvoorbeeld, met daaronder een slaperig katje. Ik denk dat veel jongeren dergelijke humor ongemerkt hebben overgenomen en het daarom in strips en andere soorten entertainment leuk vinden als zoiets voorbijkomt. België is natuurlijk veel meer een traditioneel stripland dan Nederland. Misschien krijgt deze soort nieuwe humor hierdoor minder snel een kans? Dat is mijn bescheiden theorie.”

 

Ik zag in het American Book Center in Amsterdam een karrenvracht exemplaren van The Return of the Honey Buzzard liggen. Wat doet dat met een mens?

de Jongh: “Dat was erg speciaal, want het Engels blijft toch het belangrijkste taalgebied voor boeken. Het is fascinerend om te zien waar de boeken allemaal te koop zijn. Ik kreeg foto’s door van een vriend die in Seattle was en het boek daar zag staan, en elders in de VS stond het gewoon naast eentje van Neil Gaiman. Of een vriendin die in Parijs in de Galeries Lafayette was en hem daar tussen de Franse strips zag staan! Dat maakt mij ontzettend trots en ongelooflijk gelukkig. Je maakt zo’n boek toch omdat je wil dat mensen het lezen. Nu weet ik in elk geval zeker dat er menseen over de hele wereld het boek kunnen kopen.”

De strookjesstrip Snippers verscheen sinds 2012 in de Nederlandse versie van de gratis krant Metro. Een jaar later verscheen het eerste album bij Strip2000 die er acht publiceerde. In 2018 publiceerde Uitgeverij L het laatste album nadat Aimée de Jongh besliste om met de krantenstrip te stoppen.

 

 

Zijn er nog plannen voor andere vertalingen van het boek?

de Jongh: “Binnenkort komt ook nog de Servische vertaling uit. Die heb ik ook al in mijn handen gehad. Heel spannend allemaal, omdat ik natuurlijk de taal zelf niet spreek. Het is dan altijd maar hopen dat ze het goed gedaan hebben...  Ik ben in elk geval erg benieuwd naar de reacties daar. Ik ken het Servische striplandschap totaal niet.”

 

Wespendief wordt nu ook verfilmd. In welke mate ben je bij dat project betrokken?

de Jongh: “Eigenlijk helemaal niet. Ik leg het altijd zo uit: ik heb het boek gemaakt, dat was mijn taak. Nu is het aan de regisseur en zijn crew om de film te maken. Dat is toch een totaal ander medium en omdat ik geen filmscenarist of regisseur ben, heb ik op zo’n set niks te zoeken. Ik denk dat het ook heel belangrijk is dat het filmteam een -zekere vrijheid krijgt in zijn werk. Dat hoort nu eenmaal bij het doorgeven van je verhaal aan je lezers. Een boek is in mijn ogen nooit één verhaal, het zijn er in feite duizenden, want elke lezer leest het op een andere manier. Mijn eigen interpretatie — ook al ben ik de schrijver — is er maar één van de vele. Ik kon me daarom makkelijk distantiëren van het schrijfproces van de film. Wat zij in het boek zagen, hebben ze gebruikt. En het is een hele goede film geworden, dat kan ik alvast verklappen. Ik ben erg blij met de keuzes die zij gemaakt hebben! Volgend jaar komt hij trouwens al op de Nederlandse televisie!”

 

Je hebt ook meegewerkt aan het hommagealbum rond De Blauwbloezen. Hoe ben je tussen kleppers als een Zidrou, een José Luis Munuera en een Eric Maltaite verzeild geraakt?

de Jongh: “Omdat De Blauwbloezen een populaire reeks is in Nederland, wilden ze ook een Nederlands tintje aan het boek toevoegen. Toen zijn ze op zoek gegaan naar een geschikte tekenaar. Hoe ze precies bij mij terechtgekomen zijn, weet ik niet, maar Dupuis kende zeker De Terugkeer van de Wespendief die bij Dargaud in het Frans vertaald is. Mijn werk was bovendien ook al bekend bij Ballon Media, die de Nederlandse vertaling van De Blauwbloezen verzorgt. Daarnaast werk ik momenteel ook samen met Zidrou. Misschien heeft hij mijn naam wel laten vallen tijdens het proces? Waarschijnlijk is het een combinatie van deze dingen geweest: heel dat stripmilieu blijft al bij al een vrij klein wereldje. Gelukkig maar.”

Nvdr: Kim Sanders, fondsredactrice strips bij Ballon Media, was de sturende kracht om Aimée de Jongh in het album gepubliceerd te krijgen.

 

Werk je alles met de computer uit?

de Jongh: “Ik werk voornamelijk digitaal, omdat ik dat nu eenmaal al minstens twaalf jaar zo doe. Ik weet nog dat ik mijn eerste tablet had en de -mogelijkheden van Photoshop ontdekte. Het aanpassen van de kleuren, de schaal van dingen... Dat is gewoon erg handig en dat maakt het lastig om terug te keren naar papier en penseel. Toch probeer ik voor mijn boek met Zidrou opnieuw op een iets traditionelere manier te tekenen met zacht penseel en potlood, omdat het verhaal daar nu eenmaal heel geschikt voor is.”

De Engelse en Franse vertalingen van De Terugkeer van de Wespendief zijn al gespot in de Verenigde Staten en Parijs. Een trotse Aimée de Jongh poseert zelf bij de Servische vertaling.

Voor de Vlaamse uitgeverij De Eenhoorn maakte Aimée de Jongh drie albums van de kortverhalenreeks Kito & Boris, de gagstrip Slimme Pim en de illustraties voor de kinderboeken Ik Kies voor Lies en Wies (geschreven door Riet Wille) en De Jongen die Steeds Viel (van Thea Dubelaar).

 

 

Kende je de reeks al van tevoren?

de Jongh: “Ja hoor, ik ben door mijn ouders opgegroeid met Franco-Belgische reeksen als De Blauwbloezen, Robbedoes en Kwabbernoot, Asterix,... Ik was ook een grote fan van Soda. Ik had als kind een abonnement op Robbedoes en dat was alles wat ik wilde lezen. Toen ik begon met tekenen, had ik grappig genoeg totaal geen kennis van Nederlandse stripmakers, maar wel van de Belgische.”

 

Je had het daarnet al over de samenwerking met Zidrou, toch wel dé scenarist van het moment. Kun je daar al iets over kwijt?

de Jongh: “Ja. Wij werken aan een nieuwe graphic novel. Dat wordt een flink boek, waar ik nog maar net aan ben begonnen, dus het duurt nog wel even voordat dat af is. Het is weer een typisch Zidrou-verhaal over mensen, liefde en ouder worden. Het boek begint met het overlijden van de moeder van de hoofdpersoon en tragisch genoeg is Zidrous moeder ook net overleden. Dit gebeurde toen ik al bezig was met het boek. Het zal voor hem dan ook een heel bijzonder, maar zwaar verhaal worden. Ik behandel het scenario dan ook met extra veel zorg. Het wordt erg mooi, dat kan ik je alvast zeggen.”

Ulysses, een personage uit de graphic novel Bloesems in de Herfst die Zidrou voor Aimée de Jongh schreef. Het is haar jongste stripproject.

Fragment uit Aimée de Jonghs korte verhaal van De Blauwbloezen. Ze tekende ook de cover voor de Nederlandstalige editie van het hommagealbum.

 

 

Je bent nu ook gevraagd voor The Wolfpack, de denktank van Standaard Uitgeverij die een aantal van hun bestaande reeksen moet rebooten. Zijn daar al concrete zaken uit voortgevloeid?

de Jongh: “Het is, zoals je zegt, een denktank. Wij bedenken allerlei gekke, onverwachte en absurde ideeën die we combineren met de oude reeksen van Willy Vandersteen. Daarna is het aan Standaard Uitgeverij om te bepalen of er iets bruikbaars tussen zit. Wat ermee gebeurt, is dus nog even afwachten.”

 

Is het de bedoeling dat je zelf ook een bijdrage gaat leveren qua scenario of tekeningen?

de Jongh: “Niet per se. Wij zijn echt meer een groep die brainstormsessies verricht. Als het echt tot een nieuwe -strip-reeks zou komen, dàn wordt er pas gekeken naar mogelijke tekenaars en scenaristen. Deze hoeven ook echt niet uit de groep zelf te komen. Ik weet dat er geruchten gingen dat ik Robert en Bertrand zou tekenen, maar dat was gebaseerd op een conceptuele poster die ik had getekend voor een pitch binnen de groep. Dat plaatje heeft dus niets te maken met een nieuwe reeks of iets dergelijks, het is puur een illustratie van een idee. Het lijkt me zeker wel leuk om eens aan de slag te gaan met een oude reeks van Vandersteen, ik denk namelijk dat er nog veel mogelijkheden liggen in de diverse universums die hij heeft gecreëerd.”

Uit Aimée de Jonghs werk voor The Wolfpack, een denktank bij Standaard Uitgeverij, om nieuwe spin-offreeksen te bedenken, vloeide deze conceptuele illustratie voor. Het blijft bij dit ideetje om rond Nummer 17, de speurder uit Willy Vandersteens Robert en Bertrand, iets afzonderlijks te doen.

 

 

Je hebt in het verleden ook redelijk wat animatiewerk gedaan. Mogen we daarrond op korte termijn nog iets nieuws verwachten?

de Jongh: “Voorlopig stort ik me helemaal op het stripproject met Zidrou. Dat is voor mij nu dé prioriteit. Ik wil dat goed doen, mijn animatiewerk moet daarom helaas even wachten.”

 

Een dagelijkse strip, een verfilming, een aantal nieuwigheden in de pijplijn,... Hoe ziet een gemiddelde dag van Aimée de Jongh er uit?

de Jongh: “Grappig genoeg vind ik van mezelf dat ik heel lui ben, ook al gelooft niemand me als ik dat zeg. Eigenlijk is elke dag verschillend. Soms werk ik tot laat, soms niet. Soms sta ik vroeg op, soms ook niet. Het ligt er ook aan of ik deadlines heb natuurlijk. Als dat niet zo is, geniet ik ook graag van mijn vrijheid en slaap ik heerlijk uit. Ik heb dagen dat ik maar vier uurtjes werk en daarna alleen maar tv kijk. Dat ik in die vier uurtjes veel gedaan krijg, is gewoon omdat ik snel kan tekenen. Natuurlijk werk ik veel als het moet, maar lange werk-dagen, van tien uur of meer, probeer ik de laatste tijd toch steeds meer te mijden. De kwaliteit van het werk wordt er namelijk niet beter van.”

 

Stel je voor dat je verplicht wordt om te kiezen tussen je realistisch of je ander werk. Wat kies je? Welk van je strips ligt je het nauwst aan je hart?

de Jongh: “Dan kies ik voor realistisch werk, richting De Terugkeer van de Wespendief. Dat is toch nog steeds ‘mijn kindje’, omdat ik er al mijn tijd en geld in heb gestoken en ik tekeningen kon maken waar ik 100% achter stond. De details, de composities, dat vond ik echt heerlijk om te doen. Dan ben ik op mijn gelukkigst. Humoristisch of kinderlijk werk doe ik uiteindelijk toch vooral om de huur te betalen, al klinkt dat zo misschien een beetje te plat.”

 

Wat wordt je volgende project?

de Jongh: “Na het boek met Zidrou wil ik me storten op een nieuwe graphic novel. Hier kan ik nog niet veel over zeggen, omdat het project nu nog bij verschillende uitgevers voorligt. Maar het zal eerder een autobiografisch verhaal worden, over een bizarre periode uit mijn jeugd. Wordt vervolgd...”

 

We kijken er nu al naar uit. Hartelijk bedankt voor dit interview!

Behind the Telescopes is een recente animatiefilm van een uur waarbij harpspeelster Lavinia Meijer live muziek speelt terwijl de animatiefilm vertoond wordt. Meijer schreef ook mee aan het verhaal. Het project kwam voort uit een eerdere samenwerking waarbij Aimée de Jong voor de Nederlandse talkshow De Wereld Draait Door een sprookje van Marc-Marie Huijbregts in een kort animatiefilmpje goot. Meijer speelde toen ook harp in de uitzending.

Fragment uit De Terugkeer van de Wespendief, in 2014 verschenen bij Oog & Blik | De Bezige Bijen in 2017 heruitgegeven door Scratch Books.

Behalve van klassieke Franco-Belgische reeksen als De Blauwbloezen, Robbedoes en Kwabbernoot en Soda is Aimée de Jongh ook een fan van de reeks Arkel door Marc Hardy en Stephen Desberg. In 2016 tekende ze deze hommage.

 

Extra: dit interview verscheen eerder in pdf-vorm. Klik hier om de pdf te downloaden.