65 of 186
Zetari en het mysterie van de twee slotpagina's
In 2018 verscheen een integrale editie van Zetari, een fantasystrip van John Burns op scenario van Martin Lodewijk. Voor het eerst werd daarin het tweede verhaal opgenomen nadat deel 1 al in 1988 bij Big Balloon was verschenen. Van dit verhaal bestaan afwijkingen. Rob Minnes legt het hieronder aan je uit.
"Nadat schrijver Martin Lodewijk en tekenaar John Burns een contract tekenden bij het Joegoslavische stripagentschap Strip Art Features (SAF), startte hun nieuwe fantasyreeks Zetari in het Joegoslavische stripmaandblad Strip Art nummer 38 van september 1983. Daar verscheen het in een frequentie van één tot drie pagina's per nummer, naargelang de vorderingen van tekenaar Burns.
Niet veel later toonde het Nederlandse weekblad Panorama ook interesse voor de strip. Destijds was het blad niet vies van een beetje sensatie en vrouwelijk bloot en dus paste de strip prima in hun toenmalige formule. Aanvankelijk waren de stripmakers in de veronderstelling dat hun creatie in wekelijkse afleveringen zou verschijnen als een vervolgverhaal, net als in Strip Art. Panorama had echter iets anders in gedachten: ze zochten content voor hun vijf à zes jaarlijkse zomerstripbijlagen, die bestonden uit complete verhalen van 24 pagina's. De makers stemden alsnog toe, vanwege de promotionele mogelijkheden in voorpublicatie van hun nieuwe creatie, maar het betekende wel redactionele aanpassingen om hun verhaal van 46 pagina's terug te krijgen naar 23, de cover van de bijlage niet meegerekend.
Als eerste werd gekeken of er pagina's konden worden weggelaten zonder dat het verhaal al te veel geweld werd aangedaan. Die mogelijkheid werd gevonden in de pagina's 5, 9, 15, 19, 21 en 23. Vervolgens werd besloten om het verhaal te beëindigen na pagina 27, die nu pagina 21 was. Maar daarvoor was het wel nodig om twee nieuwe slotpagina's te tekenen die niet voorzien waren in Lodewijks oorspronkelijke scenario, om het verhaal tot 'een goed eind' te brengen, en zoals ze uiteindelijk in de Panorama-bijlage te lezen waren. De bijlage verscheen ingeniet in Panorama nummer 34 van 21 augustus 1984 met eenzelfde cover die Burns maakte voor Strip Art nummer 39.
Het heeft er overigens alle schijn van dat de twee slotpagina's voor Panorama daadwerkelijk de eerste originele slotpagina's van het verhaal zijn. Opmerkelijk genoeg werden die twee pagina's versneden tot een enkele slotpagina om het verhaal af te sluiten in Strip Art nummer 57 van mei 1985, hetzelfde blad waarin het debuteerde en waar het nog steeds liep. Pagina 41 was net in het voorgaande nummer gepubliceerd, en blijkbaar vonden de redacteuren het nu wel welletjes. Ze maakten gebruik van de mogelijkheid die de in Nederland gepubliceerde eindpagina's bood. Burns was naar verluidt niet in staat om het voor die tijd al gemoedelijke tempo van een maandblad bij te houden en de publicatie was zelfs al twee keer onderbroken geweest in Strip Art. Zijn uitstapje voor de Nederlanders hielp daar ook niet bij.
Burns heeft overigens het verhaal wel afgemaakt — met de twee slotpagina's zoals in het album afgebeeld — en het heeft als zodanig ook nog een voorpublicatie gekend in het Italiaanse stripblad L'Eternauta Presenta (1984/85) en het Spaanse stripblad Zona84 (1984), alsmede een handjevol albums bij onder meer Big Balloon in 1988. Klaarblijkelijk was Burns beter bij de les voor het latere vervolgverhaal, daar dat verhaal geen vergelijkbare kwesties heeft gekend tijdens de voorpublicatie in alle drie voornoemde tijdschriften.
Martin Lodewijk had zich in een eigentijds interview (Striprofiel nummer 50, juni 1984) laten ontvallen dat uitgeverij Arboris interesse had om het eerste verhaal in album uit te brengen, maar dat is er uiteindelijk nooit van gekomen, althans niet door Arboris. De eerste albumuitgave uit 1986 kwam uit een ietwat onverwachte hoek, namelijk die van de Duitse uitgever Splitter, zonder dat het in het Duits een voorpublicatie in een tijdschrift heeft gekend. En verrassend genoeg dook de kwestie rondom de twee slotpagina's weer op in deze uitgave. Het bleek dat noch de Panorama-versie, noch de definitieve versie in dat album waren opgenomen, maar twee niet door Burns getekende pagina's. Hoewel de stijl van die nieuwe slotpagina's leek op die van Burns, waren ze niet door hem getekend, daar hij de gewoonte had om al zijn pagina's te signeren, maar eerder door een niet bij naam genoemde andere artiest, net als de cover van het Duitse album overigens.
Dat de redactie van Splitter gedwongen werd tot deze noodingreep, was meer dan waarschijnlijk veroorzaakt door het (tijdelijk) zoekraken van de twee slotpagina's. In de Duitse versie van de integrale uitgave uit 2018 zijn die twee pagina's dan ook niet meer terug te vinden, net zo min als de Panorama-versies trouwens, en vervangen door de juiste. By the way, Splitter is de enige uitgever die het tweede verhaal ook als album heeft uitgegeven in 1991.
Er speelde in Duitsland overigens nog een andere kwestie omtrent het eerste Zetari-album. Kort nadat het album was uitgebracht in 1986, werd het door het Bundesprüfstelle für jugendgefährdende Schriften (letterlijk: federaal toetsingsbureau voor geschriften die de jeugd bedreigen) nog in hetzelfde jaar op hun zwarte lijst gezet. Dit was verre van een sinecure, omdat werken op deze index bij wet niet verkocht mochten worden aan minderjarigen en dat overtreding daarvan strafrechterlijke vervolging kon inhouden. Die wet betrof het Gesetz über die Verbreitung jugendgefährdender Schriften uit 1953 en kwam zelf voort uit artikel 5 van de naoorlogse (West-)Duitse grondwet, het artikel dat de vrijheid van meningsuiting regelt.
West-Duitsland was echter een van de weinige Westerse democratieën dat een voorbehoud in dat artikel inbouwde waar het jeugdpublicaties betrof en die de overheid als 'ongezond' achten voor Duitslands jeugd. In tegenstelling tot Frankrijk, dat een soortgelijke wet kent, had Duitsland een solide reden om een dergelijk pad te bewandelen gezien de negatieve ervaringen in haar recente geschiedenis met betrekking tot de Hitlerjugend.
Helemaal consequent is de Bundesprüfstelle nooit geweest, want het tweede Zetari-album kwam niet op de lijst terecht. Daar tegenover stond een iets eerdere co-creatie van Lodewijk, De Kat in Katendrecht, die al een jaar eerder op de lijst was geplaatst. De Bundesprüfstelle kent een automatische vervaltermijn van vijfentwintig jaar en het Zetari-album is bijgevolg sinds 2012 officieel 'vrijgegeven'. Lodewijk was overigens verre van de enige wiens werk op de index was geplaatst: Hermann, Guido Crepax, Milo Manara en Serpieri behoren ook tot het illustere rijtje stripmakers dat de 'eer' te beurt viel om hun werk op de index terug te vinden."
65 of 186