1 of 1728
De Rode Ridder 283: Sulphur
De Rode Ridder 283: Sulphur
Op 6 november 1959 startte Het Gebroken Zwaard, het eerste avontuur van De Rode Ridder en op 6 november 2024 zal het dus vijfenzestig jaar geleden zijn dat de blonde held door Willy Vandersteen op pad werd gestuurd om de harten van de Vlaamse striplezers te veroveren. Maar het was diezelfde Willy Vandersteen die er door tegenvallende verkoopcijfers mee wilde stoppen en zonder Karel Biddeloo was er van De Rode Ridder vandaag geen sprake meer. Hij nam de reeks over, creëerde Bahaal, Galaxa en Demoniah, confronteerde z'n held met monsters, vampieren en zelfs aliens, overgoot de ridderstrip met een sword & sorcery-saus waarin hij fantasy- en sciencefictionelementen verwerkte en last but not least, voorzag elk album van een wulpse blondine die welwillend haar borsten en billen ontblootte. Het katholieke Vlaanderen sprak schande en genoot. "Regelrechte pulp", noemde Biddeloo het zelf. "Dertig pagina's die een kwartiertje ontspanning geven." (De Morgen, december 2003).
Na de dood van Biddeloo mochten enkele grote namen ervaren wat het betekent om je schouders onder een van de meest succesvolle reeksen van Standaard Uitgeverij te zetten. Want laat hierover geen misverstand bestaan, terwijl de verkoopcijfers van zowat alle stripreeksen een dalende trend vertonen, weet De Rode Ridder zich bijzonder goed te handhaven. Dat is verrassend, want met Martin Lodewijk en na hem Marc Legendre, veranderde de reeks inhoudelijk drastisch. Lodewijk maakte van Johan een tijdreiziger die historische figuren ontmoet en aan de zijde van Merlijn in no time van het ene naar het andere continent vliegt, voorzag z'n scenario's van grote lappen tekst, weetjes en feiten en keerde zich daarmee af van het etiket pulpliteratuur waarop Biddeloo trots was. Vakman Claus D. Scholz, die met z'n klassieke tekenstijl enigszins aan Biddeloo herinnerde, bood tegenwerk en houvast. Avontuurlijke verhalen met actie en pikante personages zoals de Blauwe Heks zorgden ervoor dat de lezers aan boord bleven.
Toen Legendre en Fabio Bono het overnamen, vroeg Lodewijk om niet met de Blauwe Heks en het kasteel van Horst te werken, iets wat Legendre goed uitkwam, want hij verkoos een dolende ridder en leek terug te grijpen naar Leopold Vermeiren, de jeugdschrijver die het personage bedacht. Daar je het vandaag niet kunt maken dat een held zonder blikken of blozen iemand in de pan hakt omdat die een andere god aanbidt, zadelde Legendre zijn Rode Ridder na een Kruistocht met een trauma op en daar had Merlijn een oplossing voor: Allis, de Uitverkorene. Legendre en Bono gebruikten de rosse flapuit om van een papieren held een personage van vlees en bloed te maken. Dertig pagina's waren niet langer genoeg en De Rode Ridder werd een cyclus met een rode draad waarvan het einde zich liet raden. Fabio Bono is een andere tekenaar dan Biddeloo of Scholz. Hij heeft ruimte nodig, houdt niet van tekeningen op postzegelformaat en hij is een mangastijl genegen. De Italiaan tracht zich aan de Vlaamse klassieker aan te passen, maar grafisch bleef het vrij steriel. Toch slaagden Bono en Legendre erin de reeks niet enkel te vernieuwen, maar tevens overeind te houden.
Het succes van games waarin sword & sorcery en fantasy bepalend zijn, deed Standaard Uitgeverij een aantal jaar geleden besluiten om De Rode Ridder een andere richting uit te sturen. Nieuw was die richting niet, sword & sorcery en fantasy waren immers de elementen waarmee Biddeloo de reeks groot maakte. Na het vertrek van Legendre moest men op zoek naar een scenarist. Wie de revue passeerde, is niet bekend, maar dat Peter Van Gucht gevraagd zou worden, was evident. De Satansvrucht, het laatste album van Claus D. Scholz, was op scenario van Peter Van Gucht en eindigde met een enorme cliffhanger. De fans waren verrukt, maar Standaard Uitgeverij wilde met Bono en Legendre vanaf album 250 een nieuw tijdperk betreden en dat stond een vervolg op De Satansvrucht in de weg. Legendre zou naar het schijnt hebben voorgesteld om de doorstart uit te stellen, maar dat zag men bij de uitgeverij niet zitten. Wat Van Gucht van plan geweest was, zou voor altijd een onbeantwoorde vraag blijven. Maar het lot maakt rare sprongen.
Want sinds kort ligt Sulphur in de winkel, deel 283 in de reeks en het vervolg op het reeds aangehaalde album 249, De Satansvrucht. Hier en daar was ophef ontstaan over het feit dat Van Gucht jaren geleden de kans niet kreeg om z'n idee verder uit te werken, maar nu dat wel kon, pakt het wat magertjes uit. Johan wordt nog steeds door Bahaal en diens helpers achtervolgd en ontsnapt ternauwernood aan een gewisse dood. Hij belandt in een door magie beveiligd oord waar Bahaal niet binnen raakt, maar die zet een creatuur in 'dat om een heel bijzondere reden opgewassen is tegen Johan'. Het klinkt simpel, maar een veelheid aan gebeurtenissen, zijsporen en nevenfiguren maakt van Sulphur een onnodig lange reis waardoor er te weinig plaats voor een uitgediept einde bleef. Fabio Bono is een begenadigd tekenaar, maar Galaxa ligt hem niet en laat die in dit album net een prominente rol hebben. Ze mag naast een zwembad opduiken of even later met Johan in bed belanden, uitdagend en sexy wordt ze nooit.
Wie verwachtte dat de reeks met Van Gucht een andere richting zou uitgaan, komt bedrogen uit. Van Gucht voorzag zijn Rode Ridder van een aantal extra trauma's, een verschrikkelijke kindertijd, een stiefvader en een smet op z'n blazoen. En opnieuw heeft Johan de hulp van een vrouwelijke sidekick nodig, de kolossale Kati. Bovendien kiest ook Van Gucht, niettegenstaande hij over 38 bladzijden beschikt, voor een cyclus. Wie wil weten hoe het afloopt, moet ook nu de reeks blijven volgen. Er is met andere woorden niks nieuws onder de zon.
Enkel dit: nooit eerder liep de blonde held er zo depressief en terneergeslagen bij. De negativiteit en uitzichtloosheid waarin Van Gucht z'n lezers al een aantal albums onderdompelt, voelt stilaan onaangenaam. Tijd om wat licht in de duisternis te laten schijnen.
FLO VAN DIJCK
1 of 1728