Criva en Verhast

Verhast: “Ik ben ook maar een lezer van mijn eigen werk."

16 mei 2022 (Drie)dubbelinterviews
door Wouter Porteman

 

Je hebt zo van die strips waarvan je het doodjammer vindt dat ze een stille dood zijn gestorven. Het koningsdrama Jorikus Magnus van de Gentse scenarist Verhast (Stijn Verhaeghe, links op de foto) en de Tongerse tekenaar Criva (Chris Van Brussel) stal ooit vele harten. Intussen was het al jaren muisstil rond hun imposante held. Tot we begin februari een mailtje kregen met de vraag of we eens konden afspreken. "Kan dit in de Gentse Vooruit? Daar hebben we dik twintig jaar geleden de allereerste pagina’s van Jorikus getoond aan Saga Uitgaven. We kregen onmiddellijk de belofte dat Saga Uitgaven ooit een strip van ons zou uitgeven. Het zou voor ons de cirkel rondmaken." Na wat vijven en zessen belanden we wat verderop in de catacomben van boardgame- en comicstore Worlds' End. Een ideale locatie om er de straffe strip te bespreken die uitpakt met de doodsreutel van een stokoude Jorikus Magnus. Enkele tafeltjes verder zijn Urbanus-tekenaars Willy Linthout en Steven De Rie aan het brainstormen. Hun zalige bulderlach is geregeld te horen op onze opnames. Professioneel als we zijn, proberende ons te focussen op onze gasten en polsen meteen of deze Jorikus het einde van een wereld is of net een nieuw begin.

 

Heren, ik kan niet anders dan dit interview beginnen met de meest voor de hand liggende vraag. Waarom heeft dit derde deel zo lang op zich laten wachten?

CRIVA: (lacht) "Het heeft nog lang geduurd voor je die vraag stelt."

VERHAST: "Ik heb deze week nog eens de vorige albums herlezen en ik was even verrast als jij. Het vorige deel werd uitgegeven in 2014. Acht jaar geleden! Dat is inderdaad heel lang."

CRIVA: "Alles is relatief. Ik heb elf jaar gedaan over het eerste deel. (lacht) Het tweede deel nam maar drie jaar in beslag. Maar je hebt gelijk. Tussen het eerste prentje en het laatste zit tweeëntwintig jaar. Dat is toch een tijdje."

 

Waar is het fout gelopen?

CRIVA: "Hoe bedoel je 'fout gelopen'?"

VERHAST: "Je bedoelt waarschijnlijk waarom we het zo goed hebben willen doen. (lacht) Het ligt gewoon aan praktische dingen. Ons beider gezinsleven is fors uitgebreid en de kinderen vragen natuurlijk ook de nodige aandacht. Bovendien hebben we allebei drukke jobs. Chris heeft naast deze strip ook enkele belangrijke architecturale projecten in Tongeren verwezenlijkt. Ook dat slorpt massa’s tijd op. Voor je het weet, vliegen de jaren voorbij."

CRIVA: "Tekenen is voor mij een pure hobby. Een uit de hand gelopen hobby, dat wel. Het scenario was al lang volledig af. Dus het ligt puur aan mij dat het zolang heeft geduurd. Maar ik heb wel een verzachtende omstandigheid. Ik heb tussendoor ook een jaar meegewerkt aan Kasper Hauser (de graphic novel van Bart Proost op scenario van Verhast werd manueel ingekleurd door Criva, nvdr).

 

Gelukkig is het resultaat van het lange wachten de moeite waard. Het feit dat jullie beiden enorm gegroeid zijn in dit derde deel valt enorm op. Het is echt wel een evenwichtige, volwassen strip geworden waar jullie tijd nemen om woord en beeld elkaar te laten versterken.

CRIVA: "Ik vind dat heel fijn om te horen. Ook ik heb deze morgen de eerste twee delen eens herlezen. Je weet nog wel wat er minder was, maar ik was nu toch wel aangenaam verrast. Ons werk blijft echt wel overeind. Ik ben niet het type dat voortdurend koketteert met dingen die afgesloten zijn. Ik was eigenlijk heel benieuwd hoe het derde deel onthaald zou worden."

VERHAST: "Ook voor mij is dit een opluchting."

 

Komaan. Ik kan me niet voorstellen dat dit de eerste feedback is die jullie krijgen.

CRIVA: “Oei. Eigenlijk wel."

VERHAST: “In zijn volledigheid ben jij echt een van de eersten die dit derde deel leest. Ik ben heel blij met je opmerking over dat evenwicht. Ik heb altijd gedacht dat je de lezer moest overladen met intense emoties en een straf verhaal, maar ik heb geleerd dat je net het verhaal sterker kan maken door op momenten te vertragen. In het tweede deel gebeurde er te veel om te kunnen rijmen met het poëtische en grafische dat we naar buiten wilden brengen. We voelen dat het derde deel veel samenhangender is waardoor de hele trilogie sterker wordt."

Een woudscène in deel 2 en 3.

 

Dit klopt heel zeker. Toch zijn er wat parallellen in de verhaalopbouw. In de jongste twee delen is er in het midden een fantastische woudscène...

CRIVA: “Ja, dat viel me ook op. Ik heb die dolgraag getekend! Mocht iemand me vragen om een hele strip te tekenen in een bos, ik zou een gat in de lucht springen. Maar die scène viel me dus ook op. In de eerste versie van het scenario kwam die eerder voor in het verhaal en was die heel kort. Ik dacht amper twee bladzijden. Nu is die vrij lang geworden met de achtervolging van Manliard, de kleinzoon van Jorikus."

VERHAST: “Dat is net het toffe aan de samenwerking. Je voelt dat het verhaal net daar meer zuurstof nodig had. Door dit te doen, wordt het meteen een sleutelscène die nog eens heel straf getekend is. Stel je voor dat we niet zo zouden samenwerken... Ik zou dan gewoon mijn Word-document hebben gemaild en elf jaar gewacht hebben. Dan is er toch geen bal aan! Nu worden er dialogen bijgeschreven of geschrapt in functie van de tekeningen. Die regenscène in het woud werkte geweldig goed en ze kreeg dan terecht meer ruimte. Zo zijn verhaal en tekeningen van ons beiden samen. Ik vind dit wel leuk om zo te werken."

 

Chris, krijg je vooraf het volledige scenario?

CRIVA: “In het derde deel wist ik heel snel waar Stijn naartoe wou. Dan praten we erover en wordt het voortdurend verfijnd en bijgestuurd tot het af is.

 

En dan houd je Stijn acht jaar aan het lijntje?

CRIVA: “Eigenlijk wel." (lacht)

VERHAST: “Ik wilde op de duur niet blijven aandringen."

 

Stijn, had je tweeëntwintig jaar geleden al de hele opzet van het verhaal uitgeschreven?

VERHAST: “Nee. Het was nooit de initiële bedoeling om er een drieluik van te maken. De hele opzet van de opkomst en val van Jorikus Magnus is er pas later gekomen."

CRIVA: “Helemaal in het begin was het zelfs maar één kort verhaaltje. Dat werd dan uitgebouwd tot een volwaardig album. In die periode had Stijn wel al het idee om er drie delen van te maken."

VERHAST: “Dat was toen meer grootspraak. Ik had geen idee of dit überhaupt zou lukken."

CRIVA: “Ah ja? Ik zag dit eerder als een duidelijke begrenzing. Geen zes delen of een echt langlopende serie. Maar met dit derde deel zetten we nu wel een definitief punt achter Jorikus Magnus."

 

Je had het over een kort verhaaltje. Ga je dit ooit nog publiceren?

CRIVA: “Dat hebben we al gedaan. Het eerste deel van Jorikus Magnus bestaat eigenlijk uit twee verhalen die we aan elkaar hebben geplakt. De laatste pagina’s waar ridder Brumans zijn eigen dood tegemoet rijdt, was dat korte verhaal. Dat hebben we dus het eerst gemaakt. Je ziet dat de tekenstijl hiervan anders is dan het hoofdverhaal."

VERHAST: “Ook het vertelritme ervan is anders. We hadden net bij uitgeverij Bonte het album De Eilander afgewerkt. Natuurlijk wilden we nog een strip op de markt brengen. We gebruikten het oorspronkelijke korte verhaal, gebaseerd op het gedicht De Tuinman en de Dood van Pieter Nicolaas Van Eyck, om de interesse op te wekken bij uitgevers. Dit lukte, want Saga Uitgaven hapte toe. Ons plan was om een verstripping te maken van de klassieker Van Den Vos Reynaerde, maar de uitgever wou verder werken rond het korte verhaal. We hebben dan dit verhaal geïntegreerd in het eerste album van Jorikus Magnus."

Studies voor de cover van deel 3.

 

Grafisch maakte Jorikus onmiddellijk indruk. Niet in het minst door eigenlijk consequent uit te pakken met lelijke mensen. Zelfs op de cover. Moet ik daar iets achter zoeken?

CRIVA: (zucht) “Die opmerking krijg ik constant. Op stripbeurzen en ook wel bij de uitgever is het haast een running joke. Waarom teken je niet eens een knappe vrouw en zet je die dan op de cover? Maar inderdaad, ik teken altijd lelijke mannen. Als ik een rustig momentje heb op een vergadering, zit ik voortdurend te doedelen. Er komen alleen maar lelijke ventjes uit. Het is gewoon fijn en gemakkelijk om zo’n figuren te tekenen. Die variëren en evolueren ook. Een mooie vrouw tekenen is niet eenvoudig. Er moet maar een halve millimeter asymmetrisch getekend zijn en het is om zeep."

 

Het typische Hermann-probleem...

CRIVA: “Inderdaad! Toen ik studeerde, tekende ik vaak naar model. Twee jaar geleden heb ik dit weer opgenomen. Ik was vergeten hoe graag ik dit deed. En als het je gerust kan stellen, ik kan echt wel mooie vrouwen tekenen. En mooie mannen."

 

Jorikus kan je bezwaarlijk een mooie man noemen, maar wat een geweldig personage is dit! Op en top karikaturaal, maar tezelfdertijd ook echt. Hij is imposant, heeft een joekel van een neus op een puntig perenhoofdje en dan is er nog die geweldige dubbele kin. Het is de enige strip die ik ken waar de held meer kin heeft dan hoofd. Hoe ben je op die figuur gekomen?

CRIVA: “Ik heb niets uitgevonden. In de Vita Karoli Magni wordt Karel de Grote effectief zo beschreven. Een potige, bonkige kerel met een stierennek. Hij had ook geen baard maar een imposante snor. Waarschijnlijk wel een hangsnor. Zijn snor is in het derde deel flinterdun geworden en zelfs grotendeels verdwenen. De man is stokoud geworden en flink kalende."

 

Dus Jorikus heeft echt bestaan?

CRIVA: “Jawel, de hele cyclus is losjes gebaseerd op de biografie van Karel De Grote die werd neergepend door Einhard, een vroegmiddeleeuwse geleerde en tijdgenoot van Karel de Grote (de Vita Jorikus Magni werd in de stripreeks neergeschreven door magister Tweehart, nvdr).

 

Echt bestaan of niet. Je voelt aan alles dat Jorikus jouw figuur is.

CRIVA: “Ja. Ik had hem ook heel snel op papier."

 

Ben je daarna niet beduveld door je scenarist? Hij vraagt je een hoofdfiguur waar hij nauwelijks iets mee doet?

CRIVA: (lacht) “Het is een echte pestkop. Iedereen die ik graag teken, laat hij sterven."

VERHAST: “Dat heet motivatie, Chris. Zo push ik je om je grenzen te verleggen en met nog straffere personages op de proppen te kopen. In ieder album vind ik nieuwe dingen waar Chris me echt mee verrast. Dat maakt het ook superleuk om met hem te werken. Met elke pagina die ik zie, wordt mijn geduld beloond. Het is zeker de moeite waard om er zo lang op te wachten. In het derde deel zie je echt dat Chris het beste van zichzelf heeft gegeven. Zo was ik heel erg onder de indruk van de regenscène."

 

Die scène is machtig getekend. Maar tezelfdertijd ergerde ze me.

CRIVA: “Hoe bedoel je?"

 

Alle regendruppels vallen in dezelfde richting terwijl je de personages wel vanuit verschillende hoeken tekent.

CRIVA: “Ach ja. Is dit zo? (stilte) Tedoeme... Ongelofelijk dat ik daar niet heb bij stilgestaan... Ik let zelfs op de zonnestand tijdens de dag waardoor de lengtes van de schaduw veranderen. En dit vergeet ik dan... (stilte) Nu moet ik met een uitleg op de proppen komen... In stripverhalen heb je ook van die geruite kostuums, zoals Balthazar uit de Kiekeboes, die ook niet meelopen met de bewegingen. (stilte) Ach, ik moet niet flauw doen. Je opmerking is terecht. Ik erger er mij nu al aan..."

VERHAST: “Ik vond het grafisch net zo’n mooie scène."

 

Dat is het ook. Het is een echt wauw-moment. Pas bij de tweede lezing viel het me op.

CRIVA: “Stijn, heb je de bestanden al doorgestuurd naar Saga Uitgaven? Ik ga dit nog veranderen. De Hergé in mij kan hier echt niet mee om."

De regenscène werd effectief nog aangepast voor het album. Nu valt de regen neer in de richting naargelang wat is afgebeeld.

 

Sorry, het was niet mijn bedoeling om je van streek te maken. Jorikus Magnus is machtig getekend. De straffe openingsscène van deel 3 bevat zelfs de poëtische flair van een Tony Sandoval. Ergens doet ze me ook een belletje rinkelen, maar ik kan het niet direct thuis brengen.

CRIVA: (bulderlach) “Heb je het niet herkend? Het was een grapje tussen Stijn en mezelf. Stijns favoriete film is immers The Sound of Music."

VERHAST: “Nee! Dat is niet waar! (lacht) Ik ga dit zo meteen corrigeren, maar vertel eerst maar."

CRIVA: “Ik heb exact dezelfde bewegingen uit de iconische openingsscène van de film getekend en daarboven de tekst van Stijn gezet. Het past perfect. De jonge Manliard doet het geweldig als Julie Andrews. Ik heb enkel de Oostenrijkse bergen moeten omruilen voor de heuvels van Wateren. Als tegenreactie heeft Stijn de originele tekst wel wat veranderd." (lacht)

VERHAST: “Mijn vrouw is absoluut dol op die film. Jaarlijks moet die musical nog eens bekeken worden. We zijn zelfs ooit eens naar Oostenrijk gereisd om die scène na te spelen op de plaats waar die werd opgenomen. Het enthousiasme van mijn vrouw indachtig, wou ik haar eren door dit als grapje binnen te smokkelen. Dit bucolische tafereel was de ideale openingsscène voor het verhaal. Het is bedoeld als een parodie, maar het past wel."

De openingsscène van Jorikus Magnus en de musical The Sound of Music (1965). Zoek de gelijkenissen.

 

 

Je hebt wel iets met dubbele bodems en verwijzingen, hé?

VERHAST: “Jawel! Toen ik de twee vorige delen herlas, kwamen die weer allemaal naar boven."

 

The Sound of Music had ik niet herkend, maar het eerste deel is toch flink gebaseerd op de Red Wedding-scène uit George R.R. Martins Game of Thrones.

VERHAST: “Ik moet je ontgoochelen. Tot mijn grote schande waarschijnlijk heb ik nog geen letter gelezen van ‘s mans boeken en geen seconde gezien van de serie. Dat zou ik echt eens moeten doen, want ik ben nog niemand tegengekomen die ook maar één slecht woord kon zeggen over de eerste seizoenen."

CRIVA: “Ik heb de serie wel gezien. Nu je het zegt, loopt onze verhaallijn wel redelijk goed samen met deze scène. Ik heb er eigenlijk nog nooit aan gedacht."

 

Shakespeares koningsdrama’s lijken me ook een bron van inspiratie.

VERHAST: “Absoluut! 'Alas, poor Yorick!' Die Yorick was ooit de nar van Shakespeares Hamlet. Zijn narrenschedel werd nog superberoemd als attribuut in Hamlets 'To be or not to be'-scène. De link gaat nog verder. Jorik is niet het hoofdpersonage van onze reeks. Hij is er de nar in. Hij is de persoon aan wie je niet te veel aandacht moet besteden. Voor mij zijn machthebbers allemaal narren. Ja, ik ben niet voor niets leraar cultuurwetenschappen en filosofie. (lacht) Er zit inderdaad veel Shakespeare in onze verhalen. Ik denk dat Shakespeare, Game of Thrones en andere nog een oudere gemeenschappelijke voorouder hebben. Die drama’s zijn echt epische oerverhalen."

 

Tu quoque, Brutus...

VERHAST: “Daar zeg je het. Dit Romeinse oerverhaal van verraad en vadermoord, komt altijd en overal terug. Ook in Jorikus Magnus. Ik ga niet op zoek naar originaliteit. Alles is al gebeurd en verteld. De geschiedenis bulkt van de straffe verhalen. Ik doe niets liever dan deze opnieuw te vertellen."

CRIVA: “Trouwens. De dolk waarmee het tweede deel afsluit, is dezelfde dolk waarvan ze zeggen dat Brutus hem heeft gebruikt. Die tekening heb ik ook gemaakt op de kroningsdag van Karel de Grote, duizendtweehonderd jaar geleden. Onder mijn naam heb er de datum bijschreven (28/01/2014)."

 

Geweldig! Sprookjes zijn ook een bron van inspiratie. Sneeuwwitje, Roodkapje,...

VERHAST: “Absoluut. Er zitten nog een heleboel easter eggs in die ik nu niet ga verklappen. Ik hou daar echt van. In de films rond Deadpool bijvoorbeeld bulkt het ervan. Ik vind dat gewoon zalig! Maar ik wil de lezers hun plezier niet vergallen door ze je allemaal te onthullen."

 

Komaan. Dit is net zo tof. Nog eentje... De barnsteen van Jurassic Park.

CRIVA: “Die heb ik er ook uitgehaald!"

VERHAST: (lacht) “Ook die had ik zo niet bedoeld. Tijdens een vakantie in Denemarken hebben we enkele gereconstrueerde Vikingnederzettingen bezocht en daar verkochten ze veel barnsteen. Het paste gewoon. Veel zaken gebeuren ook niet bewust. Soms herken je pas achteraf je eigen dubbele bodems. Ik vind het trouwens geweldig als lezers mij aanspreken met zaken die ze gevonden hebben. Of nog leuker, dat ze dingen ontdekken die niet zo gepland waren, maar wel zo overkomen. Zo dacht iemand dat het eerste verhaal een verheerlijking was van de Europese gedachte waar de euromunt toen de exponent van was. Zijn theorie was dat de Euren van Jorikus Magnus niet toevallig de Falen hadden verslagen."

CRIVA: “Zo zei er me ooit iemand dat magister Tweehart gebaseerd was op Ron Jeremy, de bekende pornoacteur uit eind jaren 1970, begin jaren 1980. Ik pleit volledig onschuldig." (lacht)

 

Mag ik hier nog de Dodenrit van kleinkunstenaar Drs P. aan toevoegen? Het liedje van de man op zijn trojka die net voor aankomst aan de veilige stad wordt opgegeten door een roedel wolven is de slotscène van het eerste deel.

CRIVA: “Dit heeft ongetwijfeld opgestaan toen ik aan het tekenen was." (lacht)

VERHAST: “Ook deze verwijzing is volledig onbewust gebeurd. Ik vind dit wel allemaal superinteressant. Wij zien onszelf graag als rationele wezens die plannen en ingrijpen in de wereld. Maar eigenlijk zijn er zoveel zaken waar wij niet aan denken en die ons wel vooruit stuwen."

Onbewust of niet. In geen enkel album is Jorikus Magnus de centrale figuur. Meer nog, hij komt opvallend weinig in beeld. Dit kan toch niet anders dan bewust gedaan zijn?

CRIVA: “Stijn wou in het laatste deel Jorikus helemaal schrappen, maar dat kan je toch echt niet maken. De smeerlap! Ik heb onze Jorik toch nog in het album gekregen."

 

Maar hij doet helemaal niets behalve sterven! Zijn hele acte de présence is één langgerekte doodsreutel!

CRIVA: (lacht) “Stijn wou eigenlijk beginnen na die reutel! Dat zag ik helemaal niet zitten."

VERHAST: “Maar ik heb me aangepast aan Chris' wijze woorden. Voor de eenheid van de trilogie en de covers was het beter dat Jorikus erin voorkwam. Maar ook nu weer draait het verhaal niet rond de koning. Ik heb het altijd zo gezien dat Jorikus het oog van de storm is waarrond het verhaal draait. In dat oog is het altijd windstil. De tragische personages rond Jorikus maken de strip. In de geschiedenis is dit ook zo. De interessantste personen zijn nooit degenen aan de top van de piramide, maar die eronder. Zij zijn de motor van alles."

 

Jorikus is een en al drama en tragiek. In het derde deel gaan jullie allebei volledig los. Wijdse armbewegingen, verheven stemmen, voldragen teksten,... Het is haast opera. Dat spelen vanop de bühne zit er zowel grafisch als tekstueel in. Is dit een gezamenlijke passie van jullie?

CRIVA: “Toen ik helemaal in het begin startte, waren dit absoluut niet mijn interesses. Maar ergens sluimerde het toch. Ik heb altijd graag Blake en Mortimer gelezen en de strips zijn een echte inspiratiebron voor me. Pas toen ik me verdiepte in het leven en werk van Edgar P. Jacobs en ik zijn opera- en theaterachtergrond te weten kwam, viel alles op zijn plaats. Ik hou echt van zijn theatrale grootsheid van gebaren. Ik combineer die graag met een gerichte clair-obscurebelichting. Tekenen is voor mij puur theater. Een strip leent er zich ook perfect toe."

 

Op het eind van het slotdeel sluit je de raamvertelling netjes af. Alsof het doek valt.

VERHAST: “Ik vind dit een heel interessant stelling. Ik heb zelf niet zoveel met theater maar wel meer met literatuur. Het afsluiten van de raamvertelling had voor mij een andere betekenis. In het begin zie je Tweehart de Vita Joriki Magni schrijven. Op het einde zie je iemand vandaag het manuscript herlezen. De tekenstijl is ook aangepast om dit duidelijk te maken. Het gaat om het herlezen van een heel oud verhaal. Vandaag herlezen onderzoekers ook voortdurend oude teksten en herinterpreteren ze bepaalde zaken. Zo herschrijven we elke dag onze geschiedenis. Neem nu Franz Kafka. Op 2 augustus 1914 schrijft hij in zijn dagboek dat Duitsland Rusland de oorlog heeft verklaard. De regel erna zegt hij dat hij ‘s middags is gaan zwemmen. Voor de grote Kafka waren beide zaken waarschijnlijk even belangrijk. Het zijn latere lezers en geschiedschrijvers die meer of minder gewicht geven aan bepaalde zaken."

 

Zou je in die optiek het drieluik vandaag anders aanpakken?

CRIVA: “Ongetwijfeld!"

VERHAST: “Ja, ik ook wel. Qua verhaal blijft het wel overeind. Maar striptechnisch kon het wel beter. Voor het derde deel hebben we hier de lat hoger gelegd. We hebben in die jaren steeds beter geleerd hoe je strips maakt. De verhouding tekst-beeld zit nu veel juister dan in het vorige deel. We hebben ook gewerkt op de spontane leesrichtingen."

 

Dit klopt ook. Het derde deel is echt het beste deel. Eén klein tekstdingetje vind ik wel minder. De absolute sleuteltekst op het eind van het verhaal in een eerder banaal prentje staat rechtsboven. Het stond wat plomp verloren. Ik had er eerst over gelezen, waardoor ik niet onmiddellijk meer mee was met de finale ontknoping.

VERHAST: “Heb ik de clue niet hernomen in de perkamenten wat verderop?"

 

Ja, maar ik was toen al eventjes uit mijn leestrance geraakt.

VERHAST: “Tedzju..."

CRIVA: “Elk zijn regenscène, Stijn."

VERHAST: “Ik zou dit nu kunnen verdedigen met mijn dada. De historisch belangrijkste feiten gebeuren vaak in hoekjes. Die gaan in eerste instantie heel vaak onopgemerkt voorbij. Ik gaf je al het voorbeeld van Kafka. Door die positionering deed ik een Kafka'tje. De zaken die de meeste invloed hebben, gaan verloren in een hoekje. Ook bij Jorikus." (lacht)

 

(lacht) Hier valt geen speld tussen te krijgen. Heel opvallend in het derde deel zijn de verschillende indrukwekkende pagina’s van een apart droomverhaal waarin Jorikus de hoofdrol n speelt. Zij larderen als het ware het hoofdverhaal en zorgen ervoor dat er aparte hoofdstukken ontstaan.

CRIVA: “Ik was zo blij dat ik Jorikus in actie kon tekenen op die platen!"

VERHAST: “Ik heb hiervoor de mosterd gehaald bij Jommeke. Ik vond het altijd geweldig dat er in die strips plots een paginagrote, tekstloze tussenprent zat. Ik vond dit altijd de mooiste bladzijden die ik graag en heel lang bekeek. Nu wou ik absoluut dat er ook bladzijden tussenzaten waarbij je je kan vergapen aan de tekeningen, los van het verhaal."

 

Het zijn dan ook pareltjes geworden. Maar die losse pagina’s vormen samen wel een nieuw kort verhaal.

VERHAST: “Dat klopt. Het is me ook te doen om de historische en politieke concreetheid te verfrissen met wat fantasie. Er zitten letterlijke fragmenten tussen van verschillende sprookjes, het Nibelungenlied en het verhaal rond Ragnarok. Door dat op te splitsen in aparte pagina’s willen we duidelijk maken dat al die geschiedenissen door elkaar lopen."

Voorbeeld van een dubbele tussenpagina in Jorikus Magnus 3.

 

Op elk van die tekeningen is Jorikus in gevecht met wolven. Ook in het eerste deel spelen wolven een hoofdrol.

CRIVA: “Ik teken die gewoon graag. Vandaag zit ik hier wat mee verveeld. Momenteel verbouw ik de commanderij van Gruitrode, een Limburgse waterburcht uit de vijftiende eeuw. De wolf zwerft daar rond. De gemoederen in de streek zijn er echt gespannen. Ikzelf ben absoluut geen wolvenhater, maar net nu moest ik die dieren in de strip weer stigmatiseren als een verschrikkelijk wezen. Voor alle duidelijkheid, wij maken een karikatuur van onze wolven. We tonen hoe de middeleeuwse mens het symbool wolf zag."

VERHAST: “Er zit nog meer achter: het idee dat wij, mensen, wolven zijn voor elkaar. We verscheuren elkaar. Die hele homo homini lupus-insteek boeit me enorm. Ik vind de wolf net zo’n interessant dier omdat het in een roedel leeft. Als mensen in roedels leven, worden we ook meer wolf. Wolven voeden elkaar samen op. Dat is goed, maar tezelfdertijd worden we zo sociaal gevormd om dingen te doen die we als individuele mens misschien zouden afkeuren. Zo vuren wolven elkaar aan om aan te vallen en bloeddorstiger te zijn. Die visie wou ik er wel in hebben. De mens is niet slecht, maar het sociale wezen van de mens kan wel gestuurd worden. Pff, dat klinkt wel heftig. Ik wou eigenlijk zeggen dat de wolven die Jorikus aanvallen precies mensen zijn." (grijnst)

CRIVA: “De wolf blijft toch een dier dat veel emoties oproept. Meestal wordt die afgebeeld als een negatief beest. Bij de Romeinen — denk maar aan Romulus en Remus — zijn er veel positieve verhalen over wolven. Ook in veel Zuid-Amerikaanse verhalen speelt het dier een positieve rol."

 

Wat me onmiddellijk opviel bij het derde deel is dat je echt papier ziet doorschemeren bij tekeningen. Heb je dit als achtergrond gebruikt voor je digitale tekeningen?

CRIVA: “Je moet het zover niet zoeken. Ze zijn gewoon getekend op echt papier. De eerste twee delen zijn nagenoeg volledig met de computer getekend, maar wel gebaseerd op handmatige schetsen. Voor het derde deel wou ik echt graag tekenen op papier. Alle figuren zijn getekend met zwarte pennetjes en houtskool op tekenpapier. Achteraf heb ik die pagina’s gescand, bijgewerkt en ingekleurd met de computer. Alle achtergronden zijn er dan digitaal aan toegevoegd. Ik ben beroepsmatig architect en ik doe heel veel historische restauraties. Je hebt daar geen of weinig speelruimte. Ook hier wil ik alles vrij juist hebben. Ik sluit vandaag steeds minder compromissen met mezelf af. Zo erger ik me nog steeds aan het Romaanse kasteel uit het eerste deel. Die stijl ontstond pas tweehonderd jaar later dan Karel de Grote. Nu zou ik dat nooit meer zo doen. Net zoals in mijn job moet het juist zijn. Daar heb ik veel voor over. Alle decors van gebouwen heb ik gemaakt in 3D-programma’s. Die konden echt bestaan hebben en kunnen zo gebouwd worden. Ik ga ook vrij ver door in mijn decors. De schilderijen aan de muren van de troonzaal bijvoorbeeld heb ik manueel getekend en die er dan later digitaal aan toegevoegd. Ik heb me daar echt wel in verdiept. Voor het derde deel heb ik de decors die terugkeren uit vorige delen aangepast aan de tijd. Het badhuis bijvoorbeeld ziet er niet meer zo nieuw uit als in het tweede deel. Bepaalde delen ervan zijn net verfijnd. Ook in de troonzaal zijn bepaalde tekeningen veranderd en verbeterd. Niets blijft voor altijd."

VERHAST: “Door te kiezen voor de naam Jorikus Magnus in plaats van voor de historische Karolus Magnus hebben we onszelf wel enige grafische en tekstuele vrijheid gegeven. Voor mij als scenarist gaat het helemaal niet om historische correctheid. Ik vraag me zelfs af wat dit is. Want hoe zouden wij kunnen weten wat er exact is gebeurd? Ik vind het altijd het heel vreemd als mensen een oorlogsfilm roemen voor zijn realisme. Dan vraag ik me altijd af of ze er effectief bij waren. Voor mij is het echt niet de hoofdzaak of alles nu architectonisch klopt. Mij is het doen om de menselijke interactie. Een anachronisme meer of minder stoort me helemaal niet. Het gaat me om de relevante inhoud."

 

Die inhoud wordt in Jorikus Magnus versterkt door de hele straffe inkleuring. Toen ik Bart Proost en jullie interviewde voor Kaspar Hauser zei Chris dat die inkleuring pure ontspanning was voor het intensievere werk aan Jorikus Magnus.

CRIVA:Kaspar Hauser heb ik met veel plezier ingekleurd, maar dat was heel intuïtief. Bijna op automatische piloot, maar die term klinkt me toch wel te oneerbiedig. Het was pure ontspanning voor mij. Jorikus Magnus was echt wel zwaar om te tekenen en in te kleuren."

 

Hoelang duurt het dan wel om een prentje af te werken?

CRIVA: “Een prent tekenen in houtskool en potlood gaat eigenlijk snel, maar het is al de rest. In eerste instantie stop ik heel veel tijd in het uitschetsen en het juiste standpunt zoeken. Ook het uitwerken achteraf is een tijdvreter. Dat komt ervan als je minutieus werkt.

 

Wat is snel of veel tijd voor jou?

CRIVA: “De cover tekenen duurde alles samen anderhalve dag. Maar soms heb ik voor één prentje meer tijd nodig. Er zit geen regelmaat in. Daarenboven komt nog dat ik geen beroepstekenaar ben. Ik kan mij niet neerzetten en beginnen tekenen. Ik moet een beetje in de sfeer zijn. Ik ben jaloers op collega’s die spontaan kunnen beginnen tekenen. Misschien teken ik gewoon te weinig. Of ben ik te moe van mijn werk."

In deel 2 en 3 verraste je iedereen door je figuren in 3D uit te werken. Hoe krijg je dit voor elkaar?

CRIVA: “De inkleuring is volledig digitaal. In Photoshop werk ik met heel veel lagen die ik op elkaar leg. De voor- en achtergrond hebben dus eigenlijk een soort digitale diepte. Met van die apps, zoals je bijvoorbeeld op Facebook vindt, kan je er dan een echte 3D-tekening van maken."

 

In deel 3 trek je dit 3D-effect door, maar je voegde er wel een zwart randje in 2D rond. Waarom?

CRIVA: “Ik miste dat zwarte contourlijntje gewoon. De schetsen van het tweede deel vind ik persoonlijk krachtiger en beter dan de afgewerkte 3D-tekening. Er ontbrak iets als ik de afgewerkte digitale platen zag. En dat was dat zwart lijntje."

 

Het is toch wat duaal. Je werkt dagen aan een 3D-effect. Met zo’n zwart lijntje doe je dit werk toch grotendeels teniet?

CRIVA: “Nee, dat vind ik niet. Als ik het tweede deel doorblader, mis ik echt dat lijntje. In het nieuwe album klopt het wel voor me."

 

Het verhaal wordt voortdurend versterkt door een expressief kleurgebruik. Er zitten blauwe, groene en rode pagina’s in.

CRIVA: “Ik heb dat in alle drie delen gedaan. Ik vind kleur een heel krachtig middel om emoties te versterken. De cover van het tweede deel was in het goudgeel, wat Jorikus machtiger maakt. De nieuwste cover is in dramatisch rood. Als er iemand vergiftigd wordt, dan ga ik voor groen. Woede is rood. Er mag altijd wel een schepje bovenop voor mij."

VERHAST: “De coverkleuren zijn niet toevallig gekozen. Zwart, geel en rood zijn de kleuren van de Belgische en Duitse vlag. Zo komen we weer bij Karel de Grote."

CRIVA: “Dat meen je niet. Die verwijzing had ik er nooit in gezien."

VERHAST: “Maar het klopt wel. De trilogie gaat over oorlog en nationalisme. Dan passen die kleuren er perfect bij. (lacht) Ik heb Chris niet gevraagd om de cover rood in te kleuren. Maar toen hij me ze toonde, paste de puzzel perfect. Het houdt steek. Ik vind het geweldig dat dit zo is gelopen. Het geeft een extra interpretatie aan de reeks. Zo zie je maar dat ik telkens benieuwd ben wat ik zal vinden van ons eigen boek. Ik ben ook maar een lezer van mijn eigen werk."

 

Je lijkt me iemand die luidop kan grinniken met een mopje of dubbele bodem die je er jaren geleden hebt in gestopt.

VERHAST: “Absoluut! Sommige dingen was ik helemaal vergeten. Bij de herlezing zag ik plots weer die zeurende Muppets, Stadler en Waldorf, opduiken. Schitterend! Chris had die erin gesmokkeld en nu deed hij me weer lachen. Of Kurt en Knut die in het bos achter Manliard jagen! Die zijn gebaseerd op Kwak en Boemel."

CRIVA: “In het begin leken ze er wel meer op. Hun hoedje kon ik hen niet laten opzetten, anders klopte ons verhaal niet meer."

 

Jullie hebben wel iets met Jommeke. In de mozaïeken van de troonzaal, zie je ook professor Gobelijn.

CRIVA: ​​​​​​​(knikt) “Er zijn er nog: Suske en Wiske, Asterix en Obelix, professor Zonnebloem, Panoramix, Guust Flater, de graaf van Rommelgem,..."

VERHAST: “Ook wijzelf hangen er ergens tussen. Ik vind dat geweldig. De hele troonzaal is zo bekleed. Je kan daar striptechnisch leuke dingen mee doen. Als Jorikus het heeft over een onbekend reusachtig neusbeest, zie je op de achtergrond een muurschildering van een olifant. Zo versterken de tekeningen de tekst. Ik vind het wel leuk dat er veel stripprofessoren hangen en geen krijgers. Dat geeft Jorikus’ bestuur iets moderns. Hij probeert macht te krijgen door wetenschap in plaats van enkel door bloederig geweld."

Criva en Verhast op de achtergrond in de mozaïekbekleding.

 

In het derde deel gebruik je opnieuw de troonzaal, maar de mozaïeken vallen minder op.

VERHAST: “Dat is toeval. De professoren hangen nog altijd in de troonzaal, maar er staat per ongeluk een personage voor. Sommige achtergronden zijn ook doelbewust veranderd. Kleinzoon Manliard heeft bijvoorbeeld al zijn eigen mozaïek in de troonzaal. Met dit anachronisme schuiven we de verschillende lagen tijd door elkaar. Ook met Horatius’ tekst 'Dulce et decorum est pro imperium mori' ('Het is zoet en eervol om voor het vaderland te sterven', nvdr) hebben we gespeeld. Dit is een variant op 'Pro patria mori' ('Sterven voor het vaderland', nvdr). Die zin van Horatius wordt tijdens de Eerste Wereldoorlog ook nog eens ironisch verwerkt in een anti-oorlogsgedicht van Wilfred Owen. Zo proberen we de dubbelzinnige invloed van nationalisme te tonen en smokkelen we dat thema ons verhaal weer binnen."

 

Acht jaar na het vorige deel blijft lang. Hoe gaan jullie het publiek weer mee krijgen?

VERHAST: “We hopen echt dat de mensen die de eerste delen gekocht hebben, ook vandaag nog geïnteresseerd zullen zijn in het slotdeel. Ons publiek bestaat voornamelijk uit echte stripliefhebbers. Ik hoop dat die ons niet vergeten zijn. Voorts hopen we dat we opnieuw de aandacht krijgen van pers en stripbeurzen. Nodig ons alstublieft uit! Ik vind het geweldig om contact te hebben met onze lezers. Ik mis dat echt. Hopelijk is de respons nu even warm en hartelijk."

CRIVA: “Ja, ik was steeds verrast door de goede feedback van lezers en pers. Verrassend eigenlijk, want ik doe gewoon mijn ding. Ik ben geen professionele striptekenaar die inspeelt op wat het grote publiek wil."

VERHAST: “Komaan, Chris. Waarom zou je Regi willen zijn als je Kraftwerk bent?"

CRIVA: “Waar blijf je het halen..." (lacht)

 

Hebben jullie nog dromen?

CRIVA en VERHAST: (unisono) “Een integrale bundeling! En daarmee naar het buitenland trekken."

VERHAST:Kaspar Hauser werd in het Duits vertaald. Aangezien dit het verhaal is van Karel de Grote, zit dit er misschien ook wel in. We hebben er wat contacten. We mogen dromen, hé. De Franse markt lijkt me moeilijker OM binnen te raken."

 

Wat biedt de toekomst voor jullie?

VERHAST: “Ik heb nog tal van scenario’s in mijn hoofd..."

CRIVA: “... maar er zijn nog geen gesprekken geweest. Ik ben blij dat dit nu klaar is. Nu moet mijn hoofd eerst leeg. Als ik toch even vooruit zou kijken, zou ik heel graag gewoon eens willen meewerken aan een strip. Samenwerken aan Kaspar Hauser met Bart Proost was heel leuk. Dat ging lekker snel. Ik wil niet alles hoeven bedenken. In mijn droom zou ik het al geweldig vinden, mocht ik in potlood getekende pagina’s verder kan uitwerken. Ik ben heel goed in het creëren van de sfeer, de decors, enzoverder."

 

En jij, Stijn?

VERHAST: “Ik heb nog allerlei ideeën. De geschiedenis is een prachtige bron van inspiratie. Wat mij nu het meest fascineert, is om al die historische lagen tijd te verbinden en te verplaatsen naar de toekomst. Ik heb echt zin om me te gooien op een historische sciencefiction. Ik zou heel graag een oud-Grieks verhaal — dat ik al in gedachten heb — opnieuw te vertellen in een setting van de toekomst."

 

Zoek je nog een tekenaar?

VERHAST: “Ja. Als tekenaars zich geroepen voelen, mogen ze mij altijd contacteren. Kan dit ook via jullie site? Ja? Dank je wel. Misschien alleen om potloodtekeningen te maken... Superbelangrijk voor mij is dat het klikt. Ik werk dolgraag samen aan een strip zodanig dat de beide persoonlijkheden erin zitten. Daarom is het net zo leuk om met Chris samen te werken. We kennen elkaar al sinds onze studententijd. Een gemeenschappelijke vriendin bracht ons ooit samen. Ik wou schrijven en zij kende iemand die wou tekenen. Op een gegeven moment spraken we af op zijn kot..."

CRIVA: “... en dan liep het bijna fout. Stijn was een verstokte roker, gehuld in één grote walm, en zijn ongelukkige openingszin was:' Ik mag hier niet roken, zeker?' (lacht) Maar los daarvan, klikte het al heel snel. Stijn is een echte stripliefhebber die ook vandaag nog veel leest. Het zijn wel meestal de klassiekers."

VERHAST: “Ja, geef mij maar Robbedoes en Kuifje. Beide stijlen kunnen me zeker bekoren. En Jacques Tardi! Ik kan die strips blijven herlezen."

CRIVA: “Maar het zijn toch vooral de klassiekers. Op stripbeurzen is hij soms weg om te duiken in bananendozen op zoek naar een heel oude Bessy. Ik heb daar enige nostalgie voor, maar ik krijg dat niet gelezen. Ikzelf ben sinds ik teken ook een echte stripverzamelaar en vooral lezer van nieuwe strips geworden. Maar los hiervan, klinkt je pitch voor je nieuw verhaal wel boeiend. Daar moeten we het zeker eens over hebben."

 

Er hangt hier precies iets in de lucht. Ik voel dat het hoog tijd is om me discreet terug te trekken. Bedankt voor het interview. Veel succes met de promotie van Jorikus Magnus en al het mooie dat misschien nog volgt.

 

De trilogie Jorikus Magnus verscheen bij Saga Uitgaven in softcover (8,95 euro) en hardcover (19,95 euro). De softcover van deel 3 verschijnt in juni.