Jodorowsky's mislukte Dune-verfilming

2 maart 2024 Flashback

Op 28 februari 2024 is het vervolg van de Amerikaanse sf-film Dune in de zalen gereleased. Denis Villeneuve blikte in 2021 het eerste deel in naar de roman van Frank Herbert uit 1965. Afhankelijk van het succes — dat er nu al goed uitziet — komt er nog een derde film, gebaseerd op Dune Messiah, de tweede roman van Herbert. Hij schreef er zes. Daarnaast is er in 2022 een eerste seizoen gemaakt van een tv-reeks die als prequel fungeert onder de titel Dune: The Prophecy. Silvester gaf intussen al een verstripping uit van de oorspronkelijke roman en ook diverse spin-offreeksen.

Dat zijn lang niet de eerste bewerkingen van de oorspronkelijke roman. In 2000 kwam er een tv-serie naar het boek en in 1984 draaide David Lynch een eerste adaptatie met zanger Sting in een van de rollen. Lynch was toen niet de eerste kandidaat voor het regisseurszitje. Stripscenarist en excentriek filmmaker Alejandro Jodorowsky was dat vanaf 1974 wel. Hij verwierf toen de filmrechten op het best verkochte sf-boek ter wereld nadat Jodo's tweede film The Holy Mountain (1973) een hit was. Over diens poging om Dune naar het zilveren scherm te brengen, is in 2014 een boeiende documentaire gemaakt. 

Storyboardboek van 2,66 miljoen euro

Jodorowsky zag het groots, immens zelfs. Voor de soundtrack sprak hij Magma, Klaus Schulze, Peter Gabriel, Tangerine DreamPink Floyd en anderen aan. Tot de casting zouden Mick Jagger (die een slechterik zou spelen en in het storyboard voorkomt met de beschrijving "verbrandt een vlinder en rookt een lange joint"), Orson Welles (als de baron), David Carradine (als Leto), Gloria Swanson, Amanda Lear (als prinses Irulena) en Alain Delon behoren. Jodo's eigen zoon Brontis kreeg de belofte dat hij de hoofdrol mocht spelen. De film zou tien tot vijftien uur moeten duren. Samen met de Franse producer Michel Seydoux trok Jodorowsky naar de VS om bij grote filmstudio's een resterend budget van 5 miljoen dollar te vinden zodat de film in productie kon gaan.

Ook Salvador Dalí was al vastgelegd voor de cast. Hij zou de keizer incarneren, hoewel hij met erg exorbitante eisen afkwam. Hij wilde 100.000 dollar per uur betaald krijgen, enkel om op dat moment de best betaalde acteur ooit te worden. Andere van Dalí's eisen bestonden uit een wc uit de monden van twee gesculpteerde dolfijnen die zijn ontlasting zouden opvangen en hij wilde niet geregisseerd worden. Jodo ging erop in door hem niet langer dan een uur te willen gebruiken. Dalí zou dan de rol van de meester van het universum spelen, maar in de rest van de film zou hij vervangen worden door een robot die op hem leek en die zou gecontroleerd worden door knoppen. In dat betaalde uur zou hij te zien zijn, terwijl hij de robot bedient. Dalí accepteerde, op voorwaarde dat hij de robot mocht houden voor zijn museum. 

Ondanks alle inspanningen hapten de Amerikanen niet toe en strandde "the greatest film never made" in 1976 in volle preproductiefase. Het project met een dergelijke omvang beïnvloedde wel andere sf-films, zoals Star Wars (1977) en Alien (1979). Dan O'Bannon, de co-scenarist en special effectsman van het Dune-project, was het wachten op groen licht voor Dune zat en schreef de film Alien voor regisseur Ridley Scott. Het buitenaardse monster uit deze sf-klassieker is ontworpen door de Zwitserse tekenaar H.R. Giger, die eveneens aan het Dune-project meewerkte. 

Duizenden ontwerptekeningen en storyboards zijn door andere heel voorname designers en illustratoren gemaakt, onder wie Jean Giraud / Mœbius en Chris Foss. Mœbius leverde een drieduizendtal tekeningen voor het storyboard en personagestudies. Een groot deel ervan werd verzameld in een 264 pagina's tellend boek dat in 1975 werd vervaardigd om investeerders te overtuigen. Er bestaan vermoedelijk tussen de tien en twintig exemplaren van deze uitgave. Een exemplaar werd in 2021 geveild door Christie's. De geschatte opbrengst lag tussen 25.000 en 30.000 euro. Na een biedingsoorlog tussen twee kandidaten won een Amerikaan het pleit. Hij betaalde meer dan vijfenzeventig keer het geschatte bedrag. De veiling werd afgeklopt op maar liefst 2.660.000 euro! Een ander exemplaar is in het bezit van Jodorowsky zelf. Het diende als werkdocument en als commercieel presentatieboek. Het geveilde exemplaar draagt het nummer 5. Het is niet bekend of andere versies ook genummerd zijn.

De cover van het boek staat hieronder afgebeeld. Fragmenten zie je verder in dit artikel.

John Lennon, Midnight Movies en De Incal

Op het filmpalmares van Jodorowsky prijken bizarre titels, om te beginnen El Topo uit 1970. En ook daar hangt een netwerk van opmerkelijke namen rond. John Lennon projecteerde op een avond rond 22.00 uur in een cinemazaaltje in New York zijn kortfilmpjes die hij maakte met Yoko Ono. In de zaal waren veel mensen uit de culturele elite en recensenten aanwezig. Rond middernacht zat de projectie erop. Daarna vroeg Lennon het publiek om nog te blijven en naar iets uitzonderlijks te kijken. Mocht de film het publiek niet aanstaan, dan stond het ze vrij om recht te staan en de zaal te verlaten. Vervolgens liet hij ze de film El Topo van Jodorowsky zien. Het volledige publiek bleef zitten en het werd een cultsucces. Maand na maand werd de film steeds na middernacht vertoond. Jodo herinnerde zich wolken van marihuana die in de zaal rondhingen. De bezoekers waren ervan overtuigd dat ze zich in een roes moesten bevinden om de film (over een killer die van zijn meester de opdracht krijgt vier grootmeesters in de woestijn te vermoorden) te kunnen smaken. Het was de eerste keer dat er in de Verenigde Staten films na middernacht werden vertoond. Daarmee ruimde het de baan voor het genre van de zogenoemde Midnight Movies. Night of the Living Dead van George A. Romero, Pink Flamingos van John Waters, Eraserheads van David Lynch en vele anderen zouden via deze mogelijkheid hun (cult)publiek veroveren.

Losse vijzen

In diezelfde periode bevond Jodo zich echter in de grootste ellende. De producer van zijn laatste film ging failliet. Zelf had hij geen geld meer en moest vijfduizend dollar lenen, terwijl hij zich met zijn vrouw en pasgeboren zoon Adan moest terugtrekken in een klein huisje in het Franse Joinville-le-Pont. Hij diende wat anders te zoeken en het enige product waarmee hij geld kon verdienen, was zijn verbeelding. Vandaar dat hij zich op het stripverhaal stortte. Het werd De Incal

Omdat Jodo in conflict kwam met zijn oude producer, Allen Klein (hem voorgedragen door John Lennon), konden zijn films trouwens tot dertig jaar na de oorspronkelijke release niet op dvd gezet worden. Jodo wilde niet werken aan commerciële films. Klein wilde dat hij het erotische Histoire d'O zou regisseren, terwijl Jodo liever Dune wilde maken en dat was een eerste reden tot ruzie. Uiteindelijk zou Klein alle kopiën van zijn films laten vernietigen. Maar Jodo had er gelukkig een paar bewaard op video en van zodra het kon, vertoonde hij ze gratis. Ondertussen zijn ze opnieuw vrienden geworden waardoor in mei 2007 een fraaie dvd-collector's box kon verschijnen. Klein investeerde zelfs een half miljoen dollar om de films te laten restaureren. 

In Ché nummer 83 van januari 2007 werd Jodorowsky als filmregisseur in een lijstje genoemd van tien regisseurs die een vijs los hebben. Een greep uit de argumentatie: "El Topo begint bijvoorbeeld met een plas bloed, een gespietst kind, honderd verkrachte bruiden en opgehangen bruidegommen. Personages bloeden vogels, kersen en groen bloed. Jodorowsky bond een man zonder benen en een man zonder amen aan elkaar en noemde het resultaat John Wayne. Tegenwoordig houdt hij zich bezig met 'psychomagie', een kruising tussen psychotherapie en magie. Hij is er de uitvinder van. Een vrouw die er problemen mee had om geld te verdienen met haar kunst raadde hij aan om zeven stukken goud in haar vagina te stoppen tijdens het schilderen. Een vrouw die drie dagen vooor het begin van haar regels altijd in slaap viel, moest een zelfportret maken met haar menstruatiebloed. Aan de andere kant is Jodorowsky ook de enige filmproducent ter wereld die zijn actrices contractueel garandeert dat ze niet met hem naar bed zullen moeten." Jodorowsky genoot in het artikel het illustere gezelschap van Werner Herzog, William Friedkin, Erich von Stroheim, D.W. Griffith, Lars von Trier, Sam Peckinpah, Abel Ferrara, James Cameron en Larry Clark. Op een maximumscore van vijf losse vijzen haalde Jodorowsky als enige het maximum. 

Van Dune naar Alien

Jodo's plannen voor Dune mochten twee jaar na de aanvang ervan dan wel in elkaar zijn gestort, maar voor de sciencefictionfilmwereld had hij onrechtstreeks enkele mijlpalen verzet. Hij had tot dan onbekende medewerkers rond zich verzameld die na de stopzetting van het project bij andere filmproducties werden ingezet. Ze hertekenden het genre als nooit tevoren.

Behalve Gigers verdere pad voor de Alien-filmfranchise en andere films als Species, Poltergeist II en Batman Forever is er ook het mooie parcours van Dan O'Bannon. Hij schreef niet alleen de eerste Alien-film en de sequels Alien³ en Alien: Resurrection, hij schreef onder meer ook Dark Star, Blue Thunder, The Return of the Living Dead (die hij zelf regisseerde), Screamers en Bleeders. Hij bewerkte ook een kortverhaal van Philip K. Dick als script voor de film Total Recall van Paul Verhoeven.

Illustrator Chris Foss was terug te vinden op de conceptafdeling van Alien en de eerste Superman-film. Mœbius kwam eveneens bij Alien terecht om er onder meer de ruimtepakken voor te ontwerpen. Hij verzeilde daarna op de conceptafdelingen van Star Wars: The Empire Strikes Back, Tron (waarvoor hij ook het storyboard tekende), Blade Runner, The Abyss, Willow en The Fifth Element. Jodo vroeg 'm op basis van zijn grensverleggende sf-strips, zoals De Hermetische Garage, om mee te werken aan de film. Daarna moest het grote De Incal-avontuur nog beginnen en die kwam er toevallig dankzij de stopzetting van het Dune-project. Al deze heren komen aan bod in de documentaire. Ook producers, collegafilmmakers en filmrecensenten etaleren hun visie over de Dune-film die er had kunnen komen.